Besluit tot vaststelling van de bedragen per eenheid voor de uitkering uit het gemeentefonds over het uitkeringsjaar 2009

17 november 2010

Nr. 2010-0000751767

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Handelende in overeenstemming met de staatssecretaris van Financiën;

Gelet op artikel 9 van de Financiële-verhoudingswet;

Besluit:

Artikel 1

Voor het uitkeringsjaar 2009 worden de bedragen per eenheid, bedoeld in artikel 9 van de Financiële-verhoudingswet, vastgesteld overeenkomstig bijlage 1.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

voor deze:

de waarnemend directeur Openbaar Bestuur en Democratie,

M.H. Klijnsma.

BIJLAGE 1

De bedragen per eenheid, bedoeld in artikel 9 van de Financiële-verhoudingswet, over het uitkeringsjaar 2009.

Nr.

Maatstaven

Bedragen €

1

OZB (woningen eigenaar)

–0,000884

1

OZB (niet-woningen gebruiker)

–0,000962

1

OZB (niet-woningen eigenaar)

–0,001194

2

Inwoners

129,64

3

Eénouderhuishoudens

143,23

4

Inwoners Jongeren < 20 jaar

221,04

5

Inwoners Ouderen > 64 jaar

81,54

5-a

Inwoners Ouderen 75-85 jaar

27,02

6-a

Waddengemeenten t/m 2500 inwoners

189,02

6-b

Waddengemeenten van 2501 t/m 7500 inwoners

147,72

6-c

Waddengemeenten vanaf 7501 inwoners

32,56

7

Lage inkomens

87,30

7-a

Lage inkomens (drempel)

360,40

8

Bijstandsontvangers

1.524,14

9

Schaalnadeel uitvoering WWB

112.334,29

10

Schaalvoordeel uitvoering WWB

3.710,83

11

Uitkeringsontvangers

106,09

12

Minderheden

302,06

13

Klantenpotentieel lokaal

51,26

14

Klantenpotentieel regionaal

15,29

15

Leerlingen VO

433,32

15-a

Leerling (V)SO

315,82

15-b

Extra groei leerlingen VO

221,81

15-c

Extra groei jongeren

169,94

16

Land

32,36

17

Land *percentage slechte grond

–2,13

18

Land *bodemfactor gemeente

26,85

19

Binnenwater

37,50

20

Buitenwater

22,95

21

Oppervlak bebouwing

490,49

22

Oppervlak bebouwing woonkern *bodemfactor woonkern

3.265,56

23

Oppervlak bebouwing buitengebied *bodemfactor buitengebied

1.623,01

24

Woonruimten

172,64

25

Woonruimten *bodemfactor woonkern

26,63

26

Woonruimten *percentage slechte grond

24,47

27a

Historische kernen eerste groep

3.191,36

27b

Historische kernen tweede groep

6.868,88

27c

Historische kernen derde groep

15.405,45

28

Historische waterweg

14,80

29

Bewoonde oorden 1930

30,84

30

Bewoonde oorden met historische kernen

87,70

31

ISV, onderdeel a

17.689.503,78

31a

ISV, onderdeel b

11.070.086,93

32

Omgevingsadressendichtheid

62,78

33

Omgevingsadressendichtheid *percentage slechte grond

0,38

34

Oeverlengte *bodemfactor gemeente

6,81

35

Oeverlengte *bodemfactor gemeente *dichtheidsfactor

3,47

36

Meerkernigheid

8.947,68

36a

Kernen met 500 of meer adressen

28.180,76

37

Meerkernigheid *bodemfactor buitengebied

14.717,01

38

Bedrijfsvestigingen

117,28

38a

OZB-waarde van de niet-woningen (in mln)

312,00

39

Vast bedrag

250.100,68

40

Vast bedrag voor Amsterdam

187.743.591,23

41

Vast bedrag voor Rotterdam

105.191.562,72

42

Vast bedrag voor Den Haag

80.479.355,39

43

Vast bedrag voor Utrecht

44.596.965,89

44

Vast bedrag voor de Waddengemeenten

149.950,63

44a

Vast bedrag Baarle-Nassau1

250.100,68

45a

Herindeling (per gemeente)

2.245.440,00

45b

Herindeling (per inwoner)

53,29

XNoot
1

De gemeente Baarle-Nassau ontvangt een vast bedrag gelijk aan 2 maal het vaste bedrag voor iedere gemeente.

TOELICHTING

Met dit besluit wordt uitvoering gegeven aan artikel 9 van de Financiële-verhoudingswet (Fvw).

