Deelregeling programmeringssubsidies Fonds Podiumkunsten

Het bestuur van het Fonds Podiumkunsten

Gelet op artikel 10 lid 4 van de Wet op het specifiek cultuurbeleid en artikel 4 van het Algemeen Reglement van het Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+

Besluit:

Paragraaf 1: Algemeen

Artikel 1.1. Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

band:

een groep muzikanten, ensemble of andersoortig muzikaal samenwerkingsverband dat regelmatig in vaste samenstelling optreedt, dan wel een solo-muzikant of dj;

bestuur:

de raad van bestuur van de stichting Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+;

festival:

reeks van onderling samenhangende activiteiten die gedurende een in de tijd beperkte periode onder een gemeenschappelijk noemer worden georganiseerd;

Fonds Podiumkunsten:

de stichting Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+;

Nederland:

Het Koninkrijk der Nederlanden, bestaande uit Nederland inclusief Bonaire, Sint-Eustatius en Saba en Aruba, Curaçao en Sint Maarten.

Artikel 1.2. Subsidievormen

Het bestuur kan subsidie verstrekken in de volgende vormen:

  • a. programmeringssubsidie reguliere programmering in theater- en concertzalen;

  • b. programmeringssubsidie kleinschalige of incidentele programmering;

  • c. programmeringssubsidie bestaande festivals;

  • d. programmeringssubsidie nieuwe festivals;

  • e. programmeringssubsidie podia popmuziek;

  • f. programmeringssubsidie incidentele concerten popmuziek;

  • g. programmeringssubsidie festivals popmuziek.

Artikel 1.3. Beperking

Een instelling kan nooit over enige periode tegelijkertijd meerdere subsidies ontvangen op basis van deze regeling.

Artikel 1.4. Aanvraag of verzoek

  • 1. Een aanvraag of verzoek wordt ingediend met behulp van een door het bestuur opgesteld formulier voor de betreffende subsidievorm.

  • 2. Het bestuur kan een of meer aanvraagrondes per subsidievorm vaststellen. De bijbehorende indiendata worden bekendgemaakt via de website van het Fonds Podiumkunsten.

  • 3. Een aanvraag of verzoek wordt alleen in behandeling genomen als het volledig ingevulde aanvraagformulier tijdig is ontvangen door het Fonds Podiumkunsten en vergezeld gaat van de op het formulier vermelde bijlagen.

  • 4. Het bestuur kan digitale indiening mogelijk maken. Het bepaalde in lid een tot en met drie is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 1.5. Procedure

  • 1. Het bestuur kan advies vragen over ingediende verzoeken om aanwijzing of aanvragen om subsidie. Adviseurs beoordelen de aan hen voorgelegde aanvragen en verzoeken met inachtneming van het bepaalde in deze regeling.

  • 2. Het bestuur informeert de aanvrager binnen 13 weken na de uiterlijke indiendatum schriftelijk over zijn besluit. Als voor de motivering van het besluit wordt verwezen naar een over de aanvraag uitgebracht advies wordt de tekst van het advies aan de aanvrager toegezonden.

Artikel 1.6. Subsidieplafond

  • 1. Het bestuur kan een of meer subsidieplafonds vaststellen voor de in deze regeling opgenomen subsidievormen.

  • 2. Het bestuur kan eerder vastgestelde subsidieplafonds verhogen of verlagen.

  • 3. Besluiten als bedoeld in het eerste en tweede lid worden bekendgemaakt via de website van het Fonds Podiumkunsten.

Artikel 1.7. Verdeling budget

  • 1. Aanvragen die aan de voorwaarden voldoen om voor subsidie in aanmerking te komen worden onderverdeeld in drie categorieën:

    • a: honoreren;

    • b: honoreren voor zover het budget dat toelaat; en

    • c: niet honoreren.

  • 2. Als een subsidieplafond ontoereikend is om alle aanvragen in de categorieën a en b te honoreren, plaatst het bestuur de aanvragen in categorie b in een rangorde op basis van de criteria voor de betreffende aanvragen.

  • 3. Het bestuur honoreert eerst de aanvragen in categorie a voor het geadviseerde subsidiebedrag en vervolgens de aanvragen in categorie b voor het geadviseerde subsidiebedrag in volgorde van de rangorde totdat het subsidieplafond is bereikt. De resterende aanvragen worden afgewezen.

  • 4. Indien het bestuur een subsidieplafond verhoogt, wordt eerst het subsidiebedrag van een aanvraag die wegens ontoereikendheid van het budget gedeeltelijk was gehonoreerd alsnog verhoogd tot het geadviseerde subsidiebedrag.

  • 5. Het bepaalde in de voorgaande leden geldt niet voor subsidievormen als bedoeld in de paragrafen 7 en 8, waarvoor geldt dat het subsidie in dat geval wordt verdeeld op volgorde van ontvangst van de complete aanvraag, en voor de subsidievormen als bedoeld in de paragrafen 3 en 6, waarvoor geldt dat alle aanvragers eenzelfde percentage van het subsidiebedrag ontvangen waarop zij recht zouden hebben als het budget wel toereikend zou zijn.

Artikel 1.8. Algemene weigeringsgronden

Het bestuur kan, onverminderd het bepaalde in artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht, subsidie weigeren:

  • a. als de aanvraag onvoldoende concreet is met betrekking tot de uit te voeren activiteiten;

  • b. als reeds tweemaal eerder voor dezelfde activiteit subsidie is aangevraagd;

  • c. als de aanvrager geen rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid is;

  • d. als de aanvrager in de voorgaande twee jaar niet heeft voldaan aan een of meer aan een subsidie verbonden voorwaarden of verplichtingen, waaronder in elk geval ook vallen het juist en tijdig afronden van de gesubsidieerde activiteiten, het tijdig melden van relevante veranderingen in de uitvoering en het juist en tijdig verantwoorden van de activiteiten;

  • e. als de aanvrager reeds een instellingssubsidie van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap of een vierjarige subsidie dan wel een meerjarige productiesubsidie van het Fonds Podiumkunsten ontvangt;

  • f. als de aanvrager niet voldoet aan de voor de betreffende instelling gebruikelijke normen met betrekking tot good governance op het terrein van goed bestuur, adequaat toezicht en transparante verantwoording.

Paragraaf 2: Programmeringssubsidie reguliere programmering in theater- en concertzalen

Artikel 2.1. Doel

Het bestuur verstrekt programmeringssubsidies voor voorstellingen en concerten in theater- of concertzalen om bij te dragen aan een gevarieerd en kwalitatief hoogwaardig podiumkunstenaanbod in Nederland.

Artikel 2.2. Aanvrager

  • 1. Een aanvraag kan worden gedaan door een rechtspersoon die artistiek en financieel eindverantwoordelijk is voor de programmering van een of meer theater- of concertzalen binnen één locatie waar in het seizoen voorafgaand aan het seizoen waarvoor subsidie wordt aangevraagd minimaal 100 voorstellingen of concerten op het gebied van professionele podiumkunsten plaatsvonden.

  • 2. Het bestuur kan nadere eisen stellen met betrekking tot het aandeel in de programmering van voorstellingen of concerten die dankzij een financiële bijdrage van een overheid tot stand zijn gekomen of die betrekking hebben op niet uit Nederland afkomstig aanbod en deze eisen differentiëren op basis van de vestigingsplaats van de aanvrager.

Artikel 2.3. Subsidieaanvraag

  • 1. Een aanvraag omvat de totale programmering van een aanvrager, tenzij deze ervoor kiest subsidie aan te vragen voor een specifieke zaal, in welk geval de eisen uit artikel 2.2 gelden voor de programmering van de betreffende zaal.

  • 2. Een aanvraag moet betrekking hebben op activiteiten die plaatsvinden in een periode van 24 maanden die start op 1 augustus en eindigt op 31 juli.

  • 3. Aanvragen worden in één gezamenlijke ronde behandeld die eens per twee jaar plaatsvindt.

Artikel 2.4. Beoordeling

Aanvragen worden ten opzichte van elkaar afgewogen aan de hand van de volgende criteria:

  • a) kwaliteit van het programmeringsprofiel;

  • b) positionering en inbedding in de omgeving;

  • c) ondernemerschap;

  • d) bijdrage aan diversiteit;

  • e) bijdrage aan geografische spreiding.

Artikel 2.5. Hoogte subsidie

  • 1. Het subsidie bedraagt minimaal € 25.000 en maximaal € 50.000 per 12 maanden en wordt verstrekt voor 24 maanden.

  • 2. De hoogte van het subsidie wordt vastgesteld op basis van de aard en omvang van de activiteiten.

Paragraaf 3: Programmeringssubsidie kleinschalige of incidentele programmering

Artikel 3.1. Doel

Het bestuur verstrekt programmeringssubsidies voor het op kleine schaal of incidenteel programmeren van voorstellingen en concerten om bij te dragen aan een gevarieerd podiumkunstenaanbod in Nederland.

Artikel 3.2. Verzoek tot aanwijzing

  • 1. Instellingen die in aanmerking willen komen voor subsidie in het kader van deze paragraaf, kunnen een verzoek doen aan het bestuur om aangewezen te worden.

  • 2. Een verzoek tot aanwijzing als bedoeld in het eerste lid kan worden gedaan door een rechtspersoon die artistiek en financieel eindverantwoordelijk is voor de programmering van een reeks concerten op een locatie en kan aantonen daar een reeks van minimaal 6 subsidiabele voorstellingen of concerten per kalenderjaar te realiseren.

  • 3. Verzoeken tot aanwijzing worden in één gezamenlijke ronde behandeld die eens per twee jaar plaatsvindt en betrekking heeft op twee kalenderjaren.

  • 4. In afwijking van het bepaalde in het derde lid heeft de eerste ronde op basis van deze paragraaf betrekking op drie kalenderjaren.

Artikel 3.3. Beoordeling

  • 1. Verzoeken tot aanwijzing wordt beoordeeld aan de hand van de volgende criteria:

    • a) kwaliteit van het programmeringsprofiel;

    • b) bijdrage aan diversiteit;

    • c) bijdrage aan geografische spreiding.

  • 2. Op basis van de aard en omvang van de programmering wordt een aanvrager ingedeeld in categorie 1, 2 of 3.

Artikel 3.4. Subsidieaanvraag

  • 1. Subsidie wordt na afloop van ieder kalenderkwartaal verstrekt op basis van een aanvraag van een in het kader van deze paragraaf aangewezen instelling.

  • 2. Een aanvraag kan worden gedaan door het indienen van de relevante financiële gegevens op een door het bestuur te bepalen wijze.

  • 3. Aanvragen moeten zijn ontvangen op de laatste dag van de kalendermaand volgend op het kwartaal waarvoor subsidie wordt aangevraagd.

