Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie van 16 december 2010, nr. 169468, houdende wijziging van de Regeling GLB-inkomenssteun 2006

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Gelet op Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad van 19 januari 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 1290/2005, (EG) nr. 247/2006, (EG) nr. 378/2007 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1782/2003 (PbEU L 30);

Gelet op Verordening (EG) nr. 1120/2009 van de Commissie van 29 oktober 2009 houdende bepalingen voor de uitvoering van de bedrijfstoeslagregeling waarin is voorzien bij titel III van Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers (PbEU L 316);

Gelet op Verordening (EG) nr. 1122/2009 van de Commissie van 30 november 2009 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad wat betreft de randvoorwaarden, de modulatie en het geïntegreerd beheers- en controlesysteem in het kader van de bij die verordening ingestelde regelingen inzake rechtstreekse steunverlening aan landbouwers en ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad wat betreft de randvoorwaarden in het kader van de steunregeling voor de wijnsector (PbEU L 316);

Gelet op de artikelen 15 en 19 van de Landbouwwet;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling GLB-inkomenssteun 2006 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 17, eerste lid, wordt ‘artikel 16, eerste lid, onderdeel b’ vervangen door: artikel 16, eerste lid.

B

In artikel 24, tweede lid, wordt ‘€ 13.000.000’ vervangen door: € 16.338.000.

C

Artikel 25 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘1 augustus’ vervangen door: 1 november.

2. In het tweede lid wordt ‘door de verzekeraar worden verstrekt’ vervangen door: jaarlijks voor 1 november door de verzekeraar worden verstrekt.

D

Artikel 29, vijfde lid, komt te luiden:

  • 5. Het steunplafond, bedoeld in het eerste lid, bedraagt voor aanvragen die worden ingediend in 2011: € 9.500.000 verminderd met het bedrag waarop landbouwers aanspraak kunnen maken op grond van in 2010 toegekende aanvragen voor steun op grond van deze paragraaf.

E

Na artikel 30, tweede lid, wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. De landbouwer meldt bij de aanvraag tot steunverlening of hij in het bezit is van de in voorkomend geval noodzakelijke vergunningen voor de uitvoering van het investeringsplan, of dat hij deze heeft aangevraagd, en verklaart dat hij ermee bekend is dat het ontbreken van dergelijke vergunningen of de niet tijdige beschikbaarheid ervan geen grond is voor toepassing van artikel 35.

F

Artikel 34, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het slot van onderdeel c vervalt ‘en’.

2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door ‘, en’ wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • e. de landbouwer al dan niet in het bezit is van de in voorkomend geval noodzakelijke vergunningen voor de uitvoering van het investeringsplan dan wel deze vergunningen heeft aangevraagd op het moment van de aanvraag tot steunverlening.

G

Artikel 35 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst van artikel 35 wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. Een aanvraag als bedoeld in het eerste lid kan niet worden gegrond op de afwezigheid of niet tijdige beschikbaarheid van voor de uitvoering van het investeringsplan noodzakelijke vergunningen.

H

In artikel 36, derde lid, wordt ‘vermenigvuldigd met de verhouding tussen de kosten van alle subsidiabele investeringen en de gerealiseerde subsidiabele investeringen’ vervangen door: vermenigvuldigd met de verhouding tussen de kosten van de gerealiseerde subsidiabele investeringen en alle subsidiabele investeringen.

I

Artikel 38f, derde lid, vervalt.

J

In artikel 38i, tweede lid, vervalt ‘, geaccrediteerd door een accreditatie-instantie, bedoeld in artikel 2, punt 11, van verordening 765/2008’

K

Artikel 38k wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid, onderdeel c, vervalt de zinsnede ‘en’.

2. Het tweede lid, onderdeel d, komt te luiden:

  • d. in overeenstemming is met artikel 29, tweede lid, van verordening 1122/2009, en

3. Na het tweede lid, onderdeel d, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • e. aannemelijk maakt dat een onafhankelijke controleur, bijvoorbeeld blijkend uit een relevante accreditatie of anderszins, op de naleving van het certificeringssysteem controleert.

L

Artikel 38r wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt de zinsnede ‘in bijlage 8 omschreven’ vervangen door: één of meerdere van de in bijlage 8 omschreven.

