Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Raad voor de Rechtspraak | Staatscourant 2010, 20935 | Interne regelingen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Raad voor de Rechtspraak | Staatscourant 2010, 20935 | Interne regelingen |
Voor u ligt het Procesreglement kort gedingen ten behoeve van de civiele sectoren en, in voorkomende gevallen, van de sectoren familie, van de rechtbanken.
Dit procesreglement vindt zijn oorsprong in een initiatief vanuit het Landelijk Overleg Voorzitters van de Civiele Sectoren van de rechtbanken (LOVC), dat vervolgens is ondergebracht in het Project procesreglementen dat onderdeel uitmaakt van het Programma Civiele Sectoren. Het procesreglement is ontwikkeld door een door het LOVC geïnitieerde en het Project Procesreglementen gefaciliteerde werkgroep en is ter reflectie voorgelegd aan de Nederlandse Orde van Advocaten. Het LOVC en het Landelijk Overleg van Voorzitters van de Familie- en Jeugdsectoren en -units (LOVF) hebben dit procesreglement op 28 september 2007, respectievelijk 12 oktober 2007 goedgekeurd, waarna de besturen van alle rechtbanken het reglement als eigen reglement hebben vastgesteld. De tekst van het reglement is inmiddels aangepast aan de afschaffing van de verplichte procuraten per 1 september 2008. Het reglement en de wijzigingen daarvan zijn gepubliceerd in de Staatscourant.
In december 2010 is het reglement op een aantal punten gewijzigd en is het aangepast aan de Wet griffierechten burgerlijke zaken (Wgbz), welke wijzigingen zijn goedgekeurd in het Landelijk Overleg van Voorzitters Sector Civiel en Kanton (LOVCK) van 12 april 2010, 21 juni 2010 en 13 december 2010. Het reglement en de wijzigingen daarvan zijn gepubliceerd in de Staatscourant.
Met het ontwikkelen van het procesreglement is beoogd een verdere bijdrage te leveren aan het harmoniseren van de werkwijze en werkprocessen van de verschillende rechtbanken op het punt van de kort gedingprocedure. Hierbij is het belang van de justitiabele voorop gesteld, en is daarnaast gestreefd naar een zo goed mogelijke interne werkbaarheid en – waar mogelijk – naar verkorting van de doorlooptijden.
Mocht u de gedrukte uitgave van het procesreglement raadplegen, dan maken wij u erop attent dat dit niet het brondocument is. Vanwege de wijzigingen die met enige regelmaat in de tekst worden aangebracht, is het brondocument, behalve in de Staatscourant, te vinden op de website www.rechtspraak.nl/Naar+de+rechter/Landelijke+regelingen/Sector+civiel+recht. Op de website staat altijd de meest recente versie van dit reglement, inclusief de inhoud van de hyperlinks die in de gedrukte versie niet is weergegeven.
Derde versie, december 2010
Dit reglement bevat regels voor alle kort gedingen die worden behandeld door de sector civiel of, indien van toepassing, de sector familie van de rechtbanken1, met uitzondering van het kort geding als bedoeld in artikel 438 lid 4 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv)2.
De voorzieningenrechter kan, indien de omstandigheden daartoe aanleiding geven, afwijken van dit reglement.
In dit reglement wordt verstaan onder:
a. aanhouding: het vaststellen van een dag en tijdstip voor de voortzetting van de terechtzitting, nadat de zaak ter terechtzitting is uitgeroepen;
b. aanhouding pro forma: aanhouding van een terechtzitting tot een uiterste dag en tijdstip waarop partijen in de gelegenheid zijn een bepaalde handeling te verrichten, zonder dat zij ter terechtzitting behoeven te verschijnen;
c. aanvraag: de aanvraag als bedoeld in artikel 254 Rv;
d. berichten: de aanvraag, voorstellen, verzoeken, opgaven en mededelingen van andere aard betreffende de procesvoering in een zaak;
e. (werk-)dagen: maandag tot en met vrijdag, met uitzondering van de dagen als bedoeld in artikel 3 van de Algemene Termijnenwet;
f. gedaagde (partij): de partij die is gedagvaard en de partij die vrijwillig ter terechtzitting verschijnt of, in reconventie, zich verweert tegen de eis in reconventie;
g. pro forma datum en tijdstip: uiterste dag en tijdstip waarop partijen in de gelegenheid zijn een bepaalde handeling te verrichten, zonder dat zij ter terechtzitting behoeven te verschijnen;
h. terechtzitting: de mondelinge behandeling van de zaak;
i. verplaatsing: het uitstellen van een terechtzitting door het bepalen van een andere dag en tijdstip voor de terechtzitting, voordat de zaak ter terechtzitting is uitgeroepen;
j. de zaak: de kort gedingzaak;
k. zaken betreffende het personen- en familierecht: zaken die een onderwerp betreffen als geregeld in titel 6 van boek 3 Rv.
Indiening van de aanvraag, de (concept-)dagvaarding en overige berichten en stukken geschiedt als volgt:
– door toezending per post aan de griffie van de rechtbank http://www.rechtspraak.nl/Gerechten/Rechtbanken;
– door afgifte aan de Centrale Balie van de rechtbank http://www.rechtspraak.nl/Gerechten/Rechtbanken, of
– per telefax, mits het faxbericht niet meer dan in totaal 20 pagina's omvat. In bijzonder spoedeisende gevallen kan toestemming worden verleend voor het versturen per telefax van meer dan 20 pagina's. Berichten en stukken die per telefax zijn ingediend, behoeven niet nogmaals op andere wijze te worden ingediend.
