Regeling tot wijziging van de Regeling tarieven scheepvaart 2005 en de Regeling olie-afgifteboekje Rijnvaart 1995

29 november 2010

Nr. VENW/BSK-2010/204121

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op artikel 51, tweede lid, van de Binnenvaartwet en artikel 14a, tweede lid, van de Scheepvaartverkeerswet;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling tarieven scheepvaart 2005 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1.19 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 41,95’ vervangen door: € 42,27.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 21,00’ vervangen door: € 21,18.

B

In artikel 1.20, eerste lid, worden ‘€ 68,25’ respectievelijk ‘€ 96,20’ vervangen door: ‘€ 68,78’ respectievelijk ‘€ 96,89’.

C

Artikel 1.21 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 25,95’ vervangen door: € 32,44.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 9,77’ vervangen door: € 12,21.

D

Artikel 1.22 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 29,21’ vervangen door: € 36,52.

2. In het tweede en derde lid wordt ‘€ 9,77’ telkens vervangen door: € 12,21.

E

Artikel 1.25 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 41,95’ vervangen door: € 42,27.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 21,00’ vervangen door: € 21,18.

F

In artikel 1.26, eerste lid, worden ‘€ 68,25’ respectievelijk ‘€ 96,20’ vervangen door: ‘€ 68,78’ respectievelijk ‘€ 96,89’.

G

In artikel 1.27 wordt ‘€ 25’ vervangen door: €21,–.

H

Artikel 1.27a wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt ‘€ 59,–’ vervangen door: € 49,–.

2. In onderdeel b wordt ‘€ 77,–’ vervangen door: € 75,–.

I

Artikel 1.27b komt te luiden:

  • 1. De kosten van het gedeeltelijk onderzoek, op basis van een gedeeltelijke vrijstelling van de examenverplichtingen voor het klein vaarbewijs I, bedoeld in artikel 7.12 van de Binnenvaartregeling, bedragen € 49,–.

  • 2. De kosten van het examen voor het klein vaarbewijs II, betrekking hebbend op de onderwerpen genoemd in artikel 7.15, tweede lid, onderdelen a tot en met d, van de Binnenvaartregeling, bedragen € 59,–.

J

In artikel 1.27c, eerste lid wordt ‘€ 25’ vervangen door: € 21,–.

K

In artikel 1.27d wordt ‘€ 41,95’ vervangen door: € 42,27.

L

Artikel 1.27e wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 41,95’ vervangen door: € 42,27.

2. In het tweede en derde lid wordt ‘€ 21,00’ telkens vervangen door: € 21,18.

3. In het vierde lid wordt ‘€ 68,25’ vervangen door: € 68,78.

M

Artikel 1.28 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 243,30’ vervangen door: € 245,08.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 67,90’ vervangen door: € 68,40.

3. In het derde lid wordt ‘€ 175,40’ vervangen door: € 176,68.

N

Artikel 1.29 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 41,95’ vervangen door: € 42,27.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 21,00’ vervangen door: € 21,18.

O

In artikel 1.30 wordt ‘€ 21,00’ vervangen door: € 21,18.

ARTIKEL II

Artikel 2 van de Regeling olie-afgifteboekje Rijnvaart 1995 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 27,25’ vervangen door: € 34,06.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 17,91’ vervangen door: € 22,39.

3. In het derde lid wordt ‘€ 8,21’ vervangen door: € 10,26.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang 1 januari 2011.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus.

TOELICHTING

Algemeen

Voor de afgifte van bijvoorbeeld vaarbewijzen, vaartijdenboeken en olie-afgifteboeken en het afleggen van examens voor binnenvaartschippers worden tarieven in rekening gebracht. Uitgangspunt is dat voor het verlenen van diensten aan derden, zoveel als mogelijk kostendekkende tarieven in rekening worden gebracht. Met de onderhavige wijzigingsregeling worden de tarieven gewijzigd die door de Stichting Afvalstoffen en Vaardocumenten Binnenvaart (SAB), de Stichting Centraal bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) en de Stichting Vaarbewijs- en Marifoonexamens (VAMEX) in rekening worden gebracht.

De onderhavige wijzigingsregeling bevat enkel wijzigingen ten aanzien van tarieven die in rekening worden gebracht voor het verlenen van diensten. Aan deze wijzigingsregeling zijn daarom geen administratieve lasten voor de burger of het bedrijfsleven verbonden. Derhalve is het concept van deze wijzigingsregeling niet aan het Adviescollege toetsing administratieve lasten (Actal) voorgelegd.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel I, onderdelen A, B, E, F, K, L, M, N en O

De divisie CCV van het CBR brengt tarieven in rekening voor het afleggen van examens en de afgifte van vaarbewijzen voor de binnenvaartsector. Ten opzichte van 2010 is er sprake van een indexering van 0,75%. Dit percentage is vastgesteld op basis van een door het voormalige Ministerie van Verkeer en Waterstaat en het CBR overeengekomen berekening voor prijs- en loonindexatie die is vastgelegd in de Regeling goedkeuring tarieven CBR. De indexering wordt toegepast op de tarieven exclusief BTW. Na de indexering wordt vervolgens 19% BTW toegepast.

Artikel I, onderdelen C en D

De tarieven voor de afgifte en het jaarlijkse afstempelen van een dienstboekje en de tarieven voor de afgifte van het vaartijdenboek, de afgifte van een verklaring bij het vaartijdenboek en het verrichten van wijzigingen in het vaartijdenboek of in een verklaring worden in rekening gebracht door de SAB. De verhoging van 25% maakt deel uit van een reeks tevoren afgesproken verhogingen om de balietaken van de SAB in een periode van vijf jaar kostendekkend te maken. In 2009 zijn de tarieven met 15% verhoogd, in 2010 met 25%. Ook in 2012 en 2013 zullen de tarieven met 25% worden verhoogd. De tariefstijging en het idee van het kostendekkend maken van de balietaken van de SAB hebben de instemming van de brancheorganisaties.

Artikel I, onderdelen G, H, I en J

Vanwege de hoge automatiseringsgraad van de bedrijfsprocessen en de hoge aantallen examens is de VAMEX in staat de examentarieven te verlagen, rekening houdend met (begrote) kostprijs van de verschillende examens. In onderdeel I wordt tevens de verwijzing naar de Binnenvaartregeling in orde gebracht en verduidelijkt dat het enerzijds gaat om gedeeltelijk onderzoek op grond van een gedeeltelijke vrijstelling samenhangende met de in artikel 7.12 van de Binnenvaartregeling bedoelde bewijzen en getuigschriften, en anderzijds om een vrijstelling bij het examen voor een klein vaarbewijs II in verband met het dan reeds afgelegde examen voor een klein vaarbewijs I.

Artikel II

De tarieven zoals vermeld in artikel 2 van de Regeling olie-afgifteboekje Rijnvaart 1995 zijn verschuldigd aan de SAB. De tarieven voor de afgifte van het olieboekje, voor de autorisatie en registratie van een buiten Nederland verkregen olie-afgifteboekje en voor het wijzigen van een olie-afgifteboekje gaan met 25% omhoog met dezelfde reden als aangegeven bij artikel I, onderdelen C en D.

Artikel III

Op grond van het kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten treden ministeriële regelingen in werking met ingang van 1 januari, 1 april, 1 juli of 1, oktober. Bekendmaking geschiedt uiterlijk 2 maanden voor inwerkingtreding. Met deze wijzigingsregeling wordt echter afgeweken van deze termijn van 2 maanden. Dit vanwege het feit dat het doorschuiven van de inwerkingtreding naar het volgende vaste verandermoment (1 april 2011) zal leiden tot grote nadelige (financiële) gevolgen voor de SAB en het CBR, voor zover de wijzigingen betrekken hebben op tarieven voor hun diensten, en voor afnemers van de diensten van de VAMEX, voor zover de wijzigingen op tarieven voor hun diensten betrekking hebben.

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus.

Naar boven