De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
In overeenstemming met de Minister van Infrastructuur en Milieu;
Gelet op artikel 2a en 8d, eerste lid, van de Wet grondslagen natuurbeheer en -bescherming BES;
Besluit:
TOELICHTING
1. Inleiding
In deze regeling wordt als natuurpark in de zin van de Wet grondslagen natuurbeheer en -bescherming BES aangewezen het gebied dat bekend staat als de Saba Bank. Binnen het aangewezen gebied zal vooralsnog één beheersmaatregel
gelden namelijk een algeheel verbod om in het gebied voor anker te gaan. De regeling vervangt het Landsbesluit aanwijzing
Saba Bank tot beschermd gebied, dat de voormalige landsregering van de Nederlandse Antillen vaststelde op 30 september 2010
(Publicatieblad van de Nederlandse Antillen 2010, nr. 94).
2. Saba Bank als natuurgebied
De Saba Bank is een uniek en belangrijk gebied, ook voor de omringende regio. De bank is een ondergedoken atol en als zodanig
het grootste actief groeiende atol in het gebied mogelijkerwijs zelfs het op drie na grootste in de wereld. Recente onderzoeken
op de Saba Bank hebben aangetoond dat de biodiversiteit van de bank ongekend rijk is. De koraalriffen zijn niet alleen rijk
aan soorten en hoog ontwikkeld, maar zij vormen door hun ligging ver van alle invloeden van menselijke bewoning en kustontwikkeling
ook relatief veilige uitwijkplaatsen die bij uitstek geschikt zijn als vergelijkingsmateriaal om de achteruitgang van de koraalriffen langs de kusten in het Caribisch gebied aan af te meten om zo plaatselijke
effecten te onderscheiden van regionale effecten. De rijke biodiversiteit vormt voorts een natuurlijke hulpbron niet alleen
voor de eilanden Saba en Sint Eustatius, maar voor de gehele regio als een belangrijke bron vormt voor nieuwe aanwas van vis-,
kreeft- en conchpopulaties en koralen, een effect dat zich wellicht zelfs uitstrekt tot aan de grote Antillen en bovenstrooms naar het oosten
door antigyrale tegenstroomeffecten. Het gebied is daarom van bijzondere ecologische, socio-economische, wetenschappelijke
en culturele betekenis.
3. Juridisch kader
Internationale rechten en verplichtingen voor bescherming mariene milieu
Op grond van artikel 56 van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee1 bezit een kuststaat in zijn exclusieve economische zone soevereine rechten ten behoeve van het behoud en het beheer van de
natuurlijke rijkdommen en de bescherming van het mariene milieu. Het Koninkrijk is partij bij het Verdrag inzake de bescherming
en ontwikkeling van het mariene milieu in het Caraïbisch gebied2 (Trb. 1983, 152) en het daaraan verbonden SPAW-protocol.3 Op basis daarvan nemen partijen beheersmaatregelen ter bescherming van het mariene milieu in het Caribische gebied, en kunnen
zij beschermde gebieden aanwijzen.
Nationaal kader
De Staatssecretaris EL&I en de eilandsraden zijn op basis van de Wet grondslagen natuurbeheer en -bescherming BES bevoegd
om natuurparken aan te wijzen ter uitvoering van het SPAW-protocol. Waar het gebieden betreft die in de territoriale zee liggen,
zijn het Rijk en de eilandsraden allebei bevoegd, waar het gebieden betreft die in Caribische exclusieve economische zone
(Caribische EEZ) liggen is uitsluitend de Staatssecretaris bevoegd. Eenzelfde verdeling van bevoegdheden geldt wat betreft
het nemen van beheersmaatregelen binnen de aangewezen gebieden.