Berichten en stukken worden in alle hiervoor genoemde gevallen geadresseerd aan: administratie kort geding, sector civiel, of – indien van toepassing – sector familie.
Indiening van berichten en stukken per e-mail is niet mogelijk.
De griffie is op werkdagen telefonisch bereikbaar van 8.30 tot 17.00 uur.
In bijzonder spoedeisende gevallen kunnen berichten en stukken buiten de openingstijden van de griffie bij de behandelend voorzieningenrechter worden ingediend. Bij een aantal rechtbanken gelden piketregelingen.
Indien een partij na de aanvraag enig bericht aan de voorzieningenrechter doet of enig stuk bij de voorzieningenrechter indient, verzendt deze partij gelijktijdig een afschrift van het bericht of het stuk aan de wederpartij en eventuele overige partijen. De verzending geschiedt op zodanige wijze dat kan worden aangenomen dat deze partijen het bericht of stuk niet later dan de voorzieningenrechter ontvangen. Uit het bericht aan de voorzieningenrechter dient te blijken dat hieraan is voldaan.
Een aanvraag wordt ingediend door een advocaat. De aanvraag wordt schriftelijk gedaan door indiening van een ingevuld aanvraagformulier.
Indien de zaak zodanig spoedeisend is dat de aanvraag niet binnen de openingstijden van de griffie schriftelijk kan worden ingediend, kan de aanvraag mondeling worden gedaan aan de voorzieningenrechter. Bij een aantal rechtbanken gelden piketregelingen.
De aanvraag vermeldt:
– de naam van de eisende en de gedaagde partij;
– de naam en het telefoon- en faxnummer van de behandelend advocaat van de eisende partij;
– de naam en het telefoon- en faxnummer van de behandelend advocaat van de gedaagde partij, voor zover bekend;
– de verhinderdata van (de behandelend advocaten van) partijen over een periode van zes weken na indiening van de aanvraag;
– het eventuele verzoek tot verkorting van de dagvaardingstermijn als bedoeld in artikel 117 Rv, en
– het eventuele verzoek tot verlenging van de zittingsduur als bedoeld in artikel 11.8.
Indien de eisende partij meent dat de zaak een zodanig spoedeisend karakter heeft dat een afwijking van de in dit reglement opgenomen procesregels is gerechtvaardigd, wordt dit gemotiveerd in de aanvraag vermeld.
Indien de eisende partij verzoekt om bepaling van de terechtzitting op een dag die zodanig kort na de indiening van de aanvraag is gelegen dat de wettelijke dagvaardingstermijn niet in acht kan worden genomen, wordt dit verzoek tevens beschouwd als een verzoek om verkorting van de dagvaardingstermijn als bedoeld in artikel 117 Rv.
Na ontvangst van de aanvraag wordt de zaak ter griffie ingeschreven. Aan de zaak wordt een zaak- en kort gedingnummer toegekend.
De voorzieningenrechter bepaalt zo spoedig mogelijk na ontvangst van de aanvraag dag en tijdstip van de terechtzitting. De voorzieningenrechter houdt hierbij zoveel mogelijk rekening met de door de eisende partij opgegeven verhinderdata van (de behandelend advocaten van) partijen. In bijzonder spoedeisende gevallen kan aan de verhinderdata van (de behandelend advocaat van) de gedaagde partij worden voorbijgegaan. Indien geen verhinderdata zijn opgegeven, is de voorzieningenrechter in de dagbepaling vrij.
De voorzieningenrechter kan aan de dagbepaling voorwaarden verbinden.
De voorzieningenrechter meldt de dag en het tijdstip die hij voor de terechtzitting heeft bepaald en het aan de zaak toegekende zaak- en kort gedingnummer zo spoedig mogelijk aan de advocaat van de eisende partij. De eisende partij deelt uiterlijk twee dagen na ontvangst van de dagbepaling de dag en het tijdstip van de terechtzitting mee aan de gedaagde partij en zendt haar de concept-dagvaarding toe.
Indien de terechtzitting is bepaald op een dag die zodanig kort na de mededeling van de dagbepaling aan de eisende partij is gelegen dat de wettelijke dagvaardingstermijn niet in acht kan worden genomen, geldt de dagbepaling tevens als beslissing tot verkorting van de dagvaardingstermijn als bedoeld in artikel 117 Rv. De voorzieningenrechter bepaalt de dag en het tijdstip waarop de dagvaarding uiterlijk wordt betekend.
Dit hoofdstuk geldt alleen voor zaken die voldoen aan de volgende voorwaarden:
– de zaak wordt aangebracht bij een rechtbank die algemeen verlof heeft verleend voor het aanbrengen van zaken op een vaste zittingsdag;
– de zaak betreft een vordering die niet wordt betwist of in redelijkheid niet kan worden betwist of waarin in redelijkheid niet valt te verwachten dat de gedaagde partij ter terechtzitting zal verschijnen, en
– de eisende partij heeft de gedaagde partij in de betreffende zaak bij exploot of aangetekend schrijven, onder aanzegging van de dag en het tijdstip van de terechtzitting waartegen de dagvaarding zal worden uitgebracht, gesommeerd zijn vordering te voldoen en de gedaagde partij heeft aan deze sommatie niet voldaan.
