Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 15 december 2010, nr. 5677863/10, tot vaststelling van de Regeling naturalisatietoets Aruba 2011

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op artikel 23 van de Rijkswet op het Nederlanderschap en artikel 6 van het Besluit naturalisatietoets;

Besluit:

Paragraaf 1. Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. de naturalisatietoets:

de toets, genoemd in artikel 2, tweede lid, van het Besluit naturalisatietoets;

b. verzoeker:

degene die op grond van de Rijkswet op het Nederlanderschap verzoekt om verlening van het Nederlanderschap;

c. de Gouverneur:

de Gouverneur van Aruba;

d. het Examenbureau Aruba:

een organisatorische eenheid van de Directie Onderwijs in Aruba;

e. onderdeel van de naturalisatietoets:

een van de drie in artikel 2, eerste lid genoemde onderdelen van de naturalisatietoets.

Paragraaf 2. Naturalisatietoets en afname

Artikel 2

  • 1. De naturalisatietoets bestaat uit een onderdeel dat kennis van de staatsinrichting en maatschappij toetst, een onderdeel dat de mate van kennis van de Papiamentse taal toetst en een onderdeel dat de mate van kennis van de Nederlandse taal toetst. Ieder taalexamen examineert vier taalvaardigheden. Gebruik van een woordenboek is bij de naturalisatietoets niet toegestaan.

  • 2. Het onderdeel dat de kennis van de staatsinrichting en maatschappij toetst, wordt afgenomen en beantwoord in de Papiamentse taal.

  • 3. Het onderdeel dat de kennis van de staatsinrichting en maatschappij toetst, bevat vragen met betrekking tot de in de bijlage 1 bij deze regeling genoemde thema’s van bevraging. De vragen richten zich naar de gestelde eindtermen.

  • 4. Om te slagen voor de naturalisatietoets dient het niveau van taalbeheersing bij alle onderdelen aantoonbaar op ten minste niveau A2 van het Europees Raamwerk voor moderne vreemde talen te zijn afgelegd.

Artikel 3

Het Examenbureau Aruba is bevoegd tot het afnemen van de naturalisatietoets alsmede tot het vaststellen van de uitslag daarvan.

Artikel 4

Behoudens in het voorkomende geval van computergestuurde beoordeling worden de resultaten van overige onderdelen standaard door twee correctoren beoordeeld. Er vindt geen nadere inhoudelijke beoordeling plaats.

Paragraaf 3. Certificaat

Artikel 5

  • 1. Het hoofd van het Examenbureau Aruba geeft aan de verzoeker die de naturalisatietoets met succes heeft afgelegd het Certificaat naturalisatietoets.

  • 2. Het modelcertificaat, bedoeld in artikel 5, eerste lid, van het Besluit naturalisatietoets, is het model als opgenomen in de bijlage 2 bij deze regeling.

Paragraaf 4. Gedeeltelijke vrijstellingen

Artikel 6

Van het afleggen van het onderdeel dat de mate van kennis van de Nederlandse taal toetst, is vrijgesteld de verzoeker die beschikt over één van de volgende Certificaten van het Certificaat Nederlands als Vreemde Taal:

  • a. Certificaat Profiel Toeristische en Informele Taalvaardigheid (niveau A2);

  • b. Certificaat Profiel Taalvaardigheid Praktische Beroepen (niveau A2);

  • c. Certificaat Profiel Maatschappelijke Taalvaardigheid (niveau B1);

  • d. Certificaat Profiel Professionele Taalvaardigheid (niveau B2);

  • e. Certificaat Profiel Taalvaardigheid Hoger Onderwijs (niveau B2);

  • f. Certificaat Profiel Academische Taalvaardigheid (niveau C1).

Artikel 7

Van het afleggen van het onderdeel dat de kennis van de staatsinrichting en maatschappij toetst alsmede van het onderdeel dat de beheersing van de betreffende taal toetst, is vrijgesteld de verzoeker die beschikt over een Certificaat Naturalisatietoets Aruba, dat is uitgereikt voor 1 januari 2011. Vermeldt het Certificaat Naturalisatietoets Aruba dat de naturalisatietoets is afgelegd in de Papiamentse taal dan is verzoeker vrijgesteld van het onderdeel beheersing van de Papiamentse taal. Vermeldt het Certificaat Naturalisatietoets Aruba dat de naturalisatietoets is afgelegd in de Nederlandse taal dan is verzoeker vrijgesteld van het onderdeel beheersing van de Nederlandse taal.