  • 4. Het bestuur kan bij de subsidieverstrekking bepalen dat deze plaatsvindt onder de voorwaarde dat de aanvrager over een of meer door het bestuur te bepalen voorstellingen of concerten aanvullende informatie instuurt waarmee kan worden aangetoond dat de activiteit werkelijk heeft plaatsgevonden en voldoet aan de eisen om voor subsidie in aanmerking te komen.

Artikel 3.5. Subsidiabele activiteiten

Voor subsidie komen in aanmerking voorstellingen of concerten op het terrein van professionele podiumkunsten die openbaar toegankelijk zijn en waarvoor betaalde entree geldt.

Artikel 3.6. Hoogte subsidie

  • 1. Voor een aanvrager uit categorie 1 bedraagt het subsidie per voorstelling of concert 50% van het verschil tussen de betaalde uitkoopsommen of brutogages verhoogd met 25% min de gerealiseerde inkomsten uit entreegelden, maar nooit meer dan € 5.000 per kalenderjaar.

  • 2. Voor een aanvrager uit categorie 2 of 3 bedraagt het subsidie per voorstelling of concert 50% van het verschil tussen de betaalde uitkoopsommen of brutogages en de gerealiseerde inkomsten uit entreegelden, maar nooit meer dan € 15.000 per kalenderjaar voor een aanvrager uit categorie 2 en € 25.000 per kalenderjaar voor een aanvrager uit categorie 3.

Paragraaf 4: Programmeringssubsidie bestaande festivals

Artikel 4.1. Doel

Het bestuur verstrekt programmeringssubsidies als bijdrage in de programmeringskosten van festivals om bij te dragen aan het bereiken van een zo groot mogelijk publiek met podiumkunstuitingen met voldoende artistiek-inhoudelijke kwaliteit in Nederland.

Artikel 4.2. Aanvrager

Een aanvraag kan worden gedaan door een rechtspersoon zonder winstoogmerk die primair gericht is op het organiseren van een festival waarbij een substantieel aandeel podiumkunsten wordt geprogrammeerd.

Artikel 4.3. Subsidieaanvraag

  • 1. Een aanvraag moet betrekking hebben op de programmering van een of twee edities van een reeds langer bestaand festival.

  • 2. Op het moment van indiening van de aanvraag moeten minimaal 2 edities van het festival waarvoor subsidie wordt aangevraagd hebben plaatsgevonden.

  • 3. Aanvragen worden in één gezamenlijke ronde behandeld die eens per twee jaar plaatsvindt en betrekking heeft op twee kalenderjaren.

Artikel 4.4. Beoordeling

Aanvragen worden ten opzichte van elkaar afgewogen aan de hand van de volgende criteria:

  • a) kwaliteit van het programmeringsprofiel op het gebied van podiumkunsten;

  • b) positionering en inbedding in de omgeving;

  • c) ondernemerschap;

  • d) bijdrage aan diversiteit;

  • e) bijdrage aan geografische spreiding.

Artikel 4.5. Hoogte subsidie

  • 1. Het subsidie bedraagt minimaal € 12.500 en maximaal € 50.000 per festivaleditie en wordt verstrekt voor 24 maanden.

  • 2. De hoogte van het subsidie wordt vastgesteld op basis van de aard en omvang van de activiteiten op het terrein van de professionele podiumkunsten.

Paragraaf 5: Programmeringssubsidie nieuwe festivals

Artikel 5.1. Doel

Het bestuur verstrekt programmeringssubsidies voor nieuwe festivals om bij te dragen aan de diversiteit binnen en vernieuwing van het podiumkunstenaanbod in Nederland.

Artikel 5.2. Aanvrager

  • 1. Een aanvraag kan worden gedaan door een rechtspersoon zonder winstoogmerk die een festival wil organiseren waarbij een substantieel aandeel podiumkunsten wordt geprogrammeerd.

  • 2. Een instelling die verantwoordelijk is voor de programmering of exploitatie van een of meer theater- of concertzalen komt niet voor subsidiering in aanmerking.

Artikel 5.3. Subsidieaanvraag

  • 1. Een aanvraag moet betrekking hebben op de programmering van één editie van een festival dat maximaal viermaal eerder heeft plaatsgevonden en waarvoor niet reeds driemaal eerder subsidie is verstrekt door het Fonds Podiumkunsten.

  • 2. Aanvragen worden in twee rondes per jaar behandeld.

Artikel 5.4. Beoordeling

Aanvragen worden ten opzichte van elkaar afgewogen aan de hand van de volgende criteria:

  • a) innovatieve waarde;

  • b) kwaliteit van het programmeringsprofiel;

  • c) ondernemerschap.

Artikel 5.5. Hoogte subsidie

  • 1. Het subsidie wordt toegekend voor één festivaleditie en bedraagt maximaal € 25.000.

  • 2. De hoogte van het subsidie wordt vastgesteld op basis van de aard en omvang van de activiteiten op het terrein van de professionele podiumkunsten.

Paragraaf 6: Programmeringssubsidie podia popmuziek

Artikel 6.1. Doel

Het bestuur verstrekt programmeringssubsidies voor concerten van Nederlandse bands in gespecialiseerde zalen om bij te dragen aan de ontwikkeling in de popmuziek in Nederland.

Artikel 6.2. Verzoek tot aanwijzing

  • 1. Instellingen die in aanmerking willen komen voor subsidie in het kader van deze paragraaf, kunnen een verzoek doen aan het bestuur om aangewezen te worden.

  • 2. Een verzoek tot aanwijzing als bedoeld in het eerste lid kan worden gedaan door een rechtspersoon zonder winstoogmerk die zowel artistiek als financieel verantwoordelijk is voor de programmering van een zaal.

  • 3. Aanwijzing in het kader van deze paragraaf kan eenmaal per jaar worden aangevraagd op een door het bestuur vast te stellen moment en vindt plaats voor onbepaalde tijd.

Artikel 6.3. Beoordeling verzoek

  • 1. Om aangewezen te worden is vereist dat een instelling kan aantonen te beschikken over een vaste zaal met voldoende faciliteiten en daar een brede programmering te verzorgen die overwegend gericht is op popmuziek, voldoende professioneel te werken, en voor concerten die subsidiabel zouden zijn op basis van deze paragraaf sprake is van redelijke toegangsprijzen, redelijke gages en voldoende publieksbereik.

  • 2. Aanwijzing vindt plaats als respectievelijk Kernpodium A, B of C waarbij geldt dat:

    • als een instelling in het afgelopen jaar minimaal 10 concerten heeft georganiseerd van subsidiabele bands en de zaalcapaciteit minimaal 200 en maximaal 350 bezoekers is, deze wordt aangewezen als Kernpodium C;

    • als een instelling in het afgelopen jaar minimaal 20 concerten heeft georganiseerd van subsidiabele bands en de zaalcapaciteit meer dan 350 bezoekers is, deze wordt aangewezen als Kernpodium B;

    • als een instelling in het voorgaande jaar was aangewezen als Kernpodium B, in dat jaar meer dan 100 concerten heeft georganiseerd, waarvan minimaal 25 van bands waarvoor in het kader van deze paragraaf subsidie mogelijk is, het gemiddeld aantal bezoekers bij deze concerten boven het gemiddelde ligt van Kernpodia B en de zaalcapaciteit minimaal 450 bezoekers is, deze wordt aangewezen als Kernpodium A.

Artikel 6.4. Subsidieaanvraag

  • 1. Subsidie wordt na afloop van iedere kalendermaand verstrekt op basis van een aanvraag van een in het kader van deze paragraaf aangewezen instelling.

  • 2. Een aanvraag kan worden gedaan door het indienen van de relevante gegevens op een door het bestuur te bepalen wijze.

  • 3. Aanvragen moeten zijn ontvangen op de laatste dag van de kalendermaand volgend op de maand waarvoor subsidie wordt aangevraagd.

  • 4. Het bestuur kan bij de subsidieverstrekking bepalen dat deze plaatsvindt onder de voorwaarde dat de aanvrager over een of meer door het bestuur te bepalen concerten aanvullende informatie instuurt waarmee kan worden aangetoond dat het concert werkelijk heeft plaatsgevonden en voldoet aan de eisen om voor subsidie in aanmerking te komen.

Artikel 6.5. Subsidiabele activiteiten

  • 1. Voor subsidie komen in aanmerking concerten:

    • a. waarbij een of meer Nederlandse bands optreden;

    • b. die zijn opgenomen in het publiciteitsmateriaal van de betreffende zaal;

    • c. die openbaar toegankelijk zijn;

    • d. die plaatsvinden op het podium;

    • e. waarvoor de toegangsprijs minimaal € 2,50 bedraagt;

    • f. niet zijnde benefietconcerten of concerten voor een goed doel.

  • 2. Een band wordt aangemerkt als Nederlandse band als minimaal de helft van de leden woonachtig is in Nederland op basis van een geldige verblijfstitel

  • 3. Een concert komt alleen in aanmerking voor subsidie als het totaal van de betaalde brutogages of uitkoopsommen voor de Nederlandse bands binnen de volgende normen vallen:

    • minimaal € 225,– als het concert één Nederlandse band betreft en het optreden plaatsvindt in combinatie met een optreden van een band waarvan meer dan de helft van de leden niet woonachtig is in Nederland of minimaal € 450,– als het concert uitsluitend één Nederlandse band betreft en maximaal € 2.300,–;

    • minimaal € 575,– en maximaal € 2.550,– als het concert twee Nederlandse bands betreft;

    • minimaal € 800,– en maximaal € 2.800,– als het concert drie Nederlandse bands betreft;

    • minimaal € 1.025,– en maximaal € 3.050,– als het concert vier Nederlandse bands betreft.

  • 4. Als de instelling is aangewezen als Kernpodium A geldt in plaats van het in het vorige lid genoemde maximale bedrag voor de betaalde brutogages of uitkoopsommen het bedrag dat het product is van de entreeprijs van het concert maal de bezoekerscapaciteit van de betreffende zaal.

Artikel 6.6. Hoogte subsidie

  • 1. Het subsidie per concert bedraagt maximaal 50% van het totaal van de betaalde uitkoopsommen of brutogages voor Nederlandse bands na verhoging met € 400,–, tenzij dit meer dan € 1.000 is, in welk geval het subsidie per concert maximaal € 1.000,– bedraagt.

  • 2. Het subsidie per concert is gelijk aan het verschil tussen de betaalde uitkoopsommen of brutogages voor alle bands verhoogd met € 400,– en de gerealiseerde inkomsten uit entreegelden met inachtneming van het in het eerste lid opgenomen maximum.

  • 3. Het bestuur kan een maximum subsidiebedrag per aanvrager per kalenderjaar vaststellen.

