Tijdelijke regeling subsidie boordcomputer taxi

15 november 2010

Nr. CEND/HDJZ-2010/876

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op de artikelen 2, aanhef en onderdeel a, 3 en 4, van de Kaderwet subsidies Verkeer en Waterstaat;

Besluit:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

activering:

activering als bedoeld in de Regeling erkenning werkplaatsen boordcomputer taxi;

kentekenhouder:

degene op wiens naam een kentekenbewijs als bedoeld in artikel 36, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994 is gesteld ten tijde van de activering.

Artikel 2 Doel en voorwaarden

  • 1. Subsidie wordt verstrekt om de kentekenhouder van een taxi tegemoet te komen in de kosten van de aanschaf van een boordcomputer.

  • 2. Voor elke door de kentekenhouder aangeschafte boordcomputer wordt op diens aanvraag eenmalig subsidie verstrekt indien:

    • a. het voertuig als taxi is geregistreerd in het kentekenregister van de Dienst Wegverkeer;

    • b. de boordcomputer niet eerder is geactiveerd;

    • c. voor de boordcomputer een typegoedkeuring is verleend als bedoeld in artikel 32 van de Regeling specificaties en typegoedkeuring boordcomputer taxi; en

    • d. de taxi niet eerder is voorzien van een geactiveerde boordcomputer.

Artikel 3 Hoogte subsidie

De subsidie bedraagt € 600 per boordcomputer.

Artikel 4 Aanvraag

Een aanvraag tot subsidie wordt na de activering van de boordcomputer ingediend op een daartoe door de Minister van Infrastructuur en Milieu vastgesteld formulier.

Artikel 5 Subsidievaststelling

Aan de subsidievaststelling wordt de verplichting verbonden dat de taxi, aan welke de boordcomputer is gekoppeld, gedurende een periode van ten minste 12 maanden, te rekenen vanaf het tijdstip van activering van de boordcomputer, bedrijfsmatig uitsluitend wordt gebruikt voor taxivervoer.

Artikel 6 Betaling

De betaling van de subsidie vindt plaats binnen vier weken na de subsidievaststelling.

Artikel 7 Slotbepalingen

  • 1. Deze regeling treedt in werking op het tijdstip waarop artikel IV van het Besluit van 16 oktober 2009, houdende wijziging van het Besluit personenvervoer 2000, het Arbeidstijdenbesluit vervoer en het Reglement rijbewijzen in verband met de invoering van de boordcomputer taxi, de afschaffing van de vergunning voor collectief personenvervoer en een technische wijziging in verband met het elektronisch vervoerbewijs in werking treedt.

  • 2. Deze regeling vervalt twee jaar na het tijdstip, bedoeld in het eerste lid, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op aanvragen die:

    • a. op de vervaldatum nog in behandeling zijn, en

    • b. binnen twee maanden na de vervaldatum zijn ingediend, mits de boordcomputer voor die datum is geactiveerd.

Artikel 8 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: tijdelijke regeling subsidie boordcomputer taxi.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus.

TOELICHTING

Algemeen

Inleiding

Voor het verrichten van taxivervoer moeten taxi’s ingevolge artikel 79, eerste lid van het Besluit personenvervoer 2000 zijn voorzien van een boordcomputer. Vervoerders hebben tot twee jaar na de inwerkingtreding van dit wettelijk voorschrift de tijd om hun auto’s te voorzien van een boordcomputer. Deze overgangstermijn is in overleg met de sector vastgesteld en wordt gezien als een realistische termijn waarbinnen in alle taxi’s een boordcomputer kan worden ingebouwd. Gedurende deze overgangstermijn kan een subsidie worden aangevraagd waarmee wordt tegemoetgekomen in een deel van de aanschafkosten van een boordcomputer. De onderhavige regeling dient als grondslag voor het verstrekken van deze subsidie.