De thans definitief vast te stellen bedragen per eenheid voor de verdeelmaatstaven van de algemene uitkering komen overeen met de bedragen die aan de gemeenten zijn kenbaar gemaakt in tabel 1 van bijlage 1 van de novembercirculaire 2009 gemeentefonds (kenmerk: 2009-0000681172).

De onderstaande tabel vermeldt de toedeling van de bedragen per eenheid voor de verdeelmaatstaven naar de inkomsten- en uitgavenclusters, waarop het verdeelstelsel is gebaseerd.

Cluster

Bedragen €

Verdeelmaatstaven

Eigen inkomsten

–0,000884

OZB (woningen eigenaar)

 

–0,000962

OZB (niet-woningen gebruiker)

 

–0,001194

OZB (niet-woningen eigenaar)

 

–36,56

Woonruimten

   

Werk en inkomen

39,74

Huishoudens met laag inkomen

 

55,62

Huishoudens met laag inkomen (drempel)

 

1.376,04

Bijstandsontvangers

 

112.334,29

ABW Schaalnadeel

 

3.710,83

ABW Schaalvoordeel

 

1,60

Klantenpotentieel regionaal

 

16,48

Uitkeringsontvangers

 

0,20

Inwoners

 

6.952,91

Vast bedrag voor iedere gemeente1

   

Maatschappelijke zorg

31,48

Inwoners

 

33,65

Jongeren

 

81,54

Ouderen

 

27,02

Ouderen 75-85 jaar

 

3,41

Huishoudens met laag inkomen

 

219,51

Huishoudens met laag inkomen (drempel)

 

148,10

Bijstandsontvangers

 

89,61

Uitkeringsontvangers

 

150,37

Minderheden

 

2,39

Klantenpotentieel lokaal

 

5,78

Klantenpotentieel regionaal

 

6,88

Leerlingen VO

 

1,44

Land

 

1,41

Binnenwater

 

19,43

Woonruimten

 

13,51

Omgevingsadressendichtheid

 

143,23

Eenouderhuishoudens

 

1.503,29

Kernen

 

–101.441,93

Vast bedrag voor Amsterdam

 

–99.291,49

Vast bedrag voor Rotterdam

 

–56.645,97

Vast bedrag voor Den Haag

 

–59.512,80

Vast bedrag voor Utrecht

   

Educatie 

1,63

Inwoners

 

187,39

Jongeren

 

81,28

Huishoudens met laag inkomen (drempel)

 

109,49

Minderheden

 

315,82

Leerlingen (v)so

 

426,44

Leerlingen vo

 

221,81

Extra groei leerlingen vo

 

169,94

Extra groei jongeren

 

1,67

Klantenpotentieel regionaal

 

5,03

Land

 

5,03

Binnenwater

 

4,91

Omgevingsadressendichtheid

 

5.306,02

Kernen

 

158.682,73

Vast bedrag Den Haag

   

Kunst en ontspanning

21,77

Inwoners

 

36,09

Klantenpotentieel lokaal

 

8,94

Klantenpotentieel regionaal

 

0,82

Woonruimten

   

Groen

24,02

Inwoners

 

59,03

Woonruimten

   

VHROSV

44,15

Huishoudens met lage inkomens

 

21,49

Minderheden

 

2,71

Land

 

2,70

Binnenwater

 

32,25

Woonruimten

 

17.689.503,78

ISV, onderdeel a

 

11.070.086,93

ISV, onderdeel b

 

10,67

Omgevingsadressendichtheid

 

16.582,13

Vast bedrag voor iedere gemeente1

 

31.215.284,21

Vast bedrag Amsterdam

 

22.234.352,83

Vast bedrag Rotterdam

 

18.562.450,12

Vast bedrag Den Haag

 

8.623.455,13

Vast bedrag Utrecht

   

Oudheid

3.191,36

Opp. Historische kernen < 40 ha

 

3.190,93

Opp. Historische kernen 40-64 ha

 

3.191,79

Opp. Historische kernen > 64 ha

 

30,84

Bewoonde oorden 1930

 

87,70

Historische woningen in bewoonde oorden

 

0,69

Woonruimten

   

Riolering

–2,77

Land

 

–2,13

Land *percentage slechte grond

 

–22,41

Woonruimten

 

24,47

Woonruimten *percentage slechte grond

 

3,31

Omgevingsadressendichtheid

 

0,38

OAD *percentage slechte grond

   

Reiniging

–6,13

Inwoners

 

–13,27

Woonruimten

   

Wegen en water

16,80

Inwoners

 

5,59

Klantenpotentieel lokaal

 

16,46

Land

 

26,85

Land *bodemfactor gemeente

 