Artikel 8

  • 1. Van het afleggen van het onderdeel dat de kennis van de staatsinrichting en maatschappij toetst, is vrijgesteld de verzoeker die in het bezit is van een bewijs van slagen voor deel 1 (maatschappij- en staatkundige kennis), afgelegd voor 1 januari 2011 in de Papiamentse taal.

  • 2. Tot 1 januari 2013 is vrijgesteld van het onderdeel dat de kennis van de staatsinrichting en maatschappij toetst de verzoeker die in het bezit is van een bewijs van slagen voor deel 1 (maatschappij- en staatkundige kennis), afgelegd voor 1 januari 2011 in de Nederlandse taal.

Artikel 9

  • 1. Aan de verzoeker die in aanmerking komt voor vrijstelling van een onderdeel van de naturalisatietoets als in deze paragraaf bedoeld, geeft het hoofd van het Examenbureau Aruba een Certificaat naturalisatietoets waarop is aangetekend welk onderdeel of welke onderdelen de verzoeker niet heeft afgelegd.

  • 2. De aantekening geschiedt alleen op verzoek van degene aan wie het Certificaat wordt afgegeven.

  • 3. Het Examenbureau treedt niet in een beoordeling of de verzoeker terecht afziet van het afleggen van een onderdeel van de naturalisatietoets.

  • 4. Bij de indiening van het naturalisatieverzoek legt de verzoeker aan de Gouverneur het bewijsstuk dan wel de bewijsstukken over op grond waarvan hij de gedeeltelijke vrijstelling heeft.

Paragraaf 5. Ontheffing

Artikel 10

  • 1. Indien de verzoeker zich beroept op ontheffing van een of meer onderdelen van de naturalisatietoets wegens een belemmering als bedoeld in artikel 4, aanhef en onder a van het Besluit naturalisatietoets wordt omtrent het beroep op ontheffing geadviseerd door de hiervoor door de Gouverneur aangewezen instantie.

  • 2. De in artikel 4, aanhef en onder a, van het Besluit naturalisatietoets bedoelde psychische of lichamelijke belemmering dan wel verstandelijke handicap toont verzoeker aan door overlegging van een medisch advies van de ingevolge het eerste lid aangewezen instantie, dat op de dag van indiening van het naturalisatieverzoek niet ouder is dan zes maanden en inhoudende dat sprake is van een belemmering of een handicap.

  • 3. De kosten die de aangewezen instantie in rekening brengt, komen ten laste van de verzoeker.

Artikel 11

  • 1. Inzake de verzoeker die zich beroept op ontheffing van een of meer onderdelen van de naturalisatietoets wegens omstandigheden als bedoeld in artikel 4, aanhef en onder b van het Besluit naturalisatietoets, wordt omtrent het beroep op ontheffing geadviseerd door het Examenbureau Aruba.

  • 2. Aan de advisering door het Examenbureau Aruba zijn kosten verbonden die door de verzoeker voorafgaande aan de advisering aan het Examenbureau Aruba voldaan dienen te worden.

  • 3. Verzoeker legt bij de indiening van het naturalisatieverzoek een advies van het Examenbureau Aruba over dat op de dag van indiening van het naturalisatieverzoek niet ouder is dan zes maanden.

Artikel 12

  • 1. Aan de verzoeker die in aanmerking komt voor ontheffing van een onderdeel van de naturalisatietoets als in deze paragraaf bedoeld, geeft het hoofd van het Examenbureau Aruba een Certificaat naturalisatietoets waarop is aangetekend welk onderdeel of welke onderdelen de verzoeker niet heeft afgelegd.

  • 2. De aantekening geschiedt alleen op verzoek van degene aan wie het Certificaat naturalisatietoets wordt afgegeven.