Artikel 6.7. Verplichtingen

  • 1. Een instelling organiseert:

    • minimaal 10 subsidiabele concerten per kalenderjaar als de instelling is aangewezen als Kernpodium C;

    • minimaal 20 subsidiabele concerten per kalenderjaar als de instelling is aangewezen als Kernpodium B;

    • minimaal 25 subsidiabele concerten per kalenderjaar als de instelling is aangewezen als Kernpodium A.

  • 2. Het publieksbereik van alle subsidiabele concerten ligt:

    • niet meer dan 25% onder het gemiddelde van de gezamenlijke Kernpodia B als de instelling is aangewezen als Kernpodium B of onder het gemiddelde van de gezamenlijke Kernpodia C als de instelling is aangewezen als Kernpodium C;

    • boven het gemiddelde van de gezamenlijke Kernpodia B als de instelling is aangewezen als Kernpodium A.

Paragraaf 7: Programmeringssubsidie incidentele concerten popmuziek

Artikel 7.1. Doel

Het bestuur verstrekt programmeringssubsidies voor het incidenteel organiseren van concerten van Nederlandse bands om bij te dragen aan de ontwikkeling in de popmuziek in Nederland.

Artikel 7.2. Aanvrager

Een aanvraag kan worden gedaan door een rechtspersoon zonder winstoogmerk die zowel artistiek als financieel verantwoordelijk is voor de programmering van een zaal en daar in het jaar voorafgaand aan dat waarvoor de aanvraag wordt ingediend minimaal 6 concerten op het gebied van popmuziek heeft georganiseerd.

Artikel 7.3. Subsidieaanvraag

  • 1. Aanvragen moeten uiterlijk 4 weken na het plaatsvinden van het laatste concert waarop de aanvraag betrekking heeft zijn ontvangen,

  • 2. Alle concerten moeten in dezelfde zaal en in hetzelfde kalenderjaar hebben plaatsgevonden.

Artikel 7.4. Subsidiabele activiteiten

  • 1. Voor subsidie komen in aanmerking concerten:

    • waarbij één of meer Nederlandse bands optreden aan wie een gage of uitkoopsom is betaald;

    • die zijn opgenomen in het publiciteitsmateriaal van de betreffende zaal;

    • die openbaar toegankelijk zijn;

    • waarvoor de toegangsprijs minimaal € 2,50 bedraagt;

    • niet zijnde benefietconcerten of concerten voor een goed doel.

  • 2. Een band wordt aangemerkt als Nederlandse band als minimaal de helft van de leden woonachtig is in Nederland op basis van een geldige verblijfstitel.

Artikel 7.5. Hoogte subsidie

  • 1. Het subsidie per concert bedraagt nooit meer dan 50% van het totaal van de betaalde uitkoopsommen of brutogages voor subsidiabele bands na verhoging met € 400,–, tenzij dit meer dan € 1.000 is, in welk geval het subsidie maximaal € 1.000,– per concert bedraagt.

  • 2. Het subsidie per concert is gelijk aan het verschil tussen de betaalde uitkoopsommen of brutogages voor alle bands verhoogd met € 400,– en de gerealiseerde inkomsten uit entreegelden met inachtneming van het in het eerste lid opgenomen maximum.

  • 3. Als het totale subsidie voor alle in een aanvraag opgenomen concerten minder zou bedragen dan € 250,– wordt het subsidie op nihil vastgesteld.

  • 4. Aan een aanvrager wordt per kalenderjaar nooit meer dan € 2.500,– subsidie verstrekt.

Paragraaf 8: Programmeringssubsidie festivals popmuziek

Artikel 8.1. Doel

Het bestuur verstrekt programmeringssubsidies voor festivals op het gebied van popmuziek waar concerten van Nederlandse bands plaatsvinden om bij te dragen aan de ontwikkeling in de popmuziek in Nederland.

Artikel 8.2. Aanvrager

  • 1. Een aanvraag kan worden gedaan door een rechtspersoon zonder winstoogmerk die vanuit een artistiek-inhoudelijk uitgangspunt een festival organiseert waarbij concerten van Nederlandse bands een substantieel aandeel van de programmering vormen.

  • 2. Een aanvrager kan niet vaker dan eenmaal per jaar subsidie ontvangen op basis van deze paragraaf.

Artikel 8.3. Subsidieaanvraag

  • 1. Aanvragen moeten uiterlijk 8 weken na het plaatsvinden van het festival zijn ontvangen.

  • 2. Het festival waarvoor wordt aangevraagd dient niet vaker dan eenmaal per jaar plaats te vinden, minimaal 4 bands op het gebied van popmuziek te programmeren, openbaar toegankelijk te zijn, een omzet van maximaal € 250.000,– te hebben en geen benefietfestival te zijn.

Artikel 8.4. Subsidiabele activiteiten

  • 1. Voor subsidie komen in aanmerking concerten op het festival van Nederlandse bands.

  • 2. Een band wordt aangemerkt als Nederlandse band als minimaal de helft van de leden woonachtig is in Nederland op basis van een geldige verblijfstitel.

Artikel 8.5. Hoogte subsidie

  • 1. Het subsidie is gelijk aan het gerealiseerde tekort op de totale exploitatie van de betreffende editie van het festival tot een bepaald maximum.

  • 2. Als de aanvraag betrekking heeft op een festival met een omzet groter dan € 25.000 of op een festival dat minimaal 3.000 bezoekers heeft getrokken, bedraagt het subsidie nooit meer dan 50% van de betaalde uitkoopsommen of brutogages voor Nederlandse bands waarvoor het betaalde brutogage of uitkoopsom minimaal € 225,– en maximaal € 2.500,– bedraagt en nooit meer dan € 2.750,– per festival. In alle andere gevallen bedraagt het subsidie nooit meer dan 50% van de betaalde uitkoopsommen of brutogages voor Nederlandse bands en nooit meer dan € 1.500 per festival.

  • 3. Als het subsidie op basis van het eerste dan wel tweede lid minder zou bedragen dan € 250,– wordt het subsidie op nihil bepaald.

Paragraaf 9: Overige bepalingen

Artikel 9.1. Aan het subsidie verbonden verplichtingen

  • 1. De ontvanger van het subsidie meldt onverwijld aan het bestuur van het fonds als:

    • a. de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt niet of niet geheel zullen doorgaan;

    • b. niet of niet geheel aan de aan het subsidie verbonden verplichtingen zal worden voldaan; of

    • c. er aanzienlijke wijzigingen zijn ten opzichte van het plan op basis waarvan subsidie is verstrekt.

  • 2. De ontvanger van het subsidie plaatst het logo of de naam van het Fonds Podiumkunsten op alle publiciteitsuitingen die betrekking hebben op de gesubsidieerde activiteiten en stuurt exemplaren van drukwerk dat betrekking heeft op de officiële programmagegevens aan het Fonds Podiumkunsten.

  • 3. Het bestuur kan bij beschikking andere dan de in het eerste en tweede lid opgenomen verplichtingen aan het subsidie verbinden.

Artikel 9.2. Verantwoording subsidies nieuwe festivals

  • 1. Voor subsidies die zijn verstrekt op basis van paragraaf 5, kan het bestuur na het verstrijken van de in de beschikking opgenomen einddatum de ontvanger van het subsidie verzoeken bewijsstukken te overleggen waarmee kan worden aangetoond dat de gesubsidieerde activiteiten volgens plan hebben plaatsgevonden.

  • 2. Als de ontvanger van het subsidie niet kan aantonen dat de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt hebben plaatsgevonden, kan het bestuur het subsidie lager vaststellen of intrekken.

  • 3. Binnen 22 weken na het verstrijken van de in de aanvraag opgenomen afrondingsdatum stelt het bestuur van het fonds het subsidie ambtshalve vast, tenzij dit niet mogelijk is omdat het bestuur de ontvanger van het subsidie heeft verzocht bewijsstukken als bedoeld in het eerste lid in te sturen.

Artikel 9.3. Verantwoording subsidies reguliere programmering en bestaande festivals

Voor subsidies die zijn verstrekt op basis van de paragrafen 2 en 4 stuurt de ontvanger van het subsidie binnen 3 maanden na het verstrijken van de in de beschikking opgenomen einddatum een korte verantwoording in over de verrichte activiteiten waarmee kan worden aangetoond dat de gesubsidieerde activiteiten volgens plan hebben plaatsgevonden.

Artikel 9.4. Intrekking van het subsidie of de aanwijzing

  • 1. Als op enig moment blijkt dat niet is voldaan aan een enige verplichting, kan het bestuur het subsidie lager vaststellen of intrekken.

  • 2. Als blijkt dat een aangewezen instelling niet langer aan de voorwaarden voor aanwijzing voldoet of als blijkt dat niet is voldaan aan een enige verplichting kan het bestuur de aanwijzing intrekken. Intrekking van de aanwijzing kan tegen het einde van een kalenderkwartaal.

  • 3. De instelling wordt vooraf geïnformeerd over een voornemen tot intrekking van het subsidie of van de aanwijzing.

Artikel 9.5. Begrotingsvoorbehoud

Subsidie wordt verleend onder voorbehoud van verstrekking van de bijbehorende middelen door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Artikel 9.6. Inwerkingtreding en overgangsrecht

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

  • 2. Het bestuur kan aanvragers wiens aanvraag om subsidie op basis van paragraaf 3 voor de periode 2011–2012 wordt geweigerd terwijl zij wel subsidie ontvingen in de periode 2009–2010 op basis van de Deelregeling Kleinschalige Podia van het Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+ 2009–2010 een subsidie verstrekken voor een periode van maximaal 6 maanden om hen in de gelegenheid te stellen reeds geplande voorstellingen en concerten te realiseren.

  • 3. In afwijking op het bepaalde in paragraaf 6 geldt voor podia die voor 2010 door het bestuur waren aangemerkt als groot podium of kernpodium in het kader van de Deelregeling Nederlands Popmuziek Plan dat zij door het bestuur ambtshalve aangewezen kunnen worden als Kernpodium A, B of C in het kader van deze regeling met ingang van 1 januari 2011.

Artikel 9.7. Intrekking

  • 1. De volgende regelingen worden ingetrokken:

    Deelregeling Kleinschalige podia van het Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+ 2009–2010;

    Deelregeling Nederlands Popmuziek Plan 2009–2010 van het Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+;

    Deelregeling voor Hedendaags gecomponeerde muziek, Jazz en geïmproviseerde muziek, Wereldmuziek en Popmuziek. van het Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+ 2009–2010;

    Festivalregeling van het Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+;

    Podiumregeling van het Nederlands Fonds voor de Podiumkunsten+.

  • 2. Op subsidies die zijn verleend op basis van de in het eerste lid genoemde regelingen, blijft het bepaalde in die regelingen van toepassing.

