Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 25 maart 2010, nr. IVV/BBO/2010/5148, tot wijziging van de Regeling Wfsv in verband met het stellen van regels voor de bekostiging van de aanvullende inkomensvoorziening ouderen

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Financiën;

Gelet op artikel 121a Wet financiering sociale verzekeringen;

Besluit:

ARTIKEL I. WIJZIGING VAN DE REGELING WFSV

In hoofdstuk 5, afdeling 4, van de Regeling Wfsv wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:

§ 2. Rijksbijdrage AIO

Artikel 5.42. Begripsbepaling

In deze paragraaf wordt verstaan onder AIO: algemene bijstand in de vorm van een aanvullende inkomensvoorziening ouderen, bedoeld in artikel 47a, eerste lid, van de Wet werk en bijstand.

Artikel 5.43. Raming en opgave uitgaven
  • 1. Uiterlijk op de tiende dag van de maand voorafgaande aan het begin van een kwartaal verstrekt de SVB aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid:

    • a. een raming van het totaalbedrag aan uitkeringen AIO voor het komende kwartaal, met een uitsplitsing naar maand; en

    • b. een opgave van het totaalbedrag aan uitbetaalde uitkeringen AIO in het vorige kwartaal, met een uitsplitsing naar maand.

  • 2. Het bedrag, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, wordt nader gespecificeerd in een bedrag dat betrekking heeft op het komende kwartaal en in bedragen die betrekking hebben op daaraan voorafgaande kwartalen.

  • 3. Het bedrag, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, wordt nader gespecificeerd in een bedrag dat betrekking heeft op het vorige kwartaal en in bedragen die betrekking hebben op daaraan voorafgaande kwartalen.

  • 4. Indien de dag, bedoeld in het eerste lid, een zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag is, vindt de verstrekking plaats op de eerstvolgende dag die niet een zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag is.

Artikel 5.44. Afdracht uitkeringen AIO
  • 1. Met als valutadag de tweeëntwintigste dag van elke maand stort de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid het bedrag van de geraamde uitkeringen AIO in die maand op de rekening-courant, bedoeld in artikel 5.16, onderdeel a. De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid kan, na overleg met de SVB, van het geraamde bedrag afwijken.

  • 2. Met als valutadag de tweeëntwintigste dag van elk kwartaal verrekent de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid het verschil tussen de uitbetaalde uitkeringen AIO en de geraamde uitkeringen AIO over het kwartaal gelegen twee kwartalen voor dat kwartaal met het bedrag, bedoeld in het eerste lid.

Artikel 5.45. Raming uitgaven aan uitvoeringskosten

In het jaarplan met begroting verstrekt de SVB elk jaar aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een opgave van het totaalbedrag aan geraamde uitvoeringskosten met betrekking tot de AIO in het komende jaar.

Artikel 5.46. Afdracht uitvoeringskosten

Met als valutadag de eerste dag van elke maand stort de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ééntwaalfde van het bedrag van de geraamde uitvoeringskosten per jaar op de rekening-courant, bedoeld in artikel 5.16, onderdeel a. De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid kan, na overleg met de SVB, van dit bedrag afwijken.

Artikel 5.47. Afrekening
  • 1. Uiterlijk op 1 juli dient de SVB de afrekening van de uitkeringen en de uitvoeringskosten AIO over het afgelopen kalenderjaar bij de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in.

  • 2. In de afrekening van de uitkeringen en de uitvoeringskosten AIO wordt, op basis van de jaarrekening, bedoeld in artikel 49 van de Wet SUWI, de kasstroom inzichtelijk gemaakt en wordt deze afzonderlijk vermeld voor de uitgaven en ontvangsten met betrekking tot de AIO.

  • 3. Op grond van de afrekening van de uitkeringen en de uitvoeringskosten AIO vindt voor 15 augustus een betaling plaats ten gunste of ten laste van de SVB.

Artikel 5.48. Vaststelling Rijksbijdrage

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid stelt jaarlijks voor 31 oktober de omvang van de middelen tot dekking van de uitgaven AIO ten laste van de SVB over het afgelopen kalenderjaar vast.

ARTIKEL II. INWERKINGTREDING

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2010.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 25 maart 2010

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J.P.H. Donner.

TOELICHTING

Algemeen

Met ingang van 1 januari 2010 is de uitvoering van de aanvullende bijstand voor personen van 65 jaar of ouder opgedragen aan de Sociale verzekeringsbank (SVB) in de vorm van een aanvullende inkomensvoorziening ouderen (AIO). Op grond van artikel 51 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen worden de uitgaven die aan de uitvoering van de AIO door de SVB verbonden zijn, van rijkswege gefinancierd. In de onderhavige regeling zijn op grond van 121a van de Wfsv regels gesteld voor de bekostiging van AIO.

Artikelsgewijs

Artikel I

De regels voor de bekostiging van de AIO zijn opgenomen in een nieuwe paragraaf van hoofdstuk 5, afdeling 4, van de Regeling Wfsv. De afdracht in verband met de AIO is op dezelfde wijze vormgegeven als de afdracht aan het Algemeen Kinderbijslagfonds die is opgenomen in hoofdstuk 5, afdeling 3, paragraaf 2, van de Regeling Wfsv. Op grond van het nieuwe artikel 5.44 geldt voor de uitkeringen AIO wel een andere valutadag dan voor de kinderbijslagen, namelijk de tweeëntwintigste in plaats van de eerste dag van elke maand. Het verschil in valutadagen hangt samen met de verschillende momenten waarop de SVB aan de gerechtigden de uitkeringen AIO respectievelijk de kinderbijslagen uitkeert.

Artikel II

Aangezien de SVB met ingang van 1 januari 2010 verantwoordelijk is voor de uitvoering van de AIO, werkt de onderhavige regeling tot die datum terug.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J.P.H. Donner.

Naar boven