TOELICHTING
Algemeen
In deze ministeriële regeling wordt een aantal onderwerpen betreffende de naturalisatietoets in de openbare lichamen Bonaire,
Sint Eustatius en Saba nader geregeld. Het betreft de vaststelling van de naturalisatietoets, de aanwijzing van de instantie
die bevoegd is tot het afnemen van de toets in het openbaar lichaam. Ook het uitreiken van het Certificaat naturalisatietoets
ten bewijze van het succesvol afleggen van de naturalisatietoets wordt geregeld. Voorts zijn een aantal gronden voor de gedeeltelijke
vrijstelling van de naturalisatietoets op grond van eerder behaalde resultaten nader uitgewerkt. Ook de gedeeltelijke ontheffing
van de naturalisatietoets wegens een bepaalde belemmering dan wel een voldoende geleverde inspanning is ten opzichte van de
voorafgaande regeling uitgebreider opgenomen.
Deze regeling ziet alleen op de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en heeft alleen betrekking op de vreemdeling
die op of na 1 januari 2011 een naturalisatieverzoek heeft ingediend.
Artikelsgewijs
Artikel 2
Dit artikel geeft aan dat de naturalisatietoets bestaat uit een deelexamen voor staatsinrichting en maatschappij en uit twee
taalexamens. De in het derde lid van artikel 2 van het Besluit naturalisatietoets genoemde vaardigheden, namelijk spreekvaardigheid,
luistervaardigheid, schrijfvaardigheid en leesvaardigheid, moeten ingevolge artikel 2, derde lid, van het Besluit naturalisatietoets
worden geëxamineerd.
Artikel 3
In deze bepaling wordt ingevolge artikel 2, vierde lid, van het Besluit naturalisatietoets bepaald dat de gezaghebber bevoegd
is tot het afnemen van de naturalisatietoets. Hiermee ligt de formele bevoegdheid voor de uitvoering van de naturalisatietoets
bij de gezaghebber. Het ligt in de lijn van de verwachting dat de gezaghebber ervoor zorg draagt dat de feitelijke afname
van de naturalisatietoets zal geschieden, namens hem, bij een lokale schoolinstelling. Echter, indien de plaatselijke omstandigheden
daartoe aanleiding geven, waarbij bijvoorbeeld aan de kleinschaligheid kan worden gedacht, dan geeft dit artikel de mogelijkheid
de afname van de naturalisatietoets te laten geschieden op elke daarvoor door de gezaghebber aangewezen locatie.
Artikel 4
Er staat tegen het oordeel zoals de feitelijk examinerende instelling dat vaststelt geen afzonderlijke bezwaar- en beroepsprocedure
open. Het oordeel omtrent de beoordeling van de resultaten van de naturalisatietoets treft de naturalisandus, los van het
besluit op zijn verzoek om naturalisatie, niet rechtstreeks in zijn belang. Het oordeel over de resultaten van de naturalisatietoets
is voor hem alleen van belang in het kader van de uiteindelijke beslissing op zijn naturalisatieverzoek. Tegen deze laatste
beslissing staat bezwaar en beroep open op grond van de Wet administratieve rechtspraak BES.
Artikel 5
In het eerste lid is bepaald dat de instantie of de onderwijsinstelling, waar het examen is afgelegd, waar de boordeling heeft
plaatsgevonden en het examenresultaat is vastgesteld, bevoegd is tot het verstrekken van het Certificaat naturalisatietoets
aan de kandidaat die geslaagd is voor de naturalisatietoets.
In het tweede lid wordt het model van het Certificaat naturalisatietoets aangewezen dat is opgenomen in bijlage 2.
Artikel 6
Dit artikel bevat een gedeeltelijke vrijstelling van de naturalisatietoets en wel van het onderdeel dat de kennis van de Nederlandse
taal toetst. De houder van een in dit artikel genoemd bewijsstuk bezit reeds aantoonbaar de gevraagde mate van kennis van
de Nederlandse taal.
Artikel 7 en 8
Deze twee artikelen bevatten overgangsrecht voor personen die op de datum van de inwerkingtreding van deze regeling reeds
onderdelen van de tot 1 januari 2011 bestaande naturalisatietoets hebben gehaald.
Het overgangsrecht is van toepassing op personen die op het moment van inwerkingtreding van deze regeling Deel I van de tot
1 januari 2011 bestaande naturalisatietoets hebben gehaald.
Artikel 10, 11 en 12
Paragraaf 5 geeft procedurele regels voor de situatie waarin sprake is van al dan niet gedeeltelijke ontheffing. Voor de duidelijkheid
zijn de twee gronden uit artikel 4 van het Besluit naturalisatietoets in twee onderscheidenlijke bepalingen, 10 en 11, geplaatst.
De vreemdeling die een beroep wenst te doen op artikel 10 of artikel 11 dient zich in beginsel zelf tot de instanties die
het benodigde advies op stellen te wenden. Dit neemt evenwel niet weg dat lokale uitvoerders in gezamenlijk overleg kunnen
komen tot een andere werkprocedure.
