Besluit van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 14 december 2010, nr. DMO/OHW-U-3031548, houdende het verlenen van mandaat aan het bestuur van het Nationaal Comité 4 en 5 mei om subsidies te verstrekken voor activiteiten in relatie tot de Tweede Wereldoorlog (Mandaatbesluit VWS Nationaal Comité 4 en 5 mei)

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht;

Gezien de schriftelijke instemming van het bestuur van het Nationaal Comité 4 en 5 mei van 30 september 2010;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. de minister:

de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

b. het Comité:

Stichting Nationaal Comité 4 en 5 mei voor de Nationale Herdenking en Viering van de Bevrijding;

c. het subsidiebeleid:

het op grond van artikel 5 van de Subsidieregeling VWS-subsidies opgestelde beleid voor de activiteiten educatie, reünies en lotgenotencontacten in relatie tot de Tweede Wereldoorlog.

Artikel 2

  • 1. De minister verleent aan de voorzitter van het bestuur van het Comité mandaat met betrekking tot het verstrekken van projectsubsidies op grond van de Subsidieregeling VWS-subsidies voor activiteiten die passen binnen het subsidiebeleid.

  • 2. De voorzitter van het bestuur van het Comité is bevoegd tot het verlenen van ondermandaat aan personen binnen de organisatie op het niveau van de directie of ten hoogste één niveau lager tot het geheel of gedeeltelijk uitoefenen van de op grond van dit besluit toegekende bevoegdheden.

  • 3. Een beslissing op bezwaar wordt door een andere persoon genomen dan de persoon die het besluit heeft genomen als bedoeld in het eerste lid.

Artikel 3

  • 1. De gemandateerde ondertekent een in mandaat genomen besluit met gebruikmaking van de formulering:

    De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

    namens deze,

    (functie, handtekening en naam van de ondertekenaar).

  • 2. Het Comité stuurt de minister een afschrift van elk besluit.

Artikel 4

Het Comité richt de administratie zodanig in, dat daarin alle van belang zijnde vastleggingen en bewijsstukken ten behoeve van het besluitvormings-, controle- en verantwoordingsproces zijn opgenomen.

Artikel 5

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2011.

Artikel 6

Dit besluit wordt aangehaald als: Mandaatbesluit VWS Nationaal Comité 4 en 5 mei.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

M.L.L.E. Veldhuijzen van Zanten-Hyllner.

TOELICHTING

In het proces van het herijken van rijkstaken op het brede beleidsterrein van de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog (WO II) is geconcludeerd dat de overheid zich meer zou moeten richten op het sturen op hoofdlijnen en de uitvoering van het beleid waar mogelijk moet overlaten aan maatschappelijke organisaties. De consequentie van deze conclusie is dat de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) op 1 januari 2011 een aantal (uitvoerende) taken op het beleidsterrein van de herinnering WO II overdraagt aan het Nationaal Comité 4 en 5 mei (Comité).

Het gaat hierbij om de navolgende taken:

  • Ondersteuning organisaties herinnering WO II

    Het Comité ondersteunt de (beleids)ontwikkeling van organisaties die zich richten op de herinnering WO II.

  • Herinnering WO II internationaal

    Het Comité participeert actief in het internationale netwerk op het terrein van de herinnering WO II.

  • Herdenken

    Het Comité kan, mede tegen de achtergrond van de geleidelijk afnemende inzetbaarheid van de eerste generatie oorlogsgetroffenen, desgewenst kennis en praktische ondersteuning bieden ten aanzien van de herdenkingen met een bovenlokale betekenis.

  • Reünies en lotgenotencontacten

    Het Comité draagt er zorg voor dat vrijwilligersorganisaties op het terrein van de herinnering WO II met een landelijke functie, indien gewenst, de onderlinge contacten binnen de eerste generatie kunnen blijven voortzetten via gerichte initiatieven, zoals reünies en lotgenotenbijeenkomsten.

