Besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 19 februari 2010, nr. 115602, houdende tijdelijke vrijstelling op grond van artikel 38 Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden ter voorkoming van schimmelaantastingen in diverse koolsoorten (Tijdelijke vrijstelling ter bescherming van oosterse bladkolen tegen schimmelaantastingen)

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

In overeenstemming met de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

Gelet op artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden;

Besluit:

Artikel 1

Tijdelijke vrijstelling als bedoeld in artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden wordt verleend voor het gebruik van het gewasbeschermingsmiddel Rovral aquaflo (toelatingsnummer 8928 N) ter bescherming van Chinese en andere oosterse bladkolen tegen smet en andere aantastingen veroorzaakt door Alternaria, Rhizoctonia en grauwe schimmel (Botryotinia fuckeliana).

Artikel 2

De vrijstelling is slechts van toepassing indien de voorschriften en beperkingen die zijn opgenomen in de bijlage bij dit besluit, worden nageleefd.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en vervalt 120 dagen na het tijdstip van inwerkingtreding.

Artikel 4

Dit besluit wordt aangehaald als: Tijdelijke vrijstelling ter bescherming van oosterse bladkolen tegen schimmelaantastingen.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 19 februari 2010

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg.

BIJLAGE, BEDOELD IN ARTIKEL 2

Gebruiksvoorschriften

Bij het gebruik van het gewasbeschermingsmiddel Rovral aquaflo ter bescherming van Chinese en andere oosterse bladkolen (zoals amsoi, paksoi, choysum, tat soi, mibuna en mizuna) tegen smet, veroorzaakt door Alternaria, Rhizoctonia en grauwe schimmel (Botryotinia fuckeliana) worden de volgende voorschriften in acht genomen:

Toepassing

Toepassing van het middel is toegestaan in de bedekte teelt van Chinese kool en andere oosterse bladkolen.

Tijdstip behandeling

De eerste behandeling binnen 1 week na uitplanten uitvoeren (‘bij het aanslaan’).

Eventuele herhaling

Indien nodig de behandeling ten hoogste eenmaal herhalen. Het tijdsverloop tussen de eerste en de laatste behandeling bedraagt in dat geval ten minste 14 dagen.

Dosering

Dosering 1,5 liter gewasbeschermingsmiddel (aangemaakt volgens voorschrift) per hectare.

Wachttijd oogst

Ter vermijding van risico’s voor de gezondheid van de mens wordt na de laatste toepassing van het gewasbeschermingsmiddel ten minste 14 dagen gewacht, voordat de kolen worden geoogst.

TOELICHTING

Artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden maakt het mogelijk in bijzondere omstandigheden vrijstelling te verlenen van het verbod om een niet toegelaten gewasbeschermingsmiddel binnen Nederland te brengen, op de markt te brengen, voorhanden te hebben of te gebruiken. Vrijstelling kan worden verleend indien de plantaardige productie door onvoorziene gevaren wordt bedreigd, terwijl het gevaar niet op andere wijze kan worden bestreden.

Op verzoek van LTO Groeiservice is onderzocht of het mogelijk is een vrijstelling te verlenen voor het gebruik van de fungicide Rovral aquaflo in de teelt van Chinese en andere oosterse bladkolen.

Volgens de aanvrager is zonder de gevraagde fungicide de bedekte teelt van Chinese kool en andere oosterse bladkolen niet meer op rendabele wijze mogelijk deze winter en aankomend voorjaar. Schimmels veroorzaken smet en leiden tot aantastingen op de buitenste bladeren van de kool. Zonder verder ingrijpen worden de koolplanten dermate aangetast, dat meer dan 20% van de koolplanten in het geheel niet meer geschikt zijn voor menselijke consumptie. De schimmels komen van nature voor in de bodem.

Tot medio 2008 waren twee gewasbeschermingsmiddelen, waaronder Rovral aquaflo, toegelaten als fungicide in de teelt van oosterse bladkolen. Tot 28 februari 2010 is een ander middel, Score 250 EC, toegelaten. Voor de periode daarna is er geen fungicide toegelaten ter bescherming van oosterse kolen. De bijzonderheid is dat de toelatingshouder van Score 250 EC heeft geadviseerd het middel voorlopig niet te gebruiken in de teelt van kolen vanwege geconstateerde overschrijdingen van de Europees bepaalde maximale residu limiet. Deze situatie is onvoorzien en leidt ertoe dat er thans in de oosterse kolenteelt geen goed werkende fungicide beschikbaar is.

Voor de volledigheid zij nog vermeld dat de sector en industrie zich inspannen om reguliere en meer bestendige toelatingen gerealiseerd te krijgen. In dat kader zijn ook nieuwe residustudies aangeleverd.

Ontsmetten of stomen van de grond kunnen alternatieven zijn om de besmetting door schimmels sterk te verminderen, maar het nadeel van deze methoden is vooral dat zij niet middenin het teeltseizoen kunnen worden ingezet. Bovendien hebben deze methoden geen effect op de grauwe schimmel. Gelet op het voorgaande is de vrijstelling vanuit landbouwkundig oogpunt gezien gewenst.

Een vrijstelling mag in principe geen gevaar opleveren voor de gezondheid van de mens of voor het milieu. In dat verband heeft het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden de risico’s van het voorgenomen gebruik onderzocht op hun effecten op de gezondheid van mens en dier en op het milieu. Het College heeft positief geadviseerd, waarbij overigens gebruik is gemaakt van de recent aangeleverde residustudies. De bijbehorende gebruiksvoorschriften zijn met het oog op het voorkomen van gevaren vastgesteld.

Gelet op het voorgaande en getoetst aan de criteria van artikel 38 van de Wet heeft de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit tezamen met de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu, in dit bijzondere geval besloten vrijstelling te verlenen voor de duur van 120 dagen. Deze vrijstelling treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Een belanghebbende kan, binnen zes weken na de datum van publicatie in de Staatscourant, tegen dit besluit of een onderdeel daarvan een met redenen omkleed bezwaarschrift indienen bij de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, ter attentie van Dienst Regelingen, Afdeling Rechtsbescherming, Postbus 20401, 2500 EK Den Haag.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg.

Naar boven