Aanwijzing van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van 30 november 2010, nr. DLZ/SFI-U-3036644 op grond van artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg, houdende vervolg op de aanwijzing inzake de Contracteerruimte AWBZ 2011

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg;

Mede gelet op de op 16 november 2010 door de Tweede Kamer der Staten-Generaal aangenomen motie van het lid Agema c.s. van 11 november 2010 (Kamerstukken II 2010/11, 32 500-XVI, nr. 53);

Gezien de brief van 19 november 2010 aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal inzake het verzoek van de ChristenUnie omtrent genoemde motie (GMT-3036034);

Besluit:

De Nederlandse Zorgautoriteit geeft geen gevolg aan de opdracht bedoeld in artikel 2, onderdeel 3, sub g, van de aanwijzing van 9 november 2010 inzake de Contracteerruimte AWBZ 2011 (DLZ/SFI-U-3030940).

Deze aanwijzing treedt terstond in werking en wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

M.L.L.E. Veldhuijzen van Zanten-Hyllner.

TOELICHTING

Op 16 november 2010 heeft de Tweede Kamer der Staten-Generaal de motie Agema c.s. inzake eenvoudige loophulpmiddelen (Kamerstukken II 2010/11, 32 500-XVI, nr. 53) aangenomen. De motie verzoekt de regering te bewerkstelligen dat de rollator en andere loophulpmiddelen in het basispakket blijven. In verband hiermee dient de verlaging van de contracteerruimte met € 5 miljoen, waartoe ik in de Aanwijzing contracteerruimte AWBZ 2011 opdracht heb gegeven aan de Nederlandse Zorgautoriteit (DLZ/SFI-U-3030940), niet te worden uitgevoerd door de zorgautoriteit.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

M.L.L.E. Veldhuijzen van Zanten-Hyllner.

Naar boven