Bijna tachtig procent van de Saba Bank ligt in de Caribische EEZ en het resterende deel vrijwel geheel in de territoriale
wateren, behorende bij het openbare lichaam Saba. Een zeer klein deel, ter grootte van 0,1 procent van de totale Saba Bank
(twee vierkante kilometer), is gelegen in de territoriale wateren aan de zuidwestzijde van Sint Eustatius. Gelet daarop ligt
het in de rede dat de staatssecretaris het gebied aanwijst ook wat betreft de delen gelegen in de territoriale wateren. De
uitgestrekte koraalriffen, visgronden en wiervelden op de Saba Bank zijn kwetsbaar voor schade, in het bijzonder door ankers
van tankers en andere grote vrachtschepen. De zware ankerkettingen van honderden meters lengte die over de bodem schaven terwijl
het schip om zijn anker draait richten enorm veel schade aan. In de regeling is daarom een verbod opgenomen om voor anker
te gaan in het natuurpark. Het ankerverbod is een gerechtvaardigde maatregel om het mariene milieu te beschermen. Het ankerverbod
is een te verantwoorden beperking vanuit het grote belang om de levende rijkdommen op de bodem van de Saba Bank te beschermen
zonder een ongerechtvaardigde beperking op te leggen voor de internationale scheepvaart. Omdat het om een beperking van de
scheepvaart betreft is de regeling in overeenstemming met de Minister van Infrastructuur en Milieu vastgesteld. Deze minister
is ten algemene verantwoordelijk voor het beheer en de scheepvaart in de Caribische EEZ.
4. Vrijstellingen en ontheffingen
De hydrografische opnemingsvaartuigen, bergingsschepen en vaartuigen die worden ingezet voor opsporing en redding zijn vrijgesteld
van het ankerverbod uit hoofde van de aard van hun activiteiten op de Saba Bank (artikel 3, tweede lid). De lokale vissersvaartuigen
met een geldige visserijvergunning zullen doorgaans ter plaatse niet ankeren en, in geval zij dit incidenteel toch doen, zijn
de gevolgen voor de bodemrijkdommen van het neerlaten van een anker met een beperkt gewicht door deze categorie schepen minimaal
en om deze reden aanvaardbaar te achten. Uit een oogpunt van proportionaliteit zijn deze boten daarom ook vrijgesteld van
het verbod (artikel 3, derde lid).
De Staatssecertaris van EL&I is bevoegd om ontheffing te verlenen van het ankerverbod voor onderzoek (artikel 4, eerste lid).
Dergelijk wetenschappelijk onderzoek kan de bescherming en het behoud van de Saba Bank alsmede de natuurlijke leefomgeving
van mens en dier ten goede komen en moet derhalve toegestaan kunnen worden. De Staatssecretaris kan wel voorwaarden stellen
aan de vergunning, zoals tijdsduur van het onderzoek en grootte en soort anker dat gebruik wordt bij het onderzoek.
5. Toezicht en handhaving
De Kustwacht houdt op grond van de Rijkswet Kustwacht Aruba, Curaçao en Sint Maarten alsmede voor de openbare lichamen Bonaire,
Sint Eustatius en Saba toezicht op de scheepvaart, het milieu en de visserij. Op grond van artikel 3 van die Rijkswet wordt
het toezicht uitgeoefend in de binnenwateren, de territoriale zee, de aansluitende zone en het overige zeegebied in de Caraïbische
zee, voorzover het volkenrecht en het interregionale recht dat toelaten.Met het oog op de toezichthoudende taak van de Kustwacht
voorziet artikel 3, vierde lid, in een meldingsplicht bij het in- en uitvaren van het zeegebied van de Saba Bank.
De werkzaamheden die voortvloeien uit de onderhavige regeling maken deel uit van de reguliere taken van de Kustwacht en derhalve
zijn geen extra uitgaven voorzien voor de handhaving. In het meerjarenplan van de Kustwacht wordt reeds rekening gehouden
met de aanwijzing van de Saba Bank als beschermd gebied.
6. Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in afwijking van de Vaste Verander Momenten in werking op de dag na plaatsing in de Staatscourant. De
regeling vervangt een Landsbesluit van de voormalige regering van de Nederlandse Antillen. Daarin werd het genoemde ankerverbod
reeds van kracht op 30 september 2010. Als gevolg van de transitie op 10 oktober 2010 is dat besluit van rechtswege vervallen.
Gelet op het belang van het verbod en de bekendheid die het verbod heeft gekregen bij de publicatie van het Landsbesluit,
is besloten de periode tussen het vervallen van het Landsbesluit en het in werking treden van deze regeling zo kort mogelijk
te houden.
De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
H. Bleker.