Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 17 november 2010, nr. DGM/K&L2010028237, tot wijziging van de Regeling uitvoering Besluit typekeuring luchtverontreiniging trekkers en motoren voor mobiele machines

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op richtlijn nr. 2010/26/EU van de Europese Commissie van 31 maart 2010 tot wijziging van Richtlijn 97/68/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake maatregelen tegen de uitstoot van verontreinigende gassen en deeltjes door inwendige verbrandingsmotoren die worden gemonteerd in niet voor de weg bestemde mobiele machines (PbEU L 86) en artikel 5, vierde lid, van het Besluit typekeuring luchtverontreiniging trekkers en motoren voor mobiele machines;

Besluit:

ARTIKEL I

Aan artikel 5 van de Regeling uitvoering Besluit typekeuring luchtverontreiniging trekkers en motoren voor mobiele machines wordt een lid toegevoegd, dat luidt:

  • 8. In afwijking van het eerste en vierde lid houdt voor heggenscharen en kettingzagen voor snoeiwerkzaamheden, bedoeld in artikel 9bis, zevende lid, laatste alinea, van richtlijn 97/68, de goedkeuring, bedoeld in artikel 3, onder a of c, van het besluit, op te gelden en het goedkeuringscertificaat, bedoeld in dat artikel, onder b, op van kracht te zijn op 31 juli 2013.

ARTIKEL II

De wijzigingen, door richtlijn nr. 2010/26/EU van de Europese Commissie van 31 maart 2010 tot wijziging van Richtlijn 97/68/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake maatregelen tegen de uitstoot van verontreinigende gassen en deeltjes door inwendige verbrandingsmotoren die worden gemonteerd in niet voor de weg bestemde mobiele machines (PbEU L 86) aangebracht in de bijlagen I, II, III, V en XIII van genoemde richtlijn 97/68/EG, gaan voor de toepassing van het bepaalde in het Besluit typekeuring luchtverontreiniging trekkers en motoren voor mobiele machines en de Regeling uitvoering Besluit typekeuring luchtverontreiniging trekkers en motoren voor mobiele machines gelden met ingang van 31 maart 2011, doch kunnen worden toegepast vanaf de datum van inwerkingtreding van deze regeling.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van de uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 17 november 2010

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

J.J. Atsma.

TOELICHTING

In artikel 14bis van richtlijn nr. 97/68/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Gemeenschappen van 16 december 1997 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake maatregelen tegen de uitstoot van verontreinigende gassen en deeltjes door inwendige verbrandingsmotoren die worden gemonteerd in niet voor de weg bestemde mobiele machines (PbEG L 59) (hierna: richtlijn 97/68/EG) is bepaald dat de Europese Commissie een onderzoek instelt naar eventuele technische problemen die de voorschriften van fase II kunnen opleveren voor bepaalde motortoepassingen, in het bijzonder mobiele machines waarin motoren van de klassen SH:2 en SH:3 gemonteerd zijn.

Uit studies in dit kader is gebleken dat er aanzienlijke technische problemen zijn om te voldoen aan de voorschriften van fase II voor bepaalde professionele multipositionele handapparatuur waarin motoren van de klassen SH:2 en SH:3 zijn gemonteerd. Het gaat om professionele multipositionele heggenscharen en kettingzagen voor snoeiwerkzaamheden met een nettovermogen van 19 kW of minder en een slagvolume (d.w.z. de totale cilinderinhoud van de motor) van 20 cm3 of meer.

De termijn voor de geldigheid van fase II-typegoedkeuringen van deze mobiele machines wordt daarom in artikel 1, onder 1), van richtlijn nr. 2010/26/EU van de Europese Commissie van 31 maart 2010 tot wijziging van Richtlijn 97/68/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake maatregelen tegen de uitstoot van verontreinigende gassen en deeltjes door inwendige verbrandingsmotoren die worden gemonteerd in niet voor de weg bestemde mobiele machines (PbEU L 86) verlengd tot 31 juli 2013.

Voorts wordt in de bijlagen I, II, III, V en XIII van richtlijn 79/68/EG een aantal administratieve bepalingen en meetprocedures aangepast om moderne motoren met elektronische regelingen adequaat aan de voorschriften van de fasen IIIB en IV te kunnen toetsen, worden bepalingen opgenomen om de werking van nabehandelingsystemen ook in de praktijk te garanderen, en worden de voorschriften voor de test met koude motor verder uitgewerkt. Ten slotte worden de kennisgevingseisen voor toepassing van de flexibele regeling aangepast, zodat deze meer aan hun doel beantwoorden. De wijzigingen zijn dus nodig om het uitvoeren van een test volgens de fase IIIB eisen in technische zin te accommoderen. Omdat vanaf 1 januari 2010 de eerste categorie motoren aan de fase IIIB-eisen moet worden getoetst hadden deze aanpassingen eigenlijk al met ingang van 2010 van kracht moeten zijn.

De wijzigingen die met richtlijn nr. 2010/26/EU worden aangebracht in de bijlagen bij richtlijn 79/68/EG gaan ingevolge artikel 11 van het Besluit typekeuring luchtverontreiniging trekkers en motoren voor mobiele machines in Nederland gelden met ingang van 31 maart 2011, de datum waarop de bepalingen van de wijzigingsrichtlijn moeten worden toegepast. De bekendmaking daarvan vindt nu eveneens in deze regeling plaats.

Om te voorkomen dat fabrikanten en importeurs die reeds de aangepaste voorschriften in die bijlagen volgen tot 31 maart 2011 geen typegoedkeuring kunnen verkrijgen, terwijl een typekeuring in sommige gevallen eigenlijk verplicht volgens de fase IIIB-eisen zou moeten worden uitgevoerd, is – conform de overgangsbepaling in artikel 2 van richtlijn nr. 2010/26/EU – in artikel II van de onderhavige regeling bepaald dat deze gewijzigde bijlagen kunnen worden toegepast vanaf het moment van de inwerkingtreding van deze regeling.

De onderhavige regeling leidt niet tot een verhoging van de administratieve lasten. Door de verlenging van de geldigheidstermijn van de typegoedkeuring voor bepaalde mobiele machines zullen de nalevingskosten van de betreffende bedrijven de komende jaren wat lager zijn dan eerder was voorzien.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

J.J. Atsma.

Naar boven