Besluit van de inspecteur-generaal van Verkeer en Waterstaat houdende de inrichting van de organisatie en verlening mandaat, volmacht en machtiging Inspectie Verkeer en Waterstaat 2010 (Organisatie- en mandaatbesluit IVW 2010)

18 november 2010

Nr. VenW/IVW/2010/14290

De inspecteur-generaal Verkeer en Waterstaat,

Gelet op artikel 23, zesde lid, van het Organisatie- en mandaatbesluit Verkeer en Waterstaat 2010, artikel 1, vijfde lid, van het Instellingsbesluit Inspectie Verkeer en Waterstaat en op de artikelen 10:3, eerste lid, en 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

Algemene bepalingen organisatie en mandaat Inspectie Verkeer en Waterstaat

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

aan de inspecteur-generaal geattribueerde bevoegdheden:

op grond van een wet aan de inspecteur-generaal geattribueerde bevoegdheden;

aan de inspecteur-generaal gemandateerde bevoegdheden:

aan de inspecteur-generaal krachtens artikel 23, zesde lid, van het Organisatie- en mandaatbesluit Verkeer en Waterstaat 2010 gemandateerde bevoegdheden;

afdelingshoofd:

het afdelingshoofd, bedoeld in artikel 2, vierde lid;

directeur:

de directeur, bedoeld in artikel 2, tweede lid;

functionaris:

degene die als ambtenaar is aangesteld bij de Inspectie Verkeer en Waterstaat, of degene die krachtens overeenkomst naar burgerlijk recht werkzaam is bij de inspectie;

inspecteur-generaal:

inspecteur-generaal Verkeer en Waterstaat.

Artikel 2. Hoofdstructuur Inspectie Verkeer en Waterstaat

  • 1. De Inspectie Verkeer en Waterstaat, zoals weergegeven in de bij dit besluit behorende bijlage, bestaat uit:

    • a. de inspecteur-generaal;

    • b. vier domeinen onderverdeeld in afdelingen;

    • c. twee directies onderverdeeld in afdelingen;

    • d. twee teams rechtstreeks ressorterend onder de inspecteur-generaal.

  • 2. De in het eerste lid genoemde directies en domeinen staan elk onder leiding van een directeur. De directeuren zijn elkaars plaatsvervanger.

  • 3. De inspecteur-generaal en de directeuren vormen het directieteam van de Inspectie Verkeer en Waterstaat.

  • 4. De in het eerste lid genoemde afdelingen staan elk onder leiding van een afdelingshoofd. De afdelingshoofden binnen een domein of binnen een directie zijn elkaars plaatsvervanger.

  • 5. De directeur en de afdelingshoofden van een directie of domein vormen het managementteam van die directie of dat domein. De afdelingshoofden zijn bevoegd om als plaatsvervanger van de directeur van de desbetreffende directie of het desbetreffende domein op te treden.

  • 6. Bij afwezigheid van de inspecteur-generaal is de directeur IVW/Handhavingsbeleid en Innovatie bevoegd om als plaatsvervanger op te treden.

  • 7. In aanvulling op het zesde lid kan de inspecteur-generaal bepalen dat de directeur IVW/Handhavingsbeleid en Innovatie ook in andere situaties in zijn plaats kan treden.

  • 8. Bij afwezigheid of verhindering van de inspecteur-generaal en diens plaatsvervanger zijn de directeuren bevoegd om als plaatsvervanger op te treden.

Mandaat

Artikel 3. Mandaat van aan de inspecteur-generaal gemandateerde bevoegdheden

  • 1. Aan de directeuren en de afdelingshoofden worden de aan de inspecteur-generaal gemandateerde bevoegdheden, voor zover die behoren bij hun taken, in mandaat verleend.

