Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 10 februari 2010, nr. IVV/FB/10/1831 tot wijziging van de Regeling financiering en administratieve uitvoeringsvoorschriften WWIK, de Regeling financiering en verantwoording IOAW, IOAZ en Bbz 2004 en de Regeling WWB en WIJ.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 55, tweede lid, van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004, artikel 10, derde lid, van het Besluit WWB 2007 en de artikelen 11, tweede lid, 46, tweede lid, 47, tweede lid, 51, derde lid, en 52, tweede lid, van de Wet werk en inkomen kunstenaars;

Besluit:

ARTIKEL I. WIJZIGING VAN DE REGELING FINANCIERING EN ADMINISTRATIEVE UITVOERINGSVOORSCHRIFTEN WWIK

De Regeling financiering en administratieve uitvoeringsvoorschriften WWIK wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt ‘het tweede lid’ vervangen door: het eerste lid.

2. In het derde lid wordt ‘de bedragen’ vervangen door: het bedrag.

B

In artikel 5, vijfde lid, wordt ‘vijfde en zesde lid’ vervangen door: derde en vierde lid.

C

Bijlage 2 behorende bij artikel 8, derde lid, van de Regeling financiering en administratieve uitvoeringsvoorschriften WWIK wordt vervangen door bijlage 2 behorende bij deze regeling.

D

Bijlage 3 behorende bij artikel 8, vierde lid, van de Regeling financiering en administratieve uitvoeringsvoorschriften WWIK wordt vervangen door bijlage 3 behorende bij deze regeling.

E

Bijlage 4 behorende bij artikel 8, vierde lid, van de Regeling financiering en administratieve uitvoeringsvoorschriften WWIK wordt vervangen door bijlage 4 behorende bij deze regeling.

ARTIKEL II. WIJZIGING VAN DE REGELING FINANCIERING EN VERANTWOORDING IOAW, IOAZ EN BBZ 2004

In artikel 9, tweede lid, onderdeel a, van de Regeling financiering en verantwoording IOAW, IOAZ en Bbz 2004 vervalt: , 14, vijfde lid, van de IOAW en 14, vijfde lid, van de IOAZ.

ARTIKEL III. WIJZIGING VAN DE REGELING WWB EN WIJ

Artikel 15 van de Regeling WWB en WIJ wordt als volgt gewijzigd:

1. Het derde lid, onderdeel b, ten eerste, komt te luiden:

  • 1°. onrechtmatige uitvoering van de wet, de WIJ, de IOAW, de IOAZ of de WWIK, of .

2. Het zevende lid komt te luiden:

  • 7. Met betrekking tot gemeenten met 10.000 of minder inwoners kan een verzoek tot een incidentele aanvullende uitkering voor inwilliging in aanmerking komen, indien naar het oordeel van de toetsingscommissie de overstijging, bedoeld in artikel in artikel 10, eerste lid, onderdeel b, van het Besluit WWB 2007, niet het gevolg is van een onrechtmatige uitvoering van de wet, de WIJ, de IOAW, de IOAZ of de WWIK.

3. Na het zevende lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 8. Voor een verzoek dat betrekking heeft op het kalenderjaar 2009 geldt artikel 15 zoals dat luidde op 31 december 2009.

ARTIKEL IV. INWERKINGTREDING

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, waarbij artikel III, derde lid, vervalt met ingang van 1 januari 2011.

Deze regeling zal met de toelichting en de bijlagen in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 10 februari 2010

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. Klijnsma.

 

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Bijlage 2, bedoeld in artikel 8, derde lid, van de Regeling financiering en administratieve uitvoeringsvoorschriften WWIK

Kostenopgave

Wet werk en inkomen kunstenaars (WWIK) ten behoeve van de Stichting Kunstenaars & CO

    
 

Datum ontvangst

(niet invullen)

  
    
 

Jaar

|2|0|_|_|

 
    

Stichting Kunstenaars & CO

Documentnr.

2 0 0 0 2

 
    
 

Gemeentenr.

2 0 0 0 0

 
    
 

Rekeningnr. BNG

2 8 5 0 9 8 3 6 5

 

type formulier

406021

formuliercode

WWIK_SKC

Omschrijving

Code

Aantal

 

Bedrag

 
    

(in hele euro’s)

 

Te vergoeden in het kalenderjaar uitgebrachte adviezen

999

    
      
      
      
      
      
      

Verklaring

 
  

Het bestuur van de Stichting Kunstenaars & CO verklaart deze kostenopgave deugdelijk en naar waarheid te hebben opgesteld.

 
     

Datum:

   

De voorzitter

 

De secretaris

   
 

De penningmeester

   
      
 

Contactpersoon:

 

Telefoonnummer:

  
      

Zenden aan: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, directie BV, team B&S, Postbus 90801, 2509 LV Den Haag

 

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Bijlage 3, bedoeld in artikel 8, vierde lid, van de Regeling financiering en administratieve uitvoeringsvoorschriften WWIK

Accountantsverklaring

Wet werk en inkomen kunstenaars (WWIK) ten behoeve van de Stichting Kunstenaars & CO

    
 

Datum ontvangst

(niet invullen)

  
    
 

Jaar

|2|0|_|_|

 
    

Stichting Kunstenaars & CO

Documentnr.

