De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
Handelende in overeenstemming met de Minister van Buitenlandse Zaken;
Gelet op de artikelen 2, derde lid, 3, derde lid, 26, eerste lid, onderdeel d, en 40, eerste lid, onderdeel d, en 65, eerste
lid, onderdeel b, van de Paspoortwet;
Besluit:
ARTIKEL I
De Paspoortuitvoeringsregeling Nederlandse Antillen en Aruba 2001 wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 29, tweede lid, wordt in de eerste zin aan het slot toegevoegd: , met een maximale geldigheid van vijf jaar.
B
Artikel 40a wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid vervalt ‘achtereenvolgens’.
2. In het derde lid komt de tweede zin te luiden: Daarnaast worden bij de aanvrager platte afdrukken van twee andere in het
tweede lid genoemde vingers opgenomen voor opslag in de reisdocumentenadministratie.
C
In artikel 81, eerste lid, onder c, wordt ‘de burgemeester van Den Haag dan wel de burgemeester van Enschede’ vervangen door:
de burgemeester van Den Haag, Enschede, Maastricht of Echt-Susteren.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2010.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
A.Th. B. Bijleveld-Schouten.
TOELICHTING
De Paspoortuitvoeringsregeling Nederlandse Antillen en Aruba 2001 wordt aangepast met het oog op de volgende punten:
In artikel 29 wordt een maximale geldigheidsduur opgenomen voor diplomatieke en dienstpaspoorten. De geldigheidsduur van deze
categorieën reisdocumenten wordt per verstrekking afzonderlijk bepaald. Omdat het gezien de duurzaamheid van de reisdocumenten
ongewenst is dat diplomatieke- en dienstpaspoorten langer dan vijf jaar in omloop blijven, is het wenselijk ook voor deze
categorie reisdocumenten de geldigheidsduur te maximeren tot 5 jaar.
Gebleken is dat de regeling omtrent de volgorde waarin de verschillende vingerafdrukken op grond van artikel 40a moeten worden
opgenomen bij onvoldoende kwaliteit van de wijsvingers, in de praktijk onnodig rigide is. Omdat de Europese regelgeving op
dit punt geen volgorde voorschrijft (m.u.v. het beginnen met de wijsvingers), is de verplichte volgorde welke vingers achtereenvolgens
worden opgenomen bij onvoldoende kwaliteit van de wijsvingers, geschrapt.
Ingevolge artikel 26, eerste lid, onder d, onderscheidenlijk artikel 40, eerste lid, onder d, van de Paspoortwet kunnen burgemeesters
worden aangewezen als bevoegde autoriteit voor het in ontvangst nemen van aanvragen voor en het verstrekken van reisdocumenten
aan personen die niet in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (GBA) staan ingeschreven, de zogeheten niet-ingezetenen.
Naast de reeds aangewezen burgemeesters van Den Haag en Enschede worden ook de burgemeesters van Maastricht en Echt-Susteren
bevoegd aan deze groep Nederlanders een reisdocument te verstrekken. Iedere niet-ingezetene die Nederlander is, kan bij de
nieuw aangewezen (grens)gemeenten een reisdocument aanvragen. De aanwijzing van de gemeenten beperkt vooral de reistijd van
Nederlanders die ter hoogte van Limburg vlak over de grens in België of Duitsland wonen. Deze aanwijzing is geregeld door
een wijziging van de Paspoortuitvoeringsregeling Nederland 2001 en gaat in op 1 april 2010. Als gevolg van deze aanwijzing
dient ook artikel 81, eerste lid, onder c, van de Paspoortuitvoeringsregeling Nederlandse Antillen en Aruba 2001 te worden
aangepast.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
A.Th. B. Bijleveld-Schouten.