Besluit van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 15 februari 2010, nr. BJZ2010004642, houdende wijziging van het Besluit aanwijzing ambtenaren VROM-regelgeving in verband met de aanwijzing van toezichthouders van de Inspectie Verkeer en Waterstaat in het kader van hoofdstuk 2 van het Besluit bodemkwaliteit

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat;

Gelet op artikel 18.4, eerste lid, van de Wet milieubeheer;

Besluit:

ARTIKEL I

Artikel 17 van het Besluit aanwijzing ambtenaren VROM-regelgeving wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede onderdeel na de aanhef komt te luiden:

  • de Wet milieubeheer, voor zover het betreft:

    • a. gevaarlijke afvalstoffen,

    • b. inrichtingen die behoren tot categorieën die zijn genoemd in bijlage I, onder 2.1, onder a, 3, 4.1, onder a, 5 en 14.1, onder a, van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer, voor zover het toezicht kan worden uitgeoefend in samenhang met de werkzaamheden waartoe zij krachtens wettelijke bepalingen inzake vervoer van stoffen en preparaten bevoegd zijn, of

    • c. hetgeen bepaald is bij of krachtens de titels 9.2, 9.3, 11.1 en 12.3 en paragraaf 10.6.3;.

2. Het derde onderdeel na de aanhef vervalt.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 15 februari 2010

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J.M. Cramer.

TOELICHTING

Het Besluit bodemkwaliteit (Bbk) geeft de mogelijkheid om bepaalde werkzaamheden uit te laten voeren door erkende intermediairs of certificerende instellingen. Ingeval een in het kader van het Bbk opererende intermediair of certificerende instelling niet goed functioneert, kunnen de Minister van VROM en de Minister van Verkeer en Waterstaat een erkenninggeheel of gedeeltelijk intrekken of schorsen. Een dergelijk besluit wordt sinds de inwerkingtreding van het Bbk (1 januari 2008) genomen op basis van gegevens van onder meer lokale overheden. Via een centraal punt dat wordt beheerd door de VROM-Inspectie (VI) en de Inspectie Verkeer en Waterstaat (IVW) worden deze gegevens verzameld en beoordeeld. Indien daartoe aanleiding bestaat wordt de erkenning geheel of gedeeltelijk ingetrokken of geschorst. Een zorgvuldige voorbereiding van een besluit tot intrekking of schorsing vereist de nodige kennis over de relevante feiten en de af te wegen belangen. In veel gevallen is nader onderzoek nodig. Hiertoe dienen de ambtenaren van de VI en de IVW te beschikken over de toezichtbevoegdheden van de Algemene wet bestuursrecht. In tegenstelling tot de ambtenaren van de VI waren de ambtenaren van de IVW echter nog niet belast met het toezicht op intermediairs en certificerende instellingen. In overeenstemming met de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat is besloten ook de ambtenaren van de IVW als toezichthouder aan te wijzen. Omdat hoofdstuk 2 van het Bbk zijn grondslag vindt in titel 11.1 van de Wm, is deze titel opgenomen in artikel 17 van het Besluit aanwijzing ambtenaren VROM-regelgeving.

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J.M. Cramer.

Naar boven