Artikel 9.8. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Deelregeling programmeringssubsidies Fonds Podiumkunsten.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

Het bestuur van het Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+,

namens deze:

G. Lawson,

directeur / voorzitter Raad van Bestuur.

Vastgesteld in de vergadering van het bestuur van het Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+, d.d. 22 november 2010

1. Inleiding

Met de Deelregeling programmeringssubsidies beoogt het Fonds Podiumkunsten de kwaliteit en diversiteit in de podiumkunsten te stimuleren en het publieksbereik voor de podiumkunsten te vergroten.

De Deelregeling bevat zes verschillende subsidievormen, die ieder op een eigen groep instellingen gericht zijn:

  • a. programmeringssubsidie reguliere programmering in theater- en concertzalen;

  • b. programmeringssubsidie kleinschalige of incidentele programmering;

  • c. programmeringssubsidie bestaande festivals;

  • d. programmeringssubsidie nieuwe festivals;

  • e. programmeringssubsidie podia popmuziek;

  • f. programmeringssubsidie incidentele concerten popmuziek;

  • g. programmeringssubsidie festivals popmuziek.

Deze worden hieronder toegelicht. Na de inhoudelijke toelichting volgt nog een aantal algemene opmerkingen die voor alle subsidies gelden.

De regeling programmeringssubsidies is erop gericht om de aansluiting tussen vraag en aanbod in de podiumkunsten te verbeteren. Podia en festivals zijn hierin een onmisbare partner. Met de regeling beoogt het Fonds Podiumkunsten om de programmering van allerlei vormen van kwaliteitsaanbod en het publieksbereik daarvan te bevorderen, via een landelijk gespreid en gevarieerd circuit van podia en festivals. Het Fonds Podiumkunsten stelt met de nieuwe regeling de kunst van het programmeren centraal. Programmerende instellingen kunnen subsidie ontvangen op basis van de kwaliteit van hun bedrijfsvoering, programmering en publieksvisie. De regeling kan ten goede komen aan de programmering van zowel gesubsidieerd aanbod, als aanbod dat weinig overheidsmiddelen voor productie ontvangt. Door de financiële risico’s te verkleinen wordt het voor aanvragers aantrekkelijker om bepaalde hoogwaardige voorstellingen en concerten te programmeren. Zo wordt via de ‘vraagzijde’ van de sector op een gezonde economische basis de ontwikkeling van kwaliteitsaanbod gestimuleerd.

2A. reguliere programmering in theater- en concertzalen

algemeen

Een programmeringssubsidie reguliere programmering in theater- en concertzalen (hierna: SRP) is een bijdrage voor de presentatie van een kwalitatief hoogwaardig aanbod van voorstellingen of concerten, voor een passend publiek.

Deze subsidie richt zich specifiek op zalen die een ruim aantal professionele voorstellingen per jaar aanbieden, inclusief een (significant) aandeel van producties die mede door rijk, gemeente en/of provincie zijn gesubsidieerd en/of internationaal aanbod. Hierin onderscheidt het subsidie reguliere programmering zich van het subsidie voor kleinschalige of incidentele programmering, waar een dergelijk verband met gesubsidieerd aanbod niet wordt gelegd. Het Fonds Podiumkunsten beoogt hiermee landelijk de presentatie en publieksbereik van een gevarieerd kwaliteitsaanbod te versterken. Een vast bedrag ondersteunt aanvragers in het verwezenlijken van ambities voor meer of andersoortige kwaliteitsprogrammering en het bereiken van publiek daarvoor. De regeling honoreert de kunst van het programmeren en werkt op basis van vertrouwen in het vakmanschap en de kwaliteit van het podium. Daartoe wordt de volledige programmering van de aanvrager beoordeeld. Het staat aanvragers daarna vrij aan welk deel van de programmering het bedrag wordt besteed.

wie kan aanvragen

Een SRP kan worden aangevraagd door een aanvrager voor de programmering van een theater- of concertzaal als daar in het vorige seizoen minimaal 100 voorstellingen of concerten op het gebied van professionele podiumkunsten uit binnen- en buitenland plaatsvonden. Om voor subsidie in aanmerking te komen, moet de aanvrager zowel artistiek als financieel eindverantwoordelijk zijn voor de programmering en moet een bepaald percentage van het totale aanbod in de betreffende zaal tot stand zijn gekomen dankzij een subsidie van de overheid (rijk of cultuurfonds, provincie, gemeente of een buitenlandse partij die daarmee gelijk gesteld kan worden) en/of internationaal aanbod. Een potentiële aanvrager die niet aan deze eis voldoet kan wel altijd subsidie aanvragen voor kleinschalige of incidentele programmering.

Als er sprake is van meerdere zalen in een gebouw, dan kan de aanvrager zelf kiezen of hij voor een specifieke zaal aanvraagt of voor alle zalen. De aanvraag wordt getoetst in het licht van waarvoor wordt aangevraagd. Alle eisen en criteria gelden dus voor de zaal of zalen waarvoor wordt aangevraagd. Ook grote poppodia komen voor toelating tot de regeling in aanmerking.

waarvoor kan worden aangevraagd

Een SRP bestaat uit een bijdrage in de programmeringskosten voor twee seizoenen. De hoogte van het subsidie is afhankelijk van het aantal en soort voorstellingen en concerten dat wordt geprogrammeerd. Naarmate er meer wordt geprogrammeerd of het aanbod grootschaliger is en dus financieel risicovoller, is het subsidie hoger. Aanvragen worden onderverdeeld in drie categorieën op basis van deze gegevens, waarbij per categorie een subsidiebedrag wordt vastgesteld. Het subsidiebedrag is minimaal € 25.000 per jaar en maximaal € 50.000 per jaar.

Het subsidie heeft de vorm van een lump sum en de gerealiseerde besteding van het subsidie hoeft niet te worden verantwoord. Wel wordt een reflectie op de behaalde resultaten gevraagd.

hoe wordt de aanvraag beoordeeld

Alle aanvragen die aan de eisen voldoen, worden getoetst aan de volgende criteria:

  • a) kwaliteit van het programmeringsprofiel;

  • b) positionering en inbedding in de omgeving;

  • c) ondernemerschap;

  • d) bijdrage aan diversiteit;

  • e) bijdrage aan geografische spreiding.

Voor de toets van criterium a wordt gekeken naar de visie en vertaling daarvan in tweejarige ambities en concrete activiteiten op het gebied van programmering en publieksbereik van professionele podiumkunsten. Het gaat daarbij om vragen als:

  • Is de visie geloofwaardig in het licht van prestaties in de afgelopen twee jaar?

  • Is er sprake van een overtuigende ambitie in artistieke zin en publieksbereik, passend bij de aard en locatie van het podium?

  • Is de vertaling van ambitie naar concrete activiteiten overtuigend?

  • Is er een overtuigende samenhang tussen artistieke voornemens en voornemens met betrekking tot publiek?

Gezamenlijke programmering met andere podia en/of het onderhouden van vaste relaties met producenten, makers of groepen strekt hier tot aanbeveling.

Criterium b heeft betrekking op de vraag of het podium een duidelijke eigen positie inneemt binnen de culturele en maatschappelijke infrastructuur in de vestigingsplaats of regio en die weet te benoemen. Daarbij wordt mede gekeken naar financiële relaties. Getoetst wordt of het podium zich inspant om zich met zijn omgeving te verbinden, door relaties of samenwerking met relevante andere partijen (cultureel en maatschappelijk).

Bij criterium c wordt onder meer gekeken of er sprake is van een professionele bedrijfsvoering en een financieel duurzame organisatie en in hoeverre de publieksinkomsten in verhouding staan tot de aard en omvang van de programmering. Subsidies van provincies en gemeentes tellen niet mee voor het ondernemerschap, deze zijn van belang bij de toets onder b. Particuliere middelen (zoals sponsoring, giften, private fondsen), en een realistische ambitie voor het verwerven daarvan zijn een pre. Hierbij wordt rekening gehouden met de vestigingsplaats.

Criterium d betreft de mate waarin het podium bijdraagt aan verscheidenheid van getoonde disciplines en genres en het publiek daarvoor. Het gaat zowel om de bijdrage aan de verscheidenheid binnen het totaal van podia (niet op het aanvragende podium zelf) als om de bijdrage aan de verscheidenheid in het getoonde aanbod in de vestigingsplaats.

Criterium e betreft de bijdrage aan de regionale spreiding. Er wordt gekeken naar de plaats die het podium inneemt in de landelijke culturele infrastructuur.

De criteria a, b en c worden primair ‘los’ getoetst en spitsen zich toe op de aanvrager zelf. De toets op de bijdrage aan de diversiteit en de spreiding (criteria d en e) is vergelijkenderwijs op basis van het totaal van de aanvragen. Dit hangt samen met het feit dat het Fonds Podiumkunsten bij deze subsidievorm ook streeft naar een evenwichtige portefeuille van gehonoreerde aanvragen. De criteria d en e wegen extra zwaar als er anders sprake zou zijn van een in beleidsmatig opzicht onwenselijke lacune.

werkwijze

De subsidieaanvragen voor een SRP worden eens per twee jaar in één aanvraagronde behandeld. De bijbehorende indiendatum wordt bekendgemaakt via de website van het Fonds Podiumkunsten. Het Fonds Podiumkunsten vraagt over aanvragen advies aan een adviescommissie met expertise op dit specifieke terrein. De commissie toetst aanvragen aan de criteria.

Omdat het beschikbare budget mogelijk niet voldoende is om alle aanvragen te honoreren, geldt een financieel plafond. Dit plafond wordt op de website van het Fonds Podiumkunsten gepubliceerd.

Aanvragen worden na de beoordeling aan de hand van de criteria verdeeld in drie categorieën:

A: honoreren;

B: honoreren indien budget toereikend is; en

C: afwijzen.

Een aanvraag moet op elk van de criteria in enige mate positief scoren om voor honorering (indeling in categorie A of B) in aanmerking te komen. Het totaalbeeld bepaalt uiteindelijk of een aanvraag wel of niet voor subsidie in aanmerking komt.

2B. kleinschalige of incidentele programmering

algemeen

Een programmeringssubsidie kleinschalige of incidentele programmering (hierna: SKIP) is een bijdrage voor de presentatie van voorstellingen of concerten, voor een passend publiek. Het Fonds Podiumkunsten beoogt hiermee landelijk de presentatie en het publieksbereik van een gevarieerd kwaliteitsaanbod te versterken. Deze subsidie richt zich op een zeer diverse groep aanvragers: van heel kleine muziekpodia die slechts een paar concerten per jaar organiseren tot grote schouwburgen in de regio die bijvoorbeeld meer hoogwaardig dansaanbod, muziektheater of toneel willen programmeren, of zalen met ambities voor een specifieke concertreeks van bijvoorbeeld wereld- of kamermuziek, of urban dansprogrammering. Er worden (in tegenstelling tot de bij SRP) geen eisen gesteld aan het aandeel producties die door rijk, gemeente of provincie zijn medegefinancierd. Dit subsidie is juist ook interessant voor aanvragers die veel ongesubsidieerd aanbod programmeren. Gemeenschappelijk is dat het gaat om interessante, ondersteuningswaardige programmering. De beoordeling is uitsluitend gebaseerd op de activiteiten waarvoor wordt aangevraagd, niet op de volledige programmering van de aanvrager. Naarmate de subsidiebehoefte groter is, is de toets ook strenger.

