Uitvoeringsregeling registratie akten BES

23 december 2010

Nr. DB 210-259

Directoraat-generaal voor fiscale zaken, Directie directe belastingen

De Minister van Financiën,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

Gelet op de artikelen 7:23 en 7.24 van de Belastingwet BES;

Besluit:

Algemene bepalingen

Artikel 1

  • 1. Deze regeling geeft uitvoering aan de artikelen 7.23 en 7.24 van de Belastingwet BES.

  • 2. Het bepaalde in de artikelen 1.3 en 7.1 van de Belastingwet BES is op deze regeling van toepassing.

Registratie

Artikel 2

  • 1. Onder registratie wordt verstaan de ambtelijke inschrijving in een register van de gehele of van de zakelijke inhoud van akten.

  • 2. De registratie is opgedragen aan de inspecteur.

  • 3. De registratie van op de BES eilanden opgemaakte akten geschiedt op het oorspronkelijk stuk; die van buiten de BES eilanden opgemaakte akten, hetzij op het oorspronkelijke stuk, hetzij op een afschrift of uittreksel.

  • 4. Op de akten, die zijn geregistreerd, stelt de Inspecteur ten bewijze daarvan een ondertekende verklaring, vermeldende het nummer en de dagtekening van de registratie; de dagtekening wordt voluit in letters gesteld, het jaartal kan in cijfers worden uitgedrukt.

Artikel 3

Onder akten worden niet alleen verstaan stukken, opgemaakt om tot bewijs te dienen, maar ook huiselijke papieren, brieven, kaarten, tekeningen en andere geschriften.

Artikel 4

De volgende akten, met uitzondering van de akten genoemd in artikel 5, moeten ter registratie worden aangeboden:

  • a. de akten van notarissen;

  • b. van de gerechtelijke akten alleen de vonnissen van onteigening en die van toewijzing bij executie;

  • c. de akten van gerechtsdeurwaarders; en

  • d. alle onderhandse en alle buiten de BES eilanden opgemaakte bewijsschriften.

Artikel 5

De volgende akten kunnen ter registratie worden aangeboden:

  • a. testamenten, akten van inbewaarneming en teruggave van olographische testamenten, akten van superscriptie van geheime testamenten, alsmede de omslagen van olographische en geheime testamenten, wanneer het testament is herroepen of vervallen;

  • b. de stukken in strafzaken;

  • c. handelspapier;

  • d. alle stukken in belastingzaken; en

  • e. alle overige akten.

Artikel 6

  • 1. Akten van notarissen, andere dan de onder het vijfde lid bedoelde, moeten binnen acht dagen na de dagtekening van de akte ter registratie worden aangeboden.

  • 2. Vonnissen moeten binnen acht dagen na de dagtekening van het vonnis ter registratie worden aangeboden.

  • 3. Akten van gerechtsdeurwaarders moeten binnen vier dagen na de dagtekening van de akte ter registratie worden aangeboden.

  • 4. Buiten de BES eilanden opgemaakte akten, inzake overdrachten die aan overdrachtsbelasting zijn onderworpen, moeten binnen drie maanden na de dagtekening van de akte ter registratie worden aangeboden.

  • 5. Testamenten en de overige stukken als bedoeld in artikel 5, onderdeel a, moeten binnen dertig dagen na de dag waarop het overlijden of de verklaring van vermoedelijk overlijden van de beschikker, de notaris of de betrokken bewaarder van de stukken bekend is geworden ter registratie worden aangeboden. Deze termijn geldt alleen als de stukken op de BES eilanden zijn opgemaakt of in bewaring gegeven of als de testateur bij zijn overlijden zijn woonplaats op één van de BES eilanden had.

  • 6. Er geldt geen termijn voor de registratie van andere onderhandse of buiten de BES-eilanden opgemaakte geschriften dan die genoemd in het vierde en vijfde lid. Voor zover deze geschriften aan registratie zijn onderworpen, mag daar, voordat zij zijn geregistreerd, geen gebruik als bedoeld in artikel 9 van worden gemaakt.

  • 7. Andere akten worden geregistreerd, wanneer zij daartoe worden aangeboden.

  • 8. Bij de voornoemde termijnen wordt de dag van de dagtekening van de akte of het vonnis, de dag van overlijden of van het bekend worden van het overlijden niet meegeteld.

