MER-beoordeling Weerijs-Zuid, Wet milieubeheer

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant is voornemens om een Wilg-inrichtingsplan vast te stellen voor het gebied Weerijs-Zuid. Het voornemen omvat landinrichting waarbij 243 ha. landbouwgrond van functie gaat wijzigen naar natuur en/of recreatie in het gebied ‘Weerijs-Zuid’. Het gebied ligt ten zuidwesten van Breda, rondom het dorp Rijsbergen en maakt deel uit van De Baronie.

Ingevolge artikel 7.2 van de Wet milieubeheer en categorie 9 van bijlage D van het Besluit milieu-effectrapportage is deze voorgenomen activiteit MER-beoordelingsplichtig. Dit houdt in dat ons college, alvorens het Wilg-inrichtingsplan vast te stellen, dient te beslissen of er voor de voorgenomen activiteit een MER moet worden opgesteld. Een MER moet worden opgesteld indien sprake is van een activiteit die belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu kan hebben. Daarbij dient, aldus artikel 7.8b, vierde lid van de Wet Milieubeheer, rekening te worden gehouden met:

  • de kenmerken van de activiteit;

  • de plaats van de voorgenomen activiteit;

  • de kenmerken van de belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu.

Na toetsing van de voorgenomen activiteit hebben Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op 1 maart 2010 besloten dat voor deze activiteit geen MER opgesteld hoeft te worden.

Het besluit en bijbehorende stukken liggen vanaf 8 maart gedurende zes weken ter inzage bij het servicecentrum van het provinciehuis van Noord-Brabant, Brabantlaan 1 te ’s-Hertogenbosch. Het provinciehuis is tijdens werkdagen geopend van 9.00 tot 17.00 uur.

De documenten kunt u vanaf 8 maart 2010 downloaden via www.brabant.nl of www.weerijszuid.nl. Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met onze m.e.r.-coördinator, de heer ing. W.A.J.M. Michels, telefoon (073) 680 88 62.

Op grond van artikel 6.3 van de Algemene wet bestuursrecht wordt deze beoordeling beschouwd als een voorbereidingsbesluit, waartegen geen direct bezwaar of beroep open staat. U kunt uw bezwaren tegen dit beoordelingsbesluit te zijner tijd kenbaar maken in de procedures van het uiteindelijke besluit, te weten de vaststelling van het Wilg-inrichtingsplan.

's-Hertogenbosch, maart 2010

Naar boven