2. Het vijfde lid komt te luiden:

  • 5. Landbouwers verrichten tenminste de in punt 6 van bijlage 8 omschreven maatregel.

3. In het zesde lid wordt ‘bedoeld in punt 4 en 5 van bijlage 8’ vervangen door: bedoeld in punt 3, 4 en 5 van bijlage 8.

4. In het zevende lid wordt ‘bedoeld in de onderdelen 4 en 5’ vervangen door: bedoeld in onderdeel 5.

M

In de aanhef van artikel 38s wordt ‘naar rato’ vervangen door: naar rato van de toegekende aanvragen.

N

Artikel 55 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tiende lid vervalt onderdeel c, onder verlettering van de onderdelen d tot en met g tot onderdelen c tot en met f.

2. Onderdeel e van het elfde lid komt te luiden:

  • e. dat zij toestemming verlenen om de relevante gegevens, persoonsgegevens daaronder begrepen, over aanwezigheid en behaalde resultaten, uit te wisselen tussen de minister en de aanbieder van de cursus, bedoeld in punt 13 van bijlage 7.

3. In het twaalfde lid vervalt onderdeel f.

O

Na artikel 55b wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 55c

  • 1. Indien uit een ingediende verzamelaanvraag, een ingediende aanvraag om gebruik te maken van artikel 11, eerste lid, of een ingediende aanvraag om gebruik te maken van artikel 16, eerste lid, kennelijk en zonder voorbehoud blijkt dat een landbouwer een aanvraag tot vaststelling van toeslagrechten heeft willen doen, wordt de ingediende aanvraag beschouwd als een aanvraag als bedoeld in artikel 55a, tweede lid, of artikel 55b, zesde lid.

  • 2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag behandeld als een aanvraag die is ontvangen op 11 juni 2010.

P

Na rij 12 van de tabel in bijlage 7 wordt een rij ingevoegd luidende:

13.

Het succesvol voltooien van de cursus ‘voorkomen bijterij’, aangeboden door de Wageningen UR te Wageningen

€ 330 per varkenshouder

Q

Rij 6 van de tabel in bijlage 8 wordt als volgt gewijzigd:

1. De zinsnede ‘welzijn voor vleeskuikens’ wordt vervangen door: ‘voetzoollaesies bij vleeskuikens’.

2. De zinsnede ‘€ 200’ wordt vervangen door: € 330.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2011, met dien verstande dat de onderdelen A, H, I en O van Artikel I terugwerken tot en met 1 januari 2010.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

H. Bleker.

TOELICHTING

Door deze regeling wordt de Regeling GLB-inkomenssteun 2006 gewijzigd. De wijzigingen betreffen noodzakelijke verduidelijkingen en technische aanpassingen voor de goede uitvoering van deze regeling. De aanpassingen worden hieronder toegelicht.

Onderdeel A corrigeert een verwijzing. De voorschriften in artikel 17 zijn ten algemene van belang voor de toewijzing van toeslagrechten op grond van artikel 16, eerste lid. Omdat dat artikel in zijn huidige vorm van toepassing is vanaf 1 januari 2010, wordt aan de gecorrigeerde verwijzing terugwerkende kracht tot deze datum verleend.

De regeling voor premiesteun voor brede weersverzekeringen wordt op enkele punten aangepast. Het steunplafond voor 2011 wordt verhoogd en er wordt een algemene, verruimde, termijn vastgesteld voor het toesturen van bewijsmateriaal (onderdelen B en C).

