Inspraak voorontwerpbestemmingsplan en planMER ‘Bedrijventerreinen’

Burgemeester en wethouders van Best maken op grond van artikel 1.3.1 van het Besluit ruimtelijke ordening bekend dat zij voornemens zijn een nieuw bestemmingsplan op te stellen voor de bedrijventerreinen in Best. Bij het nieuwe bestemmingsplan moet een milieueffectrapport, een zogenaamd planMER worden opgesteld. Het voorontwerpbestemmingsplan ‘Bedrijventerreinen’ en het daarin opgenomen ontwerp planMER liggen met ingang van woensdag 15 december 2010 voor een periode van zes weken voor eenieder ter inzage. Ook de bijlagen, met onder andere het beeldkwaliteitplan voor de bedrijventerreinen, liggen in deze periode ter inzage.

Het plangebied bestaat uit de bedrijventerreinen ’t Zand, Breeven, Heide en T-Best Noord. Ook sportpark Leemkuilen en de tennisbanen aan de Dommel zijn opgenomen in het plangebied. Het voorontwerpbestemmingsplan is een conserverend plan en bestaat uit de integrale herziening van de nu in het gebied geldende regelingen. Er worden in het plan dan ook geen grootschalige nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt.

Het planMER is nodig omdat het nieuwe bestemmingsplan voor de bedrijventerreinen een kader gaat bieden voor mogelijke MER-(beoordelings)plichtige activiteiten. Dit zijn activiteiten, waarvoor bij nadere uitwerking een milieueffectrapportage nodig is of kan zijn. Het betreft in deze situatie bedrijfsactiviteiten die kunnen wijzigen of uitbreiden of bedrijven die zich oprichten. Deze activiteiten kunnen vallen onder het Besluit milieueffectrapportage.

De eerste stap in de plan-m.e.r. procedure is deze publicatie en kennisgeving van de start van de procedure op grond van artikel 7.11c van de Wet milieubeheer. Tegelijkertijd wordt de startnotitie reikwijdte en detailniveau planMER (zoals opgenomen in bijlage 1 bij de toelichting van het voorontwerpbestemmingsplan) ter inzage gelegd. De volgende stap in de plan-m.e.r. procedure is het opstellen van het daadwerkelijke (plan) milieueffectrapport (MER). Deze wordt later samen met het ontwerpbestemmingsplan ter inzage gelegd. De landelijke Commissie voor de milieueffectrapportage wordt dan om een toetsingsadvies gevraagd op volledigheid en objectiviteit.

Gedurende de hiervoor genoemde periode kunnen het voorontwerpbestemmingsplan en de startnotitie reikwijdte en detailniveau planMER (zoals opgenomen in bijlage 1 bij de toelichting van het voorontwerpbestemmingsplan) en de bijlagen tijdens de openingsuren van het gemeentehuis worden ingezien bij de balie van afdeling Vergunningen, Raadhuisplein 1 te Best. Tevens is het voorontwerpbestemmingsplan en de daarin opgenomen startnotitie planMER digitaal beschikbaar via www.ruimtelijkeplannen.nl en www.gemeentebest.nl → projecten → actualisatie bestemmingsplannen → Bedrijventerreinen.

Tot en met 25 januari 2011 bestaat voor ingezetenen en belanghebbenden de mogelijkheid een inspraakreactie over het voorontwerpbestemmingsplan en/of de startnotitie planMER naar voren te brengen. Deze inspraakreacties moeten bij voorkeur schriftelijk worden ingediend en worden gericht aan het college van burgemeester en wethouders (adres: Postbus 50, 5680 AB Best). Wij verzoeken u bovenaan de brief te vermelden ‘inspraakreactie voorontwerpbestemmingsplan Bedrijventerreinen’ en/of ‘inspraakreactie planMER’.

Ook het indienen van mondelinge zienswijzen is mogelijk. Hiervoor moet tijdig, uiterlijk een week voor het einde van de terinzagelegging, een telefonische afspraak worden gemaakt met de projectleider. Dit is mevrouw Jansen van de Afdeling Regie en Ontwikkeling (tel. 0499-360 911).

Gedurende deze periode krijgen ook de vooroverlegpartners conform artikel 3.1.1 Besluit ruimtelijke ordening de gelegenheid om op het voorontwerpbestemmingsplan te reageren. Na afloop van de inspraaktermijn worden de ingekomen inspraak- en vooroverlegreacties betrokken bij het opstellen van het ontwerpbestemmingsplan en het planMER.

Best, 14 december 2010

Burgemeester en wethouders van Best.

Naar boven