In afwijking van het bepaalde in hoofdstuk 2, behoeft geen aanvraag te worden ingediend. De eisende partij kan de dagvaarding met inachtneming van de wettelijke dagvaardingstermijn betekenen tegen de onder 4.4 bedoelde vaste zittingsdag.
De dagvaarding vermeldt in ieder geval de volgende gegevens:
– aan het hoofd van het exploit: de expliciet of impliciet gegeven beschikking als bedoeld in artikel 117 Rv (verkorte termijn);
– de eventuele voorwaarden die de voorzieningenrechter aan de dagbepaling en aan de beschikking als bedoeld in artikel 117 Rv heeft verbonden;
– indien de voorzieningenrechter een uiterste dag en tijdstip voor betekening heeft bepaald: het tijdstip van betekening;
– de mededeling dat bij verschijning een vast recht zal worden geheven, alsmede de hoogte daarvan, en dat aan on- en minvermogenden vermindering van dit vast recht kan worden verleend;
– een uitdrukkelijke verwijzing naar eventuele bijlagen.
De eisende partij doet de dagvaarding aan de gedaagde partij betekenen, tenzij partijen vrijwillig verschijnen. Indien de voorzieningenrechter een uiterste dag en tijdstip voor betekening heeft bepaald, wordt de dagvaarding uiterlijk op deze dag en dit tijdstip betekend.
De eisende partij dient zo spoedig mogelijk na het uitbrengen van de dagvaarding een afschrift van de dagvaarding in. Indien de uitgebrachte dagvaarding afwijkt van de concept-dagvaarding waarop de dagbepaling heeft plaatsgevonden, dient de eisende partij zo spoedig mogelijk na het uitbrengen van de dagvaarding een afschrift van de uitgebrachte dagvaarding in.
Indien de concept-dagvaarding waarop de gedaagde partij heeft laten weten vrijwillig te zullen verschijnen, is gewijzigd, zendt de eisende partij zo spoedig mogelijk, voorafgaand aan de zitting, aan de voorzieningenrechter en aan de gedaagde partij de concept-dagvaarding waarop de vrijwillige verschijning van de gedaagde partij betrekking heeft.
Op deze concept-dagvaarding zijn de bepalingen van dit reglement met betrekking tot dagvaardingen van overeenkomstige toepassing, tenzij de aard van het kort geding waarbij partijen vrijwillig verschijnen, zich daartegen verzet.
Stukken waarop een partij zich wil beroepen, worden in tweevoud ingediend.
Indien de gedaagde partij niet ter terechtzitting is verschenen, wordt op door deze partij ingediende stukken geen acht geslagen.
De stukken worden genummerd. Indien het gaat om 10 of meer stukken wordt bovendien een overzicht bijgevoegd.
Stukken worden zo spoedig mogelijk ingediend. Stukken die niet dienovereenkomstig zijn ingediend, kunnen door de voorzieningenrechter buiten beschouwing worden gelaten. Stukken die binnen 24 uur (één werkdag) vóór de terechtzitting worden ingediend, worden in beginsel buiten beschouwing gelaten3.
Een eis in reconventie en een incidentele vordering kunnen alleen worden gedaan door een partij die bij advocaat is verschenen.
Een partij die een eis in reconventie of een incidentele vordering wenst in te stellen, deelt de eis respectievelijk de vordering en de gronden daarvan zo spoedig mogelijk, uiterlijk 24 uur vóór de terechtzitting schriftelijk mee aan de wederpartij, aan eventuele overige partijen en aan de voorzieningenrechter4.
Een eis in reconventie en een incidentele vordering worden op schrift gesteld5 en ter terechtzitting ingediend6. Indien een eis in reconventie of een incidentele vordering een bijlage of bijlagen bevat, wordt daarnaar uitdrukkelijk verwezen.
De eisende partij is bij de eerste uitroeping van de zaak ter terechtzitting griffierecht verschuldigd.
De gedaagde partij is griffierecht verschuldigd, indien hij ter terechtzitting verschijnt.
Het griffierecht moet, door de eisende partij, binnen vier weken na de eerste terechtzitting en, door de gedaagde partij, vier weken na diens verschijnen ter terechtzitting op de rekening van de rechtbank zijn bijgeschreven of ter griffie zijn gestort.
Indien een toevoeging of inkomensverklaring is verleend, wordt een afschrift daarvan uiterlijk ter terechtzitting ingediend.
Indien een toevoeging is aangevraagd maar nog niet of nog niet definitief is verleend, wordt een afschrift van de aanvraag uiterlijk ter terechtzitting ingediend.
Indien de toevoeging, inkomensverklaring of de toevoegingsaanvraag is ingediend overeenkomstig het bepaalde onder 8.2, heft de griffier het griffierecht voor onvermogenden.
Indien de toevoeging, inkomensverklaring of de toevoegingsaanvraag niet is ingediend overeenkomstig het bepaalde onder 8.2, wordt het volledige griffierecht in rekening gebracht.
De definitieve toevoeging of inkomensverklaring wordt binnen vier weken na de uitspraak of doorhaling ingediend, tenzij na een daartoe strekkend verzoek aan de griffie uitstel is verkregen voor het indienen van de toevoeging of inkomensverklaring.
