Deelregeling projectsubsidies Fonds Podiumkunsten

Het bestuur van het Fonds Podiumkunsten

Gelet op artikel 10 lid 4 van de Wet op het specifiek cultuurbeleid en artikel 4 van het Algemeen Reglement van het Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+

Besluit:

Artikel 1.1. Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

bestuur:

de raad van bestuur van de stichting Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+;

Fonds Podiumkunsten:

de stichting Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+;

Nederland:

het Koninkrijk der Nederlanden, bestaande uit Nederland inclusief Bonaire, Sint-Eustatius en Saba en Aruba, Curaçao en Sint Maarten;

podiumkunstenaar:

iemand die artistiek-inhoudelijk actief is in de podiumkunsten en in die hoedanigheid aantoonbaar geïntegreerd is in de professionele podiumkunstpraktijk in Nederland.

Artikel 1.2. Subsidievormen

Het bestuur kan subsidie verstrekken in de vorm van een productiesubsidie of een subsidie compositieopdracht voor activiteiten die bijdragen aan de kwaliteit en diversiteit in de podiumkunsten in Nederland en het opbouwen en bereiken van een publiek daarvoor.

Artikel 1.3. De aanvraag

  • 1. Een aanvraag wordt ingediend met behulp van een door het bestuur opgesteld aanvraagformulier voor de betreffende subsidievorm.

  • 2. Een aanvraag wordt alleen in behandeling genomen als het volledig ingevulde aanvraagformulier tijdig is ontvangen door het fonds en vergezeld gaat van de op het formulier vermelde bijlagen.

  • 3. Het bestuur kan een of meer aanvraagrondes per jaar per subsidievorm vaststellen. De bijbehorende indiendata worden bekendgemaakt via de website van het Fonds Podiumkunsten.

  • 4. Het bestuur kan digitale indiening mogelijk maken. Het bepaalde in lid een tot en met drie is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 1.4. Procedure

  • 1. Het bestuur kan advies vragen over ingediende aanvragen. Adviseurs beoordelen de aan hen voorgelegde aanvragen met inachtneming van het bepaalde in deze regeling.

  • 2. Het bestuur informeert de aanvrager binnen 13 weken na de uiterlijke indiendatum schriftelijk over zijn besluit. Als voor de motivering van het besluit wordt verwezen naar een over de aanvraag uitgebracht advies wordt de tekst van het advies aan de aanvrager toegezonden.

Artikel 1.5. Subsidieplafond

  • 1. Het bestuur kan een of meer subsidieplafonds vaststellen voor de in deze regeling opgenomen subsidievormen.

  • 2. Het bestuur kan eerder vastgestelde subsidieplafonds verhogen of verlagen.

  • 3. Besluiten als bedoeld in het eerste en tweede lid worden bekendgemaakt via de website van het Fonds Podiumkunsten.

Artikel 1.6. Verdeling budget

  • 1. Aanvragen die aan de voorwaarden voldoen om voor subsidie in aanmerking te komen worden onderverdeeld in drie categorieën:

    • A: honoreren;

    • B: honoreren voor zover het budget dat toelaat; en

    • C: niet honoreren.

  • 2. Als een subsidieplafond ontoereikend is om alle aanvragen in de categorieën a en b te honoreren, plaatst het bestuur de aanvragen in categorie b in een rangorde op basis van de criteria voor de betreffende aanvragen.

  • 3. Het bestuur honoreert eerst de aanvragen in categorie a voor het geadviseerde subsidiebedrag en vervolgens de aanvragen in categorie b voor het geadviseerde subsidiebedrag in volgorde van de rangorde totdat het subsidieplafond is bereikt. De resterende aanvragen worden afgewezen.

  • 4. Indien het bestuur een subsidieplafond verhoogt, wordt eerst het subsidiebedrag van een aanvraag die wegens ontoereikendheid van het budget gedeeltelijk was gehonoreerd alsnog verhoogd tot het geadviseerde subsidiebedrag.