26,92

Binnenwater

 

15,16

Buitenwater

 

3.265,56

Opp.beb. woonkern *bodemf.woonkern

 

1.623,01

Opp.beb.buitengebied *bodemf.buitengebied

 

8,27

Woonruimten

 

26,63

Woonruimten *bodemfactor woonkern

 

3.677,95

Historische kernen, groep 2

 

12.213,66

Historische kernen, groep 3

 

14,80

Lengte historische water

 

18,14

Omgevingsadressendichtheid

 

6,81

Oeverlengte *bodemfactor gemeente

 

3,47

Oeverlengte *bodemf.gemeente *dichtheid

 

14.717,01

Meerkernigheid *bodemfactor buitengebied

 

15,03

Bedrijfsvestigingen

 

–5.457,58

Vast bedrag voor iedere gemeente1

   

Openbare orde en veiligheid

–0,29

Inwoners

 

28.180,76

Kernen met minstens 500 adressen

 

312,00

OZB-waarde niet-woningen ( in mln)

 

3,99

Huishoudens met laag inkomen(drempel)

 

6,43

Minderheden

 

1,06

Klantenpotentieel lokaal

 

2,52

Klantenpotentieel regionaal

 

2,04

Land

 

2,04

Binnenwater

 

7,79

Buitenwater

 

104,74

Oppervlak bebouwing

 

41,91

Woonruimten

 

15,46

Omgevingsadressendichtheid

 

2.138,37

Kernen

 

7,07

Bedrijfsvestigingen

 

44.012,22

Vast bedrag voor iedere gemeente1

 

135.730,37

Vast bedrag Amsterdam

 

135.730,37

Vast bedrag Rotterdam

 

135.730,37

Vast bedrag Den Haag

 

135.730,37

Vast bedrag Utrecht

   

Fysiek milieu

4,90

Inwoners

 

–0,85

Klantenpotentieel regionaal

 

6,38

Land

 

–0,60

Binnenwater

 

385,75

Oppervlak bebouwing

 

17,95

Woonruimten

 

1,79

Omgevingsadressendichtheid

 

85,49

Bedrijfsvestigingen

 

6.358,68

Vast bedrag voor iedere gemeente1

   

Bevolkingszaken

8,26

Inwoners

 

14,28

Minderheden

 

10.468,88

Vast bedrag voor iedere gemeente1

 

525.133,30

Vast bedrag voor Den Haag

   

Bestuursorganen

11,74

Inwoners

 

6,13

Klantenpotentieel lokaal

 

–4,37

Klantenpotentieel regionaal

 

16,92

Woonruimten

 

–5,01

Omgevingsadressendichtheid

 

128.412,87

Vast bedrag voor iedere gemeente1

 

–276.484,02

Vast bedrag voor Amsterdam

 

–361.606,38

Vast bedrag voor Rotterdam

 

–266.482,72

Vast bedrag voor Den Haag

 

–144.505,45

Vast bedrag voor Utrecht

   

Overig/algemene ondersteuning

15,26

Inwoners

 

189,02

Wadden t/m 2500 inwoners

 

147,72

Wadden 2501-7500 inwoners

 

32,56

Wadden > 7500 inwoners

 

47,61

Woonruimten

 

1,07

Land

 

9,69

Bedrijfsvestigingen

 

42.770,57

Vast bedrag voor iedere gemeente1

 

156.770.502,60

Vast bedrag voor Amsterdam

 

83.282.377,39

Vast bedrag voor Rotterdam

 

61.420.487,56

Vast bedrag voor Den Haag

 

36.041.798,64

Vast bedrag voor Utrecht

 

149.950,63

Vast bedrag Waddengemeenten

 

2.245.440,00

Herindeling (per gemeente)

 

53,29

Herindeling (per inwoner)

XNoot
1

De gemeente Baarle-Nassau ontvangt een vast bedrag gelijk aan 2 maal het vaste bedrag voor iedere gemeente

Ingevolge artikel 9, tweede lid, van de Fvw is bij de voorbereiding van de vaststelling van de bedragen van bijlage 1 de procedure gevolgd, die is opgenomen in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht. Het ontwerp-besluit is gedurende een periode van zes weken ter inzage gelegd bij de directie Openbaar Bestuur en Democratie van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Via ondermeer de Staatscourant zijn de belanghebbenden op de hoogte gesteld van de mogelijkheid om hun zienswijze naar voren te brengen over de bedragen per eenheid. Van deze mogelijkheid is geen gebruik gemaakt.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

voor deze:

de waarnemend directeur Openbaar Bestuur en Democratie,

M.H. Klijnsma.

Naar boven