Regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie van 26 november 2010, nr. 2010-0000418562, tot wijziging van de Kledingregeling voor de politie in verband met de invoering van de cap en enkele andere aanpassingen van het uniform

De Minister van Veiligheid en Justitie,

Gelet op artikel 49, eerste lid, van de Politiewet 1993;

Besluit:

ARTIKEL I

De Kledingregeling voor de politie wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, onderdeel c, onder 2º, wordt ‘de Minister van Justitie’ vervangen door: de Minister van Veiligheid en Justitie.

B

Artikel 2 komt te luiden:

Artikel 2

  • 1. De beheerder draagt er zorg voor dat het uniform en de dienstkleding bestaan uit de in bijlage 1 genoemde kledingstukken voor de basistaken en de door de beheerder toegewezen bijzondere taken.

  • 2. De beheerder draagt er zorg voor dat onder de omstandigheden waarin het nodig is dat de aanwezigheid van de ambtenaar zichtbaar is, deze ambtenaar een zichtbaarheidsvest, blouson, parka, regenkleding of regencape als bedoeld in bijlage 1 draagt.

C

Bijlage 1 komt te luiden:

BIJLAGE 1 BEHORENDE BIJ ARTIKEL 1, ONDERDEEL A, VAN DE KLEDINGREGELING VOOR DE POLITIE

Kledingstukken

Basisuniformpakket (heren/dames)

Het pakket bestaat uit:

  • blouson

  • bontmuts

  • col

  • colbert

  • dienstonderscheidingstekens

  • halsdoek

  • handschoenen

  • koppel

  • lijfriem

  • naamplaatje

  • overhemd/blouse

  • overjas

  • pantalon/ rok

  • parka

  • pet /hoed

  • politiebrevet

  • rangonderscheidingstekens

  • regenbroek

  • schoenen

  • slip-over

  • sokken

  • stropdas/lavallière

  • trui

  • vangsnoer/armkoord

  • witte handschoenen

  • zichtbaarheidvest

Bijzondere pakketten
  • a. Uniform motorrijders (heren/dames)

    • col

    • halsdoek

    • helm

    • motorhandschoenen

    • motorlaarzen

    • motorpak, zomer- en winter uitvoering

    • onderkleding

    • poloshirt korte mouw

    • poloshirt lange mouw

    • regenkleding

    • tochtkraag

    • windstopper

    • zonnebril

  • b. Uniform beredenen (heren/dames)

    • blouson

    • col

    • handschoenen

    • helm

    • onderkleding

    • parka

    • poloshirt korte mouw

    • poloshirt lange mouw

    • regenbroek

    • regencape

    • rijbroek

    • rijlaarzen

      Voor oefenwerkzaamheden;

    • helm

    • poloshirt korte mouw

    • poloshirt lange mouw

  • c. Uniform hondengeleiders (heren/dames)

    • cap

    • poloshirt korte mouw

    • poloshirt lange mouw

    • schoenen

    • werkbroek

      Voor oefenwerkzaamheden;

    • werkpak

  • d. Uniform bikers (heren/dames)

    • blouson

    • handschoenen

    • helm

    • helmmuts

    • korte broek

    • lange broek

    • onderkleding

    • onderjack/windstopper

    • poloshirt

    • poloshirt

    • schoenen

    • sokken

    • zonnebril

  • e. uniform waterpolitie/uniform strand- en recreatiepolitie (heren/dames)

    waterpolitie

    • blouson

    • col

    • parka

    • veiligheidsschoenen

    voor strand- en recreatiepolitie

    • korte broek

    • poloshirt

    • schoenen

    • sokken

  • f. uniform Mobiele Eenheden (heren/dames)

    • cap

    • helm

    • ME-bovenkleding

    • ME-handschoenen

    • ME-onderkleding

    • ME-schoenen

    • poloshirt korte mouw

    • poloshirt lange mouw

    • protectiemiddelen

    • sokken

  • g. uniform Verkeerspolitie (heren/dames)

    • blouson

    • overbroek

    • parka

  • h. Uniform t.b.v. operationeel ondersteunende medewerkers met publiekscontacten (heren/dames)

    • blouson

    • col

    • colbert

    • handschoenen

    • koppel/riem

    • overhemd/blouse

    • onderkleding

    • pantalon

    • parka

    • poloshirt korte mouw

    • poloshirt lange mouw

    • regenkleding

    • schoenen

    • slip-over

    • sokken

    • sportkleding

    • sportschoenen

    • stropdas

    • trui

    • veiligheidsschoenen

    • werkbroek

    • werkhandschoenen

    • werkjas

D

Bijlage 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het opschrift komt te luiden:

BIJLAGE 2 BEHORENDE BIJ ARTIKEL 1, ONDERDEEL A, VAN DE KLEDINGREGELING VOOR DE POLITIE

Uitmonstering

2. De paragraaf ‘Het Korpsbrevet’ komt te luiden:

Het Politiebrevet

  • 1. Het politiebrevet bestaat uit de afbeelding, zoals deze is opgenomen in hoofdstuk 7 van het handboek politielogo en huisstijl, dat ter inzage ligt bij het Ministerie van Veiligheid en Justitie.

