Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 23 februari 2010, nr. 117317, houdende wijziging van de Regeling tijdelijke maatregelen dierziekten en de Regeling identificatie en registratie van dieren in verband met Q-koorts (vaccinatie)

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 17 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren en artikel 3 van het Besluit identificatie en registratie van dieren;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling tijdelijke maatregelen dierziekten wordt als volgt gewijzigd:

A

Het opschrift van § 5.2.1 Verplichte vaccinatie Q-koorts komt als volgt te luiden:

§ 5.2.1 Nadere bepalingen vaccinatie Q-koorts

B

Artikel 5.2.6 wordt vervangen door de volgende artikelen, luidende:

Artikel 5.2.6

  • 1. Een houder van schapen en geiten als bedoeld in artikel 5.2.5, aanhef en onderdelen a en h, laat die dieren vaccineren vóór 1 juni 2010.

  • 2. In afwijking van het eerste lid laat een houder schapen en geiten die op grond van artikel 5.2.4 niet voor 1 juni 2010 gevaccineerd mogen worden omdat zij de leeftijd van drie maanden nog niet bereikt hebben, vaccineren vóór 1 januari 2011, maar in ieder geval twee weken voordat het desbetreffende dier een ander dier dekt of zelf gedekt wordt.

Artikel 5.2.6a

  • 1. Een houder van schapen en geiten als bedoeld in artikel 5.2.5, aanhef en onderdelen b tot en met g, laat die dieren vaccineren vóór 1 januari 2011, maar in ieder geval twee weken voordat het desbetreffende dier een ander dier dekt of zelf gedekt wordt.

  • 2. Het eerste lid is niet van toepassing op schapen en geiten die op grond van artikel 5.2.4 niet voor 1 januari 2011 gevaccineerd mogen worden omdat zij de leeftijd van drie maanden nog niet bereikt hebben.

Artikel 5.2.6b

Onder vaccinatie, als bedoeld in de artikelen 5.2.6 en 5.2.6a wordt verstaan:

  • a. een eerste en tweede vaccinatie met een tussenpoos van tenminste drie weken voor dieren die nog niet tegen Q-koorts gevaccineerd zijn, of

  • b. een enkele herhalingsvaccinatie voor dieren die al eerder tegen Q-koorts gevaccineerd zijn.

Artikel 5.2.6c

De artikelen 5.2.6 en 5.2.6a zijn niet van toepassing op schapen en geiten die:

  • a. in het eerste levensjaar worden geslacht, en

  • b. geen ander dier dekken ofwel niet zelf gedekt worden.

Artikel 5.2.6d

In afwijking van de artikelen 5.2.6 en 5.2.6a laat een houder die schapen en geiten houdt op een locatie waar lammetjesaaidagen worden gehouden, die dieren vaccineren voordat de lammetjesaaidag plaatsvindt.

C

Artikel 5.2.8 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt als volgt te luiden:

  • 1. Een houder van schapen en geiten doet binnen drie werkdagen na iedere uitgevoerde vaccinatie melding aan de GD met gebruikmaking van een daartoe door de GD ter beschikking gesteld formulier en doet daarbij een overzicht toekomen van het aantal gevaccineerde schapen en geiten.

2. Het derde lid wordt vernummerd tot tweede lid.

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. Een houder van schapen en geiten als bedoeld in artikel 5.2.5 doet na iedere uitgevoerde vaccinatie een kennisgeving overeenkomstig artikel 38ea van de Regeling identificatie en registratie van dieren.

ARTIKEL II

De Regeling identificatie en registratie van dieren wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel 38e wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 38ea

  • 1. De houder van schapen en geiten als bedoeld in artikel 5.2.5 van de Regeling tijdelijke maatregelen dierziekten stelt de minister overeenkomstig artikel 5.2.8, derde lid, van de Regeling tijdelijke maatregelen dierziekten na iedere uitgevoerde vaccinatie in kennis van de datum waarop het dier is gevaccineerd en de status van de vaccinatie.