Het budget voor de regeling voor investeringen in integraal duurzame stallen en houderijsystemen wordt voor 2011 aangepast. Ook wordt er een nieuw rangschikkingcriterium toegevoegd aan artikel 34, tweede lid, onderdeel e. Landbouwers kunnen bij de steunaanvraag aangeven of zij in voorkomend geval in het bezit zijn noodzakelijke vergunningen voor het voltooien van het investeringsplan. Indien dit het geval is, komen landbouwers bij voor het overige gelijkwaardige aanvragen eerder voor steunverlening in aanmerking. Dit criterium draagt ertoe bij dat er meer steun kan worden toegekend aan landbouwers die de investeringen snel realiseren. Landbouwers hoeven de vergunningen niet op te sturen bij het indienen van de steunaanvraag, maar moeten deze wel op verzoek ter beschikking houden van de minister. Het niet of niet tijdig beschikbaar hebben van noodzakelijke vergunningen is ook geen grond waarop wijziging kan worden gevraagd van de in de beschikking tot steunverlening vermelde termijn voor het realiseren van het investeringsplan. Ook deze voorziening strekt ertoe te voorkomen dat delen van het beschikbare budget uiteindelijk onbenut zouden blijven. Daarnaast wordt de berekening voor het bepalen van steun voor tijdig gerealiseerde onderdelen van het investeringsplan met terugwerkende kracht tot 1 januari 2010 aangepast (onderdelen D, E, H en N, punt 1).

Artikel 38f, derde lid, is overbodig en vervalt met terugwerkende kracht tot 1 januari 2010. Het artikellid beoogde cumulatie met subsidie voor het uitrijden van ruige mest uit hoofde van de Subsidieverordening natuur- en landschapsbeheer van de onderscheiden provincies te voorkomen. Dit is reeds geregeld in artikel 1.10 van de Subsidieverordening natuur- en landschapsbeheer van de onderscheiden provincies (onderdeel I).

Door wijzigingen van de steunregeling voor diervriendelijk produceren komen voortaan ook certificeringssystemen voor steun in aanmerking die niet zijn geaccrediteerd. Wel is van belang dat een onafhankelijke controle-instelling toeziet op de naleving van het bij diervriendelijk produceren gebruikte certificeringssysteem. Dit onafhankelijk toezicht is vereist op grond van artikel 29, tweede lid, van verordening 1122/2009. Door het toezicht op landbouwers die gebruik maken van aan het certificeringssysteem moet blijken of de subsidiabiliteitsvoorwaarden worden nageleefd. Toezicht door een controle-instantie die over een relevante accreditatie beschikt, kan hiervoor een aanwijzing zijn. Tot slot hoeven landbouwers niet meer op de verzamelaanvraag aan te geven hoeveel dieren profiteren van de maatregelen omdat de steun forfaitair per bedrijf wordt verstrekt (onderdelen J, K en N, punten 2, en 3).

In de steunregeling voor verbetering van het welzijn van varkens wordt de mogelijkheid geboden om een tegemoetkoming aan te vragen voor deelname aan een cursus (artikel 38p, eerste lid). Bij het aanvragen van deze tegemoetkoming moeten landbouwers toestemming geven aan DR en de aanbieder van de cursus om hun persoonsgegevens en het cursusresultaat uit te wisselen (onderdelen L, punt 3, N en P).

In de steunregeling voor verbetering van het welzijn van vleeskuikens wordt bepaald dat vleeskuikenhouders alleen in aanmerking komen voor steun op grond van artikel 38r indien zij in ieder geval de cursus ‘voetzoollaesies bij vleeskuikens’ succesvol voltooien. Ook is het steunbedrag voor het volgen van de cursus verhoogd. Daarnaast kunnen vleeskuikenhouders op vrijwillige basis steun aanvragen voor andere activiteiten, omschreven in de punten 1 tot en met 5 van bijlage 8. Met deze wijziging vindt ook een verduidelijking plaats in de steunvoorschriften voor het handhaven van een hogere staltemperatuur. Verder komen landbouwers die een stal hebben als bedoeld in punt E 5.6 of E 5.10, van de bijlage bij de Regeling ammoniak en veehouderij, ook in aanmerking voor steun voor managementmaatregelen, bedoeld in punt 4 van bijlage 8. Tot slot hoeven landbouwers niet meer op de verzamelaanvraag aan te geven hoeveel dieren profiteren van de maatregelen omdat de steun forfaitair per bedrijf wordt verstrekt (onderdelen L, N, punt 3 en Q).

Door de aanpassing van artikel 38s wordt verduidelijkt dat de verhoging van relevante steunplafonds geschiedt naar rato van de toegekende aanvragen (onderdeel M).