  • 2. Het politiebrevet wordt gedragen door de uniformdragende ambtenaar, zijnde een ambtenaar als bedoeld in artikel 2, eerste lid, of artikel 2a, tweede lid, van het Besluit rangen politie, en beëdigd als bedoeld in artikel 9 van het Besluit algemene Rechtspositie Politie, alsmede door de uniformdragende ambtenaar, belast met operationele taken met publiekscontacten, niet zijnde een ambtenaar als bedoeld in artikel 2, eerste lid, of artikel 2a, tweede lid, van het Besluit rangen politie, maar wel beëdigd als bedoeld in artikel 9 van het Besluit algemene Rechtspositie Politie, op het colbert, de parka en de blouson en wel op de rechterborst, in de daarvoor in het betreffende kledingstuk aangebrachte bevestigingsopeningen. Op overige kledingstukken wordt geen politiebrevet gedragen.

3. Aan de paragraaf ‘De onderscheidingstekens’ wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • 3. De schouderbedekkingen voor de uniformdragende ambtenaar, belast met operationele taken met publiekscontacten, niet zijnde een ambtenaar als bedoeld in artikel 2, eerste lid, of artikel 2a, tweede lid, van het Besluit rangen politie, maar wel beëdigd als bedoeld in artikel 9 van het Besluit algemene Rechtspositie Politie, bestaan uit:

    • op het overhemd een epaulet, nassaublauw, voorzien van een geborduurd, goudkleurig logo:

    • op het colbert een metalen goudkleurig logo (formaat kraag-logo overjas);

    • op de parka/blouson een blauwzwarte schuifpassant voorzien van een geborduurd, goudkleurig logo.

4. In de paragraaf ‘Het vangsnoer’ wordt ‘in combinatie met het witte overhemd en de tuniek’ vervangen door: op het colbert.

5. De paragraaf ‘Dienstonderscheidingstekens’ wordt als volgt gewijzigd:

  • 1. In het eerste lid (Varend politiepersoneel), tweede volzin wordt na ‘te water’ ingevoegd: en die hebben voldaan aan de hiertoe door hun Dienst- of Unithoofd vastgestelde opleidingseisen,.

  • 2. Het derde lid komt te luiden:

    • 3. De dienstonderscheidingstekens worden gedragen op het colbert, de parka en de blouson, en wel op de linkerborst ter hoogte van de oksel.

E

Bijlage 3 vervalt.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I.W. Opstelten.

TOELICHTING

Met de onderhavige wijziging van de Kledingregeling voor de politie wordt vastgesteld uit welke onderdelen het basisuniform van de politieambtenaar bestaat Daarnaast worden aanvullend bijzondere kledingpakketten vastgesteld voor specifieke taken. Daarnaast worden wijzigingen aangebracht ten aanzien van het vaststellen van de modellen en technische voorschriften in verband met de verzelfstandiging van de logistieke dienst van de Voorziening tot samenwerking Politie Nederland. Ten slotte betreft een deel van de wijzigingen de aanpassing van de regels betreffende de uitmonstering van de politieambtenaar. De thans in de kledingregeling opgenomen wijzigingen zijn in de periode 2003–2010 tot stand gekomen in het overleg met de politievakorganisaties over Bewapening Uitrusting en Kleding.

Voorts wordt de regeling aangepast in verband van het koninklijk besluit van 14 oktober 2010, houdende departementale herindeling met betrekking tot veiligheid. Krachtens dat besluit is de Minister van Veiligheid en Justitie belast met de behartiging van de aangelegenheden op het terrein van de veiligheid – behoudens de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst – voor zover deze voor 14 oktober 2010 was opgedragen aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Tot de aangelegenheden op het terrein van de veiligheid behoren de aangelegenheden op het terrein van de politie.