  • 2. Onder de status van de vaccinatie, bedoeld in het eerste lid wordt verstaan:

    • a. de eerste vaccinatie;

    • b. de tweede vaccinatie, of

    • c. een herhalingsvaccinatie.

  • 3. De kennisgeving, bedoeld in het eerste lid, geschiedt binnen 7 dagen, te rekenen vanaf de dag na de dag waarop de vaccinatie is uitgevoerd.

  • 4. De minister kan aan een ander dan de houder van een schaap of geit de datum waarop het dier is gevaccineerd en de status van de vaccinatie kenbaar maken.

B

Aan artikel 38f worden de volgende leden toegevoegd, luidende:

  • 3. De kennisgeving, bedoeld in artikel 38ea, eerste lid, geschiedt:

    • a. elektronisch, of

    • b. via het LNV-loket.

  • 4. Het derde lid is tevens van toepassing op een kennisgeving die niet binnen de termijn, bedoeld in artikel 38ea, derde lid, is gedaan.

  • 5. De minister kan nadere voorwaarden stellen waaronder de kennisgeving, bedoeld in het derde lid, wordt geaccepteerd.

C

Artikel 38g wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid komt als volgt te luiden:

  • 2. Het verzoek tot herstel van een kennisgeving, bedoeld in artikel 38d, eerste tot en met zesde lid, en 38e, eerste tot en met derde lid, geschiedt via het voice response systeem of elektronisch.

2. Onder vernummering van het derde lid tot vierde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 3. Het verzoek tot herstel van een kennisgeving, bedoeld in artikel 38ea, eerste lid, geschiedt elektronisch of via het LNV-loket.

D

Artikel 44c wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, wordt ‘ingevolge de artikelen 38d, derde tot en met zesde lid, of 38e, eerste of tweede lid’ vervangen door: ingevolge de artikelen 38d, derde tot en met zesde lid, 38e, eerste of tweede lid, of 38ea, eerste lid.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 11. In afwijking van artikel 38ea:

    • a. registreert de houder tot 1 april 2010 de gegevens, bedoeld in artikel 38ea, eerste en tweede lid, in een eigen administratie, en

    • b. stelt de houder de minister overeenkomstig artikel 38ea voor 14 april 2010 in kennis van de gegevens, bedoeld in artikel 38ea, eerste en tweede lid.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 maart 2010.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg.

TOELICHTING

§ 1. Algemeen

De Regeling tijdelijke maatregelen dierziekten en de Regeling identificatie en registratie van dieren worden gewijzigd. Dit betreft een wijziging met betrekking tot de vaccinatie ter bestrijding van Q-koorts.

§ 2. Vaccinatieplicht

Op 1 en 13 januari 2010 zijn de bepalingen ten aanzien van de vaccinatie ter bestrijding van Q-koorts uitgebreid. In heel Nederland is het verplicht bepaalde categorieën schapen en geiten voor 1 januari 2011 te vaccineren. Dit betreft schapen en geiten die worden gehouden ten behoeve van de melkproductie, op opfokbedrijven, op zorgboerderijen, op kinderboerderijen, in dierentuinen, op locaties waar lammetjesaaidagen worden gehouden, in rondtrekkende kuddes en in natuurgebieden.