Indien bij het bepalen van het griffierecht rekening is gehouden met een toevoegingsaanvraag maar de definitieve toevoeging niet tijdig is ingediend, zal het griffierecht worden verhoogd. De betreffende partij doet het verhoogde griffierecht binnen vier weken na de in artikel 8.4 bedoelde termijn op de rekening van de rechtbank bijschrijven of ter griffie storten.
Indien bij het bepalen van het griffierecht rekening is gehouden met een toevoeging, maar de toevoeging wordt geweigerd of ingetrokken, zal het griffierecht eveneens worden verhoogd.
De betreffende partij moet het verhoogde griffierecht binnen vier weken na de intrekking of weigering van de toevoeging op de rekening van de rechtbank bijschrijven of ter griffie storten.
Indien de eisende partij haar vordering op zodanige wijze vermeerdert dat een hoger griffierechttarief van toepassing is, zal het griffierecht worden verhoogd, tenzij op het tijdstip waarop de eis wordt vermeerderd de toevoeging, inkomensverklaring of toevoegingsaanvraag is overgelegd. Het griffierecht wordt niet verhoogd als de vermeerdering een eis in reconventie betreft. De betreffende partij doet het verhoogde griffierecht binnen vier weken na het doen van de betreffende eisvermeerdering op de rekening van de rechtbank bijschrijven of ter griffie storten.
Indien bij het bepalen van het griffierecht geen rekening is gehouden met een toevoeging, inkomensverklaring of toevoegingsaanvraag maar de definitieve toevoeging of inkomensverklaring alsnog tijdig, in de in artikel 8.4 bedoelde zin, wordt ingediend, zal het griffierecht worden verlaagd.
De eisende partij kan de procedure intrekken tot het moment dat de zaak is uitgeroepen7. In dat geval spreekt de voorzieningenrechter geen proceskostenveroordeling uit.
De intrekking wordt gedaan door een schriftelijk bericht aan de voorzieningenrechter, tenzij de spoedeisendheid zich daartegen verzet. Indien de intrekking mondeling is gedaan, wordt deze zo spoedig mogelijk nadien schriftelijk bevestigd. Indien de eisende partij de gedaagde partij en eventuele overige partijen reeds op de hoogte heeft gesteld van de datum het tijdstip van de terechtzitting, deelt zij de intrekking gelijktijdig aan deze partijen mee.
Een verzoek om verplaatsing van de terechtzitting wordt schriftelijk gedaan, onder vermelding van de verhinderdata van (de behandelend advocaten van) alle partijen. Een verplaatsingsverzoek kan in een procedure in totaal maar één maal worden gedaan.
Verplaatsing kan alleen worden toegestaan:
– op eenstemmig verzoek van alle partijen;
– op verzoek van een partij op grond van klemmende redenen, of
– op verzoek van de gedaagde partij, indien de eisende partij de verhinderdata van (de behandelend advocaat van) de gedaagde partij niet heeft opgegeven.
Een verzoek om verplaatsing op grond van klemmende redenen wordt gemotiveerd.
De beslissing op het verzoek wordt schriftelijk medegedeeld aan de behandelend advocaten van partijen, voor zover bekend. Indien de naam van de behandelend advocaat van een partij niet is vermeld op het aanvraagformulier, maar wel bekend is bij de verzoekende partij, bericht de verzoekende partij deze advocaat zo spoedig mogelijk over de beslissing. Indien geen advocaat van de partij bekend is, verzendt de verzoekende partij het bericht rechtstreeks aan deze partij.
Indien een verplaatsingsverzoek van de eisende partij wordt verleend op grond van klemmende redenen en de gedaagde partij meedeelt niet vrijwillig op de nader bepaalde terechtzitting te zullen verschijnen, roept de eisende partij de gedaagde partij bij exploot op voor de nader bepaalde terechtzitting.
Een partij die een eis wenst te veranderen of vermeerderen, deelt de inhoud van deze verandering of vermeerdering zo spoedig mogelijk en bij voorkeur vóór de terechtzitting schriftelijk mee aan de wederpartij, aan de eventuele overige partijen en aan de voorzieningenrechter.
De eisverandering of -vermeerdering wordt op schrift gesteld9 en ter terechtzitting ingediend.
De gedaagde partij kan ter terechtzitting alleen bij advocaat of in persoon verschijnen. Indien de gedaagde partij in persoon verschijnt en zich ter terechtzitting wil doen bijstaan door een persoon die geen advocaat is, kan de voorzieningenrechter dit weigeren op grond van de eisen van de goede procesorde.
Een rechtspersoon wordt vertegenwoordigd door het bestuur, voor zover de wet niet anders bepaalt, of door een andere hiertoe in de statuten aangewezen persoon.
Indien een partij de aanwezigheid van een tolk ter terechtzitting gewenst acht, draagt deze partij zorg voor de aanwezigheid van de tolk ter terechtzitting.
Indien een partij op de voor de terechtzitting bepaalde dag en tijdstip is gedetineerd en deze partij haar aanwezigheid ter terechtzitting gewenst acht, verzoekt zij de voorzieningenrechter tijdig schriftelijk haar aanwezigheid ter terechtzitting te bevorderen.
