Besluit van de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 13 december 2010, nr. WJZ/10187380, tot verlenging van Besluit niet handhaven graafwerkzaamheden tot 50 cm ten behoeve van agrarische activiteiten

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Besluit:

De geldingsduur van besluit van 10 juli 2009 (nr. WJZ/9116479; Stcrt. 2009, nr. 11909) tot niet handhaven graafwerkzaamheden tot 50 centimeter ten behoeve van agrarische activiteiten waarvan de geldigheidsduur is verlengd bij besluit van 5 januari 2010 (nr. WJZ/9228228; Stcrt. 2010, nr. 513) wordt voor onbepaalde tijd verlengd, met dien verstande dat het besluit gedurende de periode van verlengde geldigheid betrekking heeft op grondroerders, van wie de Dienst Regelingen van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie – voorheen van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit – in 2010 of een later jaar een beschrijvingsbiljet als bedoeld in een regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, onderscheidenlijk van de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie betreffende de landbouwtelling en de gecombineerde opgave per post of elektronisch heeft ontvangen.

Dit besluit wordt bekendgemaakt door publicatie in de Staatscourant. Van dit besluit zal mededeling worden gedaan in het Agrarisch Dagblad en de Boerderij.

Den Haag, 13 december 2010

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

M.J.M. Verhagen.

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken binnen zes weken na de dag van dagtekening van de Staatscourant een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, Directie Wetgeving en Juridische Zaken (ALP: X/50), Postbus 20101, 2500 EC ‘s-Gravenhage.

TOELICHTING

Bij besluit van 10 juli 2009, nr. WJZ/9116479 is bepaald dat in de periode tot en met 31 december 2009 geen gebruik zal worden gemaakt van de handhavingsbevoegdheden op grond van de artikelen 25 en 26 van de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten (verder: WION) ten aanzien van graafwerkzaamheden tot 50 centimeter ten behoeve van agrarische activiteiten. Bij besluit van 5 januari 2010, nr. WJZ/9228228 is het besluit verlengd tot en met 31 december 2010. Met dit besluit wordt de termijn waarvoor dit besluit geldt, voor onbepaalde tijd verlengd.

Zoals toegelicht bij het hierboven genoemde besluit leidt toepassing van de WION in het bijzonder de verplichting tot het doen van een graafmelding, ook voor graafwerkzaamheden tot 50 centimeter, voor agrariërs die deze graafwerkzaamheden verrichten tot relatief hoge administratieve lasten. Dit was reden te onderzoeken op welke wijze deze ingeperkt kunnen worden zonder daarbij het doel van de wet uit het oog te verliezen. De eerder genomen besluiten van 10 juli 2009 en 5 januari 2010 strekten ertoe een voorziening te treffen voor de duur van het onderzoek en de implementatie van een structurele oplossing, opdat agrariërs gedurende deze periode niet geconfronteerd zouden kunnen worden met handhavingsmaatregelen ten aanzien van de bedoelde meldingsplicht.

In eerste instantie is voorzien in een alternatieve aanpak voor ondiepe graafwerkzaamheden in eigen grond die beoogt met behoud van de meldingsplicht voor agrariërs de administratieve en andere lasten van het doen van graafmeldingen omlaag te brengen. De WION is in verband hiermee aangepast opdat agrariërs de graafmelding voor ondiepe graafwerkzaamheden collectief kunnen doen door tussenkomst van de Dienst Regelingen.

Het kabinet heeft thans ingezet op verdergaande reductie van de lasten van de agrariërs in het kader van de WION. Onderdeel daarvan is vrijstelling van de meldplicht voor ondiepe graafwerkzaamheden. Dit zal nader moeten worden uitgewerkt en geïmplementeerd, waarbij de veiligheidsaspecten en de handhaafbaarheid nader zullen worden betrokken. Zolang dit niet is gerealiseerd, vallen agrariërs formeel onder de meldingsplicht. Om te voorkomen dat de verplichting in de tussentijd ook daadwerkelijk geldt, is het nodig de gedoogperiode te verlengen. Daarom wordt de termijn van het niet-handhavingsbesluit verlengd. De verlenging vindt plaats voor onbepaalde tijd. Voorzien wordt de niet-handhavingstermijn te beëindigen op het tijdstip dat de vrijstelling gaat gelden.

Het verlengingsbesluit geldt voor agrariërs die door de Dienst Regelingen zijn geregistreerd in verband met de uitvoering van landbouwregelingen. Als zodanig worden aangemerkt zij die in 2010 of in een later jaar een beschrijvingsbiljet hebben ingediend op grond van de geldende Regeling landbouwtelling en gecombineerde opgave 2010 of op grond van een overeenkomstige, nog vast te stellen regeling voor een later jaar.

Bij het nemen van dit besluit zijn de belangen van de beheerders van de in de grond gelegen netten (de beheerder, bedoeld in artikel 1, onderdeel h, WION) meegewogen. De graafmelding is voor de beheerder van belang omdat deze is gericht op het voorkomen van schade aan zijn netten. Omdat het hier gaat over ondiepe graafwerkzaamheden in eigen grond terwijl netten in de regel op grotere diepte worden gelegd, is het risico van graafschade relatief klein. Bovendien ontslaat dit besluit de grondroerder niet van de algemene zorgvuldigheidsplicht geformuleerd in artikel 2, tweede lid, WION. Daarbij verplicht dit besluit de grondroerder niet af te zien van een graafmelding; het biedt enkel de mogelijkheid een graafmelding achterwege te laten zonder dat handhavend zal worden opgetreden. Het staat de grondroerder vrij wèl een graafmelding te doen. Dit besluit heeft alleen gevolgen voor de bestuursrechtelijke handhaving en laat de civielrechtelijke verhoudingen tussen grondroerder en beheerder onverlet.

Er worden met dit gedoogbesluit geen wijzigingen in de wettelijke bepalingen doorgevoerd zodat er zich ook geen wijzigingen in de administratieve lasten voordoen.

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Naar boven