2 0 0 0 2

 
    
 

Gemeentenr.

2 0 0 0 0

 
    
 

Rekeningnr. BNG

2 8 5 0 9 8 3 6 5

 

type formulier

406121

WWIK_SKC

Accountantsverklaring

Opdracht

Wij hebben de kostenopgave, bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Regeling financiering en administratieve uitvoeringsvoorschriften WWIK, van de adviserende instelling, bedoeld in artikel 35 van de WWIK, over het jaar ............ gecontroleerd. De kostenopgave is opgesteld onder verantwoordelijkheid van het bestuur van de Stichting Kunstenaars & CO. Het is onze verantwoordelijkheid een accountantsverklaring bij de kostenopgave te verstrekken.

Werkzaamheden

Bij onze controle hebben wij nagegaan of de kostenopgave voldoet aan de volgende eisen:

  • het voorgeschreven formulier van de kostenopgave is gehanteerd;

  • de kostenopgave geeft de geldbedragen juist weer;

  • de in de kostenopgave opgenomen geldbedragen zijn tot stand gekomen in overeenstemming met het bij en krachtens de Wet werk en inkomen kunstenaars gestelde.

Onze controle is verricht overeenkomstig algemeen in Nederland aanvaarde richtlijnen met betrekking tot controle-opdrachten. Volgens deze richtlijnen dient onze controle zodanig te worden gepland en uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de kostenopgave geen onjuistheden van materieel belang bevat. Voorts zijn de bepalingen en uitgangspunten van het op grond van de WWIK vastgestelde controle- en rapportageprotocol WWIK-SK&C in acht genomen. Wij zijn van mening dat onze controle een deugdelijke grondslag vormt voor ons oordeel.

Oordeel (aan te kruisen door de accountant)

Op grond van ons onderzoek

  • zijn wij van oordeel dat de kostenopgave voldoet aan de hierboven omschreven eisen.

  • zijn wij van oordeel dat de kostenopgave voldoet aan de daaraan gestelde eisen, met uitzondering van de op het vervolgblad genoemde bevindingen.

  • zijn wij van oordeel dat de kostenopgave voldoet aan de daaraan gestelde eisen, onder voorbehoud van de op het vervolgblad genoemde bevindingen.

  • kunnen wij geen oordeel geven of de kostenopgave als geheel voldoet aan de daaraan gestelde eisen.

  • zijn wij van oordeel dat de kostenopgave niet voldoet aan de daaraan gestelde eisen en derhalve niet juist/getrouw is.

  • De toelichting/de bevindingen met betrekking tot het oordeel is/zijn opgenomen op het vervolgblad.

De kostenopgave is door ons per pagina gewaarmerkt. Deze verklaring is door ons afgegeven ten behoeve van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en dient samen met het rapport van bevindingen en (eventueel) het vervolgblad aan dit ministerie te worden gezonden.

            

Datum afgifte verklaring:

(dd-mm-jjjj)

  

  

2

0

   

Naam accountantskantoor:

 

Adres en plaats van vestiging:

 

Naam behandelend accountant:

 

Telefoon / fax:

 

E-mail:

 

Ondertekening:

 

Zenden aan: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, directie BV, team B&S, Postbus 90801, 2509 LV Den Haag

Verantwoordingsdocumenten

Wet werk en inkomen kunstenaars

ten behoeve van

de Stichting Kunstenaars & CO

  • Model Kostenopgave

  • Model Verklaring van de accountant

  • Controle- en rapportageprotocol

BIJLAGE 2 BEHORENDE BIJ ARTIKEL I, ONDERDEEL D

Model Kostenopgave Wet werk en inkomen kunstenaars

Model Kostenopgave WWIK-SK&C, bijlage 2 als bedoeld in artikel 8, derde lid, van de Regeling financiering en administratieve uitvoeringsvoorschriften WWIK

BIJLAGE 3 BEHORENDE BIJ ARTIKEL I, ONDERDEEL E

Model Verklaring van de accountant Wet werk en inkomen kunstenaars

Model Verklaring van de accountant WWIK-SK&C, bijlage 3 als bedoeld in artikel 8, vierde lid, van de Regeling financiering en administratieve uitvoeringsvoorschriften WWIK

BIJLAGE 4 BEHORENDE BIJ ARTIKEL I, ONDERDEEL F

Controle- en rapportageprotocol

Wet werk en inkomen kunstenaars

Controle- en rapportageprotocol WWIK-SK&C, bijlage 4 als bedoeld in artikel 8, vierde lid, van de Regeling financiering en administratieve uitvoeringsvoorschriften WWIK

Bijlage 4 als bedoeld in artikel 8, vierde lid, van de Regeling financiering en administratieve uitvoeringsvoorschriften WWIK

De krachtens artikel 51, derde lid, van de WWIK te stellen regels inzake de accountantsverklaring bij de kostenopgave van de Stichting Kunstenaars & CO (adviserende instelling als bedoeld in artikel 35 van de WWIK) en het onderzoek dat resulteert in de accountantsverklaring WWIK/SK&C

Controle- en rapportageprotocol WWIK/SK&C
1. Inleiding

De Stichting Kunstenaars & CO (SK&C) is belast met de advisering als bedoeld in artikel 35 van de WWIK.