Het ingevoegde artikel 55c treft een voorziening voor landbouwers die verzuimd hebben om toeslagrechten aan te vragen in verband met de afschaffing van de directe betalingen voor rundvee en kalveren. Uit gegevens van Dienst Regelingen blijkt dat er landbouwers zijn die in beginsel aanspraak maken op toeslagrechten en een verzamelaanvraag of een aanvraag voor alternatieve toewijzing van toeslagrechten op grond van overmacht, vanwege bedrijfsoverdrachten, of verrichte investeringen indienen. Uit de ingediende aanvragen blijkt duidelijk dat de betrokken landbouwers ook voor toedeling van de rechten beoogden te opteren, aangezien zij voor 2010 op basis van de door hun vooronderstelde rechten uitbetaling aanvragen danwel om een alternatieve toewijzing van hun rechten vragen. De verzamelaanvraag of de aanvraag voor alternatieve toewijzing van toeslagrechten wordt daarom tevens met terugwerkende kracht tot 1 januari 2010 beschouwd als aanvraag tot toedeling van toeslagrechten als zodanig. Dit vanuit de overweging dat deze landbouwers op dit moment niet meer in de gelegenheid zijn om alsnog een aanvraag in te dienen omdat deze voor 15 mei 2010 hadden moeten worden ingediend. Zowel de aanvraag tot vaststelling van toeslagrechten als de aanvraag tot uitbetaling moeten volgens de regeling op 15 mei 2010 uiterlijk zijn ingediend. Niet tijdige of onvolledige aanvragen leiden ingevolge de EU-verordeningen tot kortingen of zelfs uitsluiting van de toeslagregeling. Om te voorkomen dat aanvragers op grond van deze voorziening zouden worden bevoordeeld ten opzichte van aanvragers die de aanvragen enige dagen te laat indienden, wordt de datum van 11 juni 2010 beschouwd als tijdstip van ontvangst van de aanvraag tot vaststelling van toeslagrechten, zodat de termijnkorting wordt opgelegd (onderdeel O). Deze regeling is in zijn opzet gelijk aan de inmiddels ingetrokken bepalingen die voorheen in artikel 11, vijfde en zesde lid, van de Regeling GLB-inkomenssteun 2006 waren vervat met betrekking tot landbouwers die uitbetaling van toeslagrechten vroegen die zij in het geheel niet als zodanig aangevraagd bleken te hebben.

Administratieve lasten

Aan deze wijzigingsregeling zijn administratieve lasten verbonden. Landbouwers die steun aanvragen voor investeringen in integraal duurzame stallen en houderijsystemen moeten op de verzamelaanvraag verklaren of zij in het bezit zijn van noodzakelijke vergunningen. De administratieve lasten per aanvraag stijgen hierdoor van 292 euro naar 296 euro. Jaarlijks dienen ongeveer 400 aanvragers een verzoek tot steunverlening in. Hierdoor stijgen de administratieve lasten met (400 × € 4=) € 1.600 euro. Deze lastenstijging is acceptabel omdat hiermee voorkomen wordt dat er steun wordt verleend aan aanvragers die er uiteindelijk niet in slagen om de relevante investeringen binnen de gestelde termijn af te ronden, hetgeen tot onderuitputting van het steunplafond leidt.

De vleeskuikenhouders die de verplichte cursus moeten volgen hebben 20 minuten nodig om zich via het internet in te schrijven voor de cursus. De lasten die daarmee gemoeid zijn bedragen voor 100 houders € 37,00/3 per uur. De totale administratieve lasten van dit voorschrift bedragen € 1.233.

Ook de varkenshouders die op vrijwillige basis een cursus gaan volgen hebben 20 minuten nodig om zich via het internet in te schrijven voor de cursus. De lasten die daarmee gemoeid zijn bedragen voor 40 deelnemers € 37,00/3 per uur. De totale administratieve lasten van dit voorschrift bedragen € 493.

Overig

De publicatie van deze regeling, alsmede enkele daarin bepaalde termijnen voor inwerkingtreding van voorschriften wijkt af van het beleid van ondergetekende inzake de vaste verandermomenten. Dit is mogelijk omdat het hier zonder uitzondering gaat om ofwel bepalingen die de goede tenuitvoerlegging van Europeesrechtelijke verplichtingen ondersteunen dan wel noodzakelijke reparaties in de regelgeving.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

H. Bleker.

Naar boven