Bekendmaking Implementatie Richtlijn 2009/49/EG

Betreft: Implementatie Richtlijn 2009/49/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 tot wijziging van de Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad met betrekking tot bepaalde informatieverplichtingen van middelgrote ondernemingen en de verplichting een geconsolideerde jaarrekening op te stellen (PB L 164).

De minister van Veiligheid en Justitie deelt overeenkomstig aanwijzing 347 van de Aanwijzingen voor de regelgeving mede dat richtlijn 2009/49/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 tot wijziging van de Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad met betrekking tot bepaalde informatieverplichtingen van middelgrote ondernemingen en de verplichting een geconsolideerde jaarrekening op te stellen (PB L 164) (hierna: de richtlijn) is geïmplementeerd door middel van bestaande regelgeving.

Artikel 1 van de richtlijn betreft een optionele bepaling die ertoe strekt middelgrote ondernemingen vrij te stellen van het opnemen in de toelichting op de post ‘Kosten van oprichting en uitbreiding’. Deze post is alleen relevant wanneer het nationale recht toestaat dat de kosten van oprichting en uitbreiding onder de activa worden opgenomen.

Het is in Nederland niet gebruikelijk die kosten te activeren ingevolge een richtlijn van de Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ) (richtlijn 210.103).

Middelgrote ondernemingen zijn bovendien al vrijgesteld van het vermelden van deze informatie in de te publiceren balans met toelichting, aldus art. 2:397 lid 5 BW.

Geconcludeerd kan worden dat de relevantie van deze optionele richtlijnbepaling voor de Nederlandse situatie vrijwel nihil is, zodat van implementatie wordt afgezien.

Volgens artikel 2 van de richtlijn wordt een moederonderneming die alleen maar dochterondernemingen heeft die individueel en tezamen slechts van te verwaarlozen betekenis zijn, vrijgesteld van de consolidatieverplichting. Wanneer alle maatschappijen tezamen van te verwaarlozen betekenis zijn, zal de moeder krachtens de huidige formulering van artikel 2:407 lid 1 sub a jo. artikel 2:391 lid 1 BW de gegevens van die dochters niet behoeven te consolideren. Het resultaat is gelijk aan hetgeen wordt beoogd met artikel 2 van richtlijn 2009/49/EG.

Met ingang van 1 januari 2011, de dag waarop aan richtlijn 2009/49/EG uitvoering moet zijn gegeven, werkt de richtlijn door in de Nederlandse rechtsorde door middel van bestaande regelgeving op de wijze als aangegeven in de transponeringstabel welke als bijlage bij deze mededeling is opgenomen.

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I.W. Opstelten

BIJLAGE: TRANSPONERINGSTABEL BIJ RICHTLIJN 2009/49/EG

Transponeringstabel bij richtlijn 2009/49/EG

Richtlijn 2009/49/EG

Corresponderend artikel uit EU-richtlijn

Reden voor ontbreken van implementatiemaatregel:

Artikel 1

Artikel 45 lid 2

Richtlijn 78/660/EEG

Betreft een optionele bepaling die alleen relevant is indien de post geactiveerd wordt, hetgeen in Nederland niet gebruikelijk is.

Artikel 2

Artikel 13 lid 2bis

Richtlijn 83/349/EEG

Valt reeds onder de strekking van artikel 2:407 lid 1, onder a, jo. artikel 391 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek.

Naar boven