Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 15 december 2009, nr. CO/JZ/176383, houdende wijziging van de Regeling representatiekostenvergoeding OCW 2005

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 2, tweede lid, van het Besluit vergoeding representatiekosten rijkspersoneel (Stb. 527, 1993);

Gehoord het Departementaal Georganiseerd Overleg van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

Besluit:

ARTIKEL I

De bijlage bedoeld in artikel 1, onder a, en artikel 2, tweede lid, van de Regeling representatiekostenvergoeding OCW 2005 wordt vervangen door de bijlage bij dit besluit.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 oktober 2009.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

R.H.A. Plasterk.

BIJLAGE

Het maximum aan representatietoelage toe te kennen bedrag wordt periodiek door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties vastgesteld.

Binnen OCW wordt hierbij de volgende onderverdeling aangebracht. De bedragen zijn gerangschikt in een aantal categorieën.

Categorie	I	€ 200,97 per maand
Categorie	II	€ 130,63 per maand
Categorie	III	€ 66,98 per maand

Lijst van functies die binnen het ministerie van ocw in aanmerking komen voor een representatietoelage

Functie	Categorie	Netto bedrag Per maand in €
Plaatsvervangend secretaris- generaal	I	200,97
Hoofddirecteur CFI	I	200,97
Directeur Concernondersteuning	I	200,97
Directeur Communicatie	I	200,97
Plaatsvervangend directeur Communicatie	I	200,97
Directeuren van een ondersteunende directie (anders dan Concern-ondersteuning en Communicatie) of beleidsdirectie	II	130,63
Directeuren CFI	II	130,63
Hoofdinspecteur Inspectie van het Onderwijs	II	130,63
Directeur Bedrijfsvoering Inspectie van het Onderwijs	II	130,63
Directeur Bureau College voor Examens	II	130,63
Algemeen secretaris Onderwijsraad	II	130,63
Algemeen secretaris Raad voor Cultuur	II	130,63
Secretaris Adviesraad voor Wetenschap- enTechnologiebeleid	II	130,63
Directeur Nationaal Archief	II	130,63
Directeur Erfgoedinspectie	II	130,63

TOELICHTING

Het Besluit vergoeding representatiekosten rijkspersoneel (Stb. 452, 1993) regelt de vergoeding van representatiekosten in de sector Rijk. Het motief voor de verlening van een representatiekostenvergoeding is gelegen in de omstandigheid dat de juiste uitoefening van de functie representatieve verplichtingen met zich brengt, waarbij er vanuit kan worden gegaan dat daarmee bij de vaststelling van het ambtelijk inkomen geen rekening is gehouden. In verband hiermee ontvangen binnen het ministerie van OCW een aantal functionarissen een representatiekostenvergoeding. De desbetreffende functies en de daarbij behorende vergoedingen zijn opgenomen in de bijlage bij de op voormeld besluit gebaseerde Regeling representatiekostenvergoeding OCW 2005. Bij het onderhavige besluit wordt de bijlage bij deze ministeriële regeling vervangen.

Per 1 oktober 2009 kent het ministerie een nieuw organisatieonderdeel, te weten het Bureau College voor Examens. Aan het hoofd van dit bureau is een directeur aangesteld.

De directeur zal een uitgebreid netwerk dienen op te bouwen en te onderhouden. De directeur zal zich bevinden in het krachtenveld van politiek, ambtelijke top en externe relaties. Gelet daarop wordt de functie van Directeur Bureau College voor Examens toegevoegd aan de lijst functies die in aanmerking komen voor een vaste representatiekostenvergoeding. Voor de hoogte van de vergoeding is aangesloten bij de functies van (onder meer) de secretaris Adviesraad voor Wetenschap- en Technologiebeleid en de Algemene secretarissen Onderwijsraad en Raad voor Cultuur. Dat betekent dat de directeur in aanmerking wordt gebracht voor een vaste maandelijkse vergoeding van € 130,63 (netto), categorie II.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

R.H.A. Plasterk.