Om voor subsidie in aanmerking te komen moet een instelling eerst een verzoek indienen op basis waarvan hij door het Fonds Podiumkunsten kan worden aangewezen als SKIP-podium. Het aanvragen van het (tekort)subsidie per voorstelling gebeurt vervolgens achteraf, dus nadat de voorstellingen of concerten hebben plaatsgevonden. Een aanvrager weet dus vooraf dat hij voor subsidie in aanmerking komt, alleen de hoogte van het subsidie wordt achteraf vastgesteld.

wie kan aanvragen

Alleen organisaties die zijn aangewezen als SKIP-podium kunnen subsidieaanvragen doen. Aanwijzing als SKIP-podium is mogelijk als een aanvrager op een bepaalde locatie minimaal 6 voorstellingen of concerten op het gebied van professionele podiumkunsten programmeert. Het kan daarbij gaan om een professioneel podium, maar ook om een andere locatie, zoals bijvoorbeeld een kerk of dorpshuis. Om als SKIP-podium te worden aangewezen, moet de aanvrager zowel artistiek als financieel eindverantwoordelijk zijn voor de programmering op die locatie.

Hoe wordt een verzoek beoordeeld

Alle verzoeken tot aanwijzing als SKIP-podium die aan de eisen voldoen, worden getoetst aan de volgende criteria:

  • a. kwaliteit van het programmeringsprofiel;

  • b. bijdrage aan diversiteit;

  • c. bijdrage aan geografische spreiding.

Voor de toets van criterium a wordt gekeken naar de visie en vertaling daarvan in tweejarige ambities en concrete activiteiten op het gebied van programmering en publieksbereik van professionele podiumkunsten. Dit betreft uitsluitend het deel van de programmering waarvoor de aanvrager een aanvraag indient. Het gaat daarbij om vragen als:

  • Is de visie geloofwaardig in het licht van prestaties in de afgelopen twee jaar?

  • Is er sprake van een overtuigende ambitie in artistieke zin en publieksbereik, passend bij de aard en locatie van het podium?

  • Is de vertaling van ambitie naar concrete activiteiten overtuigend?

  • Is er een overtuigende samenhang tussen artistieke voornemens en voornemens met betrekking tot publiek?

Gezamenlijke programmering met andere podia en/of het onderhouden van vaste relaties met producenten, makers of groepen strekt hier tot aanbeveling.

Criterium b betreft de mate waarin het podium bijdraagt aan verscheidenheid van getoonde disciplines en genres op het totaal van podia en het publiek daarvoor. Het gaat zowel om de bijdrage aan de verscheidenheid binnen het totaal van podia (niet op het aanvragende podium zelf) en aan verscheidenheid van type en omvang van zalen, als om de bijdrage aan de verscheidenheid in het getoonde aanbod in de vestigingsplaats.

Criterium c betreft de bijdrage aan de regionale spreiding. Er wordt gekeken naar de plaats die het podium inneemt in de landelijke culturele infrastructuur.

Criterium a wordt primair ‘los’ getoetst en spitst zich toe op de aanvrager zelf. De toets op de bijdrage aan de diversiteit en de spreiding (criteria b en c) is vergelijkenderwijs op basis van het totaal van de aanvragen. Dit hangt samen met het feit dat het Fonds Podiumkunsten bij deze subsidievorm ook streeft naar een evenwichtige portefeuille van gehonoreerde aanvragen. Deze criteria wegen extra zwaar als er anders sprake zou zijn van een in beleidsmatig opzicht onwenselijke lacune.

werkwijze

De verzoeken om aangewezen te worden als SKIP-podium worden eens per twee jaar in één aanvraagronde behandeld. De bijbehorende indiendatum wordt bekendgemaakt via de website van het Fonds Podiumkunsten. Het Fonds Podiumkunsten kan over verzoeken advies vragen aan een adviescommissie met expertise op dit specifieke terrein. De commissie toetst verzoeken aan de criteria uit de regeling.

Organisaties worden voor een periode van twee jaar aangewezen als SKIP-podium In die periode kunnen aanvragen worden ingediend voor bijdragen in de tekorten van alle concerten of voorstellingen waarop de aanwijzing betrekking heeft.

hoogte subsidie

Bij het aanwijzen van een organisatie als SKIP-podium wordt, op basis van soort programmering en de omvang daarvan, een maximaal subsidiebedrag per jaar vastgesteld. Het absolute maximum is € 25.000 per jaar, maar in de meeste gevallen zal er een lager individueel maximum zijn.

Subsidieaanvragen worden per kwartaal gedaan, na het verrichten van de activiteiten. Het subsidie dat het SKIP-podium krijgt bedraagt 50% van het tekort op de voorstellingen of concerten in het afgelopen kwartaal. Het tekort wordt als volgt berekend: de uitkoopsommen of brutogages minus de totale entree-inkomsten.

Voor aanvragers met een maximale subsidiebehoefte van € 5.000 geldt een opslag van 25% op de uitkoopsommen of brutogages.

Om het totale budget zo optimaal mogelijk te benutten kan het totaal van de maximum bedragen die aan aanvragers wordt beschikt hoger zijn dan het budget feitelijk toelaat. Daarom is er ook een financieel plafond, dat betrekking heeft op een kalenderjaar en op de website van het Fonds Podiumkunsten wordt gepubliceerd.

Per kwartaal wordt eerst gekeken of het volgens de regels afhandelen van alle ingediende aanvragen ertoe zou leiden dat het plafond wordt overschreden. Als dat zo is – en het budget dus onvoldoende blijkt te zijn om alle voor subsidie in aanmerking komende aanvragen volledig te honoreren – worden de aanvragen allemaal voor eenzelfde percentage van het totaal gehonoreerd. Dat betekent dat als alle aanvragen gezamenlijk goed zijn voor een subsidiebedrag van € 200.000, maar er nog maar € 150.000 beschikbaar is, alle aanvragers ¾ van het bedrag ontvangen dat zij bij voldoende budget zouden hebben gekregen. Bij de berekening wordt eerst gekeken naar het individuele maximum.

2C. bestaande festivals

algemeen

Een programmeringssubsidie bestaande festivals is een bijdrage voor de programmering van een kwalitatief hoogwaardig aanbod van voorstellingen en concerten, voor een passend publiek. Het Fonds Podiumkunsten beoogt hiermee landelijk de presentatie en het publieksbereik van een gevarieerd kwaliteitsaanbod te versterken.

Het subsidie ondersteunt festivals in hun rol als een bijzonder podium, en is bedoeld voor festivals die er bij uitstek in slagen een brug te slaan van aanbod naar publiek. Een vast bedrag ondersteunt festivals in het verwezenlijken van hun ambities in dit opzicht. De regeling honoreert de kunst van het programmeren en werkt op basis van vertrouwen in het vakmanschap en de kwaliteit van het festival. Daartoe wordt de volledige podiumkunstenprogrammering van het festival beoordeeld. Het staat het festival daarna vrij aan welk deel van de programmering het bedrag wordt besteed.

wie kan aanvragen

Een programmeringssubsidie bestaande festivals kan worden aangevraagd door een organisatie die een festival wil organiseren (met uitzondering van instellingen die reeds door het Fonds Podiumkunsten of het rijk vierjarig worden ondersteund). De aanvrager moet primair gericht zijn op het realiseren van een festival. Dit in tegenstelling tot de subsidies voor nieuwe festivals. Een instelling die primair gericht is op het exploiteren van een podium kan geen subsidie in deze categorie aanvragen. Deze organisaties kunnen subsidie aanvragen voor hun programmering (SRP of SKIP).

Een programmeringssubsidie bestaande festivals kan worden aangevraagd vanaf de derde editie van een festival. Er is overlap met de subsidies voor nieuwe festivals, omdat de beide subsidies ieder een eigen aanvraagritme hebben en omdat een aanvrager ook een eigen ontwikkelingsritme heeft (het ene festival is na twee edities ver genoeg ontwikkeld voor een programmeringssubsidie bestaande festivals, het andere nog niet). Bundeling van deze twee subsidies ten behoeve van één editie van een festival is niet mogelijk; er wordt maximaal een keer subsidie verstrekt voor een festivaleditie.

waarvoor kan worden aangevraagd

De programmeringssubsidie bestaande festivals bestaat uit een bijdrage in de programmeringskosten voor professionele podiumkunsten,voor twee jaar. Bij jaarlijks terugkerende festivals is de bijdrage voor twee edities, als het een tweejaarlijks festival betreft gaat het om één editie. De hoogte van het subsidie is afhankelijk van het aantal en soort voorstellingen en concerten dat wordt geprogrammeerd. Naarmate er meer wordt geprogrammeerd of het aanbod grootschaliger is en dus financieel risicovoller, is het subsidie hoger. Aanvragen worden onderverdeeld in categorieën op basis van deze gegevens, waarbij per categorie een subsidiebedrag wordt vastgesteld. Het subsidiebedrag is minimaal € 12.500 en maximaal € 50.000 per editie.

Het subsidie heeft de vorm van een lump sum en de gerealiseerde besteding van het subsidie hoeft niet te worden verantwoord. Wel wordt een reflectie op de behaalde resultaten gevraagd.

hoe wordt de aanvraag beoordeeld

Alle aanvragen die aan de eisen voldoen, worden getoetst aan de volgende criteria:

  • a) kwaliteit van het programmeringsprofiel op het gebied van podiumkunsten;

  • b) positionering en inbedding in de omgeving;

  • c) ondernemerschap;

  • d) bijdrage aan diversiteit;

  • e) bijdrage aan geografische spreiding.

Voor de toets van criterium a wordt gekeken naar de visie en vertaling daarvan in tweejarige ambities en concrete activiteiten op het gebied van programmering en publieksbereik van professionele podiumkunsten. Het gaat daarbij om vragen als:

  • Is de visie geloofwaardig in het licht van prestaties in de afgelopen twee jaar?

  • Is er sprake van een overtuigende ambitie in artistieke zin en publieksbereik, passend bij de aard en locatie van het festival?

  • Is de vertaling van ambitie naar concrete activiteiten overtuigend?