Artikel 7

  • 1. De notarissen, griffiers en deurwaarders zijn verplicht, binnen de voorgeschreven termijnen, de in artikel 4, onderdelen a en b, genoemde akten en vonnissen aan te bieden ten kantore van de inspecteur.

  • 2. De verplichting tot aanbieding ten kantore van de inspecteur geldt ook voor de door notarissen in bewaring genomen olographische en geheime testamenten en de omslagen daarvan.

  • 3. Overtreding van het bepaalde in het eerste en tweede lid wordt aangemerkt als een strafbaar feit dat wordt bestraft met een geldboete van USD 100 voor elke ingegane week verzuim.

  • 4. Het niet tijdig aanbieden van de stukken, bedoeld in artikel 961 van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek BES en van buiten de BES eilanden opgemaakte testamenten, wordt aangemerkt als een strafbaar feit dat wordt gestraft met een geldboete van USD 100.

  • 5. De griffiers worden niet gestraft met een geldboete, wanneer de belanghebbenden in gebreke zijn gebleven om, overeenkomstig hoofdstuk 7 van de Belastingwet BES de verschuldigde belasting op aangifte te voldoen, mits de griffier binnen de termijn van registratie aan de inspecteur heeft aangeboden een op ongezegeld papier te stellen uittreksel van het vonnis, bevattende al hetgeen ter berekening van de bedoelde belastingen nodig is.

Artikel 8

De griffiers is, behoudens het bepaalde in artikel 7, vierde lid, niet toegestaan grossen, afschriften of uittreksels uit te geven van de vonnissen, bedoeld in artikel 4, onderdeel b, voordat de minuut is geregistreerd.

Artikel 9

  • 1. Het is aan alle ambtenaren verboden om krachtens of naar aanleiding van enig onderhands of buiten de BES-eilanden opgemaakt geschrift als bedoeld in artikel 4, onderdeel d:

    • a. enige akte op te maken;

    • b. in burgerlijke zaken vonnis te wijzen;

    • c. een besluit te nemen;

    • d. die geschriften in een akte, een vonnis in burgerlijke zaken of een besluit te vermelden;

    • e. die geschriften aan hun akten vast te hechten, of

    • f. daarop aantekeningen te legaliseren,

    voordat het onderhandse of buiten de BES eilanden opgemaakte geschrift is geregistreerd.

  • 2. In de akte, het vonnis of besluit worden de onderhandse of buiten de BES eilanden opgemaakte geschriften vermeld met aanduiding van het kantoor en de dagtekening van de registratie.

  • 3. Het bepaalde bij het eerste lid is niet van toepassing ten aanzien van notarissen, mits deze de bedoelde geschriften tegelijk met hun akte ter registratie aanbieden.

Artikel 10

Het vorige artikel is niet van toepassing op:

  • a. akten van inbewaarneming, superscriptie en teruggave van olographische of geheime testamenten, processenverbaal van aanbieding van die testamenten en van de testamenten, bedoeld bij artikel 961 van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek BES, welke akten en processenverbaal kunnen worden opgemaakt zonder voorafgaande registratie van de testamenten en de omslagen daarvan;

  • b. boedelbeschrijvingen, verdelingen en processenverbaal van verzegeling en ontzegeling, waarin ongeregistreerde stukken kunnen worden aangehaald, die aanwezig zijn bevonden en beschreven of vermeld moeten worden;

  • c. stukken opgemaakt ter regeling van betalingen aan of door het Rijk of de BES eilanden;

  • d. volmachten waarvan enig gebruik als bedoeld in artikel 9 kan worden gemaakt zonder voorafgaande registratie; of

  • e. akten van de Burgerlijke Stand, waarbij ongeregistreerd kunnen worden gebruikt de stukken, daarbij volgens het Burgerlijk Wetboek BES gevorderd.

Artikel 11

  • 1. De notarissen, de griffiers en de deurwaarders zijn verplicht een kolomsgewijze ingericht repertorium te houden en zijn verplicht dag voor dag de minuten van alle akten te hun overstaan verleden of door hen opgemaakt en van de vonnissen, met uitzondering van de akten en vonnissen in strafzaken, in te schrijven.