Artikel 1.7. Algemene weigeringsgronden

  • 1. Het bestuur kan, onverminderd het bepaalde in artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht, subsidie weigeren:

    • a. als de aanvraag onvoldoende concreet is met betrekking tot de uit te voeren activiteiten;

    • b. als reeds tweemaal eerder voor dezelfde activiteit subsidie is aangevraagd;

    • c. als de aanvrager geen rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid is;

    • d. als de aanvrager in de voorgaande twee jaar niet heeft voldaan aan een of meer aan een subsidie verbonden voorwaarden of verplichtingen, waaronder in elk geval ook vallen het juist en tijdig afronden van de gesubsidieerde activiteiten, het tijdig melden van relevante veranderingen in de uitvoering en het juist en tijdig verantwoorden van de activiteiten;

    • e. als de aanvraag betrekking heeft op een reeds geheel of gedeeltelijk voltooide activiteit;

    • f. als de eerste openbare activiteit waarvoor het subsidie (mede) is bestemd plaatsvindt binnen 4 maanden na de uiterste indiendatum;

    • g. als het subsidie niet zal leiden tot een of meer openbare activiteiten;

    • h. als de aanvrager niet voldoet aan de voor de betreffende instelling gebruikelijke normen met betrekking tot good governance op het terrein van goed bestuur, adequaat toezicht en transparante verantwoording.

Paragraaf 2: Productiesubsidies

Artikel 2.1. Doel

Het bestuur verstrekt productiesubsidies voor het ontwikkelen, uitvoeren of hernemen van voorstellingen en concerten om bij te dragen aan de kwaliteit en diversiteit in de podiumkunsten in Nederland en het opbouwen en bereiken van een publiek daarvoor.

Artikel 2.2. Aanvrager

  • 1. Een productiesubsidie kan uitsluitend worden aangevraagd door een instelling die primair gericht is op het zelf ontwikkelen en produceren van voorstellingen of concerten door professionele podiumkunstenaars.

  • 2. Een aanvrager kan per aanvraagronde maximaal 1 aanvraag indienen.

Artikel 2.3. Subsidieaanvraag

  • 1. Een aanvraag heeft betrekking op één specifieke productie.

  • 2. Als in het kader van de aanvraag tevens een compositie of theatertekst tot stand komt, wordt de aanvraag als geheel beoordeeld op basis van het bepaalde in deze paragraaf.

Artikel 2.4. Vereisten

  • 1. Subsidie kan worden verstrekt als de artistiek verantwoordelijke podiumkunstenaars minimaal twee jaar actief zijn en meerdere producties hebben voortgebracht en tenminste 50% van de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd in Nederland plaatsvindt.

  • 2. Subsidie wordt niet verstrekt als het gevraagde subsidie niet in een redelijke verhouding staat tot het aantal te realiseren activiteiten of de te behalen eigen inkomsten. Hiervan is in elk geval sprake als niet minimaal 20% van de subsidiabele kosten worden gedekt door eigen inkomsten.

  • 3. Subsidie wordt niet verstrekt aan aanvragers die reeds een instellingssubsidie van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap of een vierjarige subsidie dan wel een meerjarige productiesubsidie van het Fonds Podiumkunsten ontvangen.

Artikel 2.5. Beoordeling

Aanvragen worden ten opzichte van elkaar afgewogen aan de hand van de volgende criteria:

  • a. artistieke en productionele kwaliteit van het plan;

  • b. ondernemerschap;

  • c. bijdrage aan de diversiteit of verscheidenheid van het podiumkunstenaanbod in Nederland;

  • d. bijdrage aan de geografische spreiding.

Artikel 2.6. Hoogte subsidie

  • 1. Voor subsidiering komen uitsluitend de volgende kosten in aanmerking:

    • a. personeelskosten;

    • b. voorbereiding en uitvoeringskosten;

    • c. kosten voor marketing en publiciteit;

    • d. bureau en huisvestingskosten.

  • 2. Niet voor subsidiëring in aanmerking komen:

    • a. kosten voor activiteiten die op het moment van indiening van de aanvraag reeds zijn gerealiseerd;

    • b. structurele investeringen, zoals kosten die betrekking hebben op exploitatie, investeringen in accommodaties en de aanschaf van instrumenten;

    • c. kosten die redelijkerwijs niet voor subsidie in aanmerking komen.