  • 3. Het Examenbureau treedt niet in een beoordeling of de verzoeker terecht afziet van het afleggen van een onderdeel van de naturalisatietoets.

  • 4. Bij de indiening van het naturalisatieverzoek legt de verzoeker aan de Gouverneur het bewijsstuk dan wel de bewijsstukken over op grond waarvan hij de gedeeltelijke ontheffing heeft.

Paragraaf 6. Examengeld

Artikel 13

  • 1. Aan het afleggen en beoordelen van de resultaten van de naturalisatietoets alsmede aan het opnieuw afleggen en het beoordelen van de resultaten van niet gehaalde toetsonderdelen zijn kosten verbonden die door de verzoeker worden betaald op het moment van inschrijving voor de examinering van het betreffende onderdeel of taalvaardigheid in geval van een herkansing.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde examengelden zijn voor het afleggen of het herkansen van deel III: Afl. 150.

  • 3. De in het eerste lid bedoelde examengelden zijn voor het herkansen van een onderdeel van deel III: Afl. 50.

  • 4. Het in het eerste lid bedoelde examengeld wordt betaald door storting van het verschuldigde bedrag op de daarvoor door het Examenbureau Aruba aangehouden bankrekening.

Artikel 14

Het jaarverslag van het Examenbureau met betrekking tot de naturalisatietoets wordt tevens gezonden aan de Gouverneur van Aruba alsmede aan de in artikel 1, eerste lid, aanhef en onder a van de Rijkswet op het Nederlanderschap bedoelde Minister.

Artikel 15

De Regeling naturalisatietoets Aruba wordt ingetrokken.

Artikel 16

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2011.

Artikel 17

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling naturalisatietoets Aruba 2011.

Deze regeling wordt met de toelichting in de Staatscourant en het Afkondigingsblad van Aruba geplaatst.

Den Haag, 15 december 2010

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J.P.H. Donner.

TOELICHTING

Algemeen

In deze ministeriële regeling wordt een aantal onderwerpen betreffende de naturalisatietoets in Aruba nader geregeld. Het betreft de vaststelling van de naturalisatietoets, de aanwijzing van de instantie die bevoegd is tot het afnemen van de toets en het uitreiken van het Certificaat ten bewijze van het succesrijk afleggen van de naturalisatietoets. Voorts zijn een aantal gronden voor de gedeeltelijke vrijstelling van de naturalisatietoets op grond van eerder behaalde resultaten nader uitgewerkt. Ook de gedeeltelijke ontheffing van de naturalisatietoets wegens een bepaalde belemmering dan wel een voldoende geleverde inspanning is ten opzichte van de voorafgaande regeling uitgebreider opgenomen.

Deze regeling ziet alleen op Aruba en heeft alleen betrekking op de vreemdeling die op of na 1 januari 2011 een naturalisatieverzoek heeft ingediend.

Artikelsgewijs

Artikel 2

Dit artikel geeft aan dat de naturalisatietoets bestaat uit een deelexamen voor staatsinrichting en maatschappij en uit twee taalexamens. De in het derde lid van artikel 2 van het Besluit naturalisatietoets genoemde vaardigheden, namelijk spreekvaardigheid, luistervaardigheid, schrijfvaardigheid en leesvaardigheid, moeten ingevolge artikel 2, derde lid, van het Besluit naturalisatietoets worden geëxamineerd.

Artikel 3

In deze bepaling wordt ingevolge artikel 2, vierde lid, van het Besluit naturalisatietoets bepaald dat het Examenbureau Aruba bevoegd is tot het examineren van de vreemdeling die de naturalisatietoets moet afleggen.

Artikel 4

Er staat tegen het oordeel van het Examenbureau Aruba geen afzonderlijke bezwaar- en beroepsprocedure open, omdat het hierbij gaat om een voorbereidingshandeling in de zin van artikel 6:3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Het oordeel omtrent de beoordeling van de resultaten van de naturalisatietoets treft de naturalisandus, los van het besluit op zijn verzoek om naturalisatie, niet rechtstreeks in zijn belang. Het oordeel over de resultaten van de naturalisatietoets is voor hem alleen van belang in het kader van de uiteindelijke beslissing op zijn naturalisatieverzoek. Tegen deze laatste beslissing staat bezwaar en beroep open in Nederland. Dit geldt ook voor vreemdelingen die in Aruba willen naturaliseren. Zij zullen bezwaar en beroep moeten aantekenen op grond van de Awb in Nederland.