Onderdeel van totale wetgeving

Deze subsidieregeling vindt haar grondslag in artikel 2, aanhef en onderdeel a, 3 en 4, van de Kaderwet subsidies Verkeer en Waterstaat en vormt een onderdeel van een groter geheel aan regelgeving dat verband houdt met de boordcomputer taxi.

De wettelijke basis voor de verplichting om een boordcomputer te gebruiken bij taxivervoer is opgenomen in het Besluit personenvervoer 2000 en het Arbeidstijdenbesluit vervoer en is nader uitgewerkt in de Regeling boordcomputer taxi, de Regeling gebruik boordcomputer taxi en boordcomputerkaarten en de Regeling erkenningen werkplaatsen boordcomputer taxi.

Kosten van omschakeling naar de boordcomputer

Omdat de taxi’s binnen 24 maanden van een wettelijk verplichte boordcomputer moeten zijn voorzien, moeten taxiondernemers in een relatief korte periode een behoorlijke investering doen. Met deze tijdelijke subsidieregeling wordt tegemoetgekomen in een substantieel deel van de kosten die gemoeid zijn met de aanschaf, inbouw en activering van een boordcomputer. Bij de vaststelling van de hoogte van het subsidiebedrag (600 euro) is de geschatte aanschafprijs van een basisversie van de boordcomputer in aanmerking genomen. Hierbij komt, dat de omschakeling van een handmatige registratie van de arbeids-, en rusttijden en van de rittenadministratie naar een elektronische met de boordcomputer voor de sector als geheel leidt tot een jaarlijkse besparing op de administratieve lasten van ruim 4,6 miljoen euro.

Contractvervoer

Voor het contractvervoer is bij de overgangstermijn voor de boordcomputerplicht in zoverre een uitzondering gemaakt, dat daarvoor niet de reguliere overgangstermijn van 24 maanden geldt, maar een langere termijn van 40 maanden. Hiermee is tegemoetgekomen aan signalen vanuit de taxibranche dat de overgangstermijn van 24 maanden voor langlopend contractvervoer in een aantal gevallen te kort is en disproportionele effecten kan hebben voor contractvervoerders waarvan één of meerdere contracten kort na de overgangstermijn zullen aflopen. In de praktijk kan het einde van een langlopend contract leiden tot het door de contractvervoerder afstoten van de taxi’s die voor dit contract werden ingezet. Contractvervoerders zouden dan een forse investering moeten plegen die niet kan worden terugverdiend omdat de betreffende taxi’s enkele maanden later worden afgestoten. Dat zou niet alleen tot een onrendabele investering voor de ondernemer leiden, maar ook tot een niet efficiënte besteding van subsidiegelden.

Omdat het per ondernemer en per contract kan verschillen of de geschetste disproportionele effecten zich in de praktijk zullen voordoen, is bij het verplicht stellen van de boordcomputer gekozen voor de mogelijkheid om de overgangstermijn te verlengen met maximaal 16 maanden, waarbij het de ondernemer zelf is die besluit om voor (een deel van) zijn taxi’s gebruik te maken van de verlengde overgangstermijn. Die keuze maakt hij door niet binnen 24 maanden een boordcomputer te laten activeren in een taxi die aan de voorwaarden voor de verlengde overgangsperiode voldoet. Omdat er op grond van de onderhavige regeling alleen subsidie mogelijk is voor boordcomputers die binnen de reguliere overgangstermijn van 24 maanden zijn geactiveerd, is geborgd dat een contractvervoerder alleen gebruik maakt van de verlengde overgangstermijn voor díe taxi’s waarvan hij al heeft besloten om deze op korte termijn af te stoten.

