Zienswijzeprocedure ontwerpwijziging Luchthavenverkeerbesluit Schiphol door herindeling luchtruim Amsterdam-Ruhrgebied-Frankfurt

De minister van Verkeer en Waterstaat maakt het volgende bekend:

Van 4 maart tot en met 14 april 2010 liggen de ontwerpwijziging van het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol en het milieueffectenonderzoek voor wijzigingen in startroutes ter inzage. De ontwerpwijziging regelt het invoeren van routewijzigingen naar het oosten. Dit als gevolg van de inwerkingtreding van een herindeling van het Nederlands-Duitse luchtruim in het gebied Amsterdam-Ruhr-Frankfurt (AMRUFRA) op 11 maart 2010.

Achtergrond

Het Amsterdam-Ruhr-Frankfurt-project (AMRUFRA) is een van de eerste grensoverschrijdende herindelingen van het Europese luchtruim in de voorbereiding op de totstandkoming van een gezamenlijk Europees luchtruim (Single European Sky) en het Functioneel Airspace Block Europe Central (FABEC).

Met de inwerkingtreding van AMRUFRA worden de verkeersstromen tussen Nederland en Duitsland geoptimaliseerd. Hierdoor is er een besparing van brandstof waardoor de kosten voor luchtvaartmaatschappijen verminderen. Daarnaast is er een reductie van de CO2-uitstoot. Tot slot levert deze grensoverschrijdende herindeling een belangrijke bijdrage aan het versterken van de netwerkkwaliteit en concurrentiepositie van de Nederlandse luchtvaart.

Deze luchtruimwijziging kondigde het kabinet in april 2009 aan in de Luchtvaartnota.

Door de herindeling in het Nederlands-Duitse luchtruim moeten luchtverkeersroutes veilig op elkaar aansluiten. Hiervoor moeten de startroutes aangepast worden en wijzigen enkele bijbehorende luchtverkeerwegen. Het vliegen op de nieuwe route leidt niet tot overtreding van de regels van het huidige LVB. De Inspectie van Verkeer en Waterstaat (IVW) handhaaft deze normen totdat de aanpassing van het LVB heeft plaatsgevonden. Ter hoogte van Pampus wijzigt de vertrekroute. Het punt Pampus, nabij Muiden, wordt bereikt op een vliegafstand van 30 tot 40 kilometer van Schiphol, op een vlieg-hoogte hoger dan 2 kilometer (flight level 70). Veel vliegtuigen bevinden zich hier reeds op 3 kilometer hoogte.

Voor de wijziging ter hoogte van Pampus zijn de mogelijke effecten op de gemiddelde jaarlijkse geluidbelasting en op hinder onderzocht. Uit dit onderzoek blijkt dat een kleine verschuiving optreedt in de geluidbelasting aan de rand van het zogenoemde buitengebied (de 48 dB(A)lden-contour). Gezien de afstand tot de luchthaven en de hoogte van de vliegtuigen zal geluid op de grond hierdoor gering zijn. De wijziging betekent mogelijk een kleine toename van de berekende hinder in de omgeving van het Gooi. Die toename is becijferd op minder dan 0,1%. Daarbij geldt evenwel dat dit modelberekeningen zijn, waarbij noodzakelijke aannames zijn gedaan over de precieze plek waar de vliegtuigen zullen vliegen. Het maximaal aantal vliegtuigbewegingen op Schiphol wordt met deze wijzigingen niet aangepast.

Hoe komt u aan meer informatie?

U kunt van 4 maart tot en met 14 april 2010 de ontwerpwijziging van het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol en het milieueffectenonderzoek voor wijzigingen in startroutes inzien op de volgende locaties:

  • de gemeentehuizen van Almere, Blaricum, Bussum, Eemnes, Hilversum, Huizen, Laren, Muiden, Naarden, Weesp, Aalsmeer, Abcoude, Alphen aan den Rijn, Amstelveen, Amsterdam, Beverwijk, Castricum, De Ronde Venen, Diemen, Haarlem, Haarlemmerliede en Spaarnwoude, Haarlemmermeer, Heemskerk, Hillegom, Kaag en Braassem, Landsmeer, Leiden, Lisse, Nieuwkoop, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Oostzaan, Ouder-Amstel, Teylingen, Uitgeest, Uithoorn, Velsen, Wormer-land, Zaanstad en Zandvoort;

  • de stadsdeelkantoren van Bos en Lommer, De Baarsjes, Geuzenveld/Slotermeer, Noord, Oost/Watergraafsmeer, Osdorp, Oud Zuid, Oud West, Slotervaart, Westerpark, Zeeburg, Zuideramstel en Zuidoost;

  • de bibliotheken van de provinciehuizen van Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht;

  • het informatiecentrum van het ministerie van Verkeer en Waterstaat in Den Haag;

  • de bibliotheek van het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer in Den Haag;

  • de kantoren van Rijkswaterstaat Noord-Holland in Haarlem, Rijkswaterstaat Zuid-Holland in Rotterdam en Rijkswaterstaat Utrecht in Utrecht.

Vragen

Voor vragen en nadere informatie kunt u contact opnemen met het ministerie van Verkeer en Waterstaat, directie Luchtverkeer, via algemeen telefoonnummer 070 351 15 70. Hier kunt u ook documenten opvragen. Voor vragen over de zienswijzeprocedure kunt u terecht bij het Centrum Publieksparticipatie, telefoon 070 456 96 04.

Downloaden

De ontwerpwijziging van het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol en het milieueffectenonderzoek voor wijzigingen in startroutes zijn te downloaden via www.centrumpp.nl.

Hoe kunt u reageren?

U kunt gedurende de gehele reactieperiode schriftelijk of mondeling reageren op de ontwerpwijziging van het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol en het milieueffectenonderzoek voor wijzigingen in startroutes. Dit kan online, schriftelijk en mondeling via het Centrum Publieksparticipatie.

Online

Via www.centrumpp.nl kunt u online reageren door het invullen van een reactieformulier.

Schriftelijk

Stuur uw schriftelijke zienswijze tot en met 14 april 2010 naar:

Centrum Publieksparticipatie

Ontwerpwijziging LVB Schiphol AMRUFRA

Postbus 30316

2500 GH Den Haag

Mondeling

U kunt uw zienswijze mondeling geven. Belt u hiervoor met het Centrum Publieksparticipatie tijdens kantooruren, telefoon 070-456 96 04. Er wordt dan met u afgesproken dat een notulist u terugbelt en uw mondelinge zienswijze noteert. Geef uw verzoek door vóór 7 april 2010.

Wat gebeurt er met uw reactie?

Het Centrum Publieksparticipatie verwerkt alle reacties.

De geanonimiseerde, gebundelde zienswijzen kunt u vanaf 26 mei 2010 downloaden via www.centrumpp.nl. De reacties sturen zij naar de ministers van Verkeer en Waterstaat en van Volkhuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.

Na de zienswijzeprocedure en mogelijke behandeling in de Tweede Kamer wordt een besluit genomen in de ministerraad. Vervolgens zal het ontwerp LVB aan de Raad van State voor advies worden voorgelegd.

Indieners van zienswijzen ontvangen informatie over de verdere besluitvorming. Ook krijgen zij op hoofdlijnen antwoord op de ingebrachte zienswijzen.

Naar boven