De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
Gelet op de artikelen 15 en 18 van het Kaderbesluit EZ-subsidies;
Besluit:
ARTIKEL I
De Subsidieregeling starten, groeien en overdragen van ondernemingen wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 5.7, tweede lid, wordt ‘ten hoogste negen leden’ vervangen door: ten hoogste elf leden.
B
In artikel 9.4, derde lid, vervalt ‘die is gedaan voor 16 maart 2010’.
ARTIKEL II
1. Artikel I, onderdeel A, van deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant
waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 november 2010.
2. Artikel I, onderdeel B, van deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant
waarin zij wordt geplaatst.
Den Haag, 7 december 2010
De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
M.J.M. Verhagen.
TOELICHTING
1. Doel en aanleiding
Deze regeling wijzigt de Subsidieregeling starten, groeien en overdragen van ondernemingen in verband met de uitbreiding van
het aantal leden van de Adviescommissie valorisatieprogramma en het uitbreiden van de subsidiabele kosten van de subsidie
voor veiligheid kleine bedrijven met de voor de aanvraag gemaakte kosten voor een veiligheidsscan.
De Adviescommissie valorisatieprogramma heeft tot taak de minister te adviseren over de subsidieaanvragen. De samenstelling
van deze commissie moet waarborgen dat voldoende expertise ten aanzien van alle kennisdomeinen en in de volle breedte van
het valorisatieproces aanwezig is. De samenstelling bevat zodoende leden uit zowel de wetenschap, het bedrijfsleven en het
financieringsdomein. Vanwege de reikwijdte aan kennisdomeinen, alfa, bèta, gamma, medisch en kunsten, is een omvangrijkere
adviescommissie nodig. Daartoe is het voorstel de adviescommissie te wijzigen van maximaal negen naar maximaal elf leden.
Ondernemers konden alleen subsidie voor veiligheid kleine bedrijven krijgen over de kosten die zijn gemaakt nadat de subsidie
is aangevraagd. In de praktijk is gebleken dat een groep ondernemers op advies van de veiligheidsadviseurs de veiligheidsscan
heeft laten doen direct nadat de aanvraag is ingevuld. Bij een elektronische aanvraag is dit geen probleem, omdat de aanvraag
dan eerder binnen is dan dat er kosten zijn gemaakt. Bij het doen van een papieren aanvraag is dit wel een probleem, omdat
de datum van ontvangst geldt als datum van aanvraag. In deze bijzondere situatie, waarin ondernemers hebben gehandeld op advies
van de veiligheidsadviseurs, is het onwenselijk om aan de ondernemers geen subsidie te verstrekken voor de veiligheidsscan.
Artikel 9.4 van de Subsidieregeling starten, groeien en overdragen van ondernemingen wordt daarom zodanig aangepast dat voor
de aanvraag gemaakte kosten voor een veiligheidsscan voor subsidie in aanmerking komen. De subsidie was reeds verleend aan
de ondernemers, maar het gedeelte van de subsidie voor de veiligheidsscan kon niet worden verstrekt bij de vaststelling. De
wijziging heeft derhalve geen effect op het budget of de beschikkingen tot subsidieverlening.
De wijziging heeft onmiddellijke werking, waardoor op aanvragen om subsidievaststelling waarop nog niet is beslist conform
het nieuwe recht kan worden beslist. De reeds genomen besluiten tot vaststelling van de subsidies die in 2010 zijn verleend,
kunnen worden herzien.
2. Vaste verandermomenten
De inwerkingtredingsbepaling wijkt af van het in het Kabinetsstandpunt inzake Vaste Verandermomenten neergelegde uitgangspunt.
Het betreft de uitbreiding van een aantal leden van een adviescommissie die noodzakelijk is voor het functioneren van de adviescommissie
en een verruiming van de subsidiabele kosten van de subsidie voor veiligheid kleine bedrijven ten behoeve van ondernemers.
Hiervoor is afwijking van het kabinetsstandpunt wegens uitzonderingsgrond 1 (private of publieke voor- of nadelen van vertragingen
of vervroeging van invoering) in dit geval is toegestaan.
3. Administratieve lasten
Met deze wijziging zijn geen administratieve lasten gemoeid. De wijziging bevat of wijzigt geen informatieplicht aan de overheid.
De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
M.J.M. Verhagen.