  • Is er een overtuigende samenhang tussen artistieke voornemens en voornemens met betrekking tot publiek?

Criterium b heeft betrekking op de vraag of het festival een duidelijke eigen positie inneemt binnen de culturele en maatschappelijke infrastructuur in de vestigingsplaats of regio en die weet te benoemen. Daarbij wordt mede gekeken naar financiële relaties. Getoetst wordt of het festival zich inspant om zich met zijn omgeving te verbinden, door relaties of samenwerking met relevante andere partijen (cultureel en maatschappelijk).

Bij criterium c wordt onder meer gekeken of er sprake is van een professionele bedrijfsvoering en een financieel duurzame organisatie en in hoeverre de publieks-/eigen inkomsten in verhouding staan tot de aard en omvang van de programmering. Subsidies van provincies en gemeentes tellen niet mee voor het ondernemerschap, deze zijn van belang bij de toets onder b. Particuliere middelen (zoals sponsoring, giften, private fondsen) en een realistische ambitie voor het verwerven daarvan zijn een pre. Hier wordt rekening gehouden met de plaats/regio waar het festival plaatsvindt.

Criterium d betreft de mate waarin het festival bijdraagt aan verscheidenheid van getoonde disciplines en genres en het publiek daarvoor. Het gaat zowel om de bijdrage aan de verscheidenheid binnen het totaal van festivals (niet op het aanvragende festival zelf) als om de bijdrage aan de verscheidenheid in het getoonde aanbod in de plaats/regio waar het festival plaatsvindt.

Criterium e betreft de bijdrage aan de regionale spreiding. Er wordt gekeken naar de plaats die het festival inneemt in de landelijke culturele infrastructuur.

De criteria a, b en c worden primair ‘los’ getoetst en spitsen zich toe op het festival zelf. De toets op de bijdrage aan de diversiteit en de spreiding (criteria d en e) is vergelijkenderwijs op basis van het totaal van de aanvragen. Dit hangt samen met het feit dat het Fonds Podiumkunsten bij deze subsidievorm ook streeft naar een evenwichtige portefeuille van gehonoreerde aanvragen. De criteria d en e wegen extra zwaar als er anders sprake zou zijn van een in beleidsmatig opzicht onwenselijke lacune.

werkwijze

De subsidieaanvragen worden eens per twee jaar in één aanvraagronde behandeld. De bijbehorende indiendatum wordt bekendgemaakt via de website van het Fonds Podiumkunsten. Het Fonds Podiumkunsten vraagt advies aan een adviescommissie met expertise op dit specifieke terrein. De commissie toetst aanvragen aan de criteria.

Omdat het aantal aanvragen naar alle waarschijnlijkheid het beschikbare budget zal overstijgen, werkt het Fonds Podiumkunsten met financiële plafonds. Het plafond wordt op de website van het Fonds Podiumkunsten gepubliceerd.

Aanvragen worden na de beoordeling aan de hand van de criteria verdeeld in drie categorieën:

  • A: honoreren;

  • B: honoreren indien budget toereikend is; en

  • C: afwijzen.

    Een aanvraag moet op elk van de criteria in enige mate positief scoren om voor honorering (indeling in categorie A of B) in aanmerking te komen. Het totaalbeeld bepaalt uiteindelijk of een aanvraag wel of niet voor subsidie in aanmerking komt.

2D. nieuwe festivals

algemeen

Een programmeringssubsidie nieuwe festivals wordt verstrekt om bij te dragen aan nieuwe presentatiemogelijkheden voor professionele podiumkunsten in Nederland, ontwikkeling van het publieksbereik daarvoor en artistieke ontwikkeling. Dit subsidie is bedoeld voor jonge, vernieuwende initiatieven die nog niet eerder of pas enkele keren zijn georganiseerd. In de beoordeling speelt de innovatieve waarde daarom een belangrijke rol, evenals de mate waarin ervaringen (meer en minder succesvolle) van eerdere edities worden vertaald naar het plan van de nieuwe editie.

wie kan aanvragen

Een programmeringssubsidie nieuwe festivals kan worden aangevraagd door een organisatie die een festival wil organiseren. Omdat dit subsidie gericht is op jonge initiatieven, staat de activiteit centraal. Het is niet nodig dat de aanvrager specifiek gericht is op het organiseren van een festival; ook organisaties met een andere hoofdactiviteit kunnen aanvragen. Een instelling die primair gericht is op het exploiteren van een podium kan geen subsidie in deze categorie aanvragen. Deze organisaties kunnen subsidie aanvragen voor hun programmering (SRP of SKIP).

Een programmeringssubsidie nieuwe festivals kan worden aangevraagd tot en met de vijfde editie van een festival. Verder geldt dat het Fonds Podiumkunsten maximaal driemaal een subsidie in deze categorie verstrekt.

waarvoor kan worden aangevraagd

De programmeringssubsidie nieuwe festivals bestaat uit een bijdrage in de programmeringskosten voor een editie. De hoogte van het subsidie is afhankelijk van het aantal en soort voorstellingen en concerten dat wordt geprogrammeerd. Het subsidiebedrag is maximaal € 25.000 jaar. Het subsidie heeft de vorm van een lump sum en de gerealiseerde besteding van het subsidie hoeft niet te worden verantwoord.

hoe wordt de aanvraag beoordeeld

Alle aanvragen die aan de eisen voldoen, worden getoetst aan de volgende criteria:

  • a) innovatieve waarde;

  • b) kwaliteit van het programmeringsprofiel op het gebied van podiumkunsten;

  • c) ondernemerschap.

Voor de toets van criterium a wordt gekeken naar de mate waarin het festival bijdraagt aan de diversiteit of ontwikkeling van de professionele podiumkunsten in Nederland, van de presentatiemogelijkheden, en/of van het publieksbereik voor professionele podiumkunsten in Nederland.

Bij criterium b wordt gekeken naar de visie en vertaling daarvan in tweejarige ambities en concrete activiteiten op het gebied van programmering en publieksbereik van professionele podiumkunsten. Het gaat daarbij om vragen als:

  • De visie is geloofwaardig.

  • Er is sprake van een overtuigende ambitie in artistieke zin en publieksbereik, passend bij de aard en locatie van het festival.

  • De vertaling van ambitie naar activiteiten is overtuigend.

  • Er is een overtuigende samenhang tussen artistieke voornemens en voornemens m.b.t. publiek.

  • Als het festival al eerder heeft plaatsgevonden, worden de resultaten daarvan kort beschreven en vertaald naar het plan voor de nieuwe editie

Bij criterium c wordt onder meer gekeken of er sprake is van een inzichtelijke en realistische begroting en dekkingsplan en of publieks-/eigen inkomsten in verhouding staan tot de aard en omvang van de programmering. Particuliere middelen (zoals sponsoring, giften, private fondsen) en een realistische ambitie voor het verwerven daarvan zijn een pre.

werkwijze

De subsidieaanvragen worden in meerdere subsidierondes per jaar behandeld. De bijbehorende indiendata worden bekendgemaakt via de website van het Fonds Podiumkunsten. Het Fonds Podiumkunsten vraagt over aanvragen advies aan een adviescommissie met expertise op dit specifieke terrein. De commissie toetst alle geschikte aanvragen aan de criteria.

Omdat het aantal aanvragen naar alle waarschijnlijkheid het beschikbare budget zal overstijgen, werkt het Fonds Podiumkunsten met financiële plafonds. Voor nieuwe festivals geldt dat per ronde een plafond wordt vastgesteld. Dit plafond wordt op de website van het Fonds Podiumkunsten gepubliceerd.

Aanvragen worden na de beoordeling aan de hand van de criteria verdeeld in drie categorieën:

  • A: honoreren;

  • B: honoreren indien budget toereikend is; en

  • C: afwijzen.

Een aanvraag moet op elk van de criteria in enige mate positief scoren om voor honorering (indeling in categorie A of B) in aanmerking te komen. Het totaalbeeld bepaalt uiteindelijk of een aanvraag wel of niet voor subsidie in aanmerking komt.

2E. podia popmuziek

algemeen

Subsidie voor programmering in gespecialiseerde zalen voor popmuziek wordt verstrekt om bij te dragen aan de ontwikkeling van de popmuziek in Nederland door het stimuleren van optredens van Nederlandse bands. Het FondsPodiumkunstenbeoogt hiermee bij te dragen aan de kwalitatieve ontwikkeling van de Nederlandse popmuziek op een gezonde economische basis en tevens een structurele bijdrage te leveren aan een stabiel circuit van podia voor de presentatie van divers aanbod van Nederlandse popmuziek. Om dit doel te realiseren verstrekt het Fonds Podiumkunsten aanvullende subsidies als er financiële tekorten zijn bij optredens van Nederlandse bands.

Om voor subsidie in aanmerking te komen moet een instelling eerst een verzoek indienen op basis waarvan hij kan worden aangewezen als kernpodium. Het aanvragen van het subsidie gebeurt volgens achteraf, dus nadat de concerten hebben plaatsgevonden. De programmeurs bepalen zelf welke bands ze willen laten optreden. De aanvrager ontvangt subsidie als de gemaakte kosten voor het concert achteraf hoger blijken te zijn dan de entreeopbrengsten.

De regeling hanteert onder- en bovengrenzen met betrekking tot de gages. De ondergrens stimuleert dat redelijke gages worden betaald, de bovengrens beoogt aanbod waarvoor subsidie niet nodig is uit te sluiten. De bijdrage van het Fonds Podiumkunsten is gekoppeld aan het gage. Door een deel van het risico weg te nemen, stelt het Fonds Podiumkunsten aanvragers in staat redelijke gages te betalen.

wie kan aanvragen

Alleen instellingen die zijn aangewezen als kernpodium kunnen subsidieaanvragen doen. Aanwijzing als Kernpodium is mogelijk als de instelling rechtspersoonlijkheid bezit en er geen winstoogmerk is (een BV of NV komt om die reden niet in aanmerking voor subsidie). Voor zover hier relevant gaat het om stichtingen en verenigingen met volledige rechtsbevoegdheid. Voorts moet de instelling in het vorige jaar, afhankelijk van de bezoekers capaciteit van de betreffende zaal, minimaal 10 of 20 concerten op het gebied van popmuziek hebben georganiseerd en moet hij zowel artistiek als financieel eindverantwoordelijk zijn voor de programmering van de zaal waarvoor subsidie wordt aangevraagd.

De betreffende zaal moet een bezoekerscapaciteit van minstens 200 bezoekers hebben en over de benodigde faciliteiten beschikken, zoals een verhoogd podium, een adequate stroomvoorziening, een geluid- en lichtinstallatie en kleedkamers.

