Regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie van 1 december 2010, nr. 5677200/10/6, houdende de vordering tot stilhouden door de inspecteur van de Belastingdienst/ Caribisch Nederland (Regeling vordering tot stilhouden Belastingdienst/Caribisch Nederland)

De Minister van Veiligheid en Justitie,

Gelet op de artikelen 2.59 en 2.61, telkens vierde lid, van de Douane- en Accijnswet BES;

Besluit:

Artikel 1

  • 1. De vordering ten behoeve van de visitatie van een schip of een luchtvaartuig tot het doen vaart minderen, bijdraaien, stilhouden, naar een door hem aangewezen plaats overbrengen, aanleggen of landen en de motor buiten werking stellen, indien het schip of luchtvaartuig zich bevindt in zee, in een zeegat, in een haven, of op een meer, dan wel het luchtvaartuig zich bevindt op een luchthaven, wordt gedaan in duidelijke en op het schip of in het luchtvaartuig goed verstaanbare bewoordingen. Hierbij kan gebruik worden gemaakt van radiotelefonie of een dergelijk hulpmiddel. Bij de vordering wordt meegedeeld dat deze wordt gedaan door de douane.

  • 2. De inspecteur die de vordering doet, dient, indien hij geen gebruik maakt van radiotelefonie of een dergelijk hulpmiddel en hij zich niet bevindt op een vaartuig of in een ander vervoermiddel van de Belastingdienst/Caribisch Nederland dat als zodanig kenbaar is, in uniform te zijn.

  • 3. Een vaartuig van de Belastingdienst/Caribisch Nederland is als zodanig kenbaar indien het een vlag voert met daarop duidelijk zichtbaar ‘DOUANE’ in witte letters of indien een op andere wijze op dat vaartuig aangebracht opschrift ‘DOUANE’ duidelijk zichtbaar is.

  • 4. De vordering, bedoeld in het eerste lid, kan in zee, in een haven, in een zeegat of op een meer vanaf een vaartuig van de Belastingdienst/Caribisch Nederland dat als zodanig kenbaar is, ook worden gedaan door middel van het door de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) vastgestelde en in het Internationaal Seinboek (Stcrt. 1969, 52) vermelde sein met de betekenis ‘U moet stoppen of bijdraaien. Ik zal bij u aan boord komen’.

Artikel 2

  • 1. De vordering, bedoeld in artikel 1, van een ander vervoermiddel dan een schip of een luchtvaartuig wordt gedaan:

    • a. bij dag door middel van een stopteken, bestaande uit een ronde witte schijf met rode rand, waarop in het wit van de schijf met zwarte letters ‘DOUANE’ is vermeld;

    • b. bij nacht door de in uniform geklede inspecteur, door middel van een stopteken, bestaande uit een rood licht dat snel verticaal op en neer wordt bewogen;

    • c. bij de controle met detectiepoorten op radioactieve inhoud van containers, met een matrixbord dat oplicht met het opschrift ‘STOP DOUANE’.

  • 2. De inspecteur kan de vordering, bedoeld in het eerste lid, aanhef, eveneens doen door het opsteken van de rechterhand mits hij de vordering doet in uniform.

  • 3. De in het eerste lid bedoelde vordering kan ook worden gedaan door in rood licht afwisselend de woorden ‘VOLGEN’ en ‘DOUANE’, onderscheidenlijk de woorden ‘STOP’ en ‘DOUANE’ te tonen:

    • a. bij een motorvoertuig, waarmee wordt gereden voor het vervoermiddel waarop de vordering ziet;

    • b. in spiegelschrift, bij een motorvoertuig, waarmee wordt gereden achter het vervoermiddel waarop de vordering ziet.

  • 4. De vordering tot het buiten werking stellen van de motor van het in het eerste lid bedoelde vervoermiddel wordt gedaan in voor de bestuurder goed verstaanbare bewoordingen.

Artikel 3

  • 1. Het doen van de vordering tot het stilstaan van personen die goederen vervoeren welke zich niet in of op een vervoermiddel bevinden, alsmede van personen die ingevolge een wettelijk voorschrift aan lijfsvisitatie zijn onderworpen, geschiedt in voor hen goed verstaanbare bewoordingen.

  • 2. De inspecteur maakt zijn kwaliteit bekend indien hij niet in uniform is, en toont zijn legitimatiebewijs.

Artikel 4

Deze regeling treedt in werking met ingang van het tijdstip waarop de Douane- en Accijnswet BES in werking treedt.

Artikel 5

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling vordering tot stilhouden Belastingdienst/Caribisch Nederland.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 1 december 2010

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I.W. Opstelten.

TOELICHTING

Algemeen

Op grond van de artikelen 2.59 en 2.61 Douane- en Accijnswet BES stelt de Minister van Veiligheid en Justitie een regeling inzake de vordering tot stilstaan door de inspecteur van de Belastingdienst/Caribisch Nederland vast. De onderhavige regeling geeft hieraan uitvoering. De regeling is grotendeels ontleend aan de Regeling vordering tot stilhouden Belastingdienst/Douane die in het Europese deel van Nederland geldt.

Artikelsgewijs

Artikel 1

Met het oog op de uitoefening van zijn taak met betrekking tot de belastingen terzake de invoer van goederen in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba is de inspecteur op grond van de artikelen 2.59 en 2.61 bevoegd goederen en vervoermiddelen aan een onderzoek te onderwerpen.

In artikel 1 wordt bepaald op welke wijze een schip of luchtvaartuig ten behoeve van visitatie moet worden stilgehouden. Evenals in het Europese deel van Nederland is van belang dit deze vordering in duidelijke en verstaanbare bewoordingen geschiedt.

Anders dan in de Nederlandse regeling is in het tweede lid niet bepaald dat de inspecteur die niet als zodanig kenbaar is en geen gebruik maakt van radiotelefonie zich door een politieambtenaar moet laten bijstaan. De reden is dat het hier gaat om een vordering ten behoeve van de uitoefening van controlebevoegdheden door de inspecteur van het goederenverkeer en niet om de uitoefening van opsporingstaken. Indien de inspecteur wordt gehinderd bij de uitoefening van zijn controletaken, kan hij de hulp van de politie inroepen (artikel 2.57 van de Douane- en Accijnswet BES)

Artikel 2

In artikel 2 wordt geregeld op welke wijze bij dag en bij nacht het stopteken moet worden gegeven. Gedurende de nacht draagt de inspecteur daarbij een uniform om zijn herkenbaarheid te vergroten.

Artikel 3

Ook personen die goederen vervoeren zonder gebruik te maken van een vervoermiddel kunnen wordt gevorderd tot stilstaan. De inspecteur moet zich desgevraagd altijd tegenover de burgers kunnen legitimeren. Dat klemt des te meer als de inspecteur niet in uniform is.

Artikel 4

De regeling treedt in werking op het moment dat de Douane- en Accijnswet BES in werking treedt.

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I.W. Opstelten.

Naar boven