Het bestuur van de SK&C verantwoordt jaarlijks de over het vergoedingsjaar voor rijksvergoeding in aanmerking komende declarabele adviezen door middel van een door haar ondertekende kostenopgave, als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Rfau WWIK.

Het bestuur van de SK&C draagt zorg voor de tijdige inzending van de kostenopgave en de daarop betrekking hebbende accountantsverklaring. Deze verklaring wordt afgegeven op basis van een onderzoek dat met inachtneming van dit controle- en rapportageprotocol is uitgevoerd.

2. Het accountantsonderzoek

Het onderzoek door de accountant omvat de juistheid en rechtmatigheid van de in de kostenopgave verantwoorde uitvoeringskosten.

Ten behoeve van de juistheid en rechtmatigheid van de aantallen stelt de accountant vast dat adviezen alleen op verzoek van het college zijn uitgebracht, gelet op artikel 23, vijfde lid, jo. artikel 35 van de WWIK.

De controle van de kostenopgave wordt afgesloten met een accountantsverklaring. De accountantsverklaring omvat een oordeel over de juistheid en rechtmatigheid van de in de kostenopgave opgenomen informatie. Voor de verklaring moet worden gebruikgemaakt van het door het ministerie verstrekte formulier van het model dat is opgenomen in bijlage 3 bij de Rfau WWIK

De goedkeuringstolerantie is 1%. Indien de onjuistheden/onrechtmatigheden groter zijn dan 1%, dan mag geen goedkeurende accountantsverklaring worden afgegeven. In deze situatie wordt op het vervolgblad bij de accountantsverklaring de reden en de omvang van de fout (geëxtrapoleerd naar de massa) aangegeven.

3. Kostenopgave WWIK/SK&C

Met betrekking tot de kostenopgave dienen de volgende taken te worden uitgevoerd:

  • vaststellen dat per uitgebracht advies ten aanzien van wie in het kalenderjaar op verzoek van het college advies is uitgebracht, het bedrag wordt gedeclareerd genoemd in artikel 3, tweede lid, van de Rfau WWIK;

  • vaststellen dat de advisering heeft plaatsgevonden op verzoek van het college, gelet op artikel 23, vijfde lid, jo. artikel 35 van de WWIK, waarbij de datum van het afgegeven advies in het verantwoordingsjaar is gelegen.

TOELICHTING

Artikel I, onderdelen C, D en E

Met deze regeling worden de bijlagen 2, 3, en 4 van de Regeling financiering en administratieve uitvoeringsvoorschriften WWIK vervangen. Met deze documenten verantwoordt de adviserende instelling zich jaarlijks aan het Rijk over het aantal in een kalenderjaar uitgebrachte adviezen in het kader van de zogenaamde beroepsmatigheidstoets WWIK. Met deze regeling worden nieuwe bijlagen vastgesteld voor het model van de kostenopgave, het model van de verklaring van de accountant en het controle- en rapportageprotocol voor het onderzoek dat aan de verklaring van de accountant ten grondslag ligt.

Tot dusver werd in de bijlagen steeds het kalenderjaar vermeld waarop de verantwoording betrekking had. De vermelding van het kalenderjaar, laatstelijk 2008, moest ieder jaar worden aangepast. In de nieuwe bijlagen is niet langer een specifiek kalenderjaar opgenomen, zodat de bijlagen op dit punt geen jaarlijkse actualisering meer behoeven. Voor het overige zijn de bijlagen niet gewijzigd.

Artikel III

Met ingang van 1 januari 2010 zijn de gemeentelijke middelen voor de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ), het Bbz 2004 voor zover dit betrekking heeft op algemene bijstand aan startende ondernemers, en de Wet werk en inkomen kunstenaars (WWIK) gebundeld met het WWB-inkomensdeel. Om te berekenen of er in het kader van een aanvraag van een incidentele aanvullende uitkering sprake is van een budgettekort, worden met ingang van 1 januari 2011 de uitgaven en ontvangsten op grond van de gehele gebundelde uitkering betrokken, dus het totaal van het WWB-inkomensdeel, de Wet investeren in jongeren (WIJ), de IOAW, de IOAZ, het gebundelde deel van het Bbz 2004 en de WWIK (artikel III, eerste en tweede lid). Aanvragen van vóór die datum hebben alleen betrekking op de niet-gebundelde uitkering, dus op het WWB-inkomensdeel en de WIJ. Voor die aanvragen is een overgangsbepaling geformuleerd, die vervalt met ingang van 1 januari 2011.

De overige wijzigingen zijn technisch van aard.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. Klijnsma.

Naar boven