Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 1 december 2010, nr. BJZ2010029789, Directie Bestuurlijke en Juridische Zaken, tot wijziging van de Regeling inburgering (vaststelling rentepercentage voor 2011 van leningen op grond van de Wet inburgering)

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op artikel 4.5, eerste lid, van het Besluit inburgering;

Besluit:

ARTIKEL I

In artikel 4.3 van de Regeling inburgering wordt ‘2010: 3,54 procent’ vervangen door: 2011: 2,58 procent.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2011.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 1 december 2010

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J.P.H. Donner.

TOELICHTING

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties dient jaarlijks het rentepercentage vast te stellen voor leningen die zijn verstrekt op grond van artikel 16, eerste lid, van de Wet inburgering. In artikel 4.5, eerste lid, van het Besluit inburgering is bepaald dat Onze minister jaarlijks vóór 1 december ten behoeve van het daarop volgende jaar een rentepercentage vaststelt dat gelijk is aan het gemiddeld effectief rendement over de maand oktober van dat jaar van de openbare lening, uitgegeven door de Staat der Nederlanden en toegelaten tot de notering aan de officiële markt ter beurze van Amsterdam, met een resterende looptijd, zo dicht mogelijk bij 10 jaren, tussen de 8 en 11 jaren. Met artikel I is het rentepercentage voor 2011 vastgesteld.

In artikel II is de inwerkingtreding van deze regeling geregeld. Deze regeling treedt in overeenstemming met het systeem van vaste verandermomenten op 1 januari 2011 in werking. Gelet op de bepaling van artikel 4.5, eerste lid, van het Besluit inburgering dat dit percentage wordt vastgesteld aan de hand van cijfers over de maand oktober 2010, kon niet worden voldaan aan de eis van publicatie in de Staatscourant minimaal twee maanden voor de inwerkingtreding.

Deze regeling heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten voor burgers en bedrijven.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J.P.H. Donner.

Naar boven