De instelling moet verder voldoende professioneel zijn. De organisatiegraad dient zodanig te zijn (onder andere op personeel, organisatorisch, facilitair, communicatief en financieel vlak) dat continuïteit van de activiteiten is gewaarborgd. Dit is van belang gezien de aard van de subsidierelatie die ontstaat door de aanwijzing als kernpodium. Het Fonds Podiumkunsten moet erop kunnen vertrouwen dat de activiteiten op professioneel niveau worden uitgevoerd en dat de instelling gemaakte afspraken nakomt.

De instelling moet kunnen aantonen dat zij regelmatig Nederlandse bands programmeert waaraan tevens een redelijk bedrag aan gages/uitkoopsommen wordt verstrekt, een redelijke toegangsprijs hanteert, een brede programmering van popmuziek nastreeft en beschikt over voldoende gemiddeld publieksbereik. Hiertoe worden de resultaten van het betreffende podium in het jaar voorafgaand aan de aanvraag vergeleken met de resultaten van de aangewezen Kernpodia in de categorie waarbinnen de instelling zal worden ingedeeld, over een vergelijkbare periode. Het aantal bezoekers bij de door de instelling georganiseerde popconcerten en danceparty’s mag niet meer dan 25% in negatieve zin afwijken van het gemiddelde. Om een goed beeld te krijgen van de prestaties van een podium en een adequate vergelijking te kunnen maken met de al aangewezen Kernpodia, is het noodzakelijk dat de instelling al minimaal één jaar popconcerten organiseert op de vaste locatie waarvoor subsidie wordt aangevraagd. Jaarlijks worden de door de aangewezen Kernpodia gerealiseerde bezoekersaantallen bij de subsidiabele concerten geplaatst op de website van het Fonds Podiumkunsten.

waarvoor is subsidie mogelijk

Alleen instellingen die zijn aangewezen als kernpodium kunnen subsidieaanvragen doen. Alleen openbaar toegankelijke concerten van Nederlandse bands komen in aanmerking voor subsidie. Een band wordt als Nederlands aangemerkt als minimaal de helft van de leden op basis van een geldige verblijfstitel in Nederland woonachtig is. Onder bands worden ook solo-muzikanten en dj’s verstaan.

Het concert mag maximaal vier Nederlandse bands betreffen. De gages of uitkoopsommen van de bands moet liggen binnen de in de regeling opgenomen minima en maxima. Het concert dient een entreeprijs van minimaal € 2,50 te hebben en vermeld te worden in de programmagegevens. Alle optredens moeten op het podium plaatsvinden. Gelet op de doelstelling van de regeling zijn optredens van huisbands of huis-dj’s en optredens waarbij niet live muziek wordt gemaakt niet subsidiabel.

werkwijze

De verzoeken om aangewezen te worden als kernpodium worden eens per jaar in één ronde behandeld. De bijbehorende indiendatum wordt bekendgemaakt via de website van het Fonds Podiumkunsten. Als een verzoek te laat is ingediend, besluit het bestuur tot afwijzing van de aanvraag.

Afhankelijk van de zaalcapaciteit van het podium vindt indeling in de categorie Kernpodium B of Kernpodium C plaats. Per categorie geldt een minimum aantal te organiseren subsidiabele concerten.

Een aanvrager die is aangewezen is als Kernpodia B kan de status van Kernpodium A krijgen als hij gedurende een kalenderjaar aantoonbaar voldoet aan de vereiste voor Kernpodium A met betrekking tot de zaalcapaciteit, het aantal georganiseerde popconcerten, het aantal georganiseerde subsidiabele activiteiten en het gerealiseerde gemiddelde bezoekersaantal. Instellingen die als kernpodium zijn aangewezen houden deze status zolang zij aan de voorwaarden blijven voldoen.

Om in aanmerking te komen voor subsidie dienen kernpodia na afloop van elke maand verslag uit te brengen aan het Fonds over alle gerealiseerde concerten. Kernpodia kunnen maandelijks achteraf bedragen aan gages en/of uitkoopsommen declareren die zijn uitbetaald aan Nederlandse bands, al dan niet in combinatie met buitenlandse bands. Declaratieformulieren kunnen digitaal via www.fondspodiumkunsten.nl aangeleverd worden en dienen binnen 1 maand na afloop van de maand waarin de concerten plaatsvonden in bezit van het Fonds Podiumkunsten te zijn en gaan vergezeld van de officiële programmagegevens, zoals een programmaboekje, folder, etc. van die maand. Indien de maandelijkse aanvraag voor subsidie niet tijdig of niet compleet door het Fonds Podiumkunsten is ontvangen, wordt geen subsidie verstrekt.

Het Fonds Podiumkunsten kan kernpodia verzoeken gageverklaringen of facturen van de uitkoopsommen van de Nederlandse (en indien van toepassing ook van buitenlandse bands) op te sturen. Indien deze gegevens niet, niet volledig of niet tijdig verstrekt worden, kan het Fonds Podiumkunsten besluiten tot wijziging of intrekking van het subsidie. Ook in het geval de bewijsstukken niet overeenkomen met hetgeen is aangevraagd, kan het bestuur van het Fonds Podiumkunsten besluiten het subsidie in te trekken.

hoogte subsidie

Het subsidie per concert is nooit hoger dan:

  • 50% van de uitkoopsom(men) en/of brutogage(s) van de Nederlandse bands binnen de geldende minimum en maximum normen, inclusief een standaard bedrag van € 400,- voor overige kosten;

  • €1.000,–;

  • het gerealiseerde tekort.

Het tekort wordt als volgt berekend: de uitkoopsommen en/of brutogages van de Nederlandse bands die vallen binnen de vastgestelde minima en maxima plus, indien van toepassing, de brutogages en/of uitkoopsommen van de buitenlandse bands plus een vast bedrag van € 400,- minus de totale entree-inkomsten.

budget en verdeling

Omdat het beschikbare budget mogelijk niet voldoende is om alle aanvragen te honoreren, geldt een financieel plafond. Dit plafond heeft betrekking op een kalenderjaar en wordt op de website van het Fonds Podiumkunsten gepubliceerd.

Maandelijks wordt eerst gekeken of het volgens de regels afhandelen van alle over de vorige maand ingediende aanvragen ertoe zou leiden dat het plafond wordt overschreden. Als dat zo is – en het budget dus onvoldoende blijkt te zijn om alle ingediende aanvragen volledig te honoreren – worden de aanvragen allemaal voor eenzelfde percentage van het totaal gehonoreerd. Dat betekent dat als alle aanvragen gezamenlijk goed zijn voor een subsidiebedrag van € 200.000, maar er nog maar € 150.000 beschikbaar is, alle aanvragers ¾ van het bedrag ontvangen dat zij bij voldoende budget zouden hebben gekregen. Als gebruik is gemaakt van de mogelijkheid om een maximumbedrag per aanvrager vast te stellen wordt bij de berekening eerst gekeken naar het individuele maximum.

2F. incidentele concerten popmuziek

algemeen

Subsidie voor incidentele concerten popmuziek wordt verstrekt om bij te dragen aan de ontwikkeling van de popmuziek in Nederland door het stimuleren van optredens van Nederlandse bands. Het FondsPodiumkunstenbeoogt hiermee bij te dragen aan de kwalitatieve ontwikkeling van de Nederlandse popmuziek en tevens een structurele bijdrage te leveren aan een stabiel circuit van podia voor de presentatie van divers aanbod van Nederlandse popmuziek.

De programmeurs bepalen zelf welke bands ze willen laten optreden. De aanvrager ontvangt subsidie als de gemaakte kosten voor het concert hoger zijn dan de entreeopbrengsten. De bijdrage van het Fonds Podiumkunsten is gekoppeld aan het gage. Door een deel van het risico weg te nemen, stelt het Fonds Podiumkunsten aanvragers in staat redelijke gages te betalen.

wie kan aanvragen

Subsidie kan worden aangevraagd door een aanvrager die één of meer concerten heeft georganiseerd waarbij één of meer Nederlandse bands een optreden hebben gegeven. Aanvragen is mogelijk als de instelling rechtspersoonlijkheid bezit en er geen winstoogmerk is. (een BV of NV komt om die reden niet in aanmerking voor subsidie. Voor zover hier relevant gaat het om stichtingen en verenigingen met volledige rechtsbevoegdheid. Eenmanszaken, VOF’s en maatschappen kunnen geen subsidie aanvragen.

De aanvrager moet kunnen aantonen dat hij in het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de aanvraag plaatsvindt in één zaal minimaal zes concerten op het gebied van popmuziek heeft georganiseerd. Deze subsidiemogelijkheid is dus niet bedoeld voor aanvragers die geheel eenmalig een optreden organiseren. Het moet gaan om een aanvrager die in een zekere continuïteit concerten organiseert. Om voor subsidie in aanmerking te komen, moet de aanvrager zowel artistiek als financieel eindverantwoordelijk zijn voor de programmering op die locatie.

waarvoor kan worden aangevraagd

Alleen openbaar toegankelijke concerten van Nederlandse bands komen in aanmerking voor subsidie. Een band wordt als Nederlands aangemerkt als minimaal de helft van de leden op basis van een geldige verblijfstitel in Nederland woonachtig is. Onder bands worden ook solo-muzikanten en dj’s verstaan.

Het concert mag maximaal vier Nederlandse bands betreffen. Aan minimaal één band moet een gage zijn betaald; de gageverklaringen of facturen dienen bij de aanvraag te worden gevoegd. Het concert dient een entreeprijs van minimaal € 2,50 te hebben en vermeld te worden in de programmagegevens. Alle optredens moeten op het podium plaatsvinden. Gelet op de doelstelling van de regeling zijn optredens van huisbands of huis-dj’s en optredens waarbij niet live muziek wordt gemaakt niet subsidiabel.

Alle subsidiabele concerten dienen te hebben plaatsgevonden in dezelfde zaal als de zes concerten in het jaar voorafgaand aan de aanvraag. De concerten waarvoor subsidie wordt aangevraagd dienen allemaal plaats te hebben gevonden binnen één kalenderjaar.

hoe wordt de aanvraag beoordeeld

Aanvragen kunnen na afloop van het concert worden ingediend. De aanvraag moet binnen vier weken na het concert door het Fonds Podiumkunsten zijn ontvangen. Er is ook de mogelijkheid om voor meerdere concerten tegelijk aan te vragen, als deze maar wel allemaal binnen hetzelfde kalenderjaar plaatsvinden. In dat geval moet de aanvraag binnen vier weken na het laatste concert zijn ingediend.

Het is binnen dit onderdeel van de regeling mogelijk om meerdere aanvragen per kalenderjaar in te dienen. Het subsidiebedrag per aanvrager bedraagt echter nooit meer dan € 2.500,- per kalenderjaar.