  • 2. De notarissen zijn verplicht om op hun repertorium in te schrijven de afschriften en uittreksels van vertoonde stukken. De door hen in originali uit te geven akten, waarvan twee of meer gelijkluidende op hetzelfde ogenblik zijn verleden, zullen op het repertorium onder één nummer worden vermeld.

  • 3. Elke inschrijving moet vermelden:

    • a. het per jaar doorlopende volgnummer;

    • b. de dagtekening van de akte of van het vonnis;

    • c. de aard van de akte of van het vonnis;

    • d. de namen en woonplaatsen van de partijen, met dien verstande, dat van meer personen slechts een of een van weerszijden behoeft te worden vermeld, onder bijvoeging van “en anderen”;

    • e. een beknopte, doch duidelijke aanduiding van de goederen, die het voorwerp van de rechtshandeling uitmaken; en

    • f. de dagtekening van de registratie.

  • 4. De bladen van de repertoria moeten, voordat enige inschrijving geschiedt, zijn genummerd en gekanttekend door het gerecht in eerste aanleg, dat bevoegd is in het openbare lichaam.

  • 5. Het niet voldoen aan de verplichtingen van het eerste lid en elke verzuimde of dubbele inschrijving zijn strafbare feiten die worden bestraft met een geldboete van USD 100.

Artikel 12

  • 1. De notarissen, griffiers en deurwaarders zijn verplicht binnen de eerste tien dagen van elk kalenderkwartaal aan de inspecteur hun repertorium ter visering aan te bieden.

  • 2. De inspecteur schrijft de aanbieding in het registratieregister; voor elke zodanige inschrijving wordt een vak gebruikt.

  • 3. Het niet voldoen aan de verplichting van het eerste lid is een strafbaar feit dat word bestraft met

    een geldboete van USD 100 voor elke ingegane week verzuim.

De Registers

Artikel 13

  • 1. De registratieregisters zijn op elk blad genummerd en verdeeld in vakken; zij worden ingericht naar het model, door Onze Minister te bepalen.

  • 2. Bij inwerkingtreding van deze regeling geldt als model het model dat van toepassing was onder de als wet van toepassing zijnde Registratieverordening 1908.

Artikel 14

  • 1. Alle ter registratie aangeboden stukken worden, naarmate dat zij inkomen, onder een per jaar doorlopend volgnummer in het register ingeschreven. De inschrijving vangt aan met dit nummer en met de dagtekening van aanbieding. De dagtekening wordt, met uitzondering van het jaartal, voluit in letters geschreven.

  • 2. Elke inschrijving wordt door de inspecteur ondertekend.

  • 3. Voor elke inschrijving worden één of meer vakken gebruikt. Een vak mag slechts voor één inschrijving worden gebezigd.

Artikel 15

  • 1. Het is verboden om in de registers enig woord, letter of cijfer tussen-, bij- of over te schrijven, onleesbaar te maken of op enige andere wijze te doen verdwijnen.

  • 2. Alle bijvoegingen en veranderingen in een inschrijving geschieden aan het slot van de inschrijving en worden aldaar, evenals alle doorhalingen, door de inspecteur goedgekeurd en gewaarmerkt.

  • 3. Doorhalingen geschieden zodanig, dat het doorgehaalde leesbaar blijft.

  • 4. Elke doorhaling, bijvoeging of verandering in het register na de afgifte van het geregistreerde stuk is verboden.

Artikel 16

  • 1. Dagelijks, onmiddellijk ná het sluitingsuur, wordt het register door de inspecteur afgesloten door een gedagtekende en ondertekende verklaring, waarvoor een vak wordt gebruikt, onmiddellijk volgende op de laatste inschrijving of, indien geen inschrijving op die dag heeft plaats gehad, op de laatste afsluiting. Daarbij worden de dag en de dagtekening, met uitzondering van het jaartal, voluit in letters geschreven.

  • 2. De afsluitingen van zaterdagen, van zondagen en van krachtens de Arbeidswet 2000 BES met de zondag gelijkgestelde dagen geschiedt op de eerstvolgende werkdag, voordat met de registratie wordt aangevangen.

