Ontwerp-ministeriële regeling tot wijziging van de regeling aanwijzing ecodisign-producten

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer maakt ingevolge artikel 21.6, zesde lid, van de Wet milieubeheer bekend dat gedurende vier weken na dagtekening van deze Staatscourant een ieder schriftelijk zijn zienswijze naar voren kan brengen over onderstaand ontwerp van een algemene maatregel van bestuur.

Adres: Ministerie van Volkshuisvesting,

Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

t.a.v. PORM/DP/AB

Postbus 30945

2500 GX DEN HAAG

Regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van....., nr. BJZ....., houdende wijziging van de Regeling aanwijzing ecodesign-producten

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Gelet op verordening (EG) nr. 640/2009 van de Europese Commissie van 22 juli 2009 tot uitvoering van Richtlijn 2005/32/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende eisen inzake ecologisch ontwerp voor elektromotoren (Pb EU L 191/26) verordening (EG) nr. 641/2009 van de Europese Commissie van 22 juli 2009 tot uitvoering van Richtlijn 2005/32/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende eisen inzake ecologisch ontwerp voor stand-alone natloper-circulatiepompen en in producten ingebouwde natloper-circulatiepompen (Pb EU L 191/35), verordening (EG) nr. 642/2009 van de Europese Commissie van 22 juli 2009 tot uitvoering van Richtlijn 2005/32/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende eisen inzake ecologisch ontwerp voor televisies (Pb EU L 191/42), verordening (EG) nr. 643/2009 van de Europese Commissie van 22 juli 2009 tot uitvoering van Richtlijn 2005/32/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende eisen inzake ecologisch ontwerp voor koelapparaten voor huishoudelijk gebruik (Pb EU L 191/53) en de artikelen 9.4.4, tweede lid, en 21.6, zesde lid, van de Wet milieubeheer;

Besluit:

ARTIKEL I

Aan artikel 1 van de Regeling aanwijzing ecodesign-producten worden onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel e door een puntkomma vier onderdelen toegevoegd, luidende:

  • f. motoren als bedoeld in artikel 2 van verordening (EG) nr. 640/2009 van de Europese Commissie van 22 juli 2009 tot uitvoering van Richtlijn 2005/32/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende eisen inzake ecologisch ontwerp voor elektromotoren (Pb EU L 191/26);

  • g. stand-alone natlopercirculatiepompen en in producten ingebouwde natloper-circulatielampen, als bedoeld in de artikelen 1 en 2 van verordening (EG) nr. 641/2009 van de Europese Commissie van 22 juli 2009 tot uitvoering van Richtlijn 2005/32/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende eisen inzake ecologisch ontwerp voor stand-alone natloper-circulatiepompen en in producten ingebouwde natloper-circulatiepompen (Pb EU L 191/35);

  • h. televisies als bedoeld in artikel 2 van verordening (EG) Nr. 642/2009 van de Europese Commissie van 22 juli 2009 tot uitvoering van Richtlijn 2005/32/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende eisen inzake ecologisch ontwerp voor televisies (Pb EU L 191/42);

  • i. koelapparaten voor huishoudelijk gebruik als bedoeld in artikel 2 van verordening (EG) nr. 643/2009 van de Europese Commissie van 22 juli 2009 tot uitvoering van Richtlijn 2005/32/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende eisen inzake ecologisch ontwerp voor koelapparaten voor huishoudelijk gebruik (Pb EU L 191/53).

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

TOELICHTING

Algemeen

Richtlijn nr. 2005/32/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 6 juli 2005 betreffende de totstandbrenging van een kader voor het vaststellen van eisen inzake ecologisch ontwerp voor energieverbruikende producten en tot wijziging van richtlijn 92/42/EEG van de Raad en de richtlijnen 96/57/EG en 2000/55/EG van het Europese Parlement en de Raad (Pb EU L 191), verder te noemen: richtlijn ecodesign, voorziet in een kader waarbinnen de Europese Commissie, met behulp van een regelgevend comité, voorschriften inzake ecologisch ontwerp voor energieverbruikende producten kan vaststellen. Die richtlijn is in Nederland geïmplementeerd in hoofdzakelijk titel 9.4 van hoofdstuk 9 van de Wet milieubeheer.

In de Regeling aanwijzing ecodesign-producten, in werking getreden met ingang van 22 juli 2009, was reeds een vijftal categorieën van producten aangewezen, waarvoor ingevolge de richtlijn ecodesign uitvoeringsmaatregelen zijn vastgesteld. Op diezelfde dag heeft de Europese Commissie een viertal nieuwe uitvoeringsmaatregelen vastgesteld. Ook de vier categorieën waarvoor deze uitvoeringsmaatregelen gelden, dienen in de Regeling aanwijzing ecodesign-producten te worden aangewezen. Daarvoor dient deze wijziging.

