Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 30 december 2009, nr. 104806, houdende wijziging van de Regeling tijdelijke maatregelen dierziekten in verband met Q-koorts (tankmelkmonitoring)

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op de artikelen 17 en 31 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling tijdelijke maatregelen dierziekten wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 5.1.3 komt als volgt te luiden:

Artikel 5.1.3

  • 1. Iedere veertien dagen, of zoveel vaker als de Minister verzoekt, wordt een monster van de tankmelk van de houder van de dieren, bedoeld in artikel 5.1.2, eerste lid, in een daartoe aangewezen laboratorium onderzocht.

  • 2. De monsters, bedoeld in het eerste lid, worden:

    • a. door Qlip N.V. aan het laboratorium, bedoeld in het eerste lid, geleverd, of

    • b. door de GD verzameld.

B

Artikel 5.1.5b, tweede lid, komt als volgt te luiden:

  • 2. Het is verboden geiten of schapen op zodanige wijze te houden dat bevruchting van geiten of schapen kan plaatsvinden.

ARTIKEL II

Deze regeling wordt aan de media bekend gemaakt en treedt op 30 december 2009, om 16.00 uur in werking.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

overeenkomstig het door de Minister genomen besluit:

de Directeur-Generaal,

A.M. Burger.

TOELICHTING

Onderhavige wijziging voorziet in een wijziging van de Regeling tijdelijke maatregelen dierziekten met betrekking tot Q-koorts.

Met ingang van 1 oktober 2009 is een systeem van tankmelkmonitoring geïntroduceerd. Het doel van dit systeem is om door middel van frequent onderzoek te controleren of bedrijven niet besmet zijn geraakt met Q-koorts. De monitoringsfrequentie is met ingang van 14 december 2009 verhoogd tot eens per twee weken. Thans wordt nog een wijziging aangebracht. Het betreft de wijze van het verzamelen van de monsters (artikel 5.1.3, tweede lid).

De tankmelkmonsters worden onderzocht door de Gezondheidsdienst voor Dieren (hierna GD). De reguliere stroom monsters wordt via Qlip N.V. bij de GD aangeleverd. Qlip N.V. is een bedrijf dat de kwaliteit van melkmonsters van schapen- en geitenhouders, waarvan de melk bestemd is voor de Nederlandse melkverwerkingsindustrie, onderzoekt. Qlip N.V. staat een deel van de door haar verzamelde monsters af aan de GD voor het onderzoek op de aanwezigheid van Coxiella burnetii. Tot op heden was bepaald dat de houders die geen gebruik maken van Qlip N.V. hun monsters zelfstandig aan de GD doen toekomen. Vanaf heden zullen deze monsters echter door de GD worden verzameld. Hiermee wordt de kwaliteit van de monsters en daarmee ook de betrouwbaarheid van de onderzoeksuitslagen verhoogd.

Daarnaast wordt het tweede lid van artikel 5.1.5b verduidelijkt. In dit lid wordt thans expliciet opgenomen dat het verboden is om geiten of schapen op zodanige wijze te houden dat bevruchting van zowel geiten als schapen kan plaatsvinden.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

overeenkomstig het door de Minister genomen besluit:

de Directeur-Generaal,

A.M. Burger.

Naar boven