  • 3. Indien een aangevangen registratie niet op de dag van aanbieding vóór het tijdstip van de afsluiting kan worden afgewerkt, wordt het register niettemin afgesloten en de

    registratie op de volgende en zonodig de verdere kantoordagen vervolgd met onderlinge verwijzing.

Artikel 17

Voor elke overtreding van de artikelen 14, 15, en 16, voor ieder opengebleven vak, voor elke dubbele registratie of dubbele afsluiting kan door de inspecteur een geldboete worden opgelegd van USD 50, ook al is het opengelaten vak aangevuld of onbruikbaar gemaakt.

Artikel 18

  • 1. De inspecteur geeft geen inzage van de registratieregisters, noch geeft daar uittreksels uit af anders dan aan partijen bij het geregistreerde stuk of hun rechtverkrijgenden, tenzij Onze Minister ontheffing verleent van de geheimhoudingsplicht. Een dergelijke autorisatie ontheft de inspecteur van de verplichting tot geheimhouding.

  • 2. Een uittreksel uit het registratieregister is niet anders dan een volledig afschrift van een inschrijving in het register; het wordt door de inspecteur voor afschrift ondertekend, met vermelding van de dagtekening van afgifte en van naam en woonplaats van degene, aan wie het wordt uitgereikt.

Artikel 19

  • 1. Alle personen, die in een openbare betrekking registers, akten of stukken houden of in bewaring hebben, zijn verplicht om daarvan, zonder verplaatsing, inzage te geven aan de inspecteur en aan door deze aan te wijzen ambtenaren en te gedogen, dat deze daarvan afschriften of uittreksels nemen.

  • 2. Er wordt geen inzage verleend van akten van uiterste willen, zolang de beschikkers in leven zijn en van akten van inbewaargeving, superscriptie, herroeping en terugneming van uiterste willen, gedurende het leven van hen, tot wiens verzoek die akten zijn opgemaakt.

  • 3. Voldoening aan de bij het eerste lid omschreven verplichtingen kan gevorderd worden op elke dag tijdens kantooruren, met uitzondering van zaterdagen, van zondagen en de krachtens de Arbeidswet 2000 BES met de zondag gelijkgestelde dagen.

  • 4. Weigering of belemmering van inzage is een strafbaar feit dat wordt gestraft met een geldboete van USD 750.

Artikel 20

  • 1. Onze Ministers, openbare lichamen en rechtspersonen die bij of krachtens een bijzondere wet rechtspersoonlijkheid hebben verkregen, de onder hen ressorterende instellingen en diensten, alsmede lichamen die hoofdzakelijk uitvoering geven aan het beleid van het Rijk, verschaffen, mondeling, schriftelijk of op andere wijze, zulks ter keuze van de inspecteur, de gegevens en inlichtingen, en wel kosteloos, die hun door de inspecteur ter uitvoering van deze regeling worden gevraagd.

  • 2. Onze Minister kan op schriftelijk verzoek ontheffing verlenen van de in het eerste lid omschreven verplichting.

Overige bepalingen

Artikel 21

De kantoren van de inspecteur zijn voor de registratie van akten dagelijks geopend van 09.30 uur tot 15.30 uur, met uitzondering van zaterdagen, van zondagen en de krachtens de Arbeidswet 2000 BES met de zondag gelijkgestelde dagen.

Artikel 22

Indien de laatste dag van een termijn bij deze regeling bepaald een zaterdag, een zondag, of een krachtens de Arbeidswet 2000 BES met de zondag gelijkgestelde dag is, wordt de termijn verlengd tot en met de eerstvolgende werkdag.

Artikel 23

De verplichtingen die volgens deze regeling bestaan jegens de inspecteur gelden mede jegens iedere door deze aangewezen ambtenaar van de Belastingdienst.

Overgangsrecht

Artikel 24

Indien vóór het tijdstip van de inwerkingtreding van deze uitvoeringsregeling verplichtingen ter zake van registratie zijn ontstaan uit hoofde van de als wet van toepassing zijnde Registratieverordening 1908 en de registratieverordening 1908 en vóór het tijdstip van de inwerkingtreding van deze uitvoeringsregeling nog geen registratie heeft plaatsgevonden, blijven die verplichtingen ter zake onverkort gelden en vindt de uitvoering van die registratie plaats op basis van de bepalingen van deze regeling.