  • 3. De aanvrager moet kunnen aantonen dat de kosten waarvoor subsidie wordt gevraagd redelijkerwijs toe te rekenen zijn aan de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd. Daarvan is in ieder geval geen sprake voor zover kosten hoger zijn dan bestaande normen of anderszins afwijken van wat de gangbare praktijk in het veld is.

  • 4. Als de aanvraag betrekking heeft op het hernemen van een eerder ontwikkelde productie bedraagt het subside maximaal 40% van de subsidiabele kosten.

  • 5. Het bestuur kan bepalen dat een subsidie voor een productie nooit meer bedraagt dan een bepaald bedrag.

Paragraaf 3: Gereserveerd

Gereserveerd.

Paragraaf 4: Subsidie compositieopdrachten

Artikel 4.1. Doel

Het bestuur verstrekt subsidies compositieopdracht voor het verlenen van een opdracht tot het vervaardigen van een compositie om bij te dragen aan de kwaliteit en diversiteit in de podiumkunsten in Nederland en het opbouwen en bereiken van een publiek daarvoor.

Artikel 4.2. Aanvrager

  • 1. Een subsidie compositieopdracht kan worden aangevraagd door een instelling die voornemens is vanuit een artistiek-inhoudelijk uitgangspunt activiteiten te organiseren die zullen leiden tot voorstellingen of concerten en in dat kader een compositie wil laten vervaardigen.

  • 2. Een aanvrager kan per aanvraagronde maximaal 3 aanvragen indienen.

Artikel 4.3. Subsidieaanvraag

  • 1. Een aanvraag heeft betrekking op één opdracht aan een specifiek door de aanvrager gekozen componist.

  • 2. Als er sprake is van meerdere samenhangende opdrachten kunnen deze door middel van een gebundelde aanvraag worden ingediend, rekening houdend met het maximum van drie aanvragen per aanvrager per aanvraagronde.

Artikel 4.4. Vereisten

  • 1. Een subsidie compositieopdracht kan worden verstrekt als het te componeren werk minimaal tweemaal zal worden uitgevoerd.

  • 2. Maximaal één uitvoering kan worden vervangen door een televisie- of radio-uitzending van een opname van een onder verantwoordelijkheid van de opdrachtgever verzorgde uitvoering van de compositie of een andere publieke openbaarmaking die daaraan minimaal gelijk gesteld kan worden.

Artikel 4.5. Beoordeling

Aanvragen worden ten opzichte van elkaar afgewogen aan de hand van de volgende criteria:

  • a. kwaliteit van de opdrachtrelatie;

  • b. verwachte uitvoeringsmogelijkheden;

  • c. mate waarin het te verwachten resultaat bijdraagt aan de diversiteit in het muziekrepertoire in Nederland.

Artikel 4.6. Hoogte subsidie

Het bestuur kan richtlijnen vaststellen aan de hand waarvan de hoogte van het subsidie wordt bepaald.

Paragraaf 5: Overige bepalingen

Artikel 5.1. Aan het subsidie verbonden verplichtingen

  • 1. De ontvanger van het subsidie meldt onverwijld aan het bestuur als:

    • a. de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt niet of niet geheel zullen doorgaan;

    • b. niet of niet geheel aan de aan het subsidie verbonden verplichtingen zal worden voldaan; of

    • c. er aanzienlijke wijzigingen zijn ten opzichte van het plan op basis waarvan subsidie is verstrekt.

  • 2. De ontvanger van het subsidie plaatst het logo of de naam van het Fonds Podiumkunsten op alle publiciteitsuitingen die betrekking hebben op de gesubsidieerde activiteiten.

  • 3. Het bestuur kan bij beschikking andere dan de in het eerste en tweede lid opgenomen verplichtingen aan het subsidie verbinden.

Artikel 5.2. Verantwoording bij subsidies tot € 25.000

  • 1. Als de verstrekte subsidie kleiner is dan € 25.000, kan het bestuur na het verstrijken van de in de beschikking opgenomen einddatum de ontvanger van het subsidie verzoeken bewijsstukken te overleggen waarmee kan worden aangetoond dat de gesubsidieerde activiteiten volgens plan hebben plaatsgevonden.

