Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 12 februari 2010, nr. VO/OK/186834, tot wijziging van de Regeling regionaal zorgbudget, subsidie regionale verwijzingscommissies voortgezet onderwijs en reboundvoorzieningen in verband met de vaststelling van het regionaal zorgbudget en de subsidie voor RVC’s voor 2010, en tot vaststelling van de aanvullende bekostiging van reboundvoorzieningen voor 2010

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

Gelet op artikel 5, eerste lid, en artikel 6 van het Besluit RVC’s en regionaal zorgbudget en artikel 5 van de Regeling regionaal zorgbudget, subsidie regionale verwijzingscommissies voortgezet onderwijs en reboundvoorzieningen;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling regionaal zorgbudget, subsidie regionale verwijzingscommissies voortgezet onderwijs en reboundvoorzieningen wordt als volgt gewijzigd:

A

In het opschrift van Hoofdstuk 1 wordt ‘2009’ vervangen door: 2010.

B

Artikel 2 komt te luiden:

Artikel 2

De hoogte van het bedrag per leerling voor de berekening van het regionaal zorgbudget voor de periode 1-1-2010 tot en met 31-12-2010 is € 227,–.

C

In artikel 3 wordt ‘kalenderjaar 2009’ vervangen door: kalenderjaar 2010.

ARTIKEL II

Het bedrag van de aanvullende bekostiging reboundvoorzieningen voor 2010 wordt als volgt vastgesteld:

De hoogte van het bedrag per leerling voor de berekening van de aanvullende bekostiging voor een reboundvoorziening voor de periode 1-1-2010 tot en met 31-12-2010 blijft € 93,–.

Artikel III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2010.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart.

TOELICHTING

Algemeen

Jaarlijks worden de bedragen voor het regionaal zorgbudget, de subsidie regionale verwijzingscommissies voortgezet onderwijs (RVC’s VO) en de reboundvoorzieningen bij ministeriële regeling vastgesteld.

Met deze regeling wordt de hoogte van het bedrag voor de berekening van de subsidie voor het regionaal zorgbudget voor 2010 gewijzigd.

De aanvullende bekostiging voor reboundvoorzieningen voor het jaar 2010 en de bedragen voor de subsidie aan de RVC’s VO blijven ongewijzigd gehandhaafd op het niveau van 2009.

Het regionaal zorgbudget wordt voornamelijk aangewend voor niet-geïndiceerde leerlingen in het praktijkonderwijs en vmbo die extra zorg nodig hebben. Dit is vooral ontstaan door de wettelijke verplichte deelname van deze schoolsoorten aan het samenwerkingsverband voortgezet onderwijs. In de praktijk blijken echter scholen voor havo/vwo zich in toenemende mate ook aan te sluiten bij de samenwerkingsverbanden voortgezet onderwijs en wordt het zorgbudget ook ten behoeve van (zorg-)leerlingen van deze scholen aangewend. Vooruitlopend op wetswijziging rondom passend onderwijs, is vorig jaar het regionale zorgbudget al opgehoogd met een budget van € 2 mln. om meer leerlingen in havo/vwo met een extra zorgvraag middels het regionale zorgbudget te kunnen ondersteunen. In 2010 is dit budget verhoogd met € 6 mln. Als gevolg hiervan stijgt het bedrag per leerling voor het regionaal zorgbudget naar € 227 (was € 196) per leerling. Kern van passend onderwijs is de wettelijke verankering van de resultaatsverplichting voor schoolbesturen om alle aangemelde of ingeschreven zorgleerlingen passend onderwijszorgaanbod te bieden.

Administratieve lasten

De Regeling regionaal zorgbudget, subsidie regionale verwijzingscommissies voortgezet onderwijs en reboundvoorzieningen bundelt de toekenning van het regionaal zorgbudget, de subsidie voor de RVC’s en de middelen voor de reboundvoorzieningen en voorziet in één structuur voor planvorming en verantwoording. Daarmee worden de extra administratieve lasten tot een minimum beperkt. De wijziging van de regeling leidt niet tot wijziging van administratieve lasten in vergelijking met voorgaande jaren.

Artikelsgewijs

Artikel I, onderdelen B en C

De artikelen 5 en 6, van het Besluit RVC’s en regionaal zorgbudget bepalen dat jaarlijks de bedragen voor de berekening van de hoogte van de subsidie aan de RVC’s VO en voor het regionaal zorgbudget bij ministeriële regeling worden vastgesteld. Dit zijn:

  • het vaste bedrag en het bedrag per leerling voor het subsidiëren van de werkzaamheden van de RVC’s VO in 2010 (onderdeel C);

  • het bedrag per leerling in het derde en vierde leerjaar van het v.b.o., m.a.v.o. of v.m.b.o. (inclusief het vmbo verbonden aan een AOC en het leerwegondersteunend onderwijs) voor de berekening van de hoogte van het regionaal zorgbudget 2010 (onderdeel B).

Artikel II

Artikel 5, tweede lid, van de Regeling regionaal zorgbudget, subsidie regionale verwijzingscommissies voortgezet onderwijs en reboundvoorzieningen bepaalt dat de hoogte van het bedrag per leerling voor de berekening van de aanvullende bekostiging voor een reboundvoorziening jaarlijks bij ministeriële regeling wordt vastgesteld. De aanvullende bekostiging wordt berekend door het bedrag per leerling, genoemd in artikel II, te vermenigvuldigen met het aantal leerlingen, dat op 1 oktober voorafgaand aan het kalenderjaar waarvoor de aanvullende bekostiging wordt verstrekt, staat ingeschreven voor het derde en vierde leerjaar v.b.o., m.a.v.o. of v.m.b.o. (inclusief leerwegondersteunend onderwijs).

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart.

Naar boven