Systematiek en overige toepasselijke regelgeving

De regeling is opgesteld krachtens de Kaderwet subsidies Verkeer en Waterstaat en met inachtneming van de op 1 januari 2010 in werking getreden Aanwijzingen voor subsidieverstrekking. Gekozen is voor een systematiek waarbij op grond van een aanvraag de subsidie direct wordt vastgesteld. Voorts is er geen subsidieplafond ingesteld, maar is sprake van een zogenoemde open-eind-financiering gedurende twee jaar. Dit brengt met zich, dat aanvragen om subsidie niet kunnen worden geweigerd op grond van het overschrijden van de begrotingsmiddelen.

Gewezen wordt voorts op de Algemene wet bestuursrecht (Awb) waarin – in het bijzonder in titel 4.2: ‘Subsidies’ – een groot deel van het op de subsidievaststelling toepasselijke recht is terug te vinden. Zo is in artikel 4:49, van de Awb de bevoegdheid en de gronden neergelegd om een vastgestelde subsidie in te trekken.

Doorgaans zal een aanvraag binnen ongeveer vier weken kunnen worden afgehandeld. Er kunnen zich niettemin omstandigheden en situaties voordoen  te denken valt aan vakantieperiodes of opeenvolgende nationale feestdagen dan wel situaties waarbij sprake is van een stuwmeer van aanvragen – waardoor, gegeven de op dat moment beschikbare capaciteit en bezetting, die vier weken niet zullen kunnen worden waargemaakt. Daarom is ervoor gekozen om aan te sluiten bij artikel 4:13 van de Algemene wet bestuursrecht, waarin acht weken als maximale redelijke termijn wordt genoemd waarbinnen omtrent een aanvraag moet zijn beschikt.

Administratieve lasten bedrijfsleven

De administratieve lasten die deze regeling met zich brengt voor de taxibranche betreffen uitsluitend de kosten die worden gemaakt met het aanvragen van een subsidie: i.c. het invullen van een aanvraagformulier. Die kosten zijn berekend op ongeveer 0,3 miljoen euro gedurende de looptijd van deze regeling. Per aanvraag bedragen de administratieve lasten 8 euro (= 1/3 uur à raison van een gemiddeld uurloon van 24 euro). Dit is 1,3% van het subsidiebedrag per boordcomputer.

Het kabinetsbesluit ten aanzien van vaste verandermomenten voor wet- en regelgeving is niet van toepassing, omdat de voorbereiding van de regelgeving met betrekking tot de boordcomputer taxi, waar de onderhavige regeling deel van uitmaakt, reeds geruime tijd vóór de inwerkingtreding van dit besluit werd ingezet. In dit verband kan overigens worden opgemerkt dat deze regelgeving tot stand gekomen is dankzij intensieve samenwerking met betrokken partijen, zoals de taxibranche en de producenten van boordcomputers.

Ook over de onderhavige subsidieregeling is uitgebreid gecommuniceerd met de taxibranche. Bezwaar en beroep tegen eventuele afwijzingen, met daarmee gepaard gaande extra lasten, zijn dan ook nagenoeg niet te verwachten.

De regeling is ter toetsing aan het Adviescollege toetsing administratieve lasten voorgelegd. Dit College heeft besloten de regeling niet te selecteren voor een toets op de gevolgen voor de administratieve lasten.

Advies Overlegorgaan personenvervoer

Het ontwerp van deze regeling is voorgelegd aan het Overlegorgaan personenvervoer. Door de hierboven vermelde intensieve samenwerking met betrokken partijen bij de totstandkoming van deze regeling heeft dit orgaan een blanco rapport van bevindingen uitgebracht

Artikelsgewijs

Artikel 2

De subsidie is éénmalig en wordt alleen verstrekt voor de aanschaf van een nieuwe boordcomputer teneinde te voldoen aan de verplichting ingevolge artikel 79, eerste lid van het Besluit personenvervoer 2000.

