TOELICHTING
Algemeen
Dit besluit wijzigt de Regeling tarieven Kadaster (RtK) in verband met wijzigingen in de tariefstructuur en tarieven voor
nieuwe of gewijzigde producten of diensten van het Kadaster. Van de gelegenheid is gebruik gemaakt ook enige redactionele
wijzigingen aan te brengen.
De wijzigingen in de tariefstructuur vinden plaats ten aanzien van bestaande onderdelen van de tarievenregeling die in de
praktijk tot onevenredige kostentoerekening aan gebruikers leidden. De voorgestelde wijzigingen leiden tot meer transparantie
en een betere verdeling van de kosten.
De tarieven voor nieuwe producten en diensten zijn gebaseerd op kostendekkendheid en liggen in lijn met het tariefniveau van
bestaande producten. Het gaat om perceelsvorming met voorlopige grenzen, teboekstelling van schepen, het woningrapport, web
mapping services, verstrekking van digitale luchtfoto’s en kleinschalige topografie.
Bij de redactionele wijzigingen gaat het om tekstuele verduidelijkingen zonder inhoudelijke consequenties. Het gaat om kortingen
bij automatische bijwerking van gedeeltelijke percelen, om de inschrijving van koopopties of voorovereenkomst tot koop, en
de tarieven van grensreconstructies.
Een en ander wordt hierna nader toegelicht.
Omtrent deze wijzigingen van de RtK is de Gebruikersraad, bedoeld in artikel 16 van de Organisatiewet Kadaster, gehoord. Deze
heeft terzake een positief advies gegeven.
Administratieve lasten
De onderhavige wijzigingen leiden niet tot tot een stijging van de administratieve lasten voor de burger of het bedrijfsleven.
Artikelsgewijs
Artikel I, onderdelen A en B
De artikelen 2, eerste lid, en 4 RtK maakten het mogelijk voor de inschrijving van een akte met een gedeeltelijk kadastraal
perceel een lager tarief te hanteren bij (gedeeltelijk) geautomatiseerde verwerking. Krachtens artikel 2, tweede lid, RtK
werd een vast bedrag berekend in geval van inschrijving van kleine gedeelten van percelen. Inmiddels is duidelijk geworden
dat (gedeeltelijk) geautomatiseerde bijwerking op grond van akten met gedeeltelijke kadastrale percelen vooralsnog niet mogelijk
is. Daarom wordt voor alle gedeelten van percelen de mogelijkheid van het lagere tarief voor de inschrijving bij (gedeeltelijk)
geautomatiseerde bijwerking geschrapt.
Artikel I, onderdeel B
Artikel 4, derde lid, RtK bevat het tarief voor de inschrijving van een koopovereenkomst (die op grond van het Burgerlijk
Wetboek kan worden ingeschreven). Een koopoptie of voorovereenkomst tot koop (waarbij de eigenaar met een derde afspreekt
dat die het recht krijgt te kopen en geleverd te krijgen tegen een bepaalde koopsom) kan op grond van artikel 10, derde lid,
Wet voorkeursrecht gemeenten worden ingeschreven. In dit soort gevallen heeft het Kadaster in de praktijk altijd artikel 4,
derde lid, RtK toegepast. Om onduidelijkheden te voorkomen, is dit artikellid nu ook van toepassing bij koopopties en voorovereenkomsten
tot koop (artikel 4, vierde lid, RtK).
Artikel I, onderdelen B, C en H
Het komt voor dat een eigenaar van een schip ondanks herhaaldelijk rappelleren het brandmerk niet laat aanbrengen op het schip.
In die gevallen weet de bewaarder niet zeker of het schip bestaat en zou sprake kunnen zijn van een niet bestaand of dubbel
teboekgesteld schip. Het afgelopen jaar heeft dit in ongeveer 30 gevallen tot aangifte bij de waterpolitie geleid. Om fraude
(het teboekstellen van een niet bestaand of van een reeds teboekgesteld schip) tegen te gaan, voert het Kadaster een nieuw
systeem in. Daarbij wordt het verzoek tot teboekstelling met (een kopie van de) bewijsstukken vooraf in depot gegeven (art. 18 RtK).
Nadat door de scheepsbrander van het Kadaster bij inspectie is geconstateerd dat het schip werkelijk bestaat en niet eerder
is teboekgesteld, wordt het schip voorzien van een brandmerk en volgt inschrijving van het in depot genomen verzoek tot teboekstelling.