Slotbepalingen

Artikel 25

  • 1. Deze regeling treedt in werking op het tijdstip waarop de Belastingwet BES in werking treedt.

  • 2. Deze regeling wordt aangehaald als: Uitvoeringsregeling registratie akten BES.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 23 december 2010

De Staatssecretaris van Financiën,

F.H.H. Weekers.

TOELICHTING

I. Algemeen

Op 10 oktober 2010 heeft de wijziging van de verhoudingen tussen de onderdelen van het Rijk daadwerkelijk gestalte gekregen. In dat verband zijn de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba gevormd. De heffing van belasting op de BES eilanden voor de periode 10 oktober 2010 tot 1 januari 2011 vindt plaats op basis het bepaalde in de Wet geldstelsel BES en de op die wet gebaseerde Uitvoeringsregeling fiscaliteit in overgangsperiode BES. Dat betekent voor voornoemde periode dat de regelingen van de Registratieverordening 1908 ook in de overgangsperiode toepassing vinden. In de registratieverordening 1908 was de uitvoering van de registratie opgedragen aan de aangewezen Inspecteurs der Belastingen.

Per 1 januari 2010 is de Belastingwet BES van toepassing. In artikel 7.23 van de voornoemde wet is voorzien dat bij ministeriële regeling regels kunnen worden gesteld ter zake van de registratie van akten, alsmede ter zake van daarmee samenhangende verplichtingen en onder meer verboden en strafbepalingen. In artikel 7.24 van eerder genoemde wet is daarnaast opgenomen dat andere passende regels worden gesteld inzake de toepassing van Hoofdstuk VII en ter aanvulling van in dat hoofdstuk geregelde onderwerpen. De onderhavige uitvoeringsregeling geeft in dat kader een regeling voor de registratie van akten. Bij de vormgeving van deze uitvoeringsregeling is in beginsel uitgegaan van hetgeen is opgenomen in de voornoemde Registratieverordening 1908. Bedoeling is de eerder op de BES eilanden ter zake van de registratie van akten gehanteerde gedragslijn, mede ter bescherming van burgers en bedrijfsleven, zoveel mogelijk voort te zetten. Wel hebben uiteraard, daar waar nodig, aanpassingen plaatsgevonden, onder meer in verband met de wijzigingen in de staatkundige verhoudingen en de daarbij passende wijzigingen in de organisatie van de belastingheffing. Ook is thans, net als bij registratie in het Europese deel van Nederland, afgezien van het opnemen van een bepaling inzake de betaling van registratierecht.

In de toelichting op de artikelen word nader op een en ander ingegaan.

II. Artikelsgewijs

Algemene bepalingen

Artikel 1

Deze uitvoeringsregeling geeft op basis artikel 7.23 van de Belastingwet BES een regeling voor de registratie van akten. Om de aansluiting te houden bij de Belastingwet BES wordt voor de definities gebruik gemaakt van de artikelen 1.3 en 7.1 van voornoemde wet.

Registratie

Artikel 2

In dit artikel is opgenomen wat onder registratie wordt verstaan en wie zorg draagt voor de ambtelijke inschrijving in een register van de gehele of van de zakelijke inhoud van akten. Die taak blijft bij de inspecteur, thans onderdeel van de Belastingdienst.

De registratie van op de BES eilanden opgemaakte akten geschiedt op het oorspronkelijk stuk. Dat geldt in principe ook voor van buiten de BES eilanden opgemaakte akten.

De Inspecteur stelt, als bewijs van registratie, op de geregistreerde akte een verklaring. In die verklaring wordt onder meer de dagtekening van de registratie opgenomen.

Artikel 3

In de uitvoeringsregeling is voorzien in registratie van akten door de inspecteur. In dit verband is onder akten niet alleen te verstaan stukken, die zijn opgemaakt om tot bewijs te dienen. Ook huiselijke papieren, brieven, kaarten, tekeningen en andere geschriften worden als zodanig aangemerkt.

