Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 13 december 2010, nr. IVV/FB/2010/23821, tot wijziging van de Regeling Wfsv in verband met de inwerkingtreding van de Wet harmonisatie en vereenvoudiging socialezekerheidswetgeving en enige andere wijzigingen

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Financiën;

Gelet op de artikelen 13, 50c en 52a, vierde lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling Wfsv wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 2.3, onderdeel b, wordt ‘buiten Nederland’ vervangen door: buiten het Europese deel van Nederland’, wordt ‘tussen Nederland’ vervangen door: tussen Nederland of tussen Nederland ten behoeve van of mede ten behoeve van Bonaire, Sint Eustatius en Saba en wordt na ‘andere mogendheid’ toegevoegd: of ten behoeve van Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

B

In het opschrift van paragraaf 1, van afdeling 1 van hoofdstuk 3 wordt ‘premiebetalingstijdvakken’ vervangen door: kalenderjaren.

C

Artikel 3.1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het opschrift wordt ‘premiebetalingstijdvakken’ vervangen door: kalenderjaren.

2. In de tekst wordt ‘premiebetalingstijdvakken’ vervangen door ‘kalenderjaren’ en wordt ‘premiebetalingstijdvak’ vervangen door: kalenderjaar.

D

In artikel 3.4a, eerste lid, wordt ‘premiebetalingstijdvak heeft genoten tot en met dat loontijdvak en het loon dat de werknemer in dat premiebetalingstijdvak’ vervangen door: kalenderjaar waarvoor de premie wordt vastgesteld heeft genoten tot en met dat loontijdvak en het loon dat de werknemer in dat kalenderjaar.

E

In artikel 3.5, onderdelen f en g, wordt ‘premiebetalingstijdvak’ vervangen door: kalenderjaar waarvoor de premie wordt vastgesteld.

F

Artikel 3.17 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het derde lid wordt ‘premiebetalingstijdvak te verwachten betalingen van WGA-uitkeringen of in het voorgaande premiebetalingstijdvak betaalde WGA-uitkeringen overeenkomstig artikel 82 van de Wet WIA te delen door het totaal van het premieplichtig loon dat in dat premiebetalingstijdvak’ vervangen door: kalenderjaar waarvoor de premie wordt vastgesteld te verwachten betalingen van WGA-uitkeringen of in het voorgaande kalenderjaar betaalde WGA-uitkeringen overeenkomstig artikel 82 van de Wet WIA te delen door het totaal van het premieplichtig loon dat in dat kalenderjaar.

2. In het vierde lid wordt ‘premiebetalingstijdvak’ vervangen door: kalenderjaar.

G

In artikel 3.24, tweede lid, wordt ‘premiebetalingstijdvak’ vervangen door: kalenderjaar waarvoor de premie wordt vastgesteld.

H

Na artikel 3.24 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 3.24a Verrekening premiekorting

De werkgever kan de premiekorting, bedoeld in de artikelen 47, eerste en derde lid, en 49, eerste lid, van de Wfsv uitsluitend verrekenen met het totaal van de verschuldigde premies, bedoeld in artikel 47, eerste lid, onderscheidenlijk 49, eerste lid, van de Wfsv in het kalenderjaar waarin recht bestaat op de premiekorting.

I

In onderdeel 19 van Bijlage 1, behorend bij artikel 5.1, wordt ‘€ 5.490.068’ vervangen door: € 5.548.811.

ARTIKEL II PREMIEVRIJSTELLING ARBEID IN KLEINE BANEN

De maximumloon bedragen, bedoeld in artikel 52a, eerste lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen, worden met toepassing van het vierde lid van dat artikel voor het kalenderjaar 2011 ongewijzigd vastgesteld.

ARTIKEL III

  • 1. Indien het bij koninklijke boodschap van 17 juni 2010 ingediende voorstel van wet tot wijziging van verschillende wetten in verband met harmonisatie en vereenvoudiging van deze wetten ten behoeve van de uitvoering van die wetten door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Wet harmonisatie en vereenvoudiging sociale zekerheidswetten) (32 421) tot wet is verheven en artikel IV van die wet in werking treedt, treedt artikel I van deze regeling op hetzelfde tijdstip in werking, met uitzondering van:

    • a. artikel I, onderdelen A en H, die in werking treden met ingang van 1 januari 2011;

    • b. artikel I, onderdeel I, dat in werking treedt met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst en terugwerkt tot en met 1 januari 2010.

  • 2. Indien het bij koninklijke boodschap van 24 september 2010 ingediende voorstel van wet tot wijziging van enkele wetten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Verzamelwet SZW 2011) (32 520) tot wet is verheven en artikel VIII, onderdeel D, van die wet in werking treedt, treedt artikel II van deze regeling, op hetzelfde tijdstip in werking.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 13 december 2010

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

H.G.J. Kamp.

TOELICHTING

Algemeen

De voorgestelde wijzigingen van de Regeling Wfsv betreffen hoofdzakelijk technische aanpassingen naar aanleiding van de Wet harmonisatie en vereenvoudiging socialezekerheidswetgeving, waarbij o.a. de Wet financiering sociale verzekeringen (Wfsv) is gewijzigd.

De wijzigingen in artikel I, onderdelen B tot en met G, van de Regeling Wfsv zijn afhankelijk van de datum van inwerkingtreding van eerstgenoemde wet. In verband hiermee treedt dit deel van de wijzigingsregeling gelijktijdig in werking met de inwerkingtreding van die wet. De beoogde datum van inwerkingtreding is 1 januari 2011.