Het is van belang dat schapen en geiten gevaccineerd worden voordat zij drachtig worden of een ander dier dekken. Drachtige besmette dieren vormen immers een risico voor de volksgezondheid doordat zij grote hoeveelheden van de bacterie die Q-koorts veroorzaakt uitscheiden wanneer een abortus of partus optreedt. Bij besmette bokken bestaat het risico dat zij Q-koorts overdragen wanneer zij een ander dier dekken. Om te voorkomen dat schapen en geiten die ten behoeve van de melkproductie worden gehouden op melkleverende bedrijven en op opfokbedrijven niet tijdig gevaccineerd worden, wordt de verplichting geïntroduceerd dat de dieren op deze bedrijven voor 1 juni 2010 gevaccineerd moeten zijn. Hiermee wordt eveneens uitvoering gegeven aan de motie van het lid Snijder-Hazelhoff (Kamerstukken II, 2009/2010,28 286, nr. 345 ) die de regering verzoekt dieren op niet-besmette melkgeiten- en melkschapen bedrijven met voorrang te vaccineren. De motie van het lid Ormel C.S. (Kamerstukken II, 2009/2010,28 286, nr. 365 ) verzoekt de regering alle schapen en geiten in Nederland te laten vaccineren tegen Q-koorts. In de brief aan de Tweede Kamer van 16 februari 2010 (Kamerstukken II, 2009/2010,28 286, nr. 376 ) is aangegeven dat deze motie ondersteuning van het beleid vormt. Daarnaast is aangegeven dat aan de motie alleen uitvoering kan worden gegeven wanneer hiervoor voldoende vaccin beschikbaar is. Thans is er echter niet voldoende vaccin beschikbaar om alle schapen en geiten te vaccineren.

Schapen en geiten die de leeftijd van drie maanden nog niet hebben bereikt mogen nog niet gevaccineerd worden. Het is mogelijk dat er op melkleverende bedrijven of op opfokbedrijven schapen en geiten aanwezig zijn die daarom niet voor 1 juni 2010 gevaccineerd kunnen worden. Tot 1 juli 2010 geldt er op grond van artikel 5.1.5 in samenhang met 5.1.5b voor schapen en geiten op melkleverende bedrijven en opfokbedrijven met meer dan 50 dieren een fokverbod. Om te voorkomen dat deze dieren, op het moment dat er geen fokverbod van toepassing is, drachtig worden voordat zij gevaccineerd zijn, is opgenomen dat de dieren voor 1 januari 2011 gevaccineerd moeten worden, maar in elk geval twee weken voordat zij drachtig worden of een ander dier dekken gevaccineerd moeten zijn.

Voor de overige categorieën schapen en geiten blijft de verplichting gelden dat zij voor 1 januari 2011 gevaccineerd moeten zijn. Ook hier wordt de verplichting geïntroduceerd dat de dieren in ieder geval twee weken voordat zij drachtig worden of een ander dier dekken gevaccineerd moeten zijn. Dit omdat niet tijdig gevaccineerde dieren na eventuele infectie een risico kunnen vormen. Drachtige dieren kunnen grote hoeveelheden van de bacterie die Q-koorts veroorzaakt uitscheiden bij een abortus of partus. Daarnaast kunnen bokken de bacterie verspreiden wanneer zij andere dieren dekken.

Ter verduidelijking wordt thans in de regeling opgenomen hoe de dieren gevaccineerd moeten worden. Dieren die voor het eerst gevaccineerd worden, moeten tweemaal gevaccineerd worden met een tussenpoos van tenminste drie weken. Dieren die al eerder tegen Q-koorts gevaccineerd zijn krijgen een enkele herhalingsvaccinatie.

In de regeling was al een uitzondering op de vaccinatieplicht opgenomen voor schapen en geiten die in 2010 geboren worden en in datzelfde jaar worden geslacht. Deze uitzondering wordt thans aangepast. Schapen en geiten die in het eerste levensjaar worden geslacht en in dat jaar geen ander dier dekken of niet zelf gedekt worden, hoeven niet gevaccineerd te worden.

§ 3. Registratie vaccinatie

In de regeling was tot op heden bepaald dat de houder melding deed aan de GD zodra alle schapen en geiten gevaccineerd waren. Deze melding moest voor 1 februari 2011 plaatsvinden. De wijze van registratie van de vaccinatie wordt thans gewijzigd. Hiermee wordt voorzien in een betere borging van de vaccinatiegegevens.