Bij verordening (EG) nr. 640/2009 van de Europese Commissie van 22 juli 2009 tot uitvoering van Richtlijn 2005/32/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende eisen inzake ecologisch ontwerp voor elektromotoren (Pb EU L 191/26) is een zesde uitvoeringsmaatregel op grond van de richtlijn ecodesign vastgesteld. Deze verordening is ingevolge artikel 8 ervan in werking getreden op 12 augustus 2009. De effectieve inwerkingtreding van het eerste deel van de materiële voorschriften van deze verordening (artikel 3, onderdeel 1) is gesteld op op 16 juni 2011.

Bij verordening (EG) nr. 641/2009 van de Europese Commissie van 22 juli 2009 tot uitvoering van Richtlijn 2005/32/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende eisen inzake ecologisch ontwerp voor stand-alone natloper-circulatiepompen en in producten ingebouwde natloper-circulatiepompen (Pb EU L 191/35) is een zevende uitvoeringsmaatregel vastgesteld. Deze verordening is ingevolge artikel 8 ervan eveneens in werking getreden op 12 augustus 2009. De effectieve inwerkingtreding van het eerste deel van de materiële voorschriften van deze verordening (artikel 8, onderdeel 1) is gesteld op 1 januari 2013.

Bij verordening (EG) nr. 642/2009 van de Europese Commissie van 22 juli 2009 tot uitvoering van Richtlijn 2005/32/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende eisen inzake ecologisch ontwerp voor televisies (Pb EU L 191/42) is een achtste uitvoeringsmaatregel vastgesteld. Ook deze verordening is ingevolge 8 ervan op 12 augustus 2009 in werking getreden. De effectieve inwerkingtreding van het eerste deel van de materiële voorschriften van deze verordening (artikel 8, lid 2, derde alinea) is gesteld op 7 januari 2010.

Bij verordening (EG) nr. 643/2009 van de Europese Commissie van 22 juli 2009 tot uitvoering van Richtlijn 2005/32/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende eisen inzake ecologisch ontwerp voor koelapparaten voor huishoudelijk gebruik (Pb EU L 191/53) is ten slotte een negende uitvoeringsmaatregel vastgesteld. Net als de andere nieuwe verordeningen is deze op 12 augustus 2009 in werking getreden (artikel 9). De effectieve inwerkingtreding van het eerste deel van de materiële voorschriften van deze verordening is gesteld op 1 juli 2010 (artikelen 8 en 9, lid 2, eerste alinea).

De aanwijzing van producten dient ingevolge artikel 9.4.4 van de Wet milieubeheer bij algemene maatregel van bestuur te geschieden. Artikel 21.6, zesde lid, van de Wet milieubeheer bepaalt echter dat hetgeen ingevolge de Wet milieubeheer bij algemene maatregel van bestuur kan worden geregeld, in afwijking daarvan, bij ministeriële regeling wordt geregeld, indien de regels uitsluitend strekken ter uitvoering van een voor Nederland verbindend verdrag of een voor Nederland verbindend besluit van een volkenrechtelijke organisatie, tenzij voor een juiste uitvoering wijziging van een algemene maatregel van bestuur of de wet noodzakelijk is. In dit geval is derhalve aanwijzing bij ministeriële regeling voorgeschreven.

Overigens wordt binnenkort een wetsvoorstel in procedure gebracht, waarin een kleine wijziging van titel 9.4 van de Wet milieubeheer is opgenomen. Die wijziging strekt ertoe dat op producten waarvoor – in de vorm van verordeningen – uitvoeringsmaatregelen op grond van de richtlijn ecodesign worden vastgesteld, titel 9.4 van de Wet milieubeheer rechtstreeks van toepassing is. Zodra deze wijziging is geëffectueerd, is het dan niet langer nodig om de desbetreffende producten ook nog bij ministeriële regeling aan te wijzen.

Administratieve lasten

Uit de regeling zelf vloeien geen administratieve lasten voor het bedrijfsleven voort. Wel vloeien uit de verordening administratieve lasten voort, zoals de comformiteitsverklaring en de CE-markering. De regeling is aan het Adviescollege toetsing administratieve lasten (Actal) voorgelegd. Het college heeft besloten de regeling niet te selecteren voor advies.

De regeling heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten voor burgers, omdat de regeling alleen op bedrijven van toepassing is.

Handhaafbaarheid en uitvoerbaarheid.

Het niet voldoen aan de eisen van de verordeningen is een economisch delict in de zin van de Wet economische delicten. Op grond daarvan zijn geldboetes en een gevangenisstraf mogelijk, maar ook bijvoorbeeld stillegging van de onderneming of verbeurdverklaring van goederen.

Naast deze strafrechtelijke handhaving is op grond van artikel 18.2b van de Wet milieubeheer ook bestuursrechtelijke handhaving mogelijk door de Minister van VROM.

Toezicht op de regeling en de verordeningen wordt uitgevoerd door de VROM-inspectie en door de Voedsel en Waren autoriteit.

Inspraak

De ontwerpregeling is ingevolge artikel 21.6, zesde lid, derde volzin, van de Wet milieubeheer op ..... 2009 toegezonden aan de beide kamers der Staten-Generaal. Voornoemd artikelonderdeel bepaalt dat tussen toezending aan de beide kamers en de vaststelling van de regeling een periode van ten minste vier weken dient te zitten. Naar aanleiding van de toezending pm.

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Naar boven