Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 22 november 2010, nr. IVV/I/2010/19636, tot wijziging van de Regeling financiering en administratieve uitvoeringsvoorschriften WWIK

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op de artikelen 47, tweede lid, en 51, derde lid, van de Wet werk en inkomen kunstenaars;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling financiering en administratieve uitvoeringsvoorschriften WWIK wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 3, eerste lid, wordt ‘€ 662,–’ vervangen door: € 664,–.

B

Bijlage 2 behorende bij artikel 8, derde lid, van de Regeling financiering en administratieve uitvoeringsvoorschriften WWIK wordt vervangen door bijlage 2 behorende bij deze regeling.

C

Bijlage 3 behorende bij artikel 8, vierde lid, van de Regeling financiering en administratieve uitvoeringsvoorschriften WWIK wordt vervangen door bijlage 3 behorende bij deze regeling.

D

Bijlage 4 behorende bij artikel 8, vierde lid, van de Regeling financiering en administratieve uitvoeringsvoorschriften WWIK wordt vervangen door bijlage 4 behorende bij deze regeling.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2011.

Deze regeling zal met de toelichting en de bijlagen in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 22 november 2010

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

P. de Krom.

BIJLAGE 4 ALS BEDOELD IN ARTIKEL 8, VIERDE LID, VAN DE REGELING FINANCIERING EN ADMINISTRATIEVE UITVOERINGSVOORSCHRIFTEN WWIK

De krachtens artikel 51, derde lid, van de WWIK te stellen regels inzake de accountantsverklaring bij de kostenopgave van de Stichting Cultuur & Ondernemen (adviserende instelling als bedoeld in artikel 35 van de WWIK) en het onderzoek dat resulteert in de accountantsverklaring WWIK/SC&O

Controle- en rapportageprotocol WWIK/SC&O

1. Inleiding

De Stichting Cultuur & Ondernemen (SC&O) is belast met de advisering als bedoeld in artikel 35 van de WWIK.

Het bestuur van de SC&O verantwoordt jaarlijks de over het vergoedingsjaar voor rijksvergoeding in aanmerking komende declarabele adviezen door middel van een door haar ondertekende kostenopgave, als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Rfau WWIK.

Het bestuur van de SC&O draagt zorg voor de tijdige inzending van de kostenopgave en de daarop betrekking hebbende accountantsverklaring. Deze verklaring wordt afgegeven op basis van een onderzoek dat met inachtneming van dit controle- en rapportageprotocol is uitgevoerd.

2. Het accountantsonderzoek

Het onderzoek door de accountant omvat de juistheid en rechtmatigheid van de in de kostenopgave verantwoorde uitvoeringskosten.

Ten behoeve van de juistheid en rechtmatigheid van de aantallen stelt de accountant vast dat adviezen alleen op verzoek van het college zijn uitgebracht, gelet op artikel 23, vijfde lid, jo. artikel 35 van de WWIK.

De controle van de kostenopgave wordt afgesloten met een accountantsverklaring. De accountantsverklaring omvat een oordeel over de juistheid en rechtmatigheid van de in de kostenopgave opgenomen informatie. Voor de verklaring moet worden gebruikgemaakt van het door het ministerie verstrekte formulier van het model dat is opgenomen in bijlage 3 bij de Rfau WWIK

De goedkeuringstolerantie is 1%. Indien de onjuistheden/onrechtmatigheden groter zijn dan 1%, dan mag geen goedkeurende accountantsverklaring worden afgegeven. In deze situatie wordt op het vervolgblad bij de accountantsverklaring de reden en de omvang van de fout (geëxtrapoleerd naar de massa) aangegeven.

3. Kostenopgave WWIK/SC&O

Met betrekking tot de kostenopgave dienen de volgende taken te worden uitgevoerd:

  • vaststellen dat per uitgebracht advies ten aanzien van wie in het kalenderjaar op verzoek van het college advies is uitgebracht, het bedrag wordt gedeclareerd genoemd in artikel 3, tweede lid, van de Rfau WWIK;

  • vaststellen dat de advisering heeft plaatsgevonden op verzoek van het college, gelet op artikel 23, vijfde lid, jo. artikel 35 van de WWIK, waarbij de datum van het afgegeven advies in het verantwoordingsjaar is gelegen.

TOELICHTING

Met deze regeling wordt de Regeling financiering en administratieve uitvoeringsvoorschriften WWIK gewijzigd. De wijzigingen vloeien enerzijds voort uit de door het kabinet toegekende loon-prijscompensatie (artikel I, onderdeel A) en anderzijds uit de nieuwe tenaamstelling van de adviserende instelling (artikel I, onderdelen B, C en D).

Artikel I

Onderdeel A

In artikel 3, eerste lid, is de vergoeding per uitgebracht advies van de adviserende instelling opgenomen. In verband met door het kabinet toegekende loon-prijscompensatie wordt deze vergoeding met twee euro verhoogd.

Onderdelen B, C en D

De bijlagen 2, 3, en 4 betreffen het model van de kostenopgave, het model van de verklaring van de accountant en het controle- en rapportageprotocol voor het onderzoek dat aan de verklaring van de accountant ten grondslag ligt. Met deze documenten verantwoordt de adviserende instelling als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de WWIK zich jaarlijks aan het Rijk over het aantal in een kalenderjaar uitgebrachte adviezen in het kader van de zogenaamde beroepsmatigheidstoets WWIK.

Met ingang van 1 mei 2010 is de verantwoordelijkheid voor de uitvoeringstaak van de adviserende instelling overgegaan van de Stichting Kunstenaars & CO naar de Stichting Cultuur & Ondernemen, een samenvoeging van de Stichting Kunstenaars & CO en de Stichting Kunst & Zaken. De bijlagen 2, 3 en 4 worden vervangen door nieuwe bijlagen, waarbij uitsluitend sprake is van wijziging op het punt van de tenaamstelling van de adviserende instelling.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

P. de Krom.

Naar boven