De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Gelet op artikel 55, tweede lid, van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004, artikel 10, derde lid, van het Besluit
WWB 2007 en de artikelen 11, tweede lid, 46, tweede lid, 47, tweede lid, 51, derde lid, en 52, tweede lid, van de Wet werk
en inkomen kunstenaars;
Besluit:
ARTIKEL I. WIJZIGING VAN DE REGELING FINANCIERING EN ADMINISTRATIEVE UITVOERINGSVOORSCHRIFTEN WWIK
De Regeling financiering en administratieve uitvoeringsvoorschriften WWIK wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt ‘het tweede lid’ vervangen door: het eerste lid.
2. In het derde lid wordt ‘de bedragen’ vervangen door: het bedrag.
B
In artikel 5, vijfde lid, wordt ‘vijfde en zesde lid’ vervangen door: derde en vierde lid.
C
Bijlage 2 behorende bij artikel 8, derde lid, van de Regeling financiering en administratieve uitvoeringsvoorschriften WWIK
wordt vervangen door bijlage 2 behorende bij deze regeling.
D
Bijlage 3 behorende bij artikel 8, vierde lid, van de Regeling financiering en administratieve uitvoeringsvoorschriften WWIK
wordt vervangen door bijlage 3 behorende bij deze regeling.
E
Bijlage 4 behorende bij artikel 8, vierde lid, van de Regeling financiering en administratieve uitvoeringsvoorschriften WWIK
wordt vervangen door bijlage 4 behorende bij deze regeling.
ARTIKEL II. WIJZIGING VAN DE REGELING FINANCIERING EN VERANTWOORDING IOAW, IOAZ EN BBZ 2004
In artikel 9, tweede lid, onderdeel a, van de Regeling financiering en verantwoording IOAW, IOAZ en Bbz 2004 vervalt: , 14,
vijfde lid, van de IOAW en 14, vijfde lid, van de IOAZ.
ARTIKEL III. WIJZIGING VAN DE REGELING WWB EN WIJ
Artikel 15 van de Regeling WWB en WIJ wordt als volgt gewijzigd:
1. Het derde lid, onderdeel b, ten eerste, komt te luiden:
1°. onrechtmatige uitvoering van de wet, de WIJ, de IOAW, de IOAZ of de WWIK, of .
2. Het zevende lid komt te luiden:
7. Met betrekking tot gemeenten met 10.000 of minder inwoners kan een verzoek tot een incidentele aanvullende uitkering voor
inwilliging in aanmerking komen, indien naar het oordeel van de toetsingscommissie de overstijging, bedoeld in artikel in
artikel 10, eerste lid, onderdeel b, van het Besluit WWB 2007, niet het gevolg is van een onrechtmatige uitvoering van de
wet, de WIJ, de IOAW, de IOAZ of de WWIK.
3. Na het zevende lid wordt een lid toegevoegd, luidende:
ARTIKEL IV. INWERKINGTREDING
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst,
waarbij artikel III, derde lid, vervalt met ingang van 1 januari 2011.
Den Haag, 10 februari 2010
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
J. Klijnsma.
| Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | Bijlage 2, bedoeld in artikel 8, derde lid, van de Regeling financiering en administratieve uitvoeringsvoorschriften WWIK | Kostenopgave Wet werk en inkomen kunstenaars (WWIK) ten behoeve van de Stichting Kunstenaars & CO |
| | | |
| Datum ontvangst (niet invullen) | | |
| | | |
| Jaar | |2|0|_|_| | |
| | | |
Stichting Kunstenaars & CO | Documentnr. | 2 0 0 0 2 | |
| | | |
| Gemeentenr. | 2 0 0 0 0 | |
| | | |
| Rekeningnr. BNG | 2 8 5 0 9 8 3 6 5 | |
type formulier | 406021 | formuliercode | WWIK_SKC |
Omschrijving | Code | Aantal | | Bedrag | |
---|
| | | | (in hele euro’s) | |
Te vergoeden in het kalenderjaar uitgebrachte adviezen | 999 | | | | |
| | | | | |
| | | | | |
| | | | | |
| | | | | |
| | | | | |
| | | | | |
Verklaring | |
| |
Het bestuur van de Stichting Kunstenaars & CO verklaart deze kostenopgave deugdelijk en naar waarheid te hebben opgesteld. | |
| | | | |
Datum: | | | |
De voorzitter | | De secretaris | | | |
| De penningmeester | | | |
| | | | | |
| Contactpersoon: | | Telefoonnummer: | | |
| | | | | |
Zenden aan: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, directie BV, team B&S, Postbus 90801, 2509 LV Den Haag
| Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | Bijlage 3, bedoeld in artikel 8, vierde lid, van de Regeling financiering en administratieve uitvoeringsvoorschriften WWIK | Accountantsverklaring Wet werk en inkomen kunstenaars (WWIK) ten behoeve van de Stichting Kunstenaars & CO |
| | | |
| Datum ontvangst (niet invullen) | | |
| | | |
| Jaar | |2|0|_|_| | |
| | | |
Stichting Kunstenaars & CO | Documentnr. | 2 0 0 0 2 | |
| | | |
| Gemeentenr. | 2 0 0 0 0 | |
| | | |
| Rekeningnr. BNG | 2 8 5 0 9 8 3 6 5 | |
type formulier | 406121 | WWIK_SKC |
Accountantsverklaring
Opdracht
Wij hebben de kostenopgave, bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Regeling financiering en administratieve uitvoeringsvoorschriften
WWIK, van de adviserende instelling, bedoeld in artikel 35 van de WWIK, over het jaar ............ gecontroleerd. De kostenopgave
is opgesteld onder verantwoordelijkheid van het bestuur van de Stichting Kunstenaars & CO. Het is onze verantwoordelijkheid
een accountantsverklaring bij de kostenopgave te verstrekken.