Artikel 4

De regeling kent twee situaties waarin registratie van een akte plaatsvindt, de verplichte registratie en de vrijwillige registratie. In dit artikel is opgenomen in welke gevallen registratie verplicht is. De belangrijkste verplichte registraties zijn de registratie van de akten van notarissen, de gerechtelijke akten, voor zover dat zijn de vonnissen van onteigening en die van toewijzing bij executie, en de akten van gerechtsdeurwaarders. Door de aansluiting bij de Registratieverordening 1908 blijft de uitvoering in de praktijk gelijk.

Die verplichting tot registratie geldt overigens niet voor de akten genoemd in artikel 5 van deze uitvoeringsregeling.

Artikel 5

Naast de verplichte registratie van artikel 4 van deze uitvoeringsregeling is het ook mogelijk op vrijwillige basis om registratie van een akte te vragen. In dit artikel zijn de akten opgenomen waarvoor kan worden verzocht om registratie.

Zo kunnen testamenten, akten van inbewaarneming en teruggave van olographische testamenten en akten van superscriptie van geheime testamenten op verzoek worden geregistreerd.

Artikel 6

Teneinde een ordelijke uitvoering van de verplichte registratie van akten te bereiken, zijn daar in dit artikel termijnen voor gesteld. Zo moeten de akten van notarissen, andere dan die bedoeld in het vijfde lid, binnen acht dagen na de dagtekening van de akte ter registratie worden aangeboden. Vonnissen moeten binnen acht dagen na de dagtekening van het vonnis ter registratie worden aangeboden en akten van gerechtsdeurwaarders moeten binnen vier dagen na de dagtekening van de akte ter registratie worden aangeboden.

Voor andere akten gelden eigen termijnen en regels voor het aanbieden ter registratie. Bij de termijnen opgenomen in dit artikel wordt de dag van dagtekening van de akte of van het vonnis of de dag van overlijden of van het bekend worden van het overlijden niet meegeteld.

Artikel 7

De notarissen, griffiers en deurwaarders zijn verplicht binnen bepaalde termijnen de verplicht te registreren akten en vonnissen aan te bieden aan het kantoor van de inspecteur. Op niet voldoen aan die verplichting staat een geldboete van USD 100 voor elke ingegane week verzuim. Een en ander is ook van toepassing op de door notarissen in bewaring genomen olographische en geheime testamenten en de omslagen daarvan.

Ook op het niet tijdig aanbieden van de stukken, bedoeld in artikel 961 van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek BES, en van buiten de BES eilanden opgemaakte testamenten door belanghebbende staat een geldboete.

Wanneer de belanghebbenden in gebreke zijn gebleven om, overeenkomstig hoofdstuk 7 van de Belastingwet BES, de verschuldigde belasting op aangifte te voldoen, en de griffier binnen de termijn van registratie aan de inspecteur heeft aangeboden een op ongezegeld papier te stellen uittreksel van het vonnis, waarin al hetgeen ter berekening van de bedoelde belastingen nodig is vermeld, komt de mogelijkheid tot het opleggen van een geldboete niet aan de orde.

Artikel 8

In artikel 4, onderdeel b, van deze uitvoeringsregeling is een verplichting opgenomen voor registratie van bepaalde gerechtelijke akten. Het gaat daarbij om de vonnissen van onteigening en die van toewijzing bij executie. De griffiers mogen voor die vonnissen, behalve in de gevallen van artikel 7, vierde lid, geen grossen, afschriften of uittreksels uitgeven voordat de minuut is geregistreerd.

Artikel 9

Dit artikel stelt een verbod op een aantal activiteiten van ambtenaren. Zo is het onder meer aan alle ambtenaren verboden om krachtens of naar aanleiding van enig onderhands of buiten de BES eilanden opgemaakt geschrift als bedoeld in artikel 4, onderdeel d, voordat het onderhandse of buiten de BES eilanden opgemaakte geschrift is geregistreerd, verboden enige akte op te maken, in burgerlijke zaken vonnis te wijzen en een besluit te nemen.

Het vorenstaande is niet van toepassing ten aanzien van notarissen, mits deze de geschriften tegelijk met hun akte ter registratie aanbieden.

In de akte, het vonnis of besluit, worden de onderhandse of buiten de BES eilanden opgemaakte geschriften vermeld met aanduiding van het kantoor en de dagtekening van de registratie.