Ook wordt (facultatief) een nieuwe fraudebestendige techniek ingevoerd op basis van microdots. Daarbij wordt, naast het aanbrengen
van het brandmerk, informatie (een nummer dat correspondeert met het brandmerknummer uit de scheepsregistratie) in microscopisch
kleine deeltjes versleuteld en door middel van een spuitbus op de scheepswand aangebracht. Deze microdots zijn zéér moeilijk
te verwijderen. De microdot-techniek maakt het mogelijk het schip te identificeren na (onbevoegde) verwijdering van het brandmerk.
Voor de teboekstelling van een schip wordt nu een totaaltarief berekend. Dit tarief komt neer op de samenvoeging van de tarieven
die voorheen op grond van de artikelen 4, 7, achtste lid (certificaat van teboekstelling), 18 (in depot nemen van bewijsstukken)
en 20 (aanbrengen brandmerk) RtK werden geheven. Voor het inschrijven van een verzoek tot teboekstelling van een schip is
nu een tarief van € 400,– (zonder microdots) of € 550,– (met microdots) verschuldigd. In geval van branding in het buitenland
komt daarop nog een toeslag voor de reis- en verblijfkosten (art. 20, vijfde lid, RtK). Die kosten worden van tevoren door
het Kadaster bekendgemaakt.
Soms is de eigendomsoverdracht van een schip afhankelijk van de betaling. Als voor de financiering een notariële hypotheekakte
nodig is, ontstaat een kip/ei discussie. Immers de hypotheek kan alleen gevestigd worden door de eigenaar, maar eigenaar wordt
men pas door betaling uit de hypotheekgelden Om dit op te lossen wordt door de notaris, zodra de gelden op zijn rekening zijn
gestort, een verklaring toegezonden dat door hem hypotheekgelden zijn ontvangen en dat uit deze hypotheekgelden de volledige
betaling zal plaatsvinden. Na ontvangst van die verklaring gaat de bewaarder over tot teboekstelling van het schip. In een
dergelijk geval en ook andere gevallen van een spoedteboekstelling, waarbij het Kadaster met het aanbrengen van het brandmerk
moet wachten op een bewijsstuk, is het tarief met € 100,– verhoogd. Die toeslag wordt volgens kwartiertarief vermeerderd met
een toeslag in het geval de scheepsbrander van het Kadaster langer dan een uur op een bewijsstuk moet wachten.
Artikel I, onderdeel C
Het Kadaster hanteerde een nultarief voor abonnees van Kadaster-on-line die gebruik maakten van automatische incasso. Ongeveer
de helft van de abonnees heeft inmiddels een dergelijk contract. Dit aandeel is stabiel en daarom kan gesteld worden dat stimulering
van het gebruik van automatische incasso niet meer nodig is. Het nultarief komt niet overeen met de vaste kosten per klant
voor een aansluiting op Kadaster-on-line. Daarom wordt het bestaande voordeel gedeeltelijk afgeschaft. Klanten die gebruik
maken van automatische incasso betalen de helft van het normale abonnementstarief. Een voordeel van het voor deze groep een
deel van het abonnementstarief berekenen, is dat de betrokken abonnee belang heeft bij het opzeggen van het abonnement als
hij dit niet gebruikt. Dit houdt het klantenbestand van het Kadaster schoon. Gelijktijdig is het normale tarief met een derde
verlaagd tot € 4,40.
Artikel I, onderdelen D en J
Met web mapping services is het mogelijk de kadastrale of topografische kaart als ondergrond voor internet-toepassingen te
gebruiken, bijvoorbeeld bij bestemmingsplannen, natuurgebieden, routeplanners. De bestanden blijven bij het Kadaster en hoeven
dus niet door de gebruiker te worden beheerd. Voor dit type services is het niet wenselijk om ‘per tik’ af te rekenen. Dit
omdat het gaat om grote aantallen inzages, wat een grote administratieve belasting met zich zou brengen. Daarom wordt hier
een abonnementsmodel gehanteerd, waarbij vooraf een jaarbedrag wordt bepaald. Het jaarbedrag wordt bepaald op basis van het
verwachte gebruik (artikelen 13, eerste lid, en 22, eerste lid, onderdeel v, RtK).