Werkzaamheden
Bij onze controle hebben wij nagegaan of de kostenopgave voldoet aan de volgende eisen:
• het voorgeschreven formulier van de kostenopgave is gehanteerd;
• de kostenopgave geeft de geldbedragen juist weer;
• de in de kostenopgave opgenomen geldbedragen zijn tot stand gekomen in overeenstemming met het bij en krachtens de Wet werk
en inkomen kunstenaars gestelde.
Onze controle is verricht overeenkomstig algemeen in Nederland aanvaarde richtlijnen met betrekking tot controle-opdrachten.
Volgens deze richtlijnen dient onze controle zodanig te worden gepland en uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid
wordt verkregen dat de kostenopgave geen onjuistheden van materieel belang bevat. Voorts zijn de bepalingen en uitgangspunten
van het op grond van de WWIK vastgestelde controle- en rapportageprotocol WWIK-SK&C in acht genomen. Wij zijn van mening dat
onze controle een deugdelijke grondslag vormt voor ons oordeel.
Oordeel (aan te kruisen door de accountant)
Op grond van ons onderzoek
○ zijn wij van oordeel dat de kostenopgave voldoet aan de hierboven omschreven eisen.
○ zijn wij van oordeel dat de kostenopgave voldoet aan de daaraan gestelde eisen, met uitzondering van de op het vervolgblad
genoemde bevindingen.
○ zijn wij van oordeel dat de kostenopgave voldoet aan de daaraan gestelde eisen, onder voorbehoud van de op het vervolgblad
genoemde bevindingen.
○ kunnen wij geen oordeel geven of de kostenopgave als geheel voldoet aan de daaraan gestelde eisen.
○ zijn wij van oordeel dat de kostenopgave niet voldoet aan de daaraan gestelde eisen en derhalve niet juist/getrouw is.
○ De toelichting/de bevindingen met betrekking tot het oordeel is/zijn opgenomen op het vervolgblad.
De kostenopgave is door ons per pagina gewaarmerkt. Deze verklaring is door ons afgegeven ten behoeve van het Ministerie van
Sociale Zaken en Werkgelegenheid en dient samen met het rapport van bevindingen en (eventueel) het vervolgblad aan dit ministerie
te worden gezonden.
| | | | | | | | | | | |
Datum afgifte verklaring: (dd-mm-jjjj) | | | – | | | – | 2 | 0 | | | |
Naam accountantskantoor: | |
Adres en plaats van vestiging: | |
Naam behandelend accountant: | |
Telefoon / fax: | |
E-mail: | |
Ondertekening: | |
Zenden aan: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, directie BV, team B&S, Postbus 90801, 2509 LV Den Haag
Verantwoordingsdocumenten
Wet werk en inkomen kunstenaars
ten behoeve van
de Stichting Kunstenaars & CO
BIJLAGE 2 BEHORENDE BIJ ARTIKEL I, ONDERDEEL D
Model Kostenopgave Wet werk en inkomen kunstenaars
Model Kostenopgave WWIK-SK&C, bijlage 2 als bedoeld in artikel 8, derde lid, van de Regeling financiering en administratieve uitvoeringsvoorschriften WWIK |
BIJLAGE 3 BEHORENDE BIJ ARTIKEL I, ONDERDEEL E
Model Verklaring van de accountant Wet werk en inkomen kunstenaars
Model Verklaring van de accountant WWIK-SK&C, bijlage 3 als bedoeld in artikel 8, vierde lid, van de Regeling financiering en administratieve uitvoeringsvoorschriften WWIK |
BIJLAGE 4 BEHORENDE BIJ ARTIKEL I, ONDERDEEL F
Controle- en rapportageprotocol
Wet werk en inkomen kunstenaars
Controle- en rapportageprotocol WWIK-SK&C, bijlage 4 als bedoeld in artikel 8, vierde lid, van de Regeling financiering en administratieve uitvoeringsvoorschriften WWIK |
Bijlage 4 als bedoeld in artikel 8, vierde lid, van de Regeling financiering en administratieve uitvoeringsvoorschriften WWIK
De krachtens artikel 51, derde lid, van de WWIK te stellen regels inzake de accountantsverklaring bij de kostenopgave van
de Stichting Kunstenaars & CO (adviserende instelling als bedoeld in artikel 35 van de WWIK) en het onderzoek dat resulteert
in de accountantsverklaring WWIK/SK&C
Controle- en rapportageprotocol WWIK/SK&C
1. Inleiding
De Stichting Kunstenaars & CO (SK&C) is belast met de advisering als bedoeld in artikel 35 van de WWIK.