  • 2. Als de ontvanger van het subsidie niet kan aantonen dat de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt volgens plan hebben plaatsgevonden, kan het bestuur het subsidie lager vaststellen of intrekken.

  • 3. Als op enig moment blijkt dat niet is voldaan aan een enige verplichting, kan het bestuur het subsidie lager vaststellen of intrekken.

  • 4. Binnen 22 weken na het verstrijken van de in de aanvraag opgenomen afrondingsdatum stelt het bestuur het subsidie ambtshalve vast, tenzij dit niet mogelijk is omdat het bestuur de ontvanger van het subsidie heeft verzocht bewijsstukken als bedoeld in het eerste lid in te sturen.

Artikel 5.3. Verantwoording bij subsidies van € 25.000 en groter

  • 1. Als de verstrekte subsidie € 25.000 of meer bedraagt, stuurt de ontvanger van het subsidie binnen 3 maanden na het verstrijken van de in de beschikking opgenomen einddatum een korte verantwoording in over de verrichte activiteiten waarmee kan worden aangetoond dat de gesubsidieerde activiteiten volgens plan hebben plaatsgevonden.

  • 2. Als de verstrekte subsidie € 125.000 of meer bedraagt, stuurt de ontvanger van het subsidie binnen 3 maanden na het verstrijken van de in de beschikking opgenomen einddatum tevens een financiële verantwoording met daarbij een verklaring omtrent de getrouwheid en de rechtmatigheid afgegeven door een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.

Artikel 5.4. Begrotingsvoorbehoud

Subsidie wordt verleend onder voorbehoud van verstrekking van de bijbehorende middelen door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Artikel 5.5. Inwerkingtreding en overgangsrecht

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 5.6. Intrekking

  • 1. De Deelregeling projectsubsidies voor podiumkunstinstellingen van het Nederlands Fonds voor de Podiumkunsten+ 2009-2010 wordt ingetrokken.

  • 2. Op subsidies die zijn verleend op basis van de in het eerste lid genoemde regeling, blijft het bepaalde in die regeling van toepassing.

Artikel 5.7. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Deelregeling projectsubsidies Fonds Podiumkunsten.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

Vastgesteld in de vergadering van het bestuur van het Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+, d.d. 17 november 2010

Het bestuur van het Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+,

namens deze:

G. Lawson,

directeur/voorzitter Raad van Bestuur.

TOELICHTING

1. Inleiding

Met de Deelregeling projectsubsidies beoogt het Fonds Podiumkunsten de kwaliteit en diversiteit in de podiumkunsten te stimuleren en het publieksbereik voor de podiumkunsten te vergroten. De Deelregeling bevat twee subsidievormen: productiesubsidies en subsidies compositieopdrachten. Deze worden hieronder toegelicht.

2A. Productiesubsidies

Algemeen

Productiesubsidies worden verstrekt om bij te dragen aan een kwalitatief hoogwaardig en inhoudelijk divers aanbod van voorstellingen of concerten.

Wie kan aanvragen

Een productiesubsidie kan worden aangevraagd door een aanvrager wiens primaire bezigheid het realiseren van voorstellingen of concerten is. Daarbij valt te denken aan een (muziek)theatergroep, ensemble of dansgroep. Aanvragen is mogelijk als de aanvrager rechtspersoonlijkheid bezit. Voor zover hier relevant gaat het om stichtingen en verenigingen met volledige rechtsbevoegdheid.

Productiesubsidies worden niet verstrekt aan instellingen die primair gericht zijn op het programmeren van voorstellingen en concerten die door anderen worden voortgebracht. Voorbeelden van dergelijke instellingen zijn bijvoorbeeld bemiddelaars en intermediairs. Zij komen dus niet voor productiesubsidie in aanmerking. Festivalorganisaties en podiumorganisaties komen evenmin voor productiesubsidie in aanmerking, deze instellingen kunnen een beroep doen op de Deelregeling programmeringssubsidies.