  • 2. Aan de volgende functionarissen worden de aan de inspecteur-generaal gemandateerde bevoegdheden, voor zover die behoren bij hun taken, eveneens in mandaat verleend:

    • a. de inspecteurs IVW;

    • b. de daartoe door inspecteur-generaal, respectievelijk plaatsvervangend inspecteur-generaal aangewezen functionarissen van het team Juridische Zaken en het team project Antillen en Aruba;

    • c. de adviseur/specialistisch medewerker belast met de inschrijving van luchtvaartuigen in het burger luchtvaartuigregister, tevens Head Aircraft Registry;en

    • d. de senior adviseur/specialist, tevens Hoofd van de National Supervisory Authority-The Netherlands.

Artikel 4. Mandaat van aan de inspecteur-generaal geattribueerde bevoegdheden

Aan de volgende functionarissen worden de aan de inspecteur-generaal bij of krachtens, de Meetbrievenwet 1981, de Wet havenstaatcontrole, de Wet voorkoming verontreiniging door schepen, het Wetboek van Koophandel, de Zeebrievenwet, de Zeevaartbemanningswet, de Vaartuigenwet 1930 BES, de Wet voorkoming van verontreiniging door schepen BES en de Wet maritiem beheer BES geattribueerde bevoegdheden, voor zover die behoren bij hun taken, in mandaat verleend:

  • a. de directeur en afdelingshoofden van het domein Scheepvaart;

  • b. de inspecteurs IVW van het domein Scheepvaart; en

  • c. de senior adviseur/specialist, tevens medisch adviseur.

Artikel 5. Omvang mandaat

  • 1. De artikelen 3 en 4 zijn niet van toepassing op de vaststelling of wijziging van beleidsregels en het beslissen op verzoeken, bedoeld in de Wet openbaarheid van bestuur.

  • 2. Een op grond van dit besluit verleend mandaat omvat mede de bevoegdheid tot het beslissen op bezwaar.

  • 3. In afwijking van het vorige lid mag de beslissing op bezwaar niet in mandaat worden genomen door degene die:

    • a. het besluit waartegen het bezwaar is gericht, heeft genomen; of

    • b. in hiërarchische verhoudingen onder degene die het besluit waartegen het bezwaar zich richt, heeft genomen.

Artikel 6. Mandaat personele aangelegenheden

  • 1. In afwijking van de artikelen 3 en 4 wordt mandaat van personele aangelegenheden slechts verleend aan de directeuren en de afdelingshoofden.

  • 2. Aan de inspecteur-generaal is voorbehouden het nemen van besluiten aangaande:

    • a. plaatsing, ontslag en bezoldiging van leidinggevende functionarissen;

    • b. vaststellen van de formatie;

    • c. bijzondere aanstelling in tijdelijke dienst;

    • d. (tijdelijke) plaatsing in het buitenland;

    • e. terugkeergaranties na (onbetaald) verlof van lange duur;

    • f. alle overige afwijkingen van personeelsbeleid/aanschrijvingen;

    • g. ontslag als bedoeld in artikel 49l van het Algemeen Rijksambtenarenreglement;

    • h. schadeloosstelling als bedoeld in artikel 69 van het Algemeen Rijksambtenarenreglement;

    • i. disciplinaire straf in de vorm van ontslag als bedoeld in artikel 80 juncto artikel 81, eerste lid, onderdeel l, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement;

    • j. ontslag bij reorganisatie en ontslag bij geografische verplaatsing als bedoeld in artikel 96 en 96a van het Algemeen Rijksambtenarenreglement;

    • k. ontslag op andere gronden als bedoeld in artikel 99 van het Algemeen Rijksambtenarenreglement;

    • l. besluit inzake bewust belonen indien deze beloning een bruto maandsalaris te boven gaat;

    • m. vaststellen van de plaatsen van tewerkstelling als bedoeld in het Verplaatsingskostenbesluit 1989 die niet of niet doelmatig bereikbaar zijn met het openbaar vervoer.

Artikel 7. Volmacht financiële verplichtingen

  • 1. Volmacht tot het aangaan van financiële verplichtingen wordt verleend aan de directeuren.