Het bestuur van de SK&C verantwoordt jaarlijks de over het vergoedingsjaar voor rijksvergoeding in aanmerking komende declarabele
adviezen door middel van een door haar ondertekende kostenopgave, als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Rfau WWIK.
Het bestuur van de SK&C draagt zorg voor de tijdige inzending van de kostenopgave en de daarop betrekking hebbende accountantsverklaring.
Deze verklaring wordt afgegeven op basis van een onderzoek dat met inachtneming van dit controle- en rapportageprotocol is
uitgevoerd.
2. Het accountantsonderzoek
Het onderzoek door de accountant omvat de juistheid en rechtmatigheid van de in de kostenopgave verantwoorde uitvoeringskosten.
Ten behoeve van de juistheid en rechtmatigheid van de aantallen stelt de accountant vast dat adviezen alleen op verzoek van
het college zijn uitgebracht, gelet op artikel 23, vijfde lid, jo. artikel 35 van de WWIK.
De controle van de kostenopgave wordt afgesloten met een accountantsverklaring. De accountantsverklaring omvat een oordeel
over de juistheid en rechtmatigheid van de in de kostenopgave opgenomen informatie. Voor de verklaring moet worden gebruikgemaakt
van het door het ministerie verstrekte formulier van het model dat is opgenomen in bijlage 3 bij de Rfau WWIK
De goedkeuringstolerantie is 1%. Indien de onjuistheden/onrechtmatigheden groter zijn dan 1%, dan mag geen goedkeurende accountantsverklaring
worden afgegeven. In deze situatie wordt op het vervolgblad bij de accountantsverklaring de reden en de omvang van de fout
(geëxtrapoleerd naar de massa) aangegeven.
3. Kostenopgave WWIK/SK&C
Met betrekking tot de kostenopgave dienen de volgende taken te worden uitgevoerd:
• vaststellen dat per uitgebracht advies ten aanzien van wie in het kalenderjaar op verzoek van het college advies is uitgebracht,
het bedrag wordt gedeclareerd genoemd in artikel 3, tweede lid, van de Rfau WWIK;
• vaststellen dat de advisering heeft plaatsgevonden op verzoek van het college, gelet op artikel 23, vijfde lid, jo. artikel
35 van de WWIK, waarbij de datum van het afgegeven advies in het verantwoordingsjaar is gelegen.
TOELICHTING
Artikel I, onderdelen C, D en E
Met deze regeling worden de bijlagen 2, 3, en 4 van de Regeling financiering en administratieve uitvoeringsvoorschriften WWIK
vervangen. Met deze documenten verantwoordt de adviserende instelling zich jaarlijks aan het Rijk over het aantal in een kalenderjaar
uitgebrachte adviezen in het kader van de zogenaamde beroepsmatigheidstoets WWIK. Met deze regeling worden nieuwe bijlagen
vastgesteld voor het model van de kostenopgave, het model van de verklaring van de accountant en het controle- en rapportageprotocol
voor het onderzoek dat aan de verklaring van de accountant ten grondslag ligt.
Tot dusver werd in de bijlagen steeds het kalenderjaar vermeld waarop de verantwoording betrekking had. De vermelding van
het kalenderjaar, laatstelijk 2008, moest ieder jaar worden aangepast. In de nieuwe bijlagen is niet langer een specifiek
kalenderjaar opgenomen, zodat de bijlagen op dit punt geen jaarlijkse actualisering meer behoeven. Voor het overige zijn de
bijlagen niet gewijzigd.
Artikel III
Met ingang van 1 januari 2010 zijn de gemeentelijke middelen voor de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte
werkloze werknemers (IOAW), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ),
het Bbz 2004 voor zover dit betrekking heeft op algemene bijstand aan startende ondernemers, en de Wet werk en inkomen kunstenaars
(WWIK) gebundeld met het WWB-inkomensdeel. Om te berekenen of er in het kader van een aanvraag van een incidentele aanvullende
uitkering sprake is van een budgettekort, worden met ingang van 1 januari 2011 de uitgaven en ontvangsten op grond van de
gehele gebundelde uitkering betrokken, dus het totaal van het WWB-inkomensdeel, de Wet investeren in jongeren (WIJ), de IOAW,
de IOAZ, het gebundelde deel van het Bbz 2004 en de WWIK (artikel III, eerste en tweede lid). Aanvragen van vóór die datum
hebben alleen betrekking op de niet-gebundelde uitkering, dus op het WWB-inkomensdeel en de WIJ. Voor die aanvragen is een
overgangsbepaling geformuleerd, die vervalt met ingang van 1 januari 2011.
De overige wijzigingen zijn technisch van aard.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
J. Klijnsma.