Artikel 5

In het eerste lid is bepaald dat het hoofd van het Examenbureau Aruba bevoegd is tot het verstrekken van het Certificaat aan de kandidaat die geslaagd is voor de naturalisatietoets.

In het tweede lid wordt het model van het Certificaat aangewezen dat is opgenomen in bijlage 2.

Artikel 6

Dit artikel bevat een gedeeltelijke vrijstelling van de naturalisatietoets en wel van het onderdeel dat de kennis van de Nederlandse taal toetst. De houder van een in dit artikel genoemd bewijsstuk bezit reeds aantoonbaar de gevraagde mate van kennis van de Nederlandse taal.

Artikel 7 en 8

Deze twee artikelen bevatten overgangsrecht voor personen die op de datum van de inwerkingtreding van deze regeling reeds onderdelen van de tot 1 januari 2011 bestaande naturalisatietoets hebben gehaald.

Het overgangsrecht is van toepassing op personen die op het moment van inwerkingtreding van deze regeling Deel I van de tot 1 januari 2011 bestaande naturalisatietoets hebben gehaald.

Artikel 10, 11 en 12

Paragraaf 5 geeft procedurele regels voor de situatie waarin sprake is van al dan niet gedeeltelijke ontheffing. Voor de duidelijkheid zijn de twee gronden uit artikel 4 van het Besluit naturalisatietoets in twee onderscheidenlijke bepalingen, 10 en 11, geplaatst. De vreemdeling die een beroep wenst te doen op artikel 10 of artikel 11 dient zich in beginsel zelf tot de instanties die het benodigde advies op stellen te wenden. Dit neemt evenwel niet weg dat lokale uitvoerders in gezamenlijk overleg kunnen komen tot een andere werkprocedure.

De verzoeker die kan aantonen door een belemmering als bedoeld in artikel 4, aanhef en onder a, van het Besluit naturalisatietoets, niet in staat te zijn een of meerdere onderdelen van de toets af te leggen, is ontheven. Artikel 10 geeft hierover nadere regels.

Als verzoeker door een medische belemmering fysiek niet in staat is onderdeel 1 te maken, zal in de meeste gevallen door dezelfde medische belemmering ook niet de delen 2 en 3 kunnen worden afgelegd. Een volledige ontheffing van de naturalisatietoets is op zijn plaats. Verzoeker bezit alsdan een advies dat is afgegeven door de door de Gouverneur van Aruba aangewezen instantie.

Het is evenwel niet uit te sluiten, dat bij een ontheffing op grond van artikel 4, eerste lid en onder a, van het Besluit naturalisatietoets het voor iemand toch mogelijk is om bijvoorbeeld deel 1 wel af te leggen, maar deel 2 en 3 niet. Dat moet in de praktijk blijken. In zo’n uitzonderingsgeval is dan sprake van een ontheffing van de delen 2 en 3 en moet betrokkene nog deel 1 halen. Als het derhalve gaat om gedeeltelijke ontheffing betreft het altijd een ontheffing per onderdeel van de naturalisatietoets. Het gaat dus niet om een ontheffing per taalvaardigheid.

De verzoeker die kan aantonen dat vanwege geleverde inspanningen het voor hem niet mogelijk is de naturalisatietoets te behalen is, al dan niet gedeeltelijk, ontheven. Artikel 11 geeft hierover nadere regels.

Betrokkene is ontheven van deel 3 van het examen dan wel van de delen 1 en 2 (en wellicht in uitzonderingssituaties van de delen 1, 2 én 3), indien hij een verklaring overlegt van het Examenbureau Aruba, waarin deze aangeeft dat betrokkene wegens beperkt leervermogen (niet zijnde een verstandelijke handicap als bedoeld in artikel 4, aanhef en onder a, van het Besluit naturalisatietoets) in samenhang met onder meer vooropleiding en leeftijd in redelijkheid niet in staat geacht kan worden de betreffende taal binnen vijf jaar te kunnen lezen en schrijven op niveau A2.