Artikel 10

In bepaalde gevallen is het verbod van artikel 9 niet van toepassing. In de onderdelen a tot en met e van het onderhavige artikel is opgenomen welke gevallen dit betreft. Het gaat onder andere om stukken opgemaakt ter regeling van betalingen aan of door het Rijk of de BES eilanden.

Artikel 11

De notarissen, de griffiers en de deurwaarders zijn verplicht een op een bepaalde wijze ingericht repertorium te houden. Ook aan het bijhouden van dat repertorium worden in dit artikel eisen gesteld. Op het niet voldoen aan de verplichtingen staat een geldboete.

De inschrijving in het repertorium betreft onder meer de dagtekening van de akte of van het vonnis, de aard van de akte of van het vonnis, de namen en woonplaatsen van de partijen en de dagtekening van de registratie.

Artikel 12

Notarissen, griffiers en deurwaarders moeten een repertorium bijhouden. Zij zijn verplicht binnen de eerste tien dagen van elk kalenderkwartaal hun repertorium ter visering aan de inspecteur aan te bieden. Het niet voldoen aan die verplichting kan worden bestraft met een geldboete van USD 100 voor elke ingegane week verzuim.

De Inspecteur is verplicht de aanbieding van het repertorium in te schrijven in het registratieregister. Voor elke inschrijving van een repertorium gebruikt hij een vak van het register.

De Registers

Artikel 13

Teneinde de uitvoering van de registratie ordelijk te laten verlopen, zijn aan de registratieregisters enkele eisen gesteld. De registers moeten op elk blad zijn genummerd en de bladen moeten zijn verdeeld in vakken. De details van de regeling zijn nader worden ingevuld in het model van het register. Bij inwerkingtreding van deze uitvoeringsregeling is voorzien in gebruik van het voorheen gebezigde model.

Artikel 14

Dit artikel bevat enkele regels voor de registratie van de akten. Alle aangeboden stukken worden op basis van hun binnenkomst onder een per jaar doorlopend volgnummer in het register ingeschreven. De inschrijving vangt aan met dit nummer en met de dagtekening van aanbieding. Verder moet elke inschrijving door de inspecteur of namens hem worden ondertekend.

Artikel 15

In lijn met de voorheen geldende regeling is in dit artikel opgenomen dat het verboden is om in de registers enig woord, letter of cijfer tussen-, bij- of over te schrijven, onleesbaar te maken of op enige andere wijze te doen verdwijnen. Wel is er een mogelijkheid voor bijvoegingen en veranderingen in een inschrijving aan het slot van de inschrijving. Bijvoegingen, veranderingen en doorhalingen moet door de Inspecteur worden goedgekeurd. Om een en ander te kunnen reconstrueren, vinden doorhalingen zo plaats dat het doorgehaalde leesbaar blijft.

Na de afgifte van het geregistreerde stuk is het verboden om nog een doorhaling, bijvoeging en verandering in het register aan te brengen. Dat laatste hangt samen met de positie en de betekenis van het register.

Artikel 16

In dit artikel is een regeling opgenomen voor afsluiting van het register. De inspecteur moet dagelijks, onmiddellijk na het tijdstip waarop de registratiemogelijkheid sluit, het register afsluiten. Hij doet dat door een gedagtekende en ondertekende verklaring. In het tweede en derde lid zijn regelingen opgenomen voor bijzondere situaties.

Artikel 17

Ter waarborging van de verplichtingen van de artikelen 14, 15, en 16, is in dit artikel een boetebepaling opgenomen. Hoewel dit in het Europese deel van Nederland niet meer gebruikelijk is, is er vooralsnog voor gekozen deze bepaling, die ook in de Registratieverordening 1908 was opgenomen, te handhaven.

Artikel 18

Van hetgeen is opgenomen in het door de inspecteur gehouden register kan niet een ieder kennisnemen. Het is de inspecteur in dit artikel verboden inzage te geven in de registratieregisters. Ook is het verboden om uittreksels uit het register af te geven. Inzage kan echter wel worden gegeven aan partijen die zijn betrokken bij het geregistreerde stuk, ook kan inzage worden gegeven aan hun rechtverkrijgenden. Aan voornoemde partijen kunnen ook uittreksels uit het register worden afgegeven.

Onze Minister kan ontheffing verlenen van de geheimhoudingsplicht. Na zo’n ontheffing kan de inspecteur dus wel kennisneming toestaan, dan wel een uittreksel afgeven.

