Overdracht winningsvergunning P9c

24 december 2009

Nr. ET/EM / 9224802

De Minister van Economische Zaken,

Procesverloop:

  • Chevron Exploration and Production Netherlands B.V., Dyas B.V., Wintershall Noordzee B.V. en TAQA Licenses Offshore B.V. zijn thans gezamenlijk houder van de bij beschikking van de Minister van Economische Zaken van 7 juli 1993 met kenmerk E/EOG/MW 93018219 (Stcrt. nr. 126) verleende winningsvergunning, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 1 juni 2006 met kenmerk ET/EM/6037629 voor blokdeel P9c van het continentaal plat, welk blokdeel is aangegeven op de als bijlage 3 bij de Mijnbouwregeling gevoegde kaart;

  • TAQA Licenses Offshore B.V. heeft samen met haar medevergunninghouders bij brief van 6 november 2009 gevraagd om toestemming op grond van artikel 20 van de Mijnbouwwet voor overdracht van de winningsvergunning P9c zodat TAQA Offshore B.V. in de plaats treedt van TAQA Licenses Offshore B.V..

Overwegingen:

  • Voor het blokdeel waarvoor de winningsvergunning geldt, is aan derden geen andere vergunning verleend;

  • De aanvraag wordt als volgt begrepen dat er een overdracht plaats vindt zodanig dat de toekomstige vergunninghouder bestaat uit Chevron Exploration and Production Netherlands B.V., Dyas B.V., Wintershall Noordzee B.V. en TAQA Offshore B.V.;

  • Chevron Exploration and Production Netherlands B.V. is onder de huidige winningsvergunning P9c aangewezen als de persoon die de feitelijke werkzaamheden verricht of daartoe opdracht verleend, zoals bedoeld in artikel 22, vijfde lid, van de Mijnbouwwet;

  • Noch de technische of financiële mogelijkheden van de beoogde vergunninghouder, noch de wijze waarop hij voornemens is met de vergunning activiteiten te verrichten, noch zijn efficiëntie en verantwoordelijkheidszin bij opsporings- en winningsactiviteiten geven aanleiding de gevraagde toestemming te weigeren (artikel 20, eerste lid, Mijnbouwwet in samenhang met artikel 9, eerste lid, onder a tot en met c, Mijnbouwwet).

Gelet op artikel 20, eerste lid, en artikel 22, derde lid, van de Mijnbouwwet en artikel 1.3.7, derde lid, van de Mijnbouwregeling;

Besluit:

Artikel 1

Aan de houder van de winningsvergunning P9c, verleend bij beschikking van de Minister van Economische Zaken van 7 juli 1993 met kenmerk E/EOG/MW 93018219 (Stcrt. nr. 126), laatstelijk gewijzigd bij besluit van 1 juni 2006 met kenmerk ET/EM/603762930 voor blokdeel P9c wordt toestemming verleend tot overdracht van de vergunning zodat Chevron Exploration and Production Netherlands B.V., Dyas B.V., Wintershall Noordzee B.V. en TAQA Offshore B.V. gezamenlijk houder zullen worden van deze winningsvergunning.

Artikel 2

Chevron Exploration and Production Netherlands B.V., is de persoon als bedoeld in artikel 22, vijfde lid, van de Mijnbouwwet.

Artikel 3

De vergunning dient binnen één jaar na bekendmaking van deze beschikking daadwerkelijk te zijn overgedragen.

Artikel 4

De vergunninghouder doet van de overdracht onverwijld schriftelijk mededeling aan de Minister van Economische Zaken en Energie Beheer Nederland B.V., Postbus 19063, 3501 DB Utrecht.

Artikel 5

Deze beschikking treedt in werking met ingang van de dag na die waarop de beschikking is bekendgemaakt.

Deze beschikking wordt bekendgemaakt door toezending aan de aanvrager. Van deze beschikking wordt mededeling gedaan in de Staatscourant.

De Minister van Economische Zaken,

namens deze:

MT-lid directie Energiemarkt,

Y. Peters.

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken binnen 6 weken na de dag van verzending van dit besluit een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken, Directie Wetgeving en Juridische Zaken (ALP: L/204), Postbus 20101, 2500 EC ’s-Gravenhage. Dit besluit is verzonden op de in de aanhef vermelde datum.

Naar boven