Dit verzoek bevat tenminste de volgende gegevens:
– de voor- en achternamen van de gedetineerde (voluit);
– de geboortedatum van de gedetineerde;
– de geboorteplaats van de gedetineerde, en
– de huidige verblijfplaats van de gedetineerde.
Indien een partij de aanwezigheid van parketpolitie ter terechtzitting gewenst acht, dient zij hiertoe tijdig schriftelijk een gemotiveerd verzoek bij de voorzieningenrechter in.
De voorzieningenrechter draagt gedurende de terechtzitting de aanspreektitel van president in kort geding.
Voor de terechtzitting wordt de bij de rechtbank gebruikelijke tijd gereserveerd.
Indien een partij voorziet dat deze gebruikelijke tijd onvoldoende is, kan zij de voorzieningenrechter verzoeken voor de terechtzitting meer tijd te reserveren.
De behandeling van zaken betreffende het personen- en familierecht geschiedt in beginsel met gesloten deuren.
De behandeling van de zaak kan ter terechtzitting op verzoek van een partij of ambtshalve worden aangehouden tot een bepaalde dag en tijdstip of een pro forma datum en tijdstip.
Een verzoek tot voortzetting van de behandeling wordt schriftelijk gedaan, onder vermelding van de verhinderdata van (de behandelend advocaten van) alle verschenen partijen.
Indien de gedaagde partij niet ter terechtzitting verschijnt en alle wettelijke formaliteiten in acht zijn genomen, wordt verstek tegen haar verleend.
Tot aan de uitspraak van het eindvonnis kan de gedaagde partij het verstek zuiveren door indiening van een hiertoe strekkend schriftelijk bericht. Het bepaalde in artikel 13.3 is op een dergelijk bericht niet van toepassing.
Indien het verstek is gezuiverd, verzoekt de partij zo spoedig mogelijk om bepaling van een dag en tijdstip voor voortzetting van de terechtzitting. Het verzoek wordt schriftelijk gedaan, onder vermelding van de verhinderdata van (de behandelend advocaten van) alle partijen.
De uitspraak kan worden gedaan op een vaste dag en vast tijdstip.
De dag en het tijdstip van de uitspraak worden tijdens de terechtzitting aan partijen medegedeeld.
Op eenstemmig schriftelijk verzoek van partijen wordt de uitspraak één maal uitgesteld tot een nader bepaalde dag en een nader bepaald tijdstip.
De voorzieningenrechter neemt geen kennis van berichten van een partij die hem bereiken nadat uitspraak is bepaald, tenzij blijkt dat de wederpartij en de eventuele overige partijen ermee hebben ingestemd dat het bericht ter kennis van de voorzieningenrechter wordt gebracht.
De griffier verstrekt bij de uitspraak een afschrift van het vonnis aan de in de procedure verschenen partijen.
In bijzonder spoedeisende gevallen kan een afschrift van een verkort vonnis worden afgegeven, dat zo spoedig mogelijk nadien wordt gevolgd door afgifte van een afschrift van de uitgewerkte versie daarvan.
Indien mondeling uitspraak is gedaan, wordt zo spoedig mogelijk nadien een proces-verbaal verstrekt van de terechtzitting waarop de uitspraak is gedaan of een afschrift van een verkort vonnis.
Nadat de zaak is uitgeroepen, kan de procedure op eenstemmig verzoek van de verschenen partijen of ambtshalve worden doorgehaald.
Dit gewijzigde reglement is in de vergadering van het Landelijk Overleg Voorzitters Civiel en Kanton (LOVCK) van 13 december 2010 vastgesteld.
Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2011.
Op dit moment vindt bij geen enkele rechtbank met een afzonderlijke sector familierecht de administratieve behandeling van familierechtelijke kort gedingen plaats door de administratie van de sector familierecht.
– | rechtbank Alkmaar | telefoonnummer | (072) 527 47 90 |
faxnummer | (072) 527 47 22 | ||
– | rechtbank Almelo | telefoonnummers | (0546) 83 21 24 / (0546) 83 21 95 |
faxnummer | (0546) 85 22 57 | ||
– | rechtbank Amsterdam | telefoonnummer | (020) 541 30 90 |
faxnummer | (020) 541 28 08 | ||
– | rechtbank Arnhem | telefoonnummer | (026) 359 26 05 |
faxnummer | (026) 359 26 99 | ||
– | rechtbank Assen | telefoonnummer | (0592) 33 94 83 |
faxnummer | (0592) 33 96 70 | ||
– | rechtbank Breda | telefoonnummer | (076) 531 12 88 |
faxnummer | (076) 531 15 79 | ||