Vaccinatie van schapen en geiten die onder de vaccinatieplicht vallen moet geregistreerd worden (artikel 5.2.8 Regeling tijdelijke maatregelen dierziekten). Deze registratie moet na iedere uitgevoerde vaccinatie plaatsvinden. Dit betekent dat er zowel na de eerste vaccinatie, als na de tweede vaccinatie en de herhalingsvaccinatie geregistreerd moet worden. De registratieplicht bestaat uit twee delen. Ten eerste moet de houder binnen drie werkdagen na iedere uitgevoerde vaccinatie opgave doen bij de GD van het aantal gevaccineerde dieren. Daarnaast moet de houder binnen zeven dagen na de dag waarop de vaccinatie heeft plaatsgevonden een melding doen in het I&R-systeem schapen en geiten. Ten aanzien van ieder gevaccineerd dier moeten de vaccinatiedatum en de status van de vaccinatie (eerste vaccinatie, tweede vaccinatie of herhalingsvaccinatie) in het I&R-systeem worden opgenomen. De vaccinatiegegevens van schapen en geiten zijn in het I&R-systeem opvraagbaar.

Tot op heden gold er geen verplichting tot registratie van de vaccinatie voor houders die hun dieren vrijwillig laten vaccineren. Thans wordt het voor deze houders verplicht om binnen drie werkdagen na iedere uitgevoerde vaccinatie opgave doen bij de GD van het aantal gevaccineerde dieren. Er wordt geen verplichting geïntroduceerd tot het doen van een melding in het I&R-systeem schapen en geiten. Wel wordt de mogelijkheid geboden de vaccinatie in het I&R-systeem op te nemen. De reden voor introductie van de meldplicht richting de GD is dat hiermee de controleerbaarheid van de inzet van het vaccin en van de registratie in het I&R-systeem geborgd wordt.

Het melden van de vaccinatiegegevens in het I&R-systeem is mogelijk vanaf 1 april 2010. Omdat er al dieren gevaccineerd zullen worden voor 1 april, is er voorzien in een vorm van overgangsrecht. Dit houdt in dat de houder tot 1 april een eigen administratie moet bijhouden van de vaccinatiedatum en de status van de vaccinatie. De houder heeft dan tot 14 april 2010 de tijd om deze gegevens aan het I&R-systeem door te geven.

§ 4. Administratieve lasten

Op 1 januari 2010 is een wijziging van de Regeling tijdelijke maatregelen dierziekten in werking getreden. In deze regeling is de vaccinatie ter bestrijding van Q-koorts in 2010 geregeld. In de toelichting bij deze regeling is ingegaan op de gevolgen van de wijziging voor de administratieve lasten. Op 13 februari 2010 zijn de vaccinatiebepalingen wederom gewijzigd. In de toelichting bij deze regeling is niet ingegaan op de gevolgen voor de administratieve lasten. Omdat de vaccinatiebepalingen thans wederom gewijzigd worden, wordt hierna een volledig overzicht gegeven van de administratieve lasten die gepaard gaan met de vaccinatiebepalingen ter bestrijding van Q-koorts in 2010.

In totaal zullen naar schatting 1645 houders hun schapen en geiten tegen Q-koorts moeten vaccineren. Dit betreft 420 houders van schapen en geiten die ten behoeve van de melkproductie worden gehouden, 100 houders van schapen en geiten op locaties waar lammetjesaaidagen worden gehouden, 1000 houders van schapen en geiten op kinderboerderijen, dierentuinen en zorgboerderijen, 100 houders van schapen en geiten in rondtrekkende schaapskuddes en in natuurgebieden en 25 houders van schapen en geiten op opfokbedrijven.

De houders sturen een formulier aan de GD in verband met de planning van de vaccinatiecampagne (artikel 5.2.7). Daarnaast sturen de houders de GD een formulier na iedere uitgevoerde vaccinatie (artikel 5.2.8). Dieren die voor het eerst gevaccineerd worden, moeten twee keer gevaccineerd worden. Dieren die al eerder gevaccineerd zijn krijgen een enkele herhalingsvaccinatie. Naar schatting hebben vrijwel alle houders dieren die voor het eerst gevaccineerd worden. Dit betekent dat deze houders drie formulieren in moeten vullen. Het invullen en versturen van een formulier duurt ongeveer vijf minuten. Met het invullen en versturen van de formulieren gaat een administratieve last van (15 minuten × € 37 per uur × 1645 houders) € 15.216,25 gepaard.