Het moment van indienen wordt bepaald aan de hand van het moment dat het daartoe bestemde, volledig ingevulde en ondertekende aanvraagformulier door het Fonds is ontvangen inclusief alle op het formulier vermelde bijbehorende bijlagen. Wanneer een aanvraag te laat wordt ingediend, besluit het bestuur in beginsel tot afwijzing van de aanvraag.

Aanvragen dienen binnen vier weken na afloop van de maand waarin de concerten plaatsvonden in bezit van het Fonds Podiumkunsten te zijn en gaan vergezeld van het publiciteitsmateriaal. Indien de aanvraag voor subsidie niet tijdig of niet compleet door het Fonds Podiumkunsten is ontvangen, wordt geen subsidie verstrekt. Als een concert niet is opgenomen in het publiciteitsmateriaal, wordt geen subsidie verstrekt voor het betreffende concert.

hoogte subsidie

Het subsidie per concert is nooit hoger dan:

  • 50% van de uitkoopsom(men) en/of brutogage(s) van de Nederlandse bands, inclusief een standaard bedrag van € 400,- voor overige kosten;

  • € 1.000,–;

  • het gerealiseerde tekort.

Daarnaast bedraagt het subsidiebedrag dat maximaal per kalenderjaar aan een aanvrager verstrekt kan worden € 2.500,-.

Het tekort wordt als volgt berekend: de uitkoopsommen en/of brutogages van de Nederlandse bands plus, indien van toepassing, de brutogages en/of uitkoopsommen van de buitenlandse bands plus een vast bedrag van € 400,- minus de totale entree-inkomsten.

Op basis van het bovenstaande wordt het potentiële subsidiebedrag berekend. Als het bedrag minder dan € 250,– zou bedragen, wordt in het geheel geen subsidie verstrekt. Deachterliggende gedachte daarbij is dat het uitbetalen van dergelijke kleine subsidiebedragen onwenselijk is, omdat de kosten die gemoeid zijn met het aanvragen en uitbetalen van het subsidie niet in verhouding staan tot het te subsidiëren bedrag. Overigens kan een aanvrager meerdere subsidiabele concerten in één aanvraag combineren om tot een subsidiabel tekort te komen. Deze concerten dienen wel allemaal in hetzelfde kalenderjaar plaats te vinden.

Aangezien het subsidie pas na het plaatsvinden van de concerten wordt aangevraagd is het verstrekken van een voorschot niet mogelijk.

budget en verdeling

Omdat het beschikbare budget mogelijk niet voldoende is om alle aanvragen te honoreren, geldt een financieel plafond. Als het budget in de loop van het jaar op is, worden nieuwe aanvragen afgewezen. Toewijzing van subsidie gebeurt op volgorde van ontvangst van de aanvraag. Als een aanvraag niet volledig is ingediend, moet deze eerst volledig worden gemaakt.

2G. festivals popmuziek

algemeen

Een programmeringssubsidie festivals popmuziek wordt verstrekt om bij te dragen aan de ontwikkeling van de popmuziek in Nederland door het stimuleren van optredens van Nederlandse bands. Het FondsPodiumkunstenbeoogt hiermee bij te dragen aan de kwalitatieve ontwikkeling van de Nederlandse popmuziek en tevens een structurele bijdrage te leveren aan een stabiel circuit van festivals voor de presentatie van divers aanbod van Nederlandse popmuziek.

De programmeurs van het festival bepalen zelf welke bands ze willen laten optreden. Het festival ontvangt subsidie als de gemaakte kosten voor het festival achteraf hoger blijken te zijn dan de opbrengsten. De bijdrage van het Fonds Podiumkunsten is gekoppeld aan het gage. Door een deel van het risico weg te nemen, stelt het Fonds Podiumkunsten aanvragers in staat redelijke gages te betalen.

wie kan aanvragen

Aanvragen is mogelijk als de instelling rechtspersoonlijkheid bezit en er geen winstoogmerk is (een BV of NV komt om die reden niet in aanmerking voor subsidie). Voor zover hier relevant gaat het om stichtingen en verenigingen met volledige rechtsbevoegdheid. Eenmanszaken, VOF’s en maatschappen kunnen geen subsidie aanvragen.

De totale begroting van het festival mag niet meer dan € 250.000,- bedragen. Festivals worden in twee categorieën verdeeld:

  • festivals met een gerealiseerde omzet van meer dan € 25.000,– of meer dan 3.000 bezoekers (grotere festivals)

  • overige festivals (kleinere festivals).

Benefietfestivals zijn niet subsidiabel. In alle gevallen is vereist dat een festival vanuit een artistiek-inhoudelijke doelstelling programmeert. Voor de eerste categorie, de grotere festivals, wordt daarvoor gekeken naar de statuten van de aanvrager.

waarvoor kan worden aangevraagd

Subsidie kan worden aangevraagd voor een openbaar toegankelijk festival waar een substantieel aandeel popmuziek wordt geprogrammeerd en waar minimaal vier bands op het gebied van popmuziek optreden. Van een popfestival is sprake als popmuziek minimaal 50% van de totale programmering omvat. Van een substantieel aandeel concerten van Nederlandse bands is sprake indien dit minimaal 20% van de totale programmering vormt. Aan de bands in kwestie moet een gage zijn betaald; de gageverklaringen of facturen dienen bij de aanvraag te worden gevoegd.

Subsidie wordt verstrekt voor de optredens van Nederlandse bands die op een podium plaatsvinden. Een band wordt als Nederlands aangemerkt als minimaal de helft van de leden op basis van een geldige verblijfstitel in Nederland woonachtig is. Onder bands worden ook solo-muzikanten en dj’s verstaan.

hoe wordt de aanvraag beoordeeld

Aanvragen kunnen na het plaatsvinden van het festival worden ingediend en moeten uiterlijk binnen 8 weken na het festival door het Fonds Podiumkunsten zijn ontvangen. Indien de aanvraag voor subsidie niet tijdig of niet compleet door het Fonds Podiumkunsten is ontvangen, wordt geen subsidie verstrekt.

hoogte subsidie

Het subsidie per festival is nooit hoger dan:

  • 50% van de uitkoopsom(men) en/of brutogage(s) van de Nederlandse bands, voor de categorie grotere festivals alleen voor zover de gage of uitkoopsom minimaal € 225,– en maximaal € 2.500,– bedraagt;

  • € 2.750,– voor de categorie grotere festivals en € 1.500 voor de categorie kleine festivals;

  • het gerealiseerde tekort op de exploitatie van het festival.

Het tekort wordt berekend op basis van de werkelijk gemaakte kosten. Het tekort is het verschil tussen alle noodzakelijke kosten om de betreffende editie van het festival te organiseren en alle inkomsten die met de betreffende editie van het festival samenhangen. Reserveringen zijn geen onderdeel van het tekort.

Op basis van het bovenstaande wordt het potentiële subsidiebedrag berekend. Als het bedrag minder dan € 250,– zou bedragen, wordt in het geheel geen subsidie verstrekt. De achterliggende gedachte daarbij is dat het uitbetalen van dergelijke kleine subsidiebedragen onwenselijk is, omdat de kosten die gemoeid zijn met het aanvragen en uitbetalen van het subsidie niet in verhouding staan tot het te subsidiëren bedrag.

Aangezien het subsidie pas na het plaatsvinden van het festival wordt aangevraagd is het verstrekken van een voorschot niet mogelijk.

budget en verdeling

Omdat het beschikbare budget mogelijk niet voldoende is om alle aanvragen te honoreren, geldt een financieel plafond. Als het budget in de loop van het jaar op is, worden nieuwe aanvragen afgewezen. Toewijzing van subsidie gebeurt op volgorde van ontvangst van de aanvraag. Als een aanvraag niet volledig is ingediend, moet deze eerst volledig worden gemaakt.

3. Indiening en behandeling

wijze van indiening

Aanvragen moeten worden ingediend met behulp van een aanvraagformulier dat bij de betreffende subsidievorm hoort. Aanvraagformulieren zijn te vinden op de website van het Fonds Podiumkunsten. De activiteiten moeten worden beschreven aan de hand van een aantal door het Fonds Podiumkunsten geformuleerde vragen. De aanvraag en de daarbij behorende informatie is leidend voor toetsing of de aanvrager in aanmerking komt voor subsidie. Het is dus van belang dat de aanvraag helder is en een goed beeld geeft.

Alleen als de aanvraag op tijd is ingediend, het aanvraagformulier juist is ingevuld en alle gevraagde informatie is bijgesloten, kan de aanvraag in behandeling worden genomen. Het Fonds Podiumkunsten vraagt geen nadere informatie op als de aanvraag onvoldoende helder is. Informatie en bijlagen die te laat worden ingediend, worden niet meegenomen in de beoordeling van de aanvraag.

geen subsidie

Een aanvrager die eerder subsidie van het Fonds Podiumkunsten heeft ontvangen, maar zich niet aan de aan dat subsidie verbonden voorwaarden en verplichtingen heeft gehouden kan in beginsel twee jaar lang niet opnieuw aanvragen. De achtergrond van deze regeling is dat het Fonds Podiumkunsten aanvragers in principe het vertrouwen geeft dat zij het subsidie juist gebruiken. Als dat vertrouwen wordt beschaamd, geldt in beginsel voor een periode van twee jaar een aanvraagblokkade. In beginsel, omdat wel gekeken wordt naar de aard en ernst van de overtreding.

Verder kan een aanvraag worden afgewezen als die te vaag of onduidelijk is over de activiteiten, en daardoor niet goed kan worden beoordeeld.

Op basis van deze regeling wordt maar een soort subsidie per aanvrager verstrekt. Het combineren van meerdere subsidies is dus niet mogelijk. Wel kan er tussen subsidievormen gewisseld worden, maar er zal nooit sprake zijn van gelijktijdige subsidie op basis van verschillende onderdelen van deze regeling.

4. Verplicht melden van veranderingen

Veranderingen die wezenlijk zijn voor de subsidiëring moeten worden gemeld. Daarvan is bijvoorbeeld sprake als de aanvrager van gedachten verandert en de activiteit niet of anders uitvoert. Ook kan in het subsidiebesluit een verplichting zijn opgenomen op grond waarvan specifieke zaken gemeld moeten worden.

Als achteraf blijkt dat er sprake is van een wezenlijke verandering die niet is gemeld, kan het Fonds Podiumkunsten het subsidie lager vaststellen of zelfs helemaal intrekken. Dit is geheel voor risico van de aanvrager. In geval van twijfel kan een aanvrager contact opnemen met het Fonds Podiumkunsten om te bepalen of er sprake is van een wezenlijke wijziging.

5. Tot slot

Deze toelichting moet worden gelezen in combinatie met de Deelregeling programmeringssubsidies Fonds Podiumkunsten. Als u vragen hebt of meer informatie wilt, kunt u contact met ons opnemen.

Naar boven