Het recht op subsidie is gekoppeld aan de kentekenhouder van de taxi. Dit in verband met de uitvoeringstechnische problemen bij het vaststellen van de rechthebbende als gevolg van de diverse leaseconstructies en het vele gezamenlijke gebruik of de gezamenlijke eigendom van een taxi binnen de taxibranche. Het koppelen van de subsidie aan de kentekenhouder maakt dat voor elke taxi met behulp van de kentekenregistratie van de RDW eenvoudig en snel is vast te stellen wie de kentekenhouder is. Indien een taxi-ondernemer niet de kentekenhouder is van (een deel van) zijn wagenpark, bijvoorbeeld in geval van een leasecontract, dan zullen hij en zijn contractspartij afspraken moeten maken omtrent de subsidieaanvraag. Ook kunnen zij onderling een verrekening overeenkomen.

In het tweede lid worden de belangrijkste voorwaarden voor subsidievaststelling genoemd. De boordcomputer moet nieuw zijn en in de taxi mag nog niet eerder een boordcomputer zijn geactiveerd. Als een ondernemer tijdens de overgangsperiode een gebruikte auto koopt en deze wil inzetten voor het verrichten van taxivervoer, dan kan het raadzaam zijn om vooraf vast te stellen of er reeds eerder een boordcomputer in deze auto is geactiveerd. Indien dat het geval is, wordt de aanvraag om subsidie geweigerd. Of er naar aanleiding van die eerdere activering al dan niet subsidie is toegekend is daarbij niet relevant. De subsidie is bedoeld voor de aanschaf van een nieuwe boordcomputer, die na de aanschaf op juiste wijze wordt geactiveerd ten behoeve van het verrichten van taxivervoer.

Of een boordcomputer is geactiveerd, is eenvoudig na te gaan bij de RDW. De activering wordt rechtstreeks door de erkende werkplaats elektronisch bij de RDW gemeld en als zodanig geregistreerd. Na het verzenden van de melding ontvangt de erkenninghouder binnen één a twee minuten bericht dat de melding is gerealiseerd, dan wel dat er eerst nog een steekproefcontrole zal plaatsvinden. Deze controle vangt binnen 90 minuten na de melding aan en indien de RDW hierbij geen onregelmatigheden constateert, is de melding definitief. Indien bij deze controle echter onregelmatigheden worden geconstateerd, kan de RDW de melding terugdraaien, en is er geen sprake van ‘activering’ in de zin van deze regeling. Door toevoeging van de eis dat de melding ook ten tijde van de subsidievaststelling moet zijn geregistreerd, wordt voorkomen dat subsidie wordt verstrekt in die gevallen waarin de RDW na een steekproefcontrole onregelmatigheden heeft geconstateerd en de melding ongedaan heeft gemaakt. Het toezicht van de RDW op de erkende werkplaatsen, bijvoorbeeld door het houden van steekproeven naar aanleiding van de meldingen van de werkplaatsen, vormt daarmee een belangrijke borging in het subsidieproces.

Artikel 4

Door gebruik te maken van een op de subsidieaanvraag toegespitst formulier (elektronische of papieren) kunnen aanvragen snel en efficiënt worden ingediend en afgehandeld.

Artikel 5

De aan de subsidie te verbinden verplichting strekt ertoe dat de taxi en de daarin geactiveerde en gesubsidieerde boordcomputer gedurende ten minste een jaar niet voor andere doeleinden dan taxivervoer worden gebruikt.

Artikel 7

In het tweede lid is voorzien in de mogelijkheid dat een aanvraag om subsidie tot uiterlijk twee maanden na de datum waarop deze regeling vervalt, kan worden ingediend. Daarmee is tegemoetgekomen aan het verzoek vanwege de taxibranche om een redelijke termijn waarbinnen na afloop van de looptijd van deze regeling alsnog een aanvraag om subsidie kan worden ingediend, welk verzoek samenhing met het gegeven dat de subsidie pas achteraf – dat wil zeggen, eerst na aanschaf, inbouw en activering van de boordcomputer – wordt verstrekt.

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus.

Naar boven