Het formulier dat de houder na iedere uitgevoerde vaccinatie aan de GD stuurt, moet ondertekend worden door de dierenarts die de vaccinatie heeft uitgevoerd. Omdat naar schatting vrijwel alle houders dieren hebben die voor het eerst gevaccineerd worden, zullen de dierenartsen twee formulieren per bedrijf moeten ondertekenen. Ondertekening van een formulier duurt ongeveer een minuut. Met het ondertekenen van de formulieren gaat een administratieve last van (2 minuten × € 69 per uur × 1645 bedrijven) € 3.783,50 gepaard.

De houder dient na iedere uitgevoerde vaccinatie ook een melding in het I&R-systeem schapen en geiten te doen. Omdat naar schatting vrijwel alle houders dieren hebben die voor het eerst gevaccineerd worden, zal de houder twee meldingen moeten doen. Het doen van de melding zal gemiddeld vijftien minuten duren. Met de meldingsplicht in het I&R-systeem gaat een administratieve last van (30 minuten × € 37 per uur × 1645 bedrijven) € 30 432,50 gepaard.

De verplichtingen ten aanzien van de verplichte vaccinatie van schapen en geiten gaan in 2010 gepaard met een administratieve last van € 49 432,25.

Naast de 1645 houders die hun schapen en geiten tegen Q-koorts moeten laten vaccineren zijn er ook houders die hun schapen en geiten vrijwillig tegen Q-koorts zullen laten vaccineren. Het is niet mogelijk een inschatting te maken van het aantal houders dat aan deze vrijwillige vaccinatiecampagne deel zal nemen. Deelname is namelijk afhankelijk van het aantal vaccins dat nog beschikbaar is nadat alle dieren die onder de vaccinatieplicht vallen gevaccineerd zijn. Het is wel mogelijk een inschatting te maken van de administratieve lasten waarmee houder en dierenarts geconfronteerd worden wanneer zij deelnemen aan de vrijwillige vaccinatiecampagne.

Houders moeten na iedere uitgevoerde vaccinatie een formulier aan de GD sturen. Naar schatting hebben vrijwel alle houders dieren die voor het eerst gevaccineerd worden. Dit betekent dat deze houders twee formulieren in moeten vullen. Het invullen en versturen van een formulier duurt ongeveer vijf minuten. Met het invullen en versturen van de formulieren gaat een administratieve last van (10 minuten × € 37 per uur) € 6,17 gepaard.

Het formulier dat de houder na iedere uitgevoerde vaccinatie aan de GD stuurt, moet ondertekend worden door de dierenarts die de vaccinatie heeft uitgevoerd. Omdat naar schatting vrijwel alle houders dieren hebben die voor het eerst gevaccineerd worden, zullen de dierenartsen twee formulieren per bedrijf moeten ondertekenen. Ondertekening van een formulier duurt ongeveer een minuut. Met het ondertekenen van de formulieren gaat een administratieve last van (2 minuten × € 69 per uur) € 2,30 gepaard.

§ 5. Vaste verandermomenten

Het LNV-beleid van vaste verandermomenten voor regelgeving houdt in dat nieuwe regelingen slechts op 1 januari of 1 juli in werking treden en publicatie minimaal twee maanden voorafgaand aan inwerkingtreding van de regeling plaatsvindt. Dit beleid is neergelegd in de brief van de Minister van LNV van 28 april 2008 aan de Voorzitter van de Tweede Kamer (Kamerstukken II 2007/08, 29 515 en 31 201, nr. 243).

Onderhavige regeling treedt in werking met ingang van 1 maart 2010. De reden hiervoor is dat de wijziging van de bepalingen aangaande de vaccinatie noodzakelijk is ter bestrijding van Q-koorts. Hiermee wordt voldaan aan de uitzonderingsmogelijkheden die gelden voor afwijking van de Vaste Verandermomenten voor Regelgeving.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg.

Naar boven