12 februari 2010
Nr. 1050052
Agentschap NL, Directie Energie en Klimaat, Taakveld Klimaat en Gebouwde Omgeving, Team Stad & Omgeving
De Minister voor Wonen, Wijken en Integratie,
Gelet op artikel 17, vierde lid, van de Beschikking geldelijke steun huurwoningen 1975;
Gelet op artikel 18, vierde lid, van de Regeling geldelijke steun huurwoningen in proefgemeenten normkostensysteem 1986;
Gelet op artikel 31 onderdeel i., op artikel 56, tweede lid, op artikel 57, eerste lid, en op artikel 58, derde lid, van de
Regeling geldelijke steun huurwoningen normkostensysteem 1988;
Gelet op artikel 17, tweede lid, van de Beschikking geldelijke steun eigen woningen 1984;
Gelet op artikel 28b van de Regeling geldelijke steun voorzieningen aan huurwoningen 1987;
Besluit:
Artikel 1
Voor woningen en voor woongebouwen met een bijzonder karakter, waarvoor een jaarlijkse bijdrage en een bijdrage ineens dan
wel een bijdrage ineens op voet van de Beschikking geldelijke steun huurwoningen 1975, de Regeling geldelijke steun huurwoningen
in proefgemeenten normkostensysteem 1986, of de Regeling geldelijke steun huurwoningen normkostensysteem 1988 werden verstrekt,
bedraagt het rendement in de maand februari 2010, dat voor de berekening van de dynamische kostprijshuur bij de aanvang van
elk nieuw tijdvak van 10 jaren wordt aangehouden, 3,875 procent.
Artikel 2
Voor de bepaling van de hoogte van de jaarlijkse bijdrage op voet van de berekeningsmethodiek conform de Regeling geldelijke
steun huurwoningen normkostensysteem 1988, met betrekking tot welk de gemeente de datum, bedoeld in artikel 31, onderdeel
i. van die regeling, stelt op 16 februari 2010, doch niet later dan 15 maart 2010 bedraagt het gemiddelde verschil, bedoeld
in artikel 57, eerste lid, van die regeling 1,223 procent.
Artikel 3
Voor de woningen, ten aanzien waarvan de toelatingsbeschikking voor 1 januari 1992 is afgegeven en waarvan in het tijdvak
aanvangende met 16 februari 2010 en eindigende met 15 maart 2010 de notariële akte tot levering, bedoeld in artikel 89, boek
3, van het Burgerlijk Wetboek, is verleden, bedraagt het rentepercentage dat voor de toepassing van artikel 17, tweede lid,
van de Beschikking geldelijke steun eigen woningen 1984 in aanmerking wordt genomen, 4,70 procent.
Artikel 4
Het in artikel 28b van de Regeling geldelijke steun voorzieningen aan huurwoningen 1987 bedoelde opslagpercentage is gelijk
aan het in artikel 2 van deze beschikking genoemde percentage en is geldig voor de genoemde periode.
Den Haag, 12 februari 2010
De Minister voor Wonen, Wijken en Integratie,
voor deze:
de algemeen directeur van Agentschap NL,
op last:
opdrachtmanager,
G. den Oude.