– | rechtbank Dordrecht | telefoonnummer | (078) 639 14 08 |
faxnummer | (078) 639 15 55 | ||
– | rechtbank ’s-Gravenhage | telefoonnummers | (070) 381 35 11 / (070) 381 35 09 / (070) 381 21 86 / (070) 381 15 91 / (070) 381 38 56 |
faxnummer | (070) 381 30 91 | ||
– | rechtbank Groningen | telefoonnummer | (050) 316 61 72 |
faxnummer | (050) 316 61 79 | ||
– | rechtbank Haarlem | telefoonnummers | (023) 888 45 90 / (023) 888 45 91 |
faxnummer | (023) 888 46 31 | ||
– | rechtbank ’s-Hertogenbosch | telefoonnummers | (073) 620 23 90 / (073) 620 23 91 |
faxnummer | (073) 620 23 82 | ||
– | rechtbank Leeuwarden | telefoonnummer | (058) 234 14 35 |
faxnummer | (058) 234 14 75 | ||
– | rechtbank Maastricht | telefoonnummer | (043) 346 51 04 |
faxnummer | (043) 343 53 80 | ||
– | rechtbank Middelburg | telefoonnummer | (0118) 67 75 17 |
faxnummer | (0118) 67 72 45 | ||
– | rechtbank Roermond | telefoonnummer | (0475) 35 22 28 |
faxnummer | (0475) 35 25 89 | ||
– | rechtbank Rotterdam | telefoonnummers | (010) 297 21 17 / (010) 297 21 27 / (010) 297 21 58 / (010) 297 21 77 / (010) 297 22 06 |
faxnummer | (010) 297 25 01 | ||
– | rechtbank Utrecht | telefoonnummers | (030) 223 32 60 / (030) 223 32 61 |
faxnummer | (030) 223 30 99 | ||
– | rechtbank Zutphen | telefoonnummer | (0575) 59 36 95 |
faxnummer | (0575) 59 38 33 | ||
– | rechtbank Zwolle-Lelystad | ||
vestiging Zwolle | telefoonnummer | (038) 888 48 63 | |
faxnummer | (038) 888 48 80 | ||
vestiging Lelystad | telefoonnummers | (0320) 74 12 80 / (0320) 74 12 87 | |
faxnummer | (0320) 74 12 75 |
Op dit moment hebben de volgende rechtbanken piketregelingen:
– | rechtbank Alkmaar | De advocaten kunnen zich wenden tot de dienstdoende rechter-commissaris in strafzaken. |
– | rechtbank Almelo | Bij de wachtcommandant van politie kan worden opgevraagd welke rechter-commissaris in strafzaken dienst heeft. De desbetreffende rechter-commissaris in strafzaken zal het kort geding verder regelen. |
– | rechtbank Amsterdam | Het telefoonnummer voor spoedeisende gevallen staat vermeld op rechtspraak.nl. |
http://www.rechtspraak.nl/Gerechten/Rechtbanken/Amsterdam/Voor+juristen/Rechtsgebieden/Sector+Civiel.htm | ||
– | rechtbank Arnhem | Het telefoonnummer van de beveiliging kan worden gebeld. Beveiliging neemt zonodig contact op met één van de vice-presidenten indien tijdens avonduren of weekenden een kort geding met spoed moet worden behandeld. |
Zie bereikbaarheidregeling op rechtspraak.nl | ||
http://www.rechtspraak.nl/Gerechten/Rechtbanken/Arnhem/Telefoon+en+faxnummers/Bereikbaarheidsregeling.htm | ||
– | rechtbank Breda | De bodedienst neemt zonodig contact op met één van de vice-presidenten indien tijdens avonduren of weekenden een kort geding moet spoed moet worden behandeld. |
– | rechtbank ’s-Gravenhage | Op de website van de Orde van Advocaten te ’s-Gravenhage staan de telefoonnummers van voorzieningenrechters die benaderbaar zijn. |
– | rechtbank Haarlem | De piketregeling staat vermeld op rechtspraak.nl. |
http://www.rechtspraak.nl/Gerechten/Rechtbanken/Haarlem/Voor+juristen/Informatie+civiel+voor+de+advocatuur/Huisregels+kort+geding+en+beslag.htm, onder “Piketregeling buiten kantoortijden griffie”. | ||
– | rechtbank Leeuwarden | Het telefoonnummer voor spoedeisende gevallen is (058) 234 15 10. |
– | rechtbank Maastricht | De advocaten kunnen zich wenden tot de dienstdoende rechter-commissaris strafzaken die is te bereiken op telefoonnummer 06-51299757. |
– | rechtbank Middelburg | De advocaten binnen het arrondissement Middelburg beschikken over de telefoonnummers van kort gedingrechters. |
– | rechtbank Rotterdam | In de circulaire van de Orde van Advocaten te Rotterdam wordt de piketregeling, met de telefoonnummers van een aantal rechters gepubliceerd. |
– | rechtbank Zutphen | Op rechtspraak.nl staat een protocol. |
http://www.rechtspraak.nl/Gerechten/Rechtbanken/Zutphen/Voor+juristen/Regelingen/Protocol+spoedzaken+voorlopige+voorzieningen.htm |
Bij andere rechtbanken beschikt de (Raad van Toezicht van de) Orde van Advocaten dan wel de deken veelal over een lijst met op dit punt relevante telefoonnummers.
