Regeling van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 17 maart 2010, nr. HO&S/SF/194481, houdende vaststelling van de cursusgeldtarieven voor het cursusjaar 2010–2011

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 15, tweede en derde lid, van het Uitvoeringsbesluit Les- en cursusgeldwet 2000;

Besluit:

Artikel  1. Consumentenprijsindex

Onder de consumentenprijsindex, bedoeld in artikel 15, tweede en derde lid, van het Uitvoeringsbesluit Les- en cursusgeldwet 2000, wordt verstaan: de procentuele ontwikkeling die de consumentenprijsindex, reeks ‘alle huishoudens’, zoals die wordt berekend door het Centraal Bureau voor de Statistiek en bekendgemaakt in het Statistisch Bulletin van het Centraal Bureau voor de Statistiek, heeft ondergaan in het jaar 2009 ten opzichte van het jaar 2008.

Artikel 2. Hoogte cursusgeldtarieven

De cursusgeldtarieven, bedoeld in artikel 15, eerste lid, van het Uitvoeringsbesluit Les- en cursusgeldwet 2000, worden voor het cursusjaar 2010–2011 als volgt vastgesteld:

  • a. voor opleidingen beroepsonderwijs voor zover het betreft de assistent-opleiding en de basisberoepsopleiding: € 213 per cursusjaar;

  • b. voor opleidingen beroepsonderwijs voor zover het betreft de vakopleiding, de middenkaderopleiding en de specialistenopleiding: € 517 per cursusjaar;

  • c. voor opleidingen voortgezet algemeen volwassenenonderwijs, gericht op het behalen van een diploma als bedoeld in de artikelen 7 tot en met 9 van de Wet op het voortgezet onderwijs, of onderdelen van dat diploma: € 0,67 voor elke 45 minuten onderwijs, berekend op basis van het normatieve aantal minuten onderwijs per jaar van de opleiding waarvoor inschrijving heeft plaatsgevonden;

  • d. voor opleidingen Nederlands als tweede taal als bedoeld in artikel 7.3.1, eerste lid, onder c, van de Wet educatie en beroepsonderwijs, voor zover het betreft Nederlands als tweede taal I: € 287 per cursusjaar;

  • e. voor opleidingen Nederlands als tweede taal als bedoeld in artikel 7.3.1, eerste lid, onder c, van de Wet educatie en beroepsonderwijs, voor zover het betreft Nederlands als tweede taal II: € 517 per cursusjaar.

Artikel 3. Inwerkingtreding

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en is van toepassing op het cursusjaar dat aanvangt op 1 augustus 2010.

  • 2. Deze regeling vervalt met ingang van 1 augustus 2011.

Artikel 4. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling vaststelling cursusgeldtarieven voor het cursusjaar 2010–2011.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart.

TOELICHTING

Algemeen

De cursusgeldtarieven worden jaarlijks vastgesteld aan de hand van de consumentenprijsindex, zo bepaalt artikel 15, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit Les- en cursusgeldwet 2000.

In artikel 15, derde lid, van het Uitvoeringsbesluit Les- en cursusgeldwet 2000 is vastgelegd dat bij ministeriële regeling wordt bepaald wat onder de consumentenprijsindex wordt verstaan.

Artikelsgewijs

Artikel 1

Als consumentenprijsindex, zoals aangegeven in artikel 15, tweede en derde lid, van het Uitvoeringsbesluit Les- en cursusgeldwet 2000, wordt gehanteerd de reeks ‘alle huishoudens’, zoals die wordt berekend door het Centraal Bureau voor de Statistiek en bekendgemaakt in het Statistisch Bulletin van het Centraal Bureau voor de Statistiek.

De indexering wordt bepaald door de procentuele wijziging die deze consumentenprijsindex over het kalenderjaar, voorafgaand aan de aanpassing, heeft ondergaan ten opzichte van het daaraan voorafgaande kalenderjaar.

Bedoeld indexcijfer over 2009 bedraagt 105,38 en over 2008 104,14. De procentuele ontwikkeling is 1,19%.

Artikel 2

De cursusgeldtarieven voor het cursusjaar 2009–2010 bedroegen voor:

  • a. opleidingen beroepsonderwijs voor zover het betreft de assistent-opleiding en de basisberoepsopleiding: € 210 per cursusjaar;

  • b. opleidingen beroepsonderwijs voor zover het betreft de vakopleiding, de middenkaderopleiding en de specialistenopleiding: € 511 per cursusjaar;

  • c. opleidingen voortgezet algemeen volwassenenonderwijs, gericht op het behalen van een diploma als bedoeld in de artikelen 7 tot en met 9 van de Wet op het voortgezet onderwijs, of onderdelen van dat diploma: € 0,66 voor elke 45 minuten onderwijs, berekend op basis van het normatieve aantal minuten onderwijs per jaar van de opleiding waarvoor inschrijving heeft plaatsgevonden;

  • d. opleidingen Nederlands als tweede taal als bedoeld in artikel 7.3.1, eerste lid, onder c, van de Wet educatie en beroepsonderwijs, voor zover het betreft Nederlands als tweede taal I: € 284 per cursusjaar;

  • e. opleidingen Nederlands als tweede taal als bedoeld in artikel 7.3.1, eerste lid, onder c, van de Wet educatie en beroepsonderwijs, voor zover het betreft Nederlands als tweede taal II: € 511 per cursusjaar.

In het tweede lid van artikel 15 is bepaald dat de cursusgeldtarieven, met uitzondering van het in het in artikel 15, eerste lid, onder c, bedoelde tarief, worden afgerond op het naastbij gelegen gehele getal.

De in de plaats tredende cursusgeldtarieven, van toepassing voor het cursusjaar 2010–2011, zijn als volgt berekend;

Ad. a. € 210 + 1,19% is € 212,50, afgerond op het naastbij gelegen gehele getal is € 213,

Ad. b. € 511 + 1,19% is € 517,08, afgerond op het naastbij gelegen gehele getal is € 517,

Ad. c. € 0,66 + 1,19% is € 0,667, afgeronde op het naastbij gelegen gehele getal is € 0,67,

Ad. d. € 284 + 1,19% is € 287,38, afgerond op het naastbij gelegen gehele gatal is € 287,

Ad. e. € 511 + 1,19% is € 517,08, afgerond op het naastbij gelegen gehele getal is € 517.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart.

Naar boven