Waarvoor kan worden aangevraagd

Een productiesubsidie kan worden aangevraagd voor het realiseren van voorstellingen of concerten. Onderzoek dat niet tot voorstellingen of concerten leidt, komt niet voor een productiesubsidie in aanmerking.

Het subsidie is voor (1) personeelskosten, (2) voorbereiding en uitvoeringskosten, (3) kosten voor marketing en publiciteit en (4) bureau en huisvestingskosten.

Bij de personeelskosten moet de aard en de omvang van de dienstverbanden en contracten met freelancers redelijk zijn gelet op de inhoud en planning van het project.

Voorbereidingskosten zijn kosten die worden gemaakt om de productie speelklaar of verkoopbaar te maken; inclusief de in de sector gangbare salarissen, honoraria of onkostenvergoedingen, pensioenkosten en de kosten van verloning; uitvoeringskosten zijn kosten die gepaard gaan met het uitvoeren van de productie, de dagkosten.

De kosten voor marketing en publiciteit zijn alle kosten die samenhangen met publieksbereik en -ontwikkeling en de verspreiding van de resultaten van het plan.

Voor zover de aanvrager voor de uitvoering van het project elders (fondsen, overheden of sponsoren) gelden heeft aangevraagd of reeds toegezegd gekregen, meldt hij dit in de aanvraag inclusief de stand van zaken op het moment van indienen.

Hoe wordt de aanvraag beoordeeld

De subsidieaanvragen voor een productiesubsidie worden in meerdere jaarlijkse subsidierondes behandeld. De bijbehorende indiendata worden bekend gemaakt via de website van het Fonds Podiumkunsten.

Alle aanvragen die aan de eisen voldoen, worden getoetst aan de volgende criteria:

  • a) artistieke en productionele kwaliteit van het plan;

  • b) ondernemerschap;

  • c) bijdrage aan de diversiteit of verscheidenheid van het podiumkunstenaanbod in Nederland;

  • d) bijdrage aan de geografische spreiding.

Het Fonds Podiumkunsten vraagt over aanvragen voor een productiesubsidie advies aan een adviescommissie met expertise op dit specifieke terrein. De commissie toetst aanvragen aan de criteria uit de regeling.

Voor de toets van criterium a wordt gekeken naar de kwaliteit van het plan. Vakmanschap, oorspronkelijkheid en zeggingskracht zijn de drie onderdelen die daarbij worden getoetst. De beschrijving uit de aanvraag staat centraal. Geeft die het vertrouwen dat een interessante voorstelling/concert tot stand komt? Daarbij heeft vakmanschap betrekking op de ambachtelijke vaardigheid van de betrokken makers. Vakmanschap valt niet één-op-één samen met het gevolgd hebben van een vakopleiding. Oorspronkelijkheid gaat over de eigenheid en de herkenbare artistieke signatuur zoals die uit het plan naar voren komt. Zeggingskracht ten slotte hangt af van de wijze waarop en de mate waarin de voorstellingen of concerten naar verwachting het publiek zullen aanspreken. In hoeverre weten de makers hun publiek te beroeren, te prikkelen of te verrassen?

In dit kader wordt daarnaast de productionele kwaliteit van het plan beoordeeld. Bij productionele kwaliteit kan worden gedacht aan zaken als ‘getuigt het plan van kennis van zaken, is het haalbaar, is aan alle productionele voorwaarden voldaan’.

Bij criterium b staat het ondernemerschap centraal. Dit uit zich onder andere in een deugdelijke bedrijfsvoering en een overtuigende visie op publieksbereik en -ontwikkeling. Van belang is dat de aanvraag blijk geeft van een visie of strategie op het behalen van (publieks)inkomsten.

Criterium c zet de aanvraag af tegen dat wat er verder in Nederland gebeurt. In hoeverre levert de voorstelling/concert een interessante bijdrage aan dat wat er al is of dat wat al wordt gemaakt. Daarbij wordt ook over de grenzen van de gesubsidieerde podiumkunsten gekeken.

Criterium d kijkt waar de activiteiten plaatsvinden en welke rol de voorstellingen of concerten daar naar verwachting hebben.

