Regeling van de Minister van Economische Zaken van 2 maart 2010, nr. WJZ/10033242, houdende de wijziging van de Regeling openstelling en subsidieplafonds EZ 2009

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op artikel 16 van het Kaderbesluit EZ-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

In de Regeling openstelling en subsidieplafonds EZ 2009 wordt in de tabel in artikel 1, derde lid, onder punt 4 Subsidieregeling sterktes in de regio, de bedragen als volgt gewijzigd:

a. bij Oost-Nederland wordt € 4.000.000 vervangen door € 4.440.000;

b. bij Zuidoost-Nederland wordt € 5.000.000 vervangen door € 7.176.000;

c. bij Zuidwest-Nederland wordt € 1.400.000 vervangen door € 1.556.000.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum waarop deze regeling in de Staatscourant is geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 2 maart 2010

De Minister van Economische Zaken,

M.J.A. van der Hoeven.

TOELICHTING

In de tweede tender van 2009 hebben de gebieden Zuidoost-Nederland, Oost-Nederland en Zuidwest-Nederland meer kwalitatief goede projectaanvragen ontvangen dan het beschikbare budget toelaat. Met deze regeling wordt meer geld beschikbaar gesteld voor kwalitatief hoogwaardige projecten en wordt uitvoering gegeven aan het beleid dat het kabinet in de top- en grensregio’s heeft toegezegd. Ook past het beschikbaarstellen van deze extra middelen in de aanpak van de economische crisis.

Het totale budget voor 2009 neemt door deze wijziging toe met € 2.772.000. Het betreft een budgetverhoging zonder wijziging van de informatieverplichtingen. De administratieve lasten blijven daardoor gelijk op 2,29% op een totaal budget van € 74.372.000, oftewel € 1.703.118,80.

De inwerkingtredingsbepaling wijkt af van het in het kabinetsstandpunt inzake vaste verandermomenten neergelegde uitgangspunt. Het betreft ophoging van een subsidieplafond waarvoor afwijking van dat kabinetsstandpunt is toegestaan omdat uitstel tot 1 juli zou leiden tot overschrijding van de beslistermijn, wat een nadeel is dat valt onder uitzonderingsgrond 1 van het kabinetsstandpunt.

De Minister van Economische Zaken,

M.J.A. van der Hoeven.

Naar boven