Ook hier betreft het altijd een ontheffing per onderdeel van de naturalisatietoets. Het gaat dus niet om een ontheffing per taalvaardigheid.

Artikel 12 regelt het volgende. Als de verzoeker in aanmerking komt voor ontheffing van onderdeel 1, 2 of 3 van de naturalisatietoets wegens een belemmering of aantoonbaar geleverde extra inspanning, dan geeft het hoofd van het Examenbureau Aruba aan de verzoeker een Certificaat naturalisatietoets waarop is aangetekend welk onderdeel of welke onderdelen de verzoeker niet heeft afgelegd. Deze aantekening geschiedt alleen op verzoek van degene aan wie het Certificaat naturalisatietoets wordt afgegeven. Bij volledige ontheffing wegens een belemmering of extra inspanningen hoeft geen Certificaat naturalisatietoets te worden gegeven.

Het Examenbureau Aruba treedt bij de afgifte van het Certificaat naturalisatietoets niet in een beoordeling of de verzoeker terecht afziet van het afleggen van een onderdeel van de naturalisatietoets. In wezen geldt dit zelfs indien het Examenbureau Aruba op grond van artikel 11 heeft geadviseerd over de toepasbaarheid van artikel 4, aanhef en onder b, van het Besluit naturalisatietoets.

Artikel 13

Verzoeker dient de kosten voorafgaande aan het afleggen van de naturalisatietoets aan het Examenbureau Aruba te betalen. Het wordt aan de uitvoering verder gelaten of het bedrag in zijn geheel dan wel per onderdeel dient te worden voldaan.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J.P.H. Donner.

BIJLAGE 1, BEHOREND BIJ ARTIKEL 2, DERDE LID, VAN DE REGELING NATURALISATIETOETS ARUBA 2011

Thema’s van bevraging

Vragen van het examen ‘Kennis van de staatsinrichting en samenleving’ worden uitsluitend gesteld over de thema’s:

  • 1. werk en inkomen;

  • 2. omgangsvormen, waarden en normen;

  • 3. wonen;

  • 4. gezondheid en gezondheidszorg;

  • 5. geschiedenis en geografie;

  • 6. instanties;

  • 7. staatsinrichting en rechtsstaat;

  • 8. onderwijs en opvoeding.

Eindtermen

De volgende eindtermen gelden:

  • werk en inkomen

    De kandidaat is in staat stappen te zetten om werk te zoeken, te behouden en in eigen onderhoud te voorzien.

  • omgangsvormen, waarden en normen

    De kandidaat is in staat om te gaan met algemeen geldende omgangsvormen, waarden en normen.

  • wonen

    De kandidaat is in staat passende huisvesting te vinden en nutsvoorzieningen te regelen. Hij draagt zorg voor de veiligheid in de woning en voor milieu en schone leefomgeving.

  • gezondheid en gezondheidszorg

    De kandidaat is in staat om gebruik te maken van de aanwezige gezondheidszorg.

  • geschiedenis en geografie

    De kandidaat is in staat om, door kennis van geschiedenis en geografie, betrokken te zijn bij het Koninkrijk der Nederlanden en de samenlevingen op de Caribische eilanden die deel uitmaken van het Koninkrijk.

  • instanties

    De kandidaat is op de hoogte van de dienstverlening van de lokale overheid, de belastingdienst, politie en instanties voor sociale en juridische dienstverlening.

  • staatsinrichting en rechtsstaat

    De kandidaat is in staat om, door kennis van de staatkundige inrichting van het Koninkrijk der Nederlanden en de daarvan deeluitmakende Caribische landen, betrokken te zijn bij de samenleving waarin hij woont.

  • onderwijs en opvoeding

    De kandidaat kent het onderwijsstelsel, onderkent het belang van onderwijs in de samenleving en acht schoolgang van minderjarigen van groot belang.

BIJLAGE 2, BEHOREND BIJ ARTIKEL 5, TWEEDE LID, VAN DE REGELING NATURALISATIETOETS ARUBA 2011

Naar boven