Vastgesteld bestemmingsplan ‘Bloemen- en Geleerdenbuurt 2008’

Burgemeester en wethouders van Den Helder maken ingevolge artikel 3.8, lid 3, juncto artikel 3.8, lid 4 van de Wet ruimtelijke ordening bekend dat het bestemmingsplan ‘Bloemen- en Geleerdenbuurt 2008’ in de raadsvergadering van 15 februari 2010 gewijzigd is vastgesteld.

Het op het plan betrekking hebbende gebied omvat het gebied gelegen tussen de spoorlijn in het oosten, de Linie in het Zuiden en de Middenweg in het noordwesten. Het gebied van het postkantoor is niet in dit plan meegenomen.

Het bestemmingsplan is gewijzigd vastgesteld, de wijzigingen hebben naast een aantal redactionele aanpassingen voornamelijk betrekking op:

• Hector Treubstraat 59 waar het bestemmingsplan in overeenstemming met de werkelijkheid is gebracht en ten aanzien van de gebruiksmogelijkheden aansluiting is gezocht met het naastgelegen perceel;

• Pasteurstraat 6, Mede naar aanleiding van de ingediende zienswijzen zijn de bebouwingsmogelijkheden en regels die betrekking hebben op het perceel aangepast, en is het bouwplan nader onderbouwd;

Een volledig overzicht van de wijzigingen treft u aan in het raadsvoorstel en -besluit welke samen met het vastgestelde plan ter inzage ligt.

Het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan ligt samen met het plan en bijbehorende stukken vanaf 2 april 2010 gedurende een periode van zes weken ter inzage.

De bovengenoemde stukken kunnen worden ingezien bij het Klant Contact Centrum in het stadhuis aan de Drs. F. Bijlweg 20 op maandag tot en met woensdag 08.30 t/m 17.00 uur, donderdag 08.30 t/m 19.30 uur en vrijdag 08.30 t/m 15.00 uur. Tevens kunnen de plannen en bijbehorende stukken worden ingezien op de gemeentelijke internetsite.

Gedurende de termijn van terinzagelegging kan beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA ’s-Gravenhage door:

• hen die tijdig zijn zienswijze tegen het ontwerp van het bestemmingsplan Bloemen- en Geleerdenbuurt 2008 bij de gemeenteraad naar voren heeft gebracht;

• belanghebbenden die kunnen aantonen dat hij redelijkerwijs niet kan worden verweten dat hij niet overeenkomstig artikel 3.8, lid 1 Wro, juncto afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht zijn zienswijze bij de gemeenteraad naar voren heeft kunnen brengen;

• belanghebbenden tegen de wijzigingen die ten opzichte van het ontwerpplan zijn aangebracht.

Gedurende de genoemde termijn kan tevens, indien door betrokkenen een beroepsschrift is ingediend, een verzoek om voorlopige voorziening bij de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State worden ingediend.