1. Basispakket politie-uniform en bijzondere pakketten

Reeds in 2005 is met de politievakorganisaties een akkoord bereikt over het herziene politie-uniform voor executieve en niet-executieve ambtenaren. Daarnaast is in de afgelopen jaren een aantal kledingpakketten voor bijzondere groepen vastgesteld. Ten slotte is de dienstkleding voor administratief en technische ondersteunende ambtenaren vastgesteld. Het vastgestelde politie-uniform voor executieve ambtenaren, het vastgestelde politie-uniform voor niet-executieve politieambtenaren met publiekscontacten, de dienstkleding en de bijzondere pakketten worden in bijlage 1 van de Kledingregeling voor de politie opgenomen. In het overleg met het veld is bepaald dat in de pakketten slechts wordt voorzien in onderkleding indien hieraan bijzondere functionele behoefte-eisen ten grondslag liggen. De beheerder dient er zorg voor te dragen dat het uniform of de dienstkleding van de desbetreffende medewerker bestaat uit de in bijlage 1 genoemde kledingstukken. De onderhavige wijzigingsregeling strekt ertoe de in de periode 2003–2010 gemaakte afspraken in de kledingsregeling voor de politie op te nemen.

2. Modellen en technische voorschriften

Per 1 januari 2009 zijn de facilitaire taken van het Korps landelijke politiediensten overgeheveld naar de Unit (voorheen: Dienst) Logistiek en Distributie van de Voorziening tot samenwerking Politie Nederland (VtsPN). Op grond van artikel 2.3 van de Voorziening tot Samenwerking Politie heeft VtsPN tot taak het voor de politie inkopen en verkopen van, alsmede verlenen van overige facilitaire diensten inzake bewapening, kleding en uitrusting. Hierdoor kan bijlage 3 bij de Kledingregeling voor de politie vervallen, aangezien de daarin opgenomen modellen en technische voorschriften voor de dienstkleding niet langer door de minister worden vastgesteld.

3. Uitmonstering, dienstonderdeelonderscheidingsteken en politiebrevet

De Raad van Hoofdcommissarissen heeft in april 2006 een advies uitgebracht over regulering van de uitmonstering van de politieambtenaar. De toenmalige Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft conform dit advies bepaald dat Politieambtenaren met publiekscontacten, niet zijnde een ambtenaar als bedoeld in artikel 2, eerste lid, of artikel 2a, tweede lid, van het Besluit rangen politie, maar wel beëdigd als bedoeld in artikel 9 van het Besluit algemene Rechtspositie Politie het basis politie uniform dienen te dragen.

De uitmonstering, het korpsbrevet en de schouderbedekking waren op grond van bijlage 2 van de Kledingregeling voor de politie slechts toegestaan nadat de ambtenaar tot een der rangen als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderscheidenlijk artikel 2a, tweede lid, van het Besluit rangen politie, is benoemd of is bevorderd en de eden, bedoeld in artikel 9 van het Besluit algemene rechtspositie politie, heeft afgelegd. De ambtenaar met publiekscontacten niet zijnde een ambtenaar als bedoeld in artikel 2, eerste lid, of artikel 2a, tweede lid, van het Besluit rangen politie, maar wel beëdigd als bedoeld in artikel 9 van het Besluit algemene Rechtspositie Politie was op basis van de oude regeling niet bevoegd om de uitmonstering te dragen. Met deze regeling in bijlage 2 wordt hierin voorzien.

De Raad van Hoofdcommissarissen heeft in hetzelfde advies van april 2006 een voorstel gedaan ten aanzien van de regulering van het dienstonderdeelonderscheidingsteken het ‘onklare anker’. In de huidige regeling zijn degenen die deel uitmaken van een politieonderdeel dat meer specifiek is belast met de uitoefening van de politietaak te water bevoegd het onklare anker te dragen. Dit doet echter geen recht aan de nautische praktijk, waarin het onklare anker wordt gezien als bewijs van voldoende nautische kennis en niet als bewijs van het feit dat men behoort tot een onderdeel dat specifiek is belast met de politietaak te water. Om tegemoet te komen aan de nautische praktijk heeft de toenmalige Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ingestemd met het voorstel dat de bevoegdheid tot het dragen van het onklare anker wordt verkregen nadat de ambtenaar heeft voldaan aan de daartoe aangewezen opleidingseisen, welke door het afdelingshoofd respectievelijk unithoofd worden vastgesteld.

Op voorstel van de Raad van Hoofdcommissarissen is in 2008 voor de Nederlandse Politie het motto ‘Waakzaam en Dienstbaar’ vastgesteld. Als uitingsvorm voor dit motto is gekozen voor het (voormalige) Korpsbrevet, waarbij de regionaam is vervangen door het motto ‘Waakzaam en Dienstbaar’. De benaming ‘Korpsbrevet’ dekt daardoor niet langer de lading en wordt daarom vervangen door de benaming ‘Politiebrevet’.

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I.W. Opstelten.

Naar boven