De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
Handelende in overeenstemming met de Minister van Buitenlandse Zaken;
Gelet op de artikelen 2, derde lid, 3, derde lid, 26, eerste lid, onderdeel d, en 40, eerste lid, onderdeel d, 59 en 65, eerste
lid, onderdeel b, van de Paspoortwet;
Besluit:
ARTIKEL I
De Paspoortuitvoeringsregeling Nederland 2001 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 7 komt te luiden:
Artikel 7. De burgemeesters van Den Haag, Enschede, Maastricht en Echt-Susteren
De burgemeesters van Den Haag, Enschede, Maastricht en Echt-Susteren verrichten de handelingen ingevolge de wet en artikel
6 tevens ten behoeve van personen die niet als ingezetene in de basisadministratie van een gemeente zijn ingeschreven.
B
Artikel 28a wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid vervalt ‘achtereenvolgens’.
2. In het derde lid komt de tweede zin te luiden: Daarnaast worden bij de aanvrager platte afdrukken van twee andere in het tweede
lid genoemde vingers opgenomen voor opslag in de reisdocumentenadministratie.
ARTIKEL II
De Paspoortuitvoeringsregeling Buitenland 2001 wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 31, tweede lid, wordt in de eerste zin aan het slot toegevoegd: , met een maximale geldigheid van vijf jaar.
B
Artikel 42a wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid vervalt ‘achtereenvolgens’.
2. In het derde lid komt de tweede zin te luiden: Daarnaast worden bij de aanvrager platte afdrukken van twee andere in het tweede
lid genoemde vingers opgenomen voor opslag in de reisdocumentenadministratie.
C
In artikel 80, eerste lid, onder c, wordt ‘de burgemeester van Den Haag dan wel de burgemeester van Enschede’ vervangen door:
de burgemeester van Den Haag, Enschede, Maastricht of Echt-Susteren.
ARTIKEL III
In artikel 33, onder c, van de Paspoortuitvoeringsregeling Koninklijke Marechaussee 2001 wordt ‘de burgemeester van Den Haag
dan wel de burgemeester van Enschede’ vervangen door: de burgemeester van Den Haag, Enschede, Maastricht of Echt-Susteren.
ARTIKEL IV
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2010.
TOELICHTING
Deze wijziging strekt er in de eerste plaats toe het aantal (grens)gemeenten waar Nederlanders die niet in de GBA staan ingeschreven
een reisdocument kunnen aanvragen, uit te breiden. Naast de reeds aangewezen burgemeesters van Den Haag en Enschede worden
ook de burgemeesters van Maastricht en Echt-Susteren bevoegd aan deze groep Nederlanders een reisdocument te verstrekken.
De Paspoortuitvoeringsregeling Nederland 2001 (PUN), de Paspoortuitvoeringsregeling Buitenland 2001 (PUB) en de Paspoortuitvoeringsregeling
Koninklijke Marechaussee 2001 worden in verband hiermee aangepast. Ingevolge artikel 26, eerste lid, onder d, en artikel 40,
eerste lid, onder d, van de Paspoortwet kunnen burgemeesters worden aangewezen als bevoegde autoriteit voor het in ontvangst
nemen van aanvragen voor reisdocumenten en het verstrekken daarvan aan personen die niet als ingezetene zijn ingeschreven
in een Nederlandse gemeente in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens. Iedere niet-ingezetene die Nederlander
is, kan bij de nieuw aangewezen (grens)gemeenten een reisdocument aanvragen. De aanwijzing van de gemeenten beperkt vooral
de reistijd van Nederlanders die ter hoogte van Limburg vlak over de grens in België of Duitsland wonen. Zij zijn niet langer
uitsluitend aangewezen op de verderafgelegen Nederlandse consulaten in België of Duitsland of de gemeenten Den Haag en Enschede.
De nieuw aangewezen gemeenten hebben zelf verzocht om aanwijzing. De mogelijkheid voor niet ingezetenen om bij de burgemeesters
van Echt-Susteren en Maastricht een aanvraag in te dienen gaat in met ingang van 1 april 2010.
Ten tweede is gebleken dat de regeling omtrent de volgorde waarin de verschillende vingerafdrukken moeten worden opgenomen
bij onvoldoende kwaliteit van de wijsvingers onnodig rigide is. Omdat de Europese regelgeving op dit punt geen volgorde voorschrijft
(m.u.v. het beginnen met de wijsvingers), is de verplichte volgorde welke vingers achtereenvolgens worden opgenomen bij onvoldoende
kwaliteit van de wijsvingers op grond van artikel 28a van de PUN en artikel 42a van de PUB, geschrapt.
In de derde plaats zijn de artikelen 100a en 100b van de PUN overbodig geworden, en worden genoemde artikelen in verband daarmee
geschrapt. Genoemde artikelen hadden betrekking op de verstrekking van een gratis Nederlandse Identiteitskaart (NIK) aan personen
onder de 14 jaar. De gratis NIK is als gevolg van een wijziging van het Besluit paspoortgelden per 1 januari 2010 vervallen.
Ten slotte is in de PUB een maximale geldigheidsduur opgenomen voor diplomatieke en dienstpaspoorten. De geldigheidsduur van
deze categorieën reisdocumenten wordt per verstrekking afzonderlijk bepaald door de minister van Buitenlandse Zaken. Omdat
het gezien de duurzaamheid van de reisdocumenten ongewenst is dat diplomatieke- en dienstpaspoorten langer dan vijf jaar in
omloop blijven, is het wenselijk ook voor deze categorie reisdocumenten de geldigheidsduur te maximeren tot 5 jaar.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
A.Th. B. Bijleveld-Schouten.