Artikel I, onderdeel E
Veelal gaan grensgeschillen over de ligging van een grens ten opzichte van een fysieke afscheiding, zoals een muur, heg, sloot,
schutting en dergelijke. In dergelijke gevallen is het eindpunt van de grens niet van belang. In die gevallen volstaat het
Kadaster met het reconstrueren van meetpunten, waaruit de ligging van de grens zonder eindpunt kan worden afgeleid. Als wel
informatie over de ligging van het eindpunt wenselijk is, moet een tweede grens worden geconstrueerd. Het snijpunt van beide
grenzen vormt het eindpunt van de gevraagde grens. In dergelijke gevallen heeft het Kadaster daarom als praktijk tweemaal
het tarief voor grensreconstructie in rekening te brengen. Daarom is nu expliciet bepaald dat het tarief geldt voor de ligging
van de grens (artikel 15, eerste lid, RtK) en dat bij reconstructie van de eindpunten hetzelfde tarief nog eens afzonderlijk
in rekening wordt gebracht (artikel 15, tweede lid, RtK).
Artikel I, onderdeel F
Het Kadaster hanteert een nieuwe manier van perceelsvorming. Het oude systeem leidt tot rechtsonzekerheid omdat de kadastrale
begrenzing en oppervlakte pas worden bijgewerkt en het nieuwe perceel administratief wordt gevormd, na het terreinbezoek door
de landmeter en in veel gevallen na eensluidende aanwijzing van de grens door partijen. Tot dan is de ligging van het betrokken
perceelsgedeelte niet zichtbaar op de kadastrale kaart en kunnen afnemers van kadasterinformatie niet beschikken over de nieuwe
kadastrale aanduiding en oppervlakte van het te vormen perceel.
Bij de nieuwe manier van perceelsvorming geven partijen de voorlopige nieuwe grenzen aan op de kadastrale kaart, met behulp
van een applicatie van het Kadaster. Het Kadaster vormt daarmee direct nieuwe percelen met een (definitieve) kadastrale aanduiding,
die worden opgenomen in de overdrachtsakte. Er kan dan een akte worden ingeschreven voor overdracht van een geheel (nieuw)
perceel in plaats van een gedeeltelijk perceel. De voorlopige kadastrale begrenzing van het grondstuk is onderscheidenlijk
weergegeven op de kadastrale kaart en is dus voor raadplegers van kadasterinformatie bekend. De applicatie wordt in de loop
van 2010 beschikbaar gesteld, in eerste instantie aan professionele gebruikers.
De akte kan met de nieuwe kadastrale aanduiding geautomatiseerd worden verwerkt, zodat er ook sprake is van korting op het
inschrijvingstarief.
Dit nieuwe systeem vervangt geleidelijk het huidige aktepostenproces.
Voor deze nieuwe manier van perceelsvorming is een nieuw tarief verschuldigd van € 895,– (artikel 16, onderdeel b, RtK). Dit
bedrag is bepaald op grond van het verwachte verschil in kostprijs ten opzichte van het tarief in het aktepostenproces.
Artikel I, onderdeel G
Sinds 1 januari 2009 hanteerde het Kadaster voor het vervaardigen van netwerktekeningen een standaardtarief. In de praktijk
bleek dat tarief bij kleine opdrachten niet kostendekkend. Daarom geldt naast het tarief per geleverde PDF en per ha een vast
bedrag voor de behandelingskosten. Dit vaste bedrag bedraagt acht maal het kwartiertarief. Dit is de gemiddelde tijd om het
maken van de tekening voor te bereiden, o.a. overleg met de klant te voeren over de te hanteren schaalgrootte en dergelijke.
Tegelijkertijd is het variabele tarief iets verlaagd (artikel 17, tweede lid, RtK) en is een lager tarief mogelijk gemaakt
voor het aanpassen van een eerder vervaardigde netwerktekening (artikel 17, derde lid, RtK). Daardoor zijn de gevolgen van
een en ander financieel neutraal.
