Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 15 december 2010, nr. 122415, houdende wijziging van de Regeling beheer en schadebestrijding dieren (aanwijzing huiskraai en Pallas’ eekhoorn)

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Gelet op artikel 67, eerste lid, van de Flora en faunawet;

Besluit:

ARTIKEL I

Bijlage 1 van de Regeling beheer en schadebestrijding dieren wordt als volgt gewijzigd:

A

In de tabel Andere diersoorten wordt na de regel ‘grijze eekhoorn Scurius carollinensis’ een nieuwe regel ingevoegd, luidende:

Huiskraai

Corvus splendens.

B

In de tabel Andere diersoorten wordt na de regel ‘nijlgans Alopochen aegyptiacus’ een nieuwe regel ingevoegd, luidende:

Pallas’ eekhoorn

Callosciurus erythraeus.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking op 1 april 2011.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

H. Bleker.

TOELICHTING

In deze regeling worden twee exoten toegevoegd aan de tabel ‘andere diersoorten’ in de bijlage bij de Regeling beheer en schadebestrijding: de Pallas’ eekhoorn en de huiskraai. Daarmee krijgen de Gedeputeerde Staten van de provincies de bevoegdheid om populaties van die diersoorten uit de natuur te laten verwijderen. Deze regeling is op grond van artikel 67, achtste lid, van de Flora- en faunawet voor advies voorgelegd aan het Faunafonds.

Aanpak invasieve exoten

In de Beleidsnota invasieve exoten1 is het beleid voor de uitvoering van de exotenbestrijding uiteen gezet. Het zwaartepunt van het beleid is gericht op preventie van introductie van nieuwe schadelijk invasieve exoten. Als dat niet lukt, richt het beleid zich op het nemen van bestrijdingsmaatregelen, zolang populaties nog klein en beheersbaar zijn. Vroeg ingrijpen voorkomt grote kosten in het kader van bestrijding en vergoeding van geleden schade. Met dit beleid wordt voorts uitvoering gegeven aan de doelstellingen van Biodiversiteitsverdrag (Trb. 1992, 164) en de Vogel- en Habitatrichtlijn. Het verdrag spoort partijen aan beleid te ontwikkelen dat als doel heeft de inheemse biodiversiteit te beschermen tegen invasieve exoten. Op basis van Vogel- en Habitatrichtlijn zijn lidstaten gehouden maatregelen te treffen tegen de introductie van soorten die niet van nature in Europa voorkomen.

Aanwijzing Pallas’ eekhoorn

De Pallas’ eekhoorn wordt aangemerkt als schadelijke invasieve exoot omdat deze een risico vormt voor de beschermde inheemse rode eekhoorn (scurius vulgaris). In Franse gebieden waar de Pallas’ eekhoorn is gevestigd, zijn duidelijk aanwijzingen dat de rode eekhoorn wordt verdrongen. De Pallas’ eekhoorns die zich al in de groene ruimte van Nederland bevinden, zijn ontsnapt uit een dierenhandel of stammen af van de ontsnapte eekhoorns.

Aanwijzing Huiskraai

De vestiging van de huiskraai kan nadelige gevolgen hebben voor inheemse vogelsoorten door predatie van eieren, nestjongen en volwassen individuen. Ook is bekend dat de vogel in grote groepen schade kan veroorzaken aan landbouwgewassen, vee, viskwekerijen en elektriciteitsdraden. De huiskraai wordt in veel gebieden elders in de wereld als een invasieve soort beschouwd die tot een plaag is uitgegroeid. Daarom wordt de huiskraai in Nederland aangemerkt als schadelijke invasieve exoot. De vogels zijn niet op eigen kracht naar Nederland gekomen. Ze zijn meegereisd op de schepen die vanuit andere werelddelen in de Rotterdamse haven aankomen. Een zich uitbreidende populatie huiskraaien in het havengebied bij Hoek van Holland kan voorts betekenen dat Nederland een ‘stepping stone’ wordt voor nieuwe vestigingen van huiskraaien elders in Europa.

Aanwijzing onder artikel 67 Flora- en faunawet

Van zowel de Pallas’ eekhoorn als de huiskraai bevindt zich reeds een populatie in de groene ruimte van Nederland, respectievelijk bij Weert in Noord-Brabant en Hoek van Holland in Zuid-Holland. Deze populaties dienen verwijderd te worden om de risico’s voor inheemse diersoorten te voorkomen. Gelet op aard van de werkzaamheden van het wegvangen van de dieren en de gebondenheid van de werkzaamheden aan de plaatselijke omstandigheden ligt het in de rede dat gedeputeerde staten de bevoegdheid krijgen om opdracht te geven voor het wegvangen van de populaties.

Artikel 67, eerste lid, van de Flora- en faunawet biedt gedeputeerde staten de mogelijkheid te bepalen dat de stand van bij ministeriële regeling aangewezen beschermde inheemse diersoorten, andere diersoorten of verwilderde dieren kan worden beperkt door door hen aan te wijzen personen of categorieën van personen. In bijlage 1 bij de Regeling beheer en schadebestrijding dieren zijn deze diersoorten aangewezen.

Advies Faunafonds

Het Faunafonds concludeert in haar advies dat voldoende onderbouwd kan worden dat de genoemde soorten een risico vormen voor schade aan de inheemse flora en fauna, indien deze zich zouden kunnen vestigen. Het Faunafonds adviseert daarom de genoemde soorten in bijlage 1 van de Regeling beheer en schadebestrijding dieren te plaatsen.

Administratieve lasten en inwerkingtreding

Onderhavige regeling bevat geen nieuwe informatieverplichtingen. De datum van inwerkingtreding van deze regeling is vastgesteld conform de systematiek van de vaste verandermomenten voor regelgeving op 1 april 2011.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

H. Bleker.


XNoot
1

Kamerstukken II 2007–2008, 26 407, 27.

Naar boven