De wijzigingen in artikel I, onderdeel A (technische wijziging in verband met staatkundige wijziging van de BES-eilanden), onderdeel H (verrekening premiekorting) en onderdeel I (actualisering loongrens voor de sector grootwinkelbedrijf) zijn niet afhankelijk van de inwerkingtreding van voornoemde wet en treden in werking op de tijdstippen genoemd artikel III, eerste lid, onder a en b.

De inwerkingtreding artikel II van deze regeling is afhankelijk van de inwerkingtreding van artikel VIII, onderdeel D, van de Verzamelwet SZW 2011. Bij dit onderdeel wordt de zogenoemde kleinebanenregeling in artikel 52a van de Wfsv gecontinueerd. De beoogde datum van inwerkingtreding is 1 januari 2011.

Artikelsgewijs

Artikel I, onderdel A

Deze bepaling is technisch aangepast aan de staatkundige wijziging waarbij de eilanden Bonaire, Sint Eustatius en Saba (BES) onderdeel zijn gaan uitmaken van Nederland.

Artikel I, onderdelen B tot en met G

Deze wijzigingen houden verband met het schrappen van de definitie van het begrip ‘premiebetalingstijdvak’ in artikel 1, onderdeel v, van de Wfsv bij de Wet harmonisatie en vereenvoudiging socialezekerheidswetgeving. In de wet wordt overal het ‘kalenderjaar’ gebruikt.

Artikel I, onderdeel H (artikel 3.24a)

Op grond van de artikelen 47 tot en met 50 van de Wet financiering sociale verzekeringen (Wfsv) kan er recht bestaan op premiekorting indien sprake is van een dienstbetrekking met een oudere of arbeidsgehandicapte werknemer en voor zolang de dienstbetrekking met de werknemer duurt.

Hieruit zou kunnen worden afgeleid dat dit betekent dat voor een werknemer die nog niet in dienst is of niet meer in dienst is in een tijdvak in het jaar geen premiekorting kan worden verzilverd die betrekking heeft op een tijdvak waarin hij wel in dienst is.

Om dit te voorkomen is met deze bepaling geregeld dat wanneer het bedrag aan premiekorting(en) in een bepaald tijdvak niet kan worden verrekend omdat het totale bedrag aan premies te gering is, in hetzelfde jaar voor verrekening kan worden doorgeschoven naar een tijdvak daarna of ervoor. Bij het doorschuiven hoeft niet te worden gekeken of in het tijdvak waarnaar wordt doorgeschoven de werknemer, voor wie recht op premiekorting bestaat, daadwerkelijk in dienst is.

Met deze bepaling wordt ook helderheid gebracht in het onderscheid tussen het recht op premiekorting ingevolge de artikelen 47 tot en met 50 Wfsv en de feitelijke realisering en verrekening van de premiekorting met de verschuldigde premies.

Deze bepaling heeft ook betrekking op de situatie dat de werknemer het hele jaar in dienst is en er over het hele jaar recht op premiekorting bestaat, maar dat de werkgever niet in elk tijdvak het bedrag van de premiekorting naar rato van dat tijdvak kan verzilveren. Ook in deze situatie kan de werkgever in datzelfde jaar de premiekorting toepassen in het tijdvak dat de korting ook daadwerkelijk kan worden gerealiseerd.

De verzilvering van de premiekorting kan dus alleen plaatsvinden binnen één kalenderjaar; de niet verzilverde premiekorting over tijdvakken in een kalenderjaar wordt niet doorgeschoven naar een volgend kalenderjaar.

Artikel I, onderdeel I

Met artikel I, onderdeel I, wordt bijlage 1 bij de regeling Wfsv geactualiseerd.

De loongrens voor de sector Grootwinkelbedrijf wordt jaarlijks geïndexeerd aan de hand van de gemiddelde contractloonontwikkeling in de Macro Economische Verkenning van het Centraal Planbureau (CPB). De loongrens wordt met terugwerkende kracht per 1 januari 2010 gesteld op € 5.548.811. Daarbij is aangesloten bij de gemiddelde contractloonontwikkeling van bedrijven over 2010 van 1,07%, zoals die in de Macro Economische Verkenning 2011 van het CPB is opgenomen. Herindeling naar een andere sector vindt normaliter plaats indien een werkgever functioneel gedurende 3 jaren voldoet aan de vereisten zoals die gelden voor een andere sector dan zijn oorspronkelijke sector.

Artikel II (kleinebanenregeling)

In de kleinebanenregeling, bedoeld in artikel 52a, eerste lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen, is bepaald dat banen van werknemers jonger dan 23 jaar die minder dan ±50% van het wettelijk minimumloon verdienen vrijgesteld zijn van premies werknemersverzekeringen.

Onderstaande tabel toont de loongrenzen waar een dienstverband aan moet voldoen om in aanmerking te komen voor de regeling. Deze loongrenzen worden geïndexeerd aan de hand van de tabelcorrectiefactor, bedoeld in artikel 10.2 van de Wet Inkomstenbelasting 2001. De tabelcorrectiefactor is voor 2011 gelijk aan 0,6%. Vermenigvuldiging met de voor 2010 geldende bedragen uit de kleinebanentabel leidt na afronding op een veelvoud van € 25,– niet tot verandering van de loongrenzen voor 2011.

Indien de werknemer de leeftijd heeft bereikt van

maar nog niet de leeftijd van

is dit artikel van toepassing ingeval het loon per maand niet meer bedraagt dan

 

18 jaar

€ 275

18 jaar

19 jaar

€ 325

19 jaar

20 jaar

€ 375

20 jaar

21 jaar

€ 425

21 jaar

22 jaar

€ 500

22 jaar

23 jaar

€ 600

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

H.G.J. Kamp.

Naar boven