Wijziging Regeling tuchtcollege voor de scheepvaart in verband met de verhoging van de vacatiegelden

8 februari 2010

Nr. CEND/HDJZ-2010/10 sector SCH

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op artikel 55e van de Zeevaartbemanningswet;

Besluit:

ARTIKEL I

Artikel 2 van de Regeling tuchtcollege voor de scheepvaart wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 300’ vervangen door: € 342.

2. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. De voorzitter en de plaatsvervangende voorzitters ontvangen voor het voorbereiden van een zitting, het leiden van een zitting en het voorbereiden van een uitspraak na afloop van een zitting van het tuchtcollege voor de scheepvaart een vacatiegeld van € 684,– per activiteit.

3. In het derde lid wordt ‘€ 200’ vervangen door: € 228.

4. Het vierde lid komt te luiden:

  • 4. De voorzitter ontvangt voor werkzaamheden die verband houden met het algemene functioneren van het tuchtcollege een vacatiegeld van € 684,– per dag.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2010.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

J.C. Huizinga-Heringa

TOELICHTING

Per 1 januari 2010 is hoofdstuk 5A van de Zeevaartbemanningswet in werking getreden. Dit hoofdstuk strekt tot instelling van het tuchtcollege voor de scheepvaart. Het tuchtcollege voor de scheepvaart onderwerpt de kapitein en de scheepsofficieren aan tuchtrechtspraak met betrekking tot hun handelen of nalaten in strijd met de zorg die zij als goed zeeman in acht behoren te nemen ten opzichte van de opvarenden, het schip, de lading, het milieu en het scheepvaartverkeer.

Deze regeling wijzigt de Regeling tuchtcollege voor de scheepvaart. Omdat tussen de totstandkoming van de regeling in 2004 en het tijdstip van inwerkingtreding op 1 januari 2010 een aanzienlijke periode is verstreken, voorziet deze regeling in een aanpassing van de in de Regeling tuchtcollege voor de scheepvaart genoemde vacatiegelden.

Met deze wijziging wordt voorzien in de verhoging van de vacatiegelden teruggerekend tot en met 1 januari 2006 (Artikel I, onderdelen 1 en 3).

Voorts treft deze regeling een nieuwe voorziening voor de vacatiegelden van de voorzitter. Het is de verwachting dat de vervulling van de taken van de voorzitter een dusdanige belasting vormt, dat de huidige berekeningswijze van het vacatiegeld hiervoor onvoldoende compensatie biedt. In dat verband wordt met deze regeling het vacatiegeld van de voorzitter toegerekend aan de afzonderlijke activiteiten die de voorzitter uitvoert ten behoeve van bij het tuchtcollege aangebrachte zaken en ten behoeve van het functioneren van het tuchtcollege als zodanig (Artikel I, onderdelen 2 en 4). Het in verband met deze laatste activiteit opgestelde artikel I, onderdeel 4, vervangt het huidige vierde lid aangezien het niet meer gebruikelijk is de indexering van vacatiegelden op deze wijze uit te voeren.

Op de vacatiegelden van de voorzitter, plaatsvervangend voorzitters en leden van het tuchtcollege is het Besluit vergoedingen adviescolleges en commissies niet van toepassing.

Deze wijziging brengt geen administratieve lasten met zich en is derhalve niet aan Actal voorgelegd.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

J.C. Huizinga-Heringa.

Naar boven