Regeling van de Minister van Justitie van 11 februari 2010, nr. 5641835/10, houdende wijziging van de Vergoedingsregeling gemeenten voor handhaving parkeren en overlast 2009 in verband met de invoering van de strafbeschikkingsbevoegdheid voor opsporingsambtenaren en enkele aanpassingen in de feitenlijst

De Minister van Justitie,

Gelet op artikel 17, vijfde lid van de Financiële-verhoudingswet;

Besluit:

ARTIKEL I

De Vergoedingsregeling gemeenten voor handhaving parkeren en overlast 2009 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, onderdeel b, onder 2, komt te luiden:

  • 2. die overlast in de openbare ruimte betreffen en waarvoor op grond van artikel 74 of 74c van het Wetboek van Strafrecht voorwaarden ter voorkoming van strafvervolging kunnen worden gesteld of op grond van artikel 257a of 257b van het Wetboek van Strafvordering een strafbeschikking kan worden uitgevaardigd.

B

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid, onderdeel b, komt te luiden:

  • b. opgemaakte processen-verbaal voor in de feitenlijst vermelde feiten waarvoor op grond van artikel 74 of 74c van het Wetboek van Strafrecht voorwaarden ter voorkoming van strafvervolging kunnen worden gesteld of waarvoor op grond van artikel 257a of 257b van het Wetboek van Strafvordering een strafbeschikking kan worden uitgevaardigd.

2. Het tweede lid, onderdeel b, komt te luiden:

  • b. de gemeente de gegevens uit de in het eerste lid bedoelde beschikkingen of processen-verbaal, voorzien van de unieke code, via de geautomatiseerde systemen van de politie dan wel rechtstreeks aan het CJIB heeft gezonden.

C

Artikel 5 vervalt.

D

In artikel 7 wordt ‘2009’ vervangen door: 2010.

E

De bijlage, onderdeel Overlast, wordt als volgt gewijzigd:

1. [BF] 117, [BF] 214 en [BH] 330 vervallen.

2. In [BF] 212a, onder 7, wordt ‘schippers’ vervangen door: Gezagvoerders/schippers.

3. In [BF] 235, onder 7, wordt ‘schippers’ vervangen door: Gezagvoerders/schippers.

4. In [BF] 236a, onder 7, wordt ‘schippers’ vervangen door: Gezagvoerders/schippers.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2010.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 11 februari 2010

De Minister van Justitie,

E.M.H. Hirsch Ballin.

TOELICHTING

De onderhavige wijziging van de Vergoedingsregeling gemeenten voor handhaving parkeren en overlast 2009 (hierna: de Regeling) houdt verband met de volgende stap van de gefaseerde invoering van de Wet OM-afdoening (Stb. 2006, 330). De G4-gemeenten (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht) werken sinds 1 januari 2009 met een strafbeschikking voor de in de bijlage bij deze regeling opgenomen reeks feiten uit de algemene plaatselijke verordening en de plaatselijke afvalstoffenverordening, de zogeheten overlastfeiten. De wettelijke grondslag voor deze strafbeschikkingen is artikel 257a Sv, de OM-strafbeschikking. Vanaf 1 januari 2010 kunnen ook andere gemeenten dan de G4 via deze werkwijze strafbeschikkingen laten uitvaardigen voor overlastfeiten. Vanaf april 2010 zullen per arrondissement de (buitengewoon) opsporingsambtenaren overgaan van de transactiebevoegdheid ex artikel 74c Wetboek van Strafrecht (Sr) naar de strafbeschikkingsbevoegdheid ex artikel 257b Wetboek van Strafvordering (Sv), de zogeheten politiestrafbeschikking. Voor de buitengewoon opsporingsambtenaren van gemeenten die reeds voor april 2010 werken met de strafbeschikking voor overlastfeiten geldt dat zij, zodra in het arrondissement waarin hun gemeente ligt de politiestrafbeschikking wordt ingevoerd, wat de grondslag betreft overstappen van artikel 257a Sv naar artikel 257b Sv. Deze grondslagverandering is enkel een juridische verandering die verder geen wezenlijke wijziging van de handhavingspraktijk van de betrokken opsporingsambtenaren met zich brengt. Het enige verschil is dat dezelfde bon die thans wordt gebruikt op enkele punten anders moet worden ingevuld. Ook voor de vergoeding die gemeenten in het kader van deze regeling ontvangen voor de handhaving van parkeer- en overlastfeiten maakt het geen verschil via welke sanctiemodaliteit voor overlastfeiten een te betalen geldboete wordt opgelegd. Met de onderhavige wijzigingen van artikel 1, onderdeel b, onder 2, en artikel 2, eerste lid, onderdeel b, is vastgelegd dat aan gemeenten zowel voor de door hun buitengewoon opsporingsambtenaren op grond van artikel 257a Sv als op grond van artikel 257b Sv uitgevaardigde strafbeschikkingen een vergoeding wordt toegekend, mits aan alle voorwaarden is voldaan.

Met de aanpassing van artikel 2, tweede lid, onder b, is verduidelijkt dat zaken die door gemeenten via de geautomatiseerde systemen van de politie aan het CJIB worden gezonden dan wel rechtstreeks worden aangeboden aan het CJIB voor vergoeding in aanmerking komen.

Artikel 5 komt te vervallen. De in dit artikel opgenomen regeling voor aanmelding voor deelname aan de beleidsregeling tot 1 juli 2008 is uitgewerkt.

Verder zijn enkele technische wijzigingen in de feitenlijst, die is opgenomen in de bijlage, aangebracht. In het onderdeel Overlast komen de feiten [BF] 117, [BF] 214 en [BH] 330 te vervallen en wordt bij de feiten [BF] 212, onderdeel a, onder 7, [BF] 235, onder 7 en [BF] 236, onderdeel a, onder 7 de term ‘schippers’ vervangen door ‘Gezagvoerders/schippers’.

Het onderdeel Overlast van de feitenlijst is hiermee in overeenstemming met de lijst die hoort bij de Richtlijn voor strafvordering bestuurlijke strafbeschikking overlastfeiten van het Openbaar Ministerie (Staatscourant 2009, nr. 18415).

De Minister van Justitie,

E.M.H. Hirsch Ballin.

Naar boven