Bekendmaking wijziging van de verplichtstelling tot deelneming in het bedrijfstakpensioenfonds voor de groenten- en fruitverwerkende industrie

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gezien de op 1en 23 juli 2010 ontvangen aanvraag van Syntrus Achmea Pensioenbeheer namens de Vereniging van de Nederlandse Groenten- en Fruitverwerkende Industrie, De Unie, FNV Bondgenoten en CNV Vakmensen, daartoe strekkende dat de verplichtstelling tot deelneming in de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Groenten- en Fruitverwerkende ingevolge de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000 wordt gewijzigd voor de in de aanvraag bedoelde groepen van personen in de bedrijfstak voor de Groenten- en Fruitverwerkende Industrie;

Overwegende dat vorengenoemde organisaties zijn te beschouwen als een vertegenwoordiging van het georganiseerde bedrijfsleven in genoemde bedrijfstak, die naar het oordeel van de Minister een belangrijke meerderheid van de in de bedrijfstak werkzame personen vertegenwoordigt;

Gelet op de artikelen 10, eerste lid en 16 van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000;

Gezien het overleg met De Nederlandsche Bank;

Besluit:

I.

Wijzigt zijn besluit van 23 december 1959, nr. 6492, Stcrt. 1959, nr. 252 (laatstelijk gewijzigd bij besluit van 18 maart 1996, nr. I-SZW/CK/VCR/951721, Stcrt. 1996, nr. 58) waarin werd overgegaan tot het verplicht stellen van de deelneming in de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Groenten- en Fruitverwerkende Industrie. De verplichtstelling tot deelneming komt na wijziging te luiden als volgt:

De deelneming in de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Groenten- en Fruitverwerkende Industrie met inachtneming van het onder II bepaalde verplicht te stellen voor de werknemers in dienst van een werkgever in de groenten- en fruitverwerkende industrie, met dien verstande dat de verplichtstelling aanvangt op de eerste dag van de maand waarin de werknemer 21 jaar wordt en eindigt op de laatste dag van de maand voorafgaande aan die waarin de werknemer 65 jaar wordt, wordende ten deze verstaan onder:

a. groenten- en fruitverwerkende industrie:

het op fabrieksmatige wijze verwerken van:

  • A. groenten, met inbegrip van augurken, koolsoorten, landbouwerwten, tomaten en zilveruien, alsmede daaruit verkregen halffabrikaten tot:

    • 1. gesteriliseerd produkt;

    • 2. gedroogd produkt;

    • 3. gezouten produkt;

    • 4. vriesprodukt;

    • 5. tafelzuren;

    • 6. zuurkool;

    • 7. sappen.

  • B. fruit en daaruit vervaardigd halffabrikaat tot:

    • 1. fruitpulp;

    • 2. jams en geleien;

    • 3. vruchten op water, sap en siroop, vruchtenpureeën en vruchtenmoes;

    • 4. konfijtprodukten;

    • 5. appel- en perensiropen;

    • 6. vruchtensappen en vruchtensausen;

    • 7. appelsap en zoete most;

    • 8. Nederlandse druivenwijn en vruchtenwijnen;

    • 9. gedroogd produkt;

    • 10. vriesprodukt (halffabrikaat en eindprodukt).

b. werkgever:

de natuurlijke of rechtspersoon, die in Nederland in een onderneming uitsluitend of in hoofdzaak de groenten- en fruitverwerkende industrie uitoefent. Met uitzondering van:

  • Lucas Aardenburg B.V.;

  • Koninklijke Maatschappij ‘De Betuwe’ N.V.;

  • Iglo Nederland B.V.

c. werknemer:

degene, die met een werkgever een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht heeft, met uitzondering van:

  • a. degene, wiens functie (volgens de ORBA-functieclassificatiemethode) is gewaardeerd met meer dan 194,5 punten ORBA. Zie hiervoor het besluit tot algemeenverbindendverklaring van de cao voor de Groenten- en Fruitverwerkende Industrie d.d. 21 mei 2008, Staatscourant 2008, nr. 97;

  • b. degene, die onderwijs geniet aan een instelling van dagonderwijs en als regel slechts arbeid verricht gedurende de perioden, waarin aan deze instellingen geen onderwijs wordt gegeven;

  • c. directeur grootaandeelhouder in de zin van de Pensioenwet (Wet van 7 december 2006, Staatsblad 2006,705).

II.

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en heeft geen terugwerkende kracht.

's-Gravenhage, 19 november 2010

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

namens deze:

de Directeur Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving,

M.H.M. van der Goes.

Naar boven