De verzoeker die kan aantonen door een belemmering als bedoeld in artikel 4, aanhef en onder a, van het Besluit naturalisatietoets,
niet in staat te zijn een of meerdere onderdelen van de toets af te leggen, is ontheven. Artikel 10 geeft hierover nadere
regels.
Als verzoeker door een medische belemmering fysiek niet in staat is onderdeel 1 te maken, zal in de meeste gevallen door dezelfde
medische belemmering ook niet de delen 2 en 3 kunnen worden afgelegd. Een volledige ontheffing van de naturalisatietoets is
op zijn plaats. Verzoeker bezit alsdan een advies dat is afgegeven door de hiervoor op advies van de gezaghebber aangewezen
instantie, tenzij sprake is van het van toepassing zijn van het vierde lid. Is het vierde lid van toepassing in het openbaar
lichaam waar het naturalisatieverzoek wordt ingediend, dan gaat het om een verklaring afkomstig van een huisarts, medisch
specialist of andere deskundige zoals in dat lid is bedoeld.
Het is evenwel niet uit te sluiten, dat bij een ontheffing op grond van artikel 4, eerste lid en onder a, van het Besluit
naturalisatietoets het voor iemand toch mogelijk is om bijvoorbeeld deel 1 wel af te leggen, maar deel 2 en 3 niet. Dat moet
in de praktijk blijken. In zo’n uitzonderingsgeval is dan sprake van een ontheffing van de delen 2 en 3 en moet betrokkene
nog deel 1 halen. Als het derhalve gaat om gedeeltelijke ontheffing betreft het altijd een ontheffing per onderdeel van de
naturalisatietoets. Het gaat dus niet om een ontheffing per taalvaardigheid.
De verzoeker die kan aantonen dat vanwege geleverde inspanningen het voor hem niet mogelijk is de naturalisatietoets te behalen
is, al dan niet gedeeltelijk, ontheven. Artikel 11 geeft hierover nadere regels.
Betrokkene is ontheven van deel 3 van het examen dan wel van de delen 1 en 2 (en wellicht in uitzonderingssituaties van de
delen 1, 2 én 3), indien hij een door de gezaghebber opgesteld advies overlegt, inhoudende dat betrokkene wegens beperkt leervermogen
(niet zijnde een verstandelijke handicap als bedoeld in artikel 4, aanhef en onder a, van het Besluit naturalisatietoets)
in samenhang met onder meer vooropleiding en leeftijd in redelijkheid niet in staat geacht kan worden de betreffende taal
binnen vijf jaar te kunnen lezen en schrijven op niveau A2.
Ook hier betreft het altijd een ontheffing per onderdeel van de naturalisatietoets. Het gaat dus niet om een ontheffing per
taalvaardigheid.
Artikel 12 regelt het volgende. Als de verzoeker in aanmerking komt voor ontheffing van onderdeel 1, 2 of 3 van de naturalisatietoets
wegens een belemmering of aantoonbaar geleverde extra inspanning, dan wordt aan de verzoeker een Certificaat naturalisatietoets
verstrekt waarop is aangetekend welk onderdeel of welke onderdelen de verzoeker niet heeft afgelegd. Deze aantekening geschiedt
alleen op verzoek van degene aan wie het Certificaat naturalisatietoets wordt afgegeven. Bij volledige ontheffing wegens een
belemmering of extra inspanningen hoeft geen Certificaat naturalisatietoets te worden gegeven.
De op grond van artikel 5 tot het verstrekken van het Certificaat naturalisatietoets bevoegde treedt bij de afgifte van het
Certificaat naturalisatietoets niet in een beoordeling of de verzoeker terecht afziet van het afleggen van een onderdeel van
de naturalisatietoets. Het is immers aan betrokkene om op het moment van de indiening van het naturalisatieverzoek te beschikken
over de daarvoor benodigde documenten en deze bij de indiening over te leggen. Het kan dan gaan om bijvoorbeeld een Certificaat
naturalisatietoets waaruit blijkt dat betrokkene niet deel 3 heeft afgelegd. In zo’n geval moet betrokkene dan bovendien een
bewijsstuk/document overleggen waarmee hij aantoont dat hij voor deel 3 ontheffing heeft. Concreet kan het dan gaan om een
bijvoorbeeld in artikel 10 bedoeld document dan wel om een op grond van artikel 11 opgesteld advies over de toepasbaarheid
van artikel 4, aanhef en onder b, van het Besluit naturalisatietoets.
Artikel 13
Verzoeker dient de kosten voorafgaande aan het afleggen van de naturalisatietoets aan de gezaghebber te betalen. Het wordt
aan de uitvoering verder gelaten of het bedrag in zijn geheel dan wel per onderdeel dient te worden voldaan.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
J.P.H. Donner.