De volgende rechtbanken hebben algemeen verlof verleend voor het aanbrengen van kort gedingzaken op een vaste zittingsdag als bedoeld in artikel 254 lid 3 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering:
– | rechtbank Amsterdam | Vaste zittingsdag voor incasso kort gedingen: dinsdag om 10.00 uur. |
– | rechtbank Haarlem | Vaste zittingsdag voor incasso kort gedingen: woensdag om 9.30 uur. |
– | rechtbank Utrecht | Vaste zittingsdag voor incasso kort gedingen: dinsdag om 13.30 uur. |
Onderstaande rechtbanken hanteren de hierna te noemen gebruikelijke tijd voor de terechtzitting:
– | rechtbank Alkmaar | 60 minuten | |
– | rechtbank Almelo | 60 minuten | |
– | rechtbank Amsterdam | 60 minuten | |
– | rechtbank Arnhem | 120 minuten | |
– | rechtbank Assen | 90 minuten | |
– | rechtbank Breda | 90 minuten | |
– | rechtbank Dordrecht | voor familierechtelijke kort gedingen | 60 minuten |
voor overige zaken | 90 minuten | ||
– | rechtbank ’s-Gravenhage | voor familierechtelijke kort gedingen | 45 minuten |
voor overige zaken | 60 minuten | ||
– | rechtbank Groningen | 60 tot 90 minuten | |
– | rechtbank Haarlem | 90 minuten | |
– | rechtbank ’s-Hertogenbosch | 90 minuten | |
– | rechtbank Leeuwarden | 90 minuten | |
– | rechtbank Maastricht | 60 minuten | |
– | rechtbank Middelburg | 60 minuten | |
– | rechtbank Roermond | 90 minuten | |
– | rechtbank Utrecht | 90 minuten | |
– | rechtbank Zutphen | 75 minuten | |
– | rechtbank Zwolle-Lelystad | 90 minuten |
De overige rechtbanken beoordelen per zaak welke tijd voor de terechtzitting wordt gereserveerd.
De volgende rechtbanken hanteren vaste pro forma data en tijdstippen:
– | rechtbank ’s-Gravenhage | iedere zaterdag, afhankelijk van de afspraken ter zitting |
– | rechtbank Utrecht | de eerste zaterdag van de eerstvolgende maand om 12.00 uur |
Bij de volgende rechtbanken wordt op vaste dagen en/of vaste tijdstippen en/of in beginsel op de volgende termijn uitspraak gedaan:
– | rechtbank Alkmaar | Vaste uitsprakendag en uitspraaktijdstip: donderdag in de week volgend op de zitting om 13.30 uur. |
– | rechtbank Almelo | Geen vaste uitspraakdag en uitspraaktijdstip. Vonnistermijn is een week na de zitting. |
– | rechtbank Amsterdam | Vaste uitsprakendag en uitspraaktijdstip: donderdag om 15.00 uur. Van een zitting op de maandag of de dinsdag, volgt de uitspraak op de donderdag in de daaropvolgende week; van een zitting op de woensdag, de donderdag of de vrijdag, volgt de uitspraak op de donderdag twee weken na de zitting. |
– | rechtbank Almelo | Geen vaste uitspraakdag en uitspraaktijdstip. Vonnistermijn is twee weken na de zitting. |
– | rechtbank Assen | Geen vaste uitspraakdag en uitspraaktijdstip. Vonnistermijn is twee weken na de zitting. |
– | rechtbank Breda | Geen vaste uitspraakdag en uitspraaktijdstip. Vonnistermijn is tien dagen na de zitting. |
– | rechtbank Dordrecht | Vaste uitsprakendag en uitspraaktijdstip: donderdag om 10.00 uur. |
– | rechtbank ’s-Gravenhage | Geen vaste uitspraakdag. Vast uitspraaktijdstip: 10.00 uur. Vonnistermijn is een week na de zitting. |
– | rechtbank Groningen | Vaste uitsprakendag en uitspraaktijdstip: vrijdag om 10.00 uur. Vonnistermijn is een week na de zitting. |
– | rechtbank Haarlem | Geen vaste uitspraakdag. Vast uitspraaktijdstip: 14.00 uur. Vonnistermijn is twee weken na de zitting. |
– | rechtbank ’s-Hertogenbosch | Geen vaste uitspraakdag en uitspraaktijdstip. Vonnistermijn is twee weken na de zitting |
– | rechtbank Leeuwarden | Vaste uitsprakendag: woensdag om 13.30 uur. Vonnistermijn is twee weken na de zitting. |
– | rechtbank Maastricht | Geen vaste uitspraakdag en uitspraaktijdstip. Vonnistermijn is twee weken na de zitting. |
– | rechtbank Middelburg | Geen vaste uitspraakdag en uitspraaktijdstip. Vonnistermijn is een week na de zitting. |
– | rechtbank Roermond | Geen vaste uitspraakdag en uitspraaktijdstip. Vonnistermijn is een week na de zitting. |
– | rechtbank Rotterdam | Vaste uitsprakendagen en uitspraaktijdstip: dinsdag, donderdag en vrijdag om 14.00 uur. Vonnistermijn is twee weken na de zitting. |
– | rechtbank Utrecht | Vaste uitsprakendagen en uitspraaktijdstip: woensdag en vrijdag om 10.00 uur. Vonnistermijn is twee weken na de zitting. |
– | rechtbank Zutphen | Geen vaste uitspraakdag en uitspraaktijdstip. Vonnistermijn is twee weken na de zitting. |
– | rechtbank Zwolle-Lelystad | Geen vaste uitspraakdag. Vast uitspraaktijdstip: 14.00 uur. Vonnistermijn is een of twee weken na de zitting. |
Bij de volgende rechtbanken is het mogelijk telefonisch naar de beslissing te informeren:
– | rechtbank Alkmaar | telefoonnummer | (072) 527 47 90 |
– | rechtbank Almelo | telefoonnummers | (0546) 83 21 24 / (0546) 83 21 95 |
