Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 17 december 2010, nr. WJZ/10188217, houdende enkele kleine verbeteringen van de Subsidieregeling internationaal excelleren

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Gelet op de artikelen 2, tweede lid, 4, 5, 15, 17, eerste lid, 18, eerste en vijfde lid, 19, eerste lid, 21, 25, 44, 48, eerste lid, en 50, tweede lid, van het Kaderbesluit EZ-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Subsidieregeling internationaal excelleren wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 2.1, onderdeel d, komt als volgt te luiden:

  • d. economische missie: deelname met ten minste zes deelnemers aan een Nederlandse economische missie die niet onder leiding staat van een bewindspersoon of ambtenaar;

B

In artikel 2.9, onderdeel a, wordt ‘de tijdelijke communautaire kaderregeling inzake staatssteun of de algemene groepsvrijstellingsverordening’ vervangen door: de tijdelijke communautaire kaderregeling inzake staatsteun, de algemene groepsvrijstellingsverordening of de verordening (EG) nr. 1998/2006 van de Commissie van Europese Gemeenschappen van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op de-minimissteun (PbEU L379).

C

In artikel 3.7, onderdeel a, wordt ‘de tijdelijke communautaire kaderregeling inzake staatssteun of de algemene groepsvrijstellingsverordening’ vervangen door: de tijdelijke communautaire kaderregeling inzake staatsteun, de algemene groepsvrijstellingsverordening of de verordening (EG) nr. 1998/2006 van de Commissie van Europese Gemeenschappen van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op de-minimissteun (PbEU L379).

D

In artikel 4.7, onderdeel a, wordt ‘de tijdelijke communautaire kaderregeling inzake staatssteun of de algemene groepsvrijstellingsverordening’ vervangen door: de tijdelijke communautaire kaderregeling inzake staatsteun, de algemene groepsvrijstellingsverordening of de verordening (EG) nr. 1998/2006 van de Commissie van Europese Gemeenschappen van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op de-minimissteun (PbEU L379).

E

In artikel 5.20, vierde lid, wordt ‘€ 25.000’ vervangen door: € 10.000.

ARTIKEL II

Op aanvragen om subsidie die vóór de inwerkingtreding van deze regeling zijn ingediend en op subsidies die vóór de inwerkingtreding van deze regeling zijn verstrekt, blijft de Subsidieregeling internationaal excelleren van toepassing zoals die onmiddellijk voor dat tijdstip luidde.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2011.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 17 december 2010

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

H. Bleker.

TOELICHTING

1. Inhoud regeling

Deze regeling bevat een aantal kleine verbeteringen van de Subsidieregeling internationaal excelleren (Sie).

De onderdelen A en B betreffen wijzigingen in de basismodule 2getthere (hoofdstuk 2 Sie). Verduidelijkt is (onderdeel A) dat de kosten van economische missies alleen subsidiabel zijn als het om economische missies gaat die door de bedrijven zelf worden georganiseerd en niet als het gaat om de kosten van eventuele missies georganiseerd door de overheid. Verduidelijkt is bovendien (onderdeel B) dat een deel van de 2getthere-subsidiering de-minimissteun betreft. Deze basis stond tot nu toe niet expliciet in de Sie. Dat was onder de Tijdelijke communautaire regeling inzake staatssteun niet problematisch omdat de betreffende steun toen daarop werd gebaseerd, maar nu die Tijdelijke regeling per 1 januari 2011 wordt ingetrokken dient in hoofdstuk 2 van de Sie duidelijk te zijn bepaald dat 2gettheresubsidies (behalve op de algemene groepsvrijstellingsverordening ook) gebaseerd kunnen zijn op de de-minimisverordening, te weten de verordening (EG) nr. 1998/2006 van de Commissie van Europese Gemeenschappen van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op de-minimissteun (PbEU L379. Daarom wordt deze verordening nu aan artikel 2.9, onderdeel a, van de Sie toegevoegd. De onderdelen C en D regelen hetzelfde als onderdeel B, maar dan voor subsidies ten behoeve van demonstratieprojecten (hoofdstuk 3 Sie) en 2xplore-subsidies (hoofdstuk 4 Sie).

Onderdeel E betreft een wijziging van de module kennisverwerving van Opkomende markten (hoofdstuk 5, § 4, Sie). Het gaat om een verlaging van de subsidieondergrens. Om subsidie te ontvangen behoeft het subsidiebedrag niet langer ten minste € 25.000 te bedragen, maar volstaat een bedrag van ten minste € 10.000. Deze verlaging strekt ertoe de grootte van de subsidie meer in lijn te brengen met de behoefte van ondernemers om ook kleinere subsidies aan te kunnen vragen om zo knelpunten weg te nemen waar ze bij hun activiteiten op opkomende markten tegenaan lopen.

2. Administratieve lasten, staatssteun en vaste verandermomenten

Voor de module kennisverwerving veranderen de administratieve lasten als volgt: door de verlaging van het minimumsubsidiebedrag van 25.000 euro naar 10.000 euro, kan er een groter aantal subsidies verstrekt worden. Hierdoor stijgen de administratieve lasten voor deze module naar 1,26% (was 0,68%). Uitgaande van een budget van 2 miljoen euro worden de administratieve lasten 25.200 euro. De andere wijzigingen van de Sie hebben geen wijziging van de administratieve lasten tot gevolg.

Subsidieverstrekking op basis van hoofdstuk 2, 3 of 4 van de Sie vindt zijn basis in drie Europese steunkaders, te weten de tijdelijke communautaire kaderregeling inzake staatsteun, de algemene groepsvrijstellingsverordening of de verordening (EG) nr. 1998/2006 van de Commissie van Europese Gemeenschappen van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op de-minimissteun (PbEU L379).

Omdat het in deze regeling gaat om enkele verbeteringen en reparaties waarvan het wenselijk is dat ze snel maar uiterlijk 1 januari 2011 (de-minimisbepalingen) in werking treden, is ten aanzien van de inwerkingtreding van deze regeling afgeweken van het kabinetsstandpunt inzake Vaste Verandermomenten met een beroep op de daarbij toegelaten uitzonderingsgronden.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

H. Bleker.

Naar boven