  • Educatie en publieksgerichte toepassingen oorlogserfgoed

    Het Comité draagt zorg voor het vergroten van kennis en inzicht met betrekking tot WO II bij de Nederlandse bevolking, mede om bewustwording over de betekenis van fundamentele grondrechten, democratie, rechtstaat en vrijheid te bevorderen. Voor het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD), dat het Erfgoedpunt WO II vorm en inhoud geeft, zal het Comité als vaste gesprekspartner fungeren waar het gaat om initiatieven die beogen erfgoedmateriaal onder de aandacht van het brede publiek te brengen.

  • Toegepast onderzoek

    Het Comité draagt zorg voor het doen uitvoeren van toegepast onderzoek.

Na de overdracht van de voornoemde taken aan het Comité heeft VWS nog wel de verantwoordelijkheid voor het goed functioneren van het stelsel van het beleidsterrein van de herinnering WO II. Vanuit deze stelselverantwoordelijkheid wordt zorggedragen voor een adequate infrastructuur, gericht op het blijvend betekenis (kunnen) geven aan de herinnering aan gebeurtenissen uit WO II. VWS verstrekt vanuit deze verantwoordelijkheid alleen nog instellingssubsidies aan een beperkt aantal organisaties zoals het Comité, de vier nationale herinneringscentra en het NIOD (voor het Erfgoedpunt WO II).

Waar in het kader van de overgedragen taken projectsubsidie wordt ingezet (de educatie over de gebeurtenissen uit WO II en de organisatie door vrijwilligersorganisaties van reünies en lotgenotencontacten) behoort het namens de Minister van VWS verstrekken van deze subsidies vanaf 1 januari 2011 tot een van de nieuwe taken van het Comité. Het Comité heeft bij brief van 30 september 2010 en met het daarbij gevoegde meerjarenplan laten weten in te stemmen met het mandaat. Het mandaat om op het terrein van reünies en lotgenotencontacten projectsubsidies te verstrekken ligt tot de voornoemde datum bij de Stichting Cogis. Na overleg heeft deze stichting ingestemd met het voornemen van VWS het mandaat op dit beleidsterrein per 1 januari 2011 aan het Comité te verlenen.

In artikel 2, eerste lid, wordt de voorzitter van het bestuur van het Comité gemandateerd projectsubsidies te verstrekken. De Minister van VWS stelt hiervoor jaarlijks de financiële middelen beschikbaar (eventueel met een subsidieplafond). Het subsidiebeleid waarbinnen het Comité de nieuwe taak kan uitoefenen wordt gevormd door het op grond van artikel 5 van de Subsidieregeling VWS-subsidies opgestelde beleid op het terrein van WO II. Dit is vastgelegd in de VWS-begroting voor het jaar 2011 (Kamerstukken II 2010–2011, 32 500 XVI, nr. 2, pag. 137 t/m 139).

Het mandaat omvat tevens de bevoegdheid een beslissing op bezwaar te nemen. Uit het bepaalde in artikel 10:3, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht volgt dat de heroverweging en besluitvorming in bezwaar door een andere persoon moet plaatsvinden dan degene die het besluit waartegen het bezwaar zich richt heeft genomen. Het Comité draagt er zorg voor dat deze functies binnen de organisatie gescheiden zijn (artikel 2, derde lid). De voorzitter van het bestuur van het Comité verleent daartoe ondermandaat aan een of meerdere personen. Daarbij zal tevens in acht worden genomen dat een beslissing op bezwaar niet zal worden genomen door een persoon die ondergeschikt is aan degene die het primaire besluit heeft genomen.

Het Comité richt de eigen organisatie zodanig in dat daadwerkelijk uitvoering kan worden gegeven aan de nieuwe taken en bevoegdheden. Dit betekent dat het Comité een werkreglement opstelt en bekend maakt, waarin procedurele en inhoudelijke aspecten worden opgenomen, zoals de wijze waarop subsidie aangevraagd kan worden, de nadere criteria waaraan wordt getoetst en de procedure voor het indienen en afhandelen van bezwaren.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

M.L.L.E. Veldhuijzen van Zanten-Hyllner.

Naar boven