– | rechtbank Arnhem | telefoonnummer | (026) 359 26 05 |
(vanaf 12.00 uur) | |||
– | rechtbank Assen | telefoonnummer | (0592) 33 94 83 |
– | rechtbank Breda | telefoonnummer | (076) 531 12 88 |
– | rechtbank Dordrecht | telefoonnummer | (078) 639 14 08 |
– | rechtbank ’s-Gravenhage | telefoonnummers | (070) 381 35 11 / (070) 381 35 09 / (070) 381 21 86 / (070) 381 15 91 / (070) 381 38 56 |
– | rechtbank Haarlem | telefoonnummers | (023) 888 45 90 / (023) 888 45 91 |
– | Rechtbank ’s-Hertogenbosch | telefoonnummers | (073) 620 23 90 / (073) 620 23 91 |
– | rechtbank Leeuwarden | telefoonnummer | (058) 234 14 35 |
– | rechtbank Middelburg | telefoonnummer | (0118) 67 75 17 |
– | rechtbank Roermond | telefoonnummer | (0475) 35 22 28 |
– | rechtbank Rotterdam | telefoonnummer | (010) 297 21 31 |
– | rechtbank Utrecht | telefoonnummer | (030) 223 31 11 |
(uitsluitend door advocaten op de uitspraakdata tussen 10.00 uur en 10.30 uur) | |||
– | rechtbank Zutphen | telefoonnummer | (0575) 59 36 95 |
(vanaf 11.00 uur) | |||
– | rechtbank Zwolle-Lelystad | ||
vestiging Zwolle | telefoonnummer | (038) 888 48 63 | |
vestiging Lelystad | telefoonnummers | (0320) 74 12 80 / (0320) 74 12 87 |
De kort gedingen die bij de sector kanton worden gevoerd en de verzoekschriftprocedures die worden behandeld door de voorzieningenrechter van de sector civiel/familie, vallen niet onder de reikwijdte van dit reglement.
In verband met het bijzondere karakter en de afwijkende procedure van het deurwaarders-kort geding als bedoeld in artikel 438 lid 4 Rv, valt deze procedure buiten de reikwijdte van dit reglement.
Vgl. Hoge Raad 29 november 2002, LJN AF1210, NJ 2004, 172 en HR 17 februari 2006, LJN AU4616, NJ 2006, 156.
De eisen van een goede procesorde en het beginsel van hoor en wederhoor brengen mee dat een reconventionele eis en een incidentele vordering tijdig worden aangekondigd. Artikel 1.1, laatste zin, voorziet in een mogelijke sanctie. Wat de concrete sanctie moet zijn op het niet-tijdig aankondigen van een eis in reconventie of van een incidentele vordering, valt in algemene zin niet te zeggen. Het hangt af van de aard van deze eis of vordering of de eisen van een goede procesorde en het beginsel van hoor en wederhoor zijn geschonden. Als de eisen van een goede procesorde en het beginsel van hoor en wederhoor hieraan niet in de weg staan, kan het indienen van een niet-tijdig aangekondigde, maar in omvang geringe eis in reconventie of eenvoudig te beoordelen incidentele vordering toch worden toegestaan.
Het moet volstrekt duidelijk zijn hoe de reconventionele eis of de incidentele vordering precies luidt. Daarom is voorgeschreven dat de eis of de vordering op schrift wordt gesteld.
De term ‘op schrift gesteld’ brengt tot uitdrukking dat de reconventionele eis of de incidentele vordering ook nog ter terechtzitting op schrift kan worden gesteld, al dan niet met gebruikmaking van pen en papier, zonder dat ondertekening door een advocaat is vereist, mits wel advocaat is gesteld.
De eis in reconventie of de incidentele vordering kan pas worden ingesteld als de partij in het geding is verschenen. In kort geding vindt dit verschijnen ter terechtzitting plaats. Met deze bepaling wordt duidelijk gemaakt dat de vordering niet kan worden ingesteld als de eisende partij de zaak (vóór de zitting) intrekt.
Indien de eisende partij de zaak nadien wil intrekken, moet zij om doorhaling verzoeken overeenkomstig het bepaalde in Hoofdstuk 14.
Gekozen is voor de term ‘verplaatsing’, in plaats van voor de term ‘uitstel’, om tot uitdrukking te brengen dat de procedure voor uitstel van zittingen in kort gedingen afwijkt van die in bodemzaken. Dit heeft onder meer ermee te maken dat in kort gedingen het uitroepen van de zaak pas plaatsvindt bij aanvang van de (eerste) zitting; in bodemzaken daarentegen wordt de zaak uitgeroepen op de eerste rolzitting na ontvangst van de dagvaarding. De term ‘verplaatsing’ brengt voorts beter tot uitdrukking dat, indien het verplaatsingsverzoek wordt gehonoreerd, geen uitroeping van de zaak plaatsvindt op de oorspronkelijk bepaalde zittingsdatum. Deze term verplaatsing’, zoals gedefinieerd in artikel 1.3 aanhef en onder i., moet verder worden onderscheiden van de term aanhouding’, zoals gedefinieerd in artikel 1.3 aanhef en onder a.
In deze bepaling is voor de term ‘op schrift gesteld’ gekozen – en niet voor de term ‘schriftelijk’ – om tot uitdrukking te brengen dat de vordering ook nog ter terechtzitting op schrift kan worden gesteld, al dan niet met gebruikmaking van pen en papier, zonder dat ondertekening door een advocaat is vereist.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2010-20935.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.