Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 25 november 2010, nr. IVV/FB/2010/22524, tot vaststelling van de premiepercentages werknemersverzekeringen en volksverzekeringen, de vaststelling van de werkgevers- en de werknemersdelen AWf-premie, de franchises en het maximumpremieloon voor het jaar 2011 (Regeling vaststelling premiepercentages werknemersverzekeringen en volksverzekeringen 2011)

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op de artikelen 11, eerste en tweede lid, 17, eerste, tweede en derde lid, 25, tweede lid, 27, 28, tweede lid, 31 en 36 van de Wet financiering sociale verzekeringen;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepaling

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. Wfsv:

de Wet financiering sociale verzekeringen;

b. AWf-premie:

het deel van de premie op grond van de Wfsv dat ten gunste komt van het Algemeen Werkloosheidsfonds;

c. Ufo-premie:

het premiepercentage, bedoeld in artikel 31 van de Wfsv, voor de premie verschuldigd door overheidswerkgevers als middel tot dekking van uitgaven van het Uitvoeringsfonds voor de overheid.

Artikel 2. Vaststelling AWf-premie

De AWf-premie wordt voor het jaar 2011 vastgesteld op 4,20%.

Artikel 3. Werkgevers- en werknemersdeel AWf-premie

Voor het jaar 2011 is van het loon, rekening houdende met artikel 4, aan AWf-premie 0,00% verschuldigd door de werknemer en 4,20% verschuldigd door de werkgever.

Artikel 4. Franchise op grond van artikel 17, tweede lid, Wfsv

Het bedrag, bedoeld in artikel 17, tweede lid, van de Wfsv, is vastgesteld voor een loontijdvak van:

  • a. een jaar op : € 16.965,00;

  • b. een maand op : € 1.413,75;

  • c. vier weken op : € 1.305,00;

  • d. een week op : € 326,25;

  • e. een dag op : € 65,25.

Artikel 5. Franchise bij afwijkend loontijdvak in verband met vakantiebonnen of daarmee overeenkomende aanspraken

  • 1. Het bedrag, bedoeld in artikel 17, tweede lid, van de Wfsv, is voor werknemers, bedoeld in artikel 6.2, eerste lid, onderdeel a, van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011, vastgesteld voor een verlengd loontijdvak van:

    • a. een dag op : € 73,45;

    • b. een week op : € 367,21;

    • c. vier weken op : € 1.468,84;

    • d. een maand op : € 1.591,32.

  • 2. Het bedrag, bedoeld in artikel 17, tweede lid, van de Wfsv, is voor werknemers, bedoeld in artikel 6.2, eerste lid, onderdeel b, van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011, vastgesteld voor een verlengd loontijdvak van:

    • a. een dag op : € 69,25;

    • b. een week op : € 346,23;

    • c. vier weken op : € 1.384,90;

    • d. een maand op : € 1.500,40.

Artikel 6. Vaststelling van de vervangende premie voor de Werkloosheidswet

Het gemiddelde premiepercentage, bedoeld in artikel 28, tweede lid, van de Wfsv, wordt voor het jaar 2011 vastgesteld op 1,47%.

Artikel 7. Vaststelling Ufo-premie

  • 1. De Ufo-premie wordt voor het jaar 2011 vastgesteld op 0,78%.

  • 2. Voor de overheidswerkgever die eigenrisicodrager Ziektewet als bedoeld in artikel 31 van de Wfsv is, wordt de Ufo-premie voor het jaar 2011 vastgesteld op 0,72%.

Artikel 8. Vaststelling basispremie arbeidsongeschiktheidswetten

De basispremie, bedoeld in artikel 36 van de Wfsv, wordt voor het jaar 2011 vastgesteld op 5,10%.

Artikel 9. Bekendmaking maximumpremieloon

Het bedrag, bedoeld in artikel 17, eerste lid, van de Wfsv, is vastgesteld voor een loontijdvak van:

  • a. een jaar op : € 49.297,00;

  • b. een maand op : € 4.108,08;

  • c. vier weken op : € 3.792,07;

  • d. een week op : € 948,01;

  • e. een dag op : € 189,60.

Artikel 10. Maximumpremieloon bij afwijkend loontijdvak in verband met vakantiebonnen of daarmee overeenkomende aanspraken

  • 1. Het bedrag, bedoeld in artikel 17, eerste lid, van de Wfsv, is voor werknemers als bedoeld in artikel 6.2, eerste lid, onderdeel a, van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011 vastgesteld voor een verlengd loontijdvak van:

    • a. een dag op : € 213,40;

    • b. een week op : € 1.067,03;

    • c. vier weken op : € 4.268,13;

    • d. een maand op : € 4.624,05.

  • 2. Het bedrag, bedoeld in artikel 17, eerste lid, van de Wfsv, is voor werknemers als bedoeld in artikel 6.2, eerste lid, onderdeel b, van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011 vastgesteld voor een verlengd loontijdvak van:

    • a. een dag op : € 201,21;

    • b. een week op : € 1.006,06;

    • c. vier weken op : € 4.024,24;

    • d. een maand op : € 4.359,86.

Artikel 11. Vaststelling premiepercentage Algemene Ouderdomswet

De premie, bedoeld in artikel 11, eerste lid, van de Wfsv, wordt voor het jaar 2011 vastgesteld op 17,90%.

Artikel 12. Vaststelling premiepercentage Algemene nabestaandenwet

De premie, bedoeld in artikel 11, tweede lid, van de Wfsv, wordt voor het jaar 2011 vastgesteld op 1,10%.

Artikel 13. Inwerkingtreding en werkingsduur

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2011 en vervalt met ingang van 1 januari 2012.

Artikel 14. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling vaststelling premiepercentages werknemersverzekeringen en volksverzekeringen 2011.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 25 november 2010

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

H.G.J. Kamp.

TOELICHTING

Artikelen 2, 3, 4 en 9

De premie voor het Algemeen Werkloosheidsfonds (AWf) wordt geheven over het loon na aftrek van de franchise. De franchisebedragen en maximum-premieloonbedragen zijn vastgesteld voor de meest voorkomende loontijdvakken. Wanneer andere loontijdvakken worden toegepast kan het franchise- en maximumbedrag door herleiding worden bepaald. Zo is voor sommige scholieren en studenten het kwartaal als loontijdvak aangemerkt.

Bij de berekening van de bedragen wordt uitgegaan van het voorstel in de Wet harmonisatie en vereenvoudiging socialezekerheidswetgeving (Kamerstukken II 2009/2010, 32 421) om de premieheffing werknemersverzekeringen per 1 januari 2011 te baseren op 260 i.p.v. 261 dagen.

Het jaarbedrag wordt als heel bedrag, zonder decimalen achter de komma vastgesteld. De overige loontijdvakbedragen van de AWf-franchise worden naar boven afgerond en de bedragen van het maximum premieloon worden naar beneden afgerond, zodat de afronding altijd in het voordeel van de premiebetaler uitvalt. Om tot een weekbedrag te komen, wordt het onafgeronde dagbedrag (jaarbedrag/260) maal 5 gerekend.

Artikelen 5 en 10

Voor een werknemer die recht heeft op vakantiebonnen of daarmee overeen-komende aanspraken wordt op grond van artikel 6.2 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011 het loontijdvak verlengd met de factor 260/231 bij 20 of meer en met de factor 260/245 bij 19 of minder vakantiedagen op jaarbasis. In de artikelen 5 en 10 zijn voor deze verlengde loontijdvakken de bijbehorende franchise- en maximumbedragen vastgesteld.

Artikel 6

Op grond van artikel 28, tweede lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen (Wfsv) en artikel 2.4 van het Besluit Wfsv wordt bij ministeriële regeling een vervangende premie vastgesteld voor de premie die ten gunste komt van het sectorfonds. Het gemiddelde premiepercentage wordt vastgesteld op het gewogen gemiddelde van de sectorpremiepercentages van alle sectoren in het kalenderjaar voorafgaand aan het premiebetalingstijdvak. De meest recente raming van het UWV (juni nota) geeft een gewogen gemiddelde van 1,47% voor 2010. De vervangende premie wordt onder meer toegepast met betrekking tot uitkeringen op grond van de Werkloosheidswet, de Ziektewet, de Wet op de arbeids-ongeschiktheidsverzekering, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen en met betrekking tot de toeslag op grond van de Toeslagenwet.

Artikel 8

In de basispremiedie ten gunste komt van het Arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof) is de rentehobbel (opslag) uit de premie voor de Werkhervattingskas verrekend. Deze bedraagt voor 2011 0,09% (Staatscourant 2010, nr. 10371). In de premie voor de Werkhervattingskas is een rentehobbel (opslag) opgenomen om te zorgen voor een gelijk speelveld tussen UWV en particuliere verzekeraars. Door de verrekening met de Aof-premie is lastenneutraliteit voor werkgevers op macroniveau gewaarborgd. De verlaging van de Aof-premie met 0,6%-punt maakt onderdeel uit van het werkgeverspakket waartoe het kabinet heeft besloten (Miljoenennota 2011, p. 67–68).

Artikel 11

Het premiepercentage voor de Algemene Ouderdomswet (AOW) bedraagt op grond van artikel 11, eerste lid, van de Wfsv ten hoogste 18,25. Het kabinet heeft besloten het premiepercentage AOW conform de Macro Economische Verkenningen te handhaven op het niveau van 17,90%.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

H.G.J. Kamp.

Naar boven