Besluit van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 15 maart 2010 nr. PG/JFB 2990179, houdende vaststelling van de vergoedingen van de leden en externe deskundigen van de Gezondheidsraad (Vergoedingenbesluit leden en externe deskundigen Gezondheidsraad)

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 2, eerste lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies;

Besluit:

Artikel 1

  • 1. De voorzitter en de twee vice-voorzitters van de Gezondheidsraad ontvangen een vaste vergoeding per maand.

  • 2. De andere leden van de Gezondheidsraad alsmede de deskundigen die op verzoek van de voorzitter van de Gezondheidsraad deelnemen aan de werkzaamheden van de Gezondheidsraad en geen lid van de Gezondheidsraad zijn, kunnen aanspraak maken op een vergoeding per vergadering.

Artikel 2

  • 1. De vergoedingen van de voorzitter en twee vice-voorzitters van de Gezondheidsraad zijn gebaseerd op de overeenkomstig het tweede lid, onderscheidenlijk het derde lid, vastgestelde toepasselijke arbeidsduurfactor en op het maximum van salarisschaal 18 van Bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984.

  • 2. De vergoeding van de voorzitter is gebaseerd op een arbeidsduurfactor van 0,6 tot 0,8 fte. In het betrokken benoemingsbesluit wordt de toepasselijke arbeidsduurfactor vastgesteld.

  • 3. De vergoeding van de twee vice-voorzitters is gebaseerd op een arbeidsduurfactor van ieder 0,2 fte tot 0,6 fte. In de betrokken benoemingsbesluiten wordt de toepasselijke arbeidsduurfactor vastgesteld.

  • 4. Het totaal van de arbeidsduurfactoren van de voorzitter en de twee vice-voorzitters bedraagt ten hoogste 1,4 fte.

  • 5. De voorzitter en twee vice-voorzitters van de Gezondheidsraad ontvangen een reiskostenvergoeding op voet van de regeling voor het personeel werkzaam bij de sector Rijk.

Artikel 3

  • 1. De vergoeding per vergadering bedraagt € 200,–.

  • 2. De vergoeding per vergadering wordt uitsluitend betaald indien door middel van een getekende presentielijst, overgelegd door de secretaris van de Gezondheidsraad, is aangetoond dat de betrokkene heeft deelgenomen aan de vergadering.

  • 3. De in artikel 1, tweede lid, bedoelde leden en deskundigen ontvangen op basis van de in het tweede lid genoemde presentielijst een reiskostenvergoeding op voet van de regeling voor het personeel werkzaam bij de sector Rijk.

Artikel 4

De Vergoedingenregeling leden Gezondheidsraad alsmede het Vacatiegeldenbesluit deskundigen Gezondheidsraad vervallen.

Artikel 5

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Artikel 6

Dit besluit wordt aangehaald als: Vergoedingenbesluit leden en externe deskundigen Gezondheidsraad.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink.

TOELICHTING

De Gezondheidsraad vergadert nimmer plenair over vraagstukken op het gebied van de volksgezondheid en het gezondheids(zorg)onderzoek. Uit een ledenlijst van hooggekwalificeerde deskundigen worden de commissies gevormd die adviezen over een specifiek vraagstuk tot stand brengen. De leden van de Gezondheidsraad vormen de basis van deze commissies. Daarnaast kan de voorzitter van de Gezondheidsraad externe deskundigen bij de werkzaamheden van een commissie betrekken die geen lid zijn van de Gezondheidsraad. De Gezondheidsraad heeft voorts een aantal Beraadsgroepen voor bepaalde aandachtsvelden. Deze Beraadsgroepen worden in het kader van dit besluit aangemerkt als een ‘commissie’. De vergaderingen betreffen dus voornamelijk bijeenkomsten van de commissies, waaronder de beraadsgroepen.

Met de inwerkingtreding van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies is voor de Gezondheidsraad een identieke wettelijke basis gecreëerd voor zowel de leden als de bij de werkzaamheden van de Gezondheidsraad betrokken externe deskundigen.

De Wet vergoedingen adviescolleges en commissies biedt twee mogelijkheden voor het verstrekken van een vergoeding: een vaste vergoeding per maand en een vergoeding per vergadering. In dit besluit zijn beide mogelijkheden gebruikt: de vaste vergoeding voor het (vice-)voorzitterschap en de vergoeding per vergadering voor de overige leden en de externe deskundigen.

De vaste vergoeding geldt alleen voor de voorzitter en de twee vice-voorzitters. Met het oog op regelmatig voorkomende mutaties in de benoemingen op deze posities is met opzet een bandbreedte in de arbeidsduurfactor genoemd.

Op een vergoeding per vergadering kan aanspraak worden gemaakt. De keuze om een vergoeding te ontvangen is aan de deelnemer van de vergaderingen.

De vergoeding per vergadering is met dit besluit verhoogd van € 190,59 naar € 200,–. Er is om budgettaire redenen niet gekozen om aan te sluiten bij het wettelijke maximum (3% van het maximum van salarisschaal 18 van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984). Voor de ontvanger van de vergoeding zijn de bepalingen over anticumulatie van inkomen van belang (artikel 6 van het Besluit vergoedingen adviescolleges en commissies).

Met de inwerkingtreding van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies hebben (vice-) voorzitters, andere leden en externe deskundigen aanspraak op een vergoeding van reis- en verblijfkosten conform de regeling voor het personeel werkzaam bij de sector Rijk.

Overigens zijn bepaalde personen uitgesloten van enige vergoeding. Verwezen wordt naar artikel 2, derde lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies.

Aan ambtenaren die aan commissiewerk deelnemen is de status van waarnemer toegekend (zie Reglement van Orde Gezondheidsraad, art 3 lid 5); zij komen evenmin voor een vergoeding in aanmerking.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink.

Naar boven