Hoogte subsidie

De hoogte van het subsidie wordt door het bestuur van het Fonds Podiumkunsten bepaald. Uitgangspunt is steeds dat alleen kosten die redelijkerwijs toerekenbaar zijn aan het project voor subsidie in aanmerking komen. Kosten moeten verder ook aansluiten op wat gebruikelijk is in vergelijkbare gevallen.

2B. Subsidie compositieopdrachten

Algemeen

Het Fonds Podiumkunsten kan een subsidie compositieopdracht verstrekken aan een instelling die een componist een opdracht wil geven. Dit subsidie is bedoeld voor een situatie waarin de primaire beslissing om een compositie te laten maken bij een instelling ligt. Uiteindelijk is het doel om uitvoerende instellingen te stimuleren een helder beleid te ontwikkelen waarbinnen regelmatig opdrachten worden verstrekt om te komen tot een portefeuille van composities en langs die weg een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van het compositieklimaat in Nederland.

Wie kan aanvragen

Aanvragen is mogelijk als de aanvrager rechtspersoonlijkheid bezit. Voor zover hier relevant gaat het om stichtingen en verenigingen met volledige rechtsbevoegdheid.

Deze subsidievorm richt zich op instellingen die kunnen verzekeren dat de compositie ook meerdere malen zal worden uitgevoerd. Daarom moet de aanvrager kunnen aantonen dat er minimaal 2 uitvoeringen zullen volgen, waarbij radio- of tv-uitzendingen meetellen als ware het maximaal één uitvoering. Andersoortige openbaarmakingen (live webcasts) worden afhankelijk van de context wel of niet meegerekend. Plaatsing op de eigen website van een opdrachtgever is in elk geval niet voldoende.

Een instelling kan per ronde maximaal drie aanvragen indienen. Dit in verband met de beschikbare middelen. Daarnaast wil het Fonds Podiumkunsten stimuleren om in opdracht geschreven composities vaker ten gehore te brengen. Om die reden is voor een beperking van het aantal te verstrekken subsidies compositieopdracht per instelling gekozen.

Waarvoor kan worden aangevraagd

Een subsidie compositieopdracht wordt verstrekt voor een specifiek omschreven werk dat zal worden geschreven door een met name genoemde componist. Bij de aanvraag dient een duidelijke verklaring te zitten dat de voorgestelde componist de opdracht wil aanvaarden. De componist waaraan de instelling de opdracht wil verlenen moet actief en geïntegreerd zijn in het Nederlands muziekleven. Op deze wijze is verzekerd dat (het verlenen van) de opdracht en het resultaat daarvan bijdragen aan het compositieklimaat.

Ook dient de aanvrager inzicht te geven in de uitvoeringsmogelijkheden. In elk geval moet aannemelijk zijn dat het werk (binnen een redelijke termijn) minimaal twee keer wordt uitgevoerd. Uitgangspunt is daarbij dat de voorgeschreven tweede uitvoering binnen een jaar na de première plaatsvindt.

Hoe wordt de aanvraag beoordeeld

De subsidieaanvragen voor een subsidie compositieopdracht worden in beginsel in drie jaarlijkse subsidierondes behandeld. De bijbehorende indiendata worden bekend gemaakt via de website van het Fonds Podiumkunsten.

Alle aanvragen die aan de eisen voldoen, worden getoetst aan de volgende criteria:

  • a) kwaliteit van de opdrachtrelatie;

  • b) verwachte uitvoeringsmogelijkheden;

  • c) mate waarin het te verwachten resultaat bijdraagt aan de diversiteit van het muziekrepertoire in Nederland.

Voor de toets van criterium a wordt gekeken naar de artistieke kwaliteit van de aanvrager, de motivatie voor de keuze van de componist, de wijze waarop de aanvraag zich verhoudt tot het opdrachtenbeleid van de aanvrager, het kader waarbinnen de compositie tot stand komt (de programmering) en het realiteitsgehalte van de aanvraag in relatie tot de uitvoerder aan de ene kant en de componist aan de andere kant.