Artikel I, onderdeel I
Voor de tarifering van statistische gegevens (aantallen, gemiddelden, totalen per periode/gebied/woningtype etcetera) wordt
een basistarief per geleverde informatie-eenheid gehanteerd (artikel 21, eerste lid, onderdelen a en b, RtK) en niet langer
een basistarief per onderliggende akte. Bij de hantering van een basistarief per onderliggende akte was het voor een afnemer
niet inzichtelijk welk tarief voor een bepaald product verwacht kan worden omdat het aantal onderliggende akten niet bekend
is. In de nieuwe structuur is het tarief afhankelijk van het aantal gevraagde informatie-eenheden per gebiedseenheid en dus
voor de klant inzichtelijker. De nieuwe methodiek leidt tot een meer generieke en eenduidige tarifering.
Voor extra statistische indelingen (bijvoorbeeld hypotheeklabels, marktsegmenten en woningtypen) en voor extra statistische
waarden (bijvoorbeeld hypotheeksommen, rentepercentages) geldt een 10% opslag. Voor een jaarabonnement geldt een tarief van
tweeënhalf de eenmalige opgave. Een en ander is geregeld in artikel 21, eerste lid, RtK. Ook is een aantal verduidelijkingen
in de tekst van het artikellid opgenomen. Zo is nu in artikel 21, eerste lid, onderdeel a, onderdelen 4° en 5°, RtK concreter
beschreven waarvoor deze onderdelen dienen, namelijk het leveren van essentialia van hypotheken en het verrekenen van doorlevering
aan derden.
Een ander nieuw product van het Kadaster is het woningrapport. Dit rapport combineert kadastrale gegevens van een pand met
andere beschikbare gegevens zoals het energielabel, referentiegegevens, gegevens van andere gemeenten en omgevingsfoto’s (cyclorama’s).
Het tarief voor het woningrapport is in het RtK opgenomen (artikel 21, eerste lid, onderdeel d). Dit tarief is gebaseerd op
de tarieven in het RtK van de verschillende onderdelen. Analoog aan het tarief voor de web mapping services wordt ook voor
een het tarief voor het woningrapport een kortingsstaffel gehanteerd, zodat het rapport aantrekkelijk wordt voor meervoudig
gebruik.
Voorheen werden gemeentelijke gegevens en omgevingsfoto’s via Kadaster Internet geleverd volgens een vast tarief van € 3,20
per inzage. Voor sommige gegevenssoorten bleek dit bedrag te hoog in verhouding met de inkoopprijs van die gegevens, voor
andere te laag. Daarom is voor het doorleveren van data van derden een meer generiek tarief ingevoerd (artikel 21, vierde
lid, RtK). Dit tarief is bepaald aan de hand van de inkoopprijs plus een opslag. De opslag is afhankelijk van de kostprijs
van de koppeling met de betrokken databank.
Artikel I, onderdeel J
In de RtK zijn de TOPxVector-produkten vervangen door TOPxNL-produkten (artikel 22, eerste lid, onderdelen c, e, f en h, RtK).
Deze topografische produkten voldoen aan de wettelijke specificaties voor de basisregistratie Topografie (objectgerichte bestandsstructuur,
tweejaarlijkse actualisatie).
De tarieven wijzigen niet.
In het tarief voor het bestand TOP50raster (artikel 22, eerste lid, onderdeel a, onderdeel 2°, RtK) was een fout geslopen.
Dit tarief was gelijkgesteld aan het tarief voor het bestand TOP25raster, maar is qua kilometerprijs veel goedkoper. Het tarief
is nu daarom gelijkgesteld aan het tarief voor TOP50namen (artikel 22, eerste lid, onderdeel o, RtK). In de praktijk hanteerde
het Kadaster al dit lagere tarief voor het bestand TOP50raster.
Digitale luchtfoto’s kunnen nu ook via het internet worden verspreid. Hiervoor geldt een kostendekkend tarief van € 10,– (artikel 22,
eerste lid, onderdeel q, RtK). Dit tarief zal ook worden gehanteerd bij verstrekking van een digitale luchtfoto in combinatie
met andere gegevens.
Artikel I, onderdeel K
De wijzigingen van artikel 23, eerste, derde en vierde lid, RtK vloeien voort uit de wijziging van de artikelen 21 en 22,
eerste lid, RtK.
Artikel II
Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de plaatsing daarvan in de Staatscourant. artikel I, onderdelen
C, G en I treden echter pas in werking met ingang van 1 april 2010. Dit omdat het Kadaster meer tijd nodig heeft voor de
invoering van de betrokken wijzigingen en de communicatie daarover met de klant.
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
J.M. Cramer.