Een uittreksel uit het registratieregister moet aan bepaalde voorwaarden voldoen. Het af te geven uittreksel mag niet anders zijn dan een volledig afschrift van een inschrijving in het register.

De inspecteur ondertekent het uittreksel voor afschrift. De inspecteur vermeldt op dat uittreksel de dagtekening van afgifte en tevens de naam en de woonplaats van degene, aan wie het uittreksel wordt uitgereikt.

Artikel 19

Alle personen, die in een openbare betrekking, registers, akten of stukken houden of in bewaring hebben, zijn verplicht om de inspecteur daarvan inzage te geven. Ook moet inzage worden gegeven aan de door de inspecteur aan te wijzen ambtenaren. Toegelaten moet worden dat er afschriften worden gemaakt en/of uittreksels worden genomen.

In het tweede lid van dit artikel is opgenomen in welke gevallen geen inzage wordt verleend.

Voldoening aan de voornoemde verplichtingen kan, op grond van het bepaalde in het derde lid, elke dag tijdens kantooruren gevorderd worden. Daarbij geldt wel een uitzondering voor zaterdagen, voor zondagen en voor de met de zondag gelijkgestelde dagen.

Tenslotte is in het artikel bij weigering of belemmering van inzage, ter waarborging van het voldoen aan de verplichting, voorzien in strafbaarstelling.

Artikel 20

In dit artikel is opgenomen wie mondeling, schriftelijk of op andere wijze, en dat ter keuze van de inspecteur, verplicht is de door deze gevraagde gegevens en inlichtingen te verschaffen. Het gaat dan om gegevens die de inspecteur nodig heeft ter uitvoering van deze uitvoeringsregeling. De gegevens worden kosteloos verschaft. Onze Minister kan overigens, op schriftelijk verzoek daartoe, ontheffing verlenen van de verplichting de gevraagde gegevens en inlichtingen te verschaffen.

Overige bepalingen

Artikel 21

Om voor burgers en bedrijven duidelijk te maken wanneer zij akten ter registratie kunnen aanbieden, is in dit artikel opgenomen wanneer de inspecteur bereikbaar is. De kantoren van de inspecteur zijn voor de registratie van akten dagelijks geopend van 09.30 uur tot 15.30 uur. Daarbij geldt een uitzondering voor zaterdagen, voor zondagen en voor de krachtens de Arbeidswet 2000 BES met de zondag gelijkgestelde dagen.

Artikel 22

Uiteraard kan bij de gestelde termijnen een regeling voor zaterdagen, zondagen en gelijkgestelde dagen niet ontbreken. Indien de laatste dag van een termijn bij deze uitvoeringsregeling bepaald is op een zaterdag, een zondag, of een krachtens de Arbeidswet 2000 BES met de zondag gelijkgestelde dag, wordt de termijn verlengd tot en met de eerstvolgende werkdag.

Artikel 23

Het is mogelijk dat voor verplichtingen die jegens de inspecteur bestaan een ander wordt aangewezen. De verplichtingen die volgens deze uitvoeringsregeling bestaan jegens de inspecteur gelden mede jegens iedere door deze aangewezen andere ambtenaar van de Belastingdienst.

Overgangsrecht

Artikel 24

Indien vóór het tijdstip van de inwerkingtreding van deze uitvoeringsregeling verplichtingen ter zake van registratie zijn ontstaan uit hoofde van de als wet van toepassing zijnde Registratieverordening 1908 dan wel de Registratieverordening 2008 en vóór voornoemd tijdstip nog geen registratie heeft plaatsgevonden, blijven de verplichtingen ter zake onverkort gelden en vindt de uitvoering van die registratie plaats op basis van de bepalingen van deze regeling.

Slotbepalingen

Artikel 25

In dit artikel is de inwerkingtreding geregeld en is tevens de citeertitel van deze uitvoeringsregeling opgenomen. De uitvoeringsregeling treedt gelijktijdig met de Belastingwet BES in werking. De uitvoeringsregeling wordt voorts aangehaald als: Uitvoeringsregeling registratie akten BES.

De Staatssecretaris van Financiën,

F.H.H. Weekers.

Naar boven