Bij criterium b staat het aantal te verwachten uitvoeringen centraal. Hier geldt dat niet alleen het aantal uitvoeringen weegt, maar ook het met die uitvoeringen gegenereerde publieksbereik. Meer uitvoeringen is dus niet per se beter, wel gaat het erom of de uitvoeringen eraan bijdragen dat de compositie een plaats krijgt in het podiumlandschap.

Bij criterium c staat de vraag centraal in hoeverre de compositie zich verhoudt tot dat wat er verder al in Nederland gebeurt. In hoeverre levert de compositie die zal worden geschreven een interessante bijdrage aan dat wat er al is of dat wat al wordt gemaakt? Daarbij wordt ook over de grenzen van het gesubsidieerde repertoire gekeken.

Hoogte subsidie

De hoogte van het subsidie wordt door het bestuur van het Fonds Podiumkunsten bepaald. Daarbij worden vaste uitgangspunten gehanteerd, waarbij gekeken wordt naar de tijdsduur en de bewerkelijkheid c.q. complexiteit van de compositie. Afhankelijk van genoemde factoren kunnen subsidies compositieopdracht variëren van circa € 1.000 tot € 20.000.

3. Indiening en behandeling

Wijze van indiening

Aanvragen moeten worden ingediend met behulp van een aanvraagformulier dat bij de betreffende subsidievorm hoort. Aanvraagformulieren zijn te vinden op de website van het Fonds Podiumkunsten. De activiteiten moeten worden beschreven aan de hand van een aantal door het Fonds Podiumkunsten geformuleerde vragen. De aanvraag en de daarbij behorende informatie is leidend voor toetsing of de aanvrager in aanmerking komt voor subsidie. Het is dus van belang dat de aanvraag helder is en een goed beeld geeft.

Alleen als de aanvraag op tijd is ingediend, het aanvraagformulier juist is ingevuld en alle gevraagde informatie is bijgesloten, kan de aanvraag in behandeling worden genomen. Het Fonds Podiumkunsten vraagt geen nadere informatie op als de aanvraag onvoldoende helder is. Informatie en bijlagen die te laat worden ingediend, worden niet meegenomen in de beoordeling van de aanvraag.

Aanvraagrondes

Aanvragen worden in rondes behandeld. Het aantal rondes per jaar is afhankelijk van het beschikbare budget en het soort subsidie. De aanvraagrondes worden per jaar vastgesteld, de bijbehorende indiendata worden bekendgemaakt via de website van het Fonds Podiumkunsten. Een aanvraag moet op de uiterlijke indiendatum door het Fonds Podiumkunsten zijn ontvangen. Dit is de verantwoordelijkheid van de aanvrager. Aanvragen kunnen op werkdagen tot 17.00 uur worden afgegeven aan de receptie.

Geen subsidie

Aanvragen is alleen mogelijk als de instelling rechtspersoonlijkheid bezit. Voor zover hier relevant gaat het om stichtingen en verenigingen met volledige rechtsbevoegdheid.

Voor een bepaalde activiteit kan niet meer dan twee keer subsidie worden aangevraagd. Dat betekent dus dat als een aanvraag niet wordt gehonoreerd, deze maar maximaal één keer opnieuw kan worden ingediend. De aard van het advies maakt daarbij niet uit. Ook als het advies in principe positief was, maar de aanvraag niet is gehonoreerd omdat de aanvraag een lage prioriteit heeft gekregen, mag maar eenmaal opnieuw worden ingediend. De activiteiten staan bij deze toets centraal. Het maakt niet uit of de aanvraag is aangepast, bijvoorbeeld omdat elementen zijn toegevoegd of weggelaten of omdat de titel, planning of inhoudelijk betrokkenen zijn veranderd. Deze beperking geldt ook als voor een bepaalde activiteit een andersoortige subsidie bij het Fonds Podiumkunsten is aangevraagd.

Een aanvrager die eerder subsidie van het Fonds Podiumkunsten heeft ontvangen, maar zich niet aan de aan dat subsidie verbonden voorwaarden en verplichtingen heeft gehouden kan in beginsel twee jaar lang niet opnieuw aanvragen. De achtergrond van deze regeling is dat het Fonds Podiumkunsten aanvragers in principe het vertrouwen geeft dat zij het subsidie juist gebruiken. Als dat vertrouwen wordt beschaamd, geldt in beginsel voor een periode van twee jaar een aanvraagblokkade. In beginsel, omdat wel gekeken wordt naar de aard en ernst van de overtreding.

Subsidie kan niet worden aangevraagd als binnen vier maanden na de indiendatum een openbare activiteit plaatsvindt (een openbare repetitie, concert of voorstelling). Dit om te voorkomen dat lopende de behandeltijd van 13 weken wijzigingen in de activiteiten optreden.

Verder kan een aanvraag worden afgewezen als die te vaag of onduidelijk is over de activiteiten, en daardoor niet goed kan worden beoordeeld. Ook kan een aanvraag worden afgewezen als subsidie niet noodzakelijk is, omdat de activiteiten sowieso doorgaan, of als de aanvraag betrekking heeft op reeds afgeronde activiteiten.

4. Budgetten en verdeling

Omdat het aantal aanvragen in de regel het beschikbare budget ver overstijgt, werkt het Fonds Podiumkunsten met financiële plafonds. Plafonds kunnen worden vastgesteld per subsidievorm en waar nodig daarbinnen per discipline. Als er meerdere rondes per jaar zijn, kunnen ook plafonds per ronde worden vastgesteld. Alle plafonds worden op de website van het Fonds Podiumkunsten gepubliceerd.

Aanvragen worden na de beoordeling aan de hand van de criteria verdeeld in drie categorieën:

  • A: honoreren;

  • B: honoreren indien budget toereikend is; en

  • C: afwijzen.

Een aanvraag moet op elk van de criteria in enige mate positief scoren om voor honorering (indeling in categorie A of B) in aanmerking te komen. Het totaalbeeld bepaalt uiteindelijk of een aanvraag wel of niet voor subsidie in aanmerking komt.

5. Verplichtingen en verantwoording

Veranderingen die wezenlijk zijn voor de subsidiëring moeten worden gemeld. Daarvan is bijvoorbeeld sprake als de activiteiten niet of anders worden uitgevoerd. Ook kan in het subsidiebesluit een verplichting zijn opgenomen op grond waarvan specifieke zaken gemeld moeten worden.

Als achteraf blijkt dat er sprake is van een wezenlijke verandering die niet is gemeld, kan het Fonds Podiumkunsten het subsidie lager vaststellen of zelfs helemaal intrekken. Dit is geheel voor risico van de aanvrager. In geval van twijfel kan een aanvrager contact opnemen met het Fonds Podiumkunsten om te bepalen of sprake is van een wezenlijke wijziging. Hier is in elk geval sprake van als minder voorstellingen of concerten worden gerealiseerd dan afgesproken of als bepalende betrokkenen zoals bijvoorbeeld regisseur, tekstschrijver of acteur(s) wijzigen.

Subsidies kleiner dan € 25.000 hoeven niet standaard verantwoord te worden. Het Fonds Podiumkunsten controleert door middel van steekproeven of de activiteiten volgens plan zijn uitgevoerd. De aanvrager moet dus kunnen aantonen dat dit het geval is. Dat kan bijvoorbeeld door het op verzoek insturen van het geproduceerde resultaat (bijvoorbeeld de compositie die is geschreven). Als niet in het kader van de steekproef gevraagd wordt nadere informatie in te sturen, wordt het subsidie ambtshalve door het Fonds Podiumkunsten vastgesteld. De aanvrager wordt hierover schriftelijk geïnformeerd.

Subsidies van € 25.000 of meer dienen inhoudelijk verantwoord te worden. De verantwoording bestaat uit een beschrijving van de gerealiseerde activiteiten en een overzicht van het aantal concerten of voorstellingen, inclusief de plekken waar de activiteiten plaatsvonden en het aantal bezoekers.

6. Tot slot

Deze toelichting moet worden gelezen in combinatie met de Deelregeling projectsubsidies Fonds Podiumkunsten. Als u vragen hebt of meer informatie wilt, kunt u contact met ons opnemen.

Naar boven