  • 2. Volmacht tot het aangaan van financiële verplichtingen met een waarde van ten hoogste € 15.000 excl. BTW wordt verleend aan de afdelingshoofden.

  • 3. De in dit artikel bedoelde functionarissen maken van de aan hen verleende volmacht slechts gebruik voor zover het aangelegenheden betreft die tot hun werkterrein behoren.

Artikel 8. Informatieplicht

Elke functionaris aan wie bij dit besluit mandaat is verleend meldt de inspecteur-generaal onverwijld zwaarwegende omstandigheden en gebeurtenissen die betrekking hebben op de gemandateerde bevoegdheden.

Artikel 9. Mandaatregister

  • 1. De directeuren houden voor hun domein of directie een register bij dat de namen en de handtekeningen bevat van de op grond van dit besluit gemandateerde functionarissen.

  • 2. Een afschrift van de in het eerste lid genoemde registers ligt voor een ieder ter inzage bij de directie IVW/Bedrijfsvoering te Den Haag.

Artikel 10. Volmacht en machtiging

Voor toepassing van dit besluit en de daarop rustende bepalingen wordt met de verlening van mandaat gelijkgesteld de verlening van:

  • a. volmacht tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen; en

  • b. machtiging om in naam van een bewindspersoon of in geval van artikel 4, in naam van de inspecteur-generaal handelingen te verrichten die noch een besluit noch een privaatrechtelijke handeling zijn.

Artikel 11. Wijze van ondertekening

  • 1. Het in een document vastleggen van een besluit, een privaatrechtelijke rechtshandeling, of een andere handeling, geschiedt op briefpapier van het ministerie met het hoofd:

    ‘Inspectie Verkeer en Waterstaat

    Ministerie van Infrastructuur en Milieu’

  • 2. Een document als bedoeld in het eerste lid, vastgesteld door een functionaris genoemd in de artikelen 3 en 6 vermeldt aan het slot:

    DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU, respectievelijk

    DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU,

    namens deze,

    gevolgd door deaanduiding van de gemandateerde functionaris.

  • 3. Een document als bedoeld in het eerste lid, vastgesteld door een functionaris genoemd in artikel 4 vermeldt aan het slot:

    ‘DE INSPECTEUR-GENERAAL VERKEER EN WATERSTAAT’

    namens deze,

    gevolgd door deaanduiding van de gemandateerde functionaris.

  • 4. In geval van volmacht luidt de ondertekening als volgt;

    NAMENS DE STAAT DER NEDERLANDEN,

    DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU, respectievelijk

    DE STAATSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU,

    namens deze,

    gevolgd door de aanduiding van de gevolmachtigde functionaris.

Slotbepalingen

Artikel 12. Intrekking

Het Organisatie- en mandaatbesluit tijdelijke werkorganisatie IVW 2009 wordt ingetrokken.

Artikel 13. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 november 2010.

Artikel 14. Titel

Dit besluit wordt aangehaald als: Organisatie- en mandaatbesluit Inspectie Verkeer en Waterstaat 2010.

Dit besluit zal met de bijlage en toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De inspecteur-generaal Verkeer en Waterstaat,

J. Thunnissen.

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kan een belanghebbende tegen dit besluit binnen zes weken na de dag waarop dit is bekendgemaakt een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan de inspecteur-generaal Verkeer en Waterstaat, Postbus 90653, 2509 LR Den Haag.

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste te bevatten:

  • a. naam en adres van de indiener;

  • b. de dagtekening;

  • c. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt, onder vermelding van datum en nummer of kenmerk; en

  • d. een opgave van de redenen waarom men zich met het besluit niet kan verenigen.

BIJLAGE, BEDOELD IN ARTIKEL 2, EERSTE LID

Algemene leiding

  • inspecteur-generaal

Directies en domeinen met daaronder ressorterende afdelingen zijn:

  • a. IVW/Bedrijfsvoering:

    • 1°. afdeling ICT/Bouw;

    • 2°. afdeling ICT/Beheer;

    • 3°. afdeling Managementcontrol

    • 4°. afdeling Inkoop en Administratie;

    • 5°. afdeling HRM en Organisatieontwikkeling;

    • 6°. afdeling Documentaire Informatie voorziening (tijdelijk).

  • b. IVW/Handhavingsbeleid en Innovatie:

    • 1°. afdeling Beleidsadvies;

    • 2°. afdeling Communicatie;

    • 3°. afdeling Procesontwerp en Innovatie.

  • c. IVW/Luchtvaart:

    • 1°. afdeling Handhaving en Inspecties;

    • 2°. afdeling Vergunningverlening Infrastructuur;

    • 3°. afdeling Vergunningverlening Operaties;

    • 4°. afdeling Vergunningverlening Techniek;

    • 5°. afdeling Analyse en Ontwikkeling;

    • 6°. afdeling Planning en Dienstverlening.

  • d. IVW/Rail en Wegvervoer:

    • 1°. afdeling Handhaving Gevaarlijke Stoffen;

    • 2°. afdeling Handhaving Noord;

    • 3°. afdeling Handhaving Midden;

    • 4°. afdeling Handhaving Zuid;

    • 5°. afdeling Vergunningverlening Rail en Audit;

    • 6°. afdeling Analyse en Ontwikkeling;

    • 7°. afdeling Planning en Dienstverlening.

  • e. IVW/Scheepvaart;

    • 1°. afdeling Handhaving Zeevaart;

    • 2°. afdeling Handhaving Binnenvaart en Gevaarlijke Stoffen;

    • 3°. afdeling Vergunningverlening Binnenvaart;

    • 4°. afdeling Vergunningverlening Zeevaart en Bestuurlijke Boete.

    • 5°. afdeling Analyse en Ontwikkeling;

    • 6°. afdeling Planning en Dienstverlening.

  • f. IVW/Waterbeheer;

    • 1°. afdeling Bestuurlijk Toezicht en Analyse;

    • 2°. afdeling Direct Toezicht.

Rechtstreeks ressorterend onder inspecteur-generaal

  • team Juridische zaken;

  • team project Antillen en Aruba.

TOELICHTING

In verband met het van start gaan van de definitieve organisatie van de Inspectie Verkeer en Waterstaat op 1 november 2010 is het Organisatie- en mandaatbesluit voor de Inspectie Verkeer en Waterstaat 2010 opgesteld.

Het Organisatie- en mandaatbesluit tijdelijke werkorganisatie IVW 2009 wordt met ingang van dezelfde datum ingetrokken.

In het onderhavige besluit zijn evenals in laatstgenoemd besluit de bevoegdheden van de minister van Infrastructuur en Milieu (voorheen minister van Verkeer en Waterstaat), alsmede een aantal met name genoemde rechtstreeks aan de inspecteur-generaal geattribueerde wettelijke bevoegdheden doorgemandateerd.

Voor de uitoefening van dit mandaat gelden naast de voorwaarden van het onderhavige besluit de voorwaarden van de Algemene wet bestuursrecht. Dit betekent dat het mandaat beperkt is tot die aangelegenheden die behoren tot het werkterrein van de gemandateerde functionarissen en dat in politiek gevoelige zaken en zaken waar grote financiële belangen in het spel zijn het management moet worden geconsulteerd.

Het mandaat inzake personele aangelegenheden berust behoudens een aantal aan de inspecteur-generaal voorbehouden aangelegenheden, bij de directeuren en afdelingshoofden.

Naast de verhoging van de volmacht tot het aangaan van financiële verplichtingen aan de directeuren wordt thans, tot het daarbij aangegeven grensbedrag, tevens volmacht verleend aan de afdelingshoofden.

De inspecteur-generaal